Wouter "de Kwade" van Egmond
Wouter "de Kwade" Heer van Egmond1,2, geb. Egmond-Binnen circa 1150 [[DNL 1969: 253-254}}, Twaalfde Heer van Egmond, ovl. Egmond op de Hoef op 13 sep 1208,
, hij is de bewijsbare stamvader van het geslacht van Egmond.
Hij is begraven in de kerk te Egmond. Hij komt voor onder de 'homines cimitis' bij het vredesverdrag met Brabant van 3 nov. 1200. Hij schonk met Antonius de Gelmen het goed Albrantswaart in het land van Putten aan de abdij Ter Does (Ter Duinen), hetgeen in 1201 werd bevestigd door graaf Dirk
VII van Holland. Als partijgenoot van graaf Willem I vocht hij in de Loonse oorlog (1204-1205) aan het hoofd der Kennemers, samen met Banjaert, de heer van Sint Aagtenkerke te Beverwijk. Zijn kasteel op de Hoef werd in die tijd door de vijand verwoest, het is later weer opgebouwd; op 7 juni 1573 werd het door Sonoy geheel afgebrand, in verband met de Spaanse aanval op Alkmaar. Wegens zijn voortdurende twisten met de abdij, wier zaakgelastigde (advocadus) hij was, zou men hem de bijnaam van 'Kwaden Wouter' gegeven hebben. Het is onbewezen of hij een zoon was van Allardus, die in 1186 bij Schagen tegen de Friezen sneuvelde.
Begint na 1205 aan de wederopbouw van het Slot op den Hoef, dat verwoest werd in de Loonse oorlog.
Voor 1208 beschermheer en vertegenwoordiger (advocatus) van de St. Adalbertabdij. Streed in de Loonse Ooorlog aan de zijde van Willem I van Holland.- Vader:
Allart (Allard, Albrecht) van Egmond ridder, zn. van Berwold II van Egmond (Ridder Heer en rentmeester van de Abdij van Egmond (1114-1158)) en Rosamunde van Vlaanderen (Abbedissa i Messines), geb. Egmond-Binnen op het Slot Hoef in okt 1114, Ridder en Heer van Egmond 1158-1168, ovl. Schoorl op 20 jan 1168,
, Ridder en Heer van Egmond, Ridder en Heer van Egmont, Xde Heer van Egmond (hij regeerde 54 jaar, 1114-1168). (vanaf zijn 9e???).
Hij verdreef samen met zijn broers Dodo en Warboldum meerdere malen de Friezen uit zijn land. Graaf Floris was hem daarvoor zeer dankbaar en maakte hem stadhouder over geheel Holland. Hij zakte in de strijd tegen de Vriezen met zijn paard door het ijs en werd daarop door de Vriezen vermoord.
Ridder en 10e Heer van Egmond van 1158 tot 1168. Door Graaf Floris de III tpt Stadhouder van Holland aangesteld.
Allard kwam uit het geslacht Egmont. Zijn vader Berwout was rentmeester van de Abdij van Egmond en begon met de bouw van een kasteel, Slot op den Hoef, ook Kasteel Egmond genoemd. Na zijn vaders dood bouwde Allard verder aan het slot. In 1168 trok Allard samen met andere Hollandse edelen ten strijde in een strafexpeditie tegen de West-Friezen, in naam van Graaf Floris III van Holland. Hij verbrandde het kasteel van Schagen. Bij Schoorl werden de Hollanders in een hinderlaag gelokt door de West-Friezen. Negen ridders, waaronder Allard, sneuvelden.
Allard van Egmont (Slot op den Hoef, Egmond-Binnen, 1130 - Schoorl, 1168), ook bekend als Alebrecht, Albrecht, Alard, Allert en Adalard van Rinneghem, was ridder en heer van Egmont.
Allard kwam uit het geslacht Egmont. Zijn vader Berwout was rentmeester van de Abdij van Egmond en begon met de bouw van een kasteel, Slot op den Hoef, ook Kasteel Egmond genoemd. Na zijn vaders dood bouwde Allard verder aan het slot.
In 1168 trok Allard samen met andere Hollandse edelen ten strijde in een strafexpeditie tegen de West-Friezen, in naam van Graaf Floris III van Holland. Hij verbrandde het kasteel van Schagen. Bij Schoorl werden de Hollanders in een hinderlaag gelokt door de West-Friezen. Negen ridders, waaronder Allard, sneuvelden.
Allard huwde met een vrouw uit het geslacht van Henegouwen. Met haar kreeg hij minstens twee zonen:
Wouter van Egmont (1145 - 1208)
Allard van Egmont (1150 - 12??), hij werd heer van Buren, tr.
tr. (1) in 1170
met
Mabilia I Hugodr Clementina van IJsselmonde1, dr. van Hugo van IJsselmonde (Heer van Albrandswaard) en Stephanie van Milly, geb. circa 1141, Vrouwe van Egmond, ovl. Egmond-Binnen op 12 jul 1187.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1180 | | †1234 | Egmond op de Hoef | 53 | 1 | 2 |
2 | Gerard | | | †1217 | | | 2 | 0 |
3 | Wouter | | | †1223 | | | 0 | 0 |
relatie (2)
Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Halewijne | *1170 | Egmond | †1244 | Egmond | 74 | 3 | 9 |
>
Mabilia I Hugodr Clementina van IJsselmonde
Mabilia I Hugodr Clementina van IJsselmonde1, geb. circa 1141, Vrouwe van Egmond, ovl. Egmond-Binnen op 12 jul 1187.tr. in 1170
met
Wouter "de Kwade" Heer van Egmond1,2, zn. van Allart van Egmond ridder (Ridder en Heer van Egmond 1158-1168) en Antonia van Henegouwen, geb. Egmond-Binnen circa 1150 [[DNL 1969: 253-254}}, Twaalfde Heer van Egmond, ovl. Egmond op de Hoef op 13 sep 1208,
, hij is de bewijsbare stamvader van het geslacht van Egmond.
Hij is begraven in de kerk te Egmond. Hij komt voor onder de 'homines cimitis' bij het vredesverdrag met Brabant van 3 nov. 1200. Hij schonk met Antonius de Gelmen het goed Albrantswaart in het land van Putten aan de abdij Ter Does (Ter Duinen), hetgeen in 1201 werd bevestigd door graaf Dirk
VII van Holland. Als partijgenoot van graaf Willem I vocht hij in de Loonse oorlog (1204-1205) aan het hoofd der Kennemers, samen met Banjaert, de heer van Sint Aagtenkerke te Beverwijk. Zijn kasteel op de Hoef werd in die tijd door de vijand verwoest, het is later weer opgebouwd; op 7 juni 1573 werd het door Sonoy geheel afgebrand, in verband met de Spaanse aanval op Alkmaar. Wegens zijn voortdurende twisten met de abdij, wier zaakgelastigde (advocadus) hij was, zou men hem de bijnaam van 'Kwaden Wouter' gegeven hebben. Het is onbewezen of hij een zoon was van Allardus, die in 1186 bij Schagen tegen de Friezen sneuvelde.
Begint na 1205 aan de wederopbouw van het Slot op den Hoef, dat verwoest werd in de Loonse oorlog.
Voor 1208 beschermheer en vertegenwoordiger (advocatus) van de St. Adalbertabdij. Streed in de Loonse Ooorlog aan de zijde van Willem I van Holland, relatie. Hij krijgt een dochter.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1180 | | †1234 | Egmond op de Hoef | 53 | 1 | 2 |
2 | Gerard | | | †1217 | | | 2 | 0 |
3 | Wouter | | | †1223 | | | 0 | 0 |
>
Leendert Aarts Mul
Leendert Aarts Mul.otr. Zevenhuizen op 15 jan 1740, tr. Zevenhuizen op 7 feb 1740
met
Pietertje Pleunen Duharling.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Aafje | *1753 | Sluipwijk | †1801 | Sluipwijk | 48 | 1 | 0 |
>
Pietertje Pleunen Duharling
Pietertje Pleunen Duharling.otr. Zevenhuizen op 15 jan 1740, tr. Zevenhuizen op 7 feb 1740
met
Leendert Aarts Mul.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Aafje | *1753 | Sluipwijk | †1801 | Sluipwijk | 48 | 1 | 0 |
>
Harmen Joris van Vastenou
Harmen Joris van Vastenou, ged. Zevenhuizen op 21 dec 1681 (getuige: Maartje Pieters).tr. op 25 sep 1707
met
Neeltje (Nelletje) Frans van der Hout (Nelletje Frans van der Hout), dr. van Frans Ariensz van der Hout en Neeltje Leenderts Hartogsvelt, ged. Zevenhuizen op 11 mei 1684 (getuigen: Leendert Janse en Ingetje Leenderts).
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | ~1715 | Bergschenhoek | †1793 | Moordrecht | 77 | 1 | 11 |
2 | Joris | ~1707 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
3 | Neeltje | ~1709 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
4 | Frans | ~1710 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
5 | Pieter | ~1712 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
6 | Cornelis | ~1714 | Bergschenhoek | | | | 0 | 0 |
>
Neeltje (Nelletje) Frans van der Hout
Neeltje (Nelletje) Frans van der Hout (Nelletje Frans van der Hout), ged. Zevenhuizen op 11 mei 1684 (getuigen: Leendert Janse en Ingetje Leenderts).tr. op 25 sep 1707
met
Harmen Joris van Vastenou, zn. van Joris van Vastenou en Maartje Joosten van Rijck, ged. Zevenhuizen op 21 dec 1681 (getuige: Maartje Pieters).
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | ~1715 | Bergschenhoek | †1793 | Moordrecht | 77 | 1 | 11 |
2 | Joris | ~1707 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
3 | Neeltje | ~1709 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
4 | Frans | ~1710 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
5 | Pieter | ~1712 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
6 | Cornelis | ~1714 | Bergschenhoek | | | | 0 | 0 |
>
Joris van Vastenou
Joris van Vastenou, ged. Zevenhuizen op 9 mrt 1642.tr. Zevenhuizen op 15 jun 1670
met
Maartje Joosten van Rijck (van Rijst), dr. van Joost van Rijst en Neeltje van Rijst, geb. Zevenhuizen circa 1649.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Harmen | ~1681 | Zevenhuizen | | | | 1 | 6 |
>
Maartje Joosten van Rijck
Maartje Joosten van Rijck (van Rijst), geb. Zevenhuizen circa 1649.tr. Zevenhuizen op 15 jun 1670
met
Joris van Vastenou, zn. van Harmen(Hermen) Joris van Vastenou en Pietertje Pietersen van Rijst, ged. Zevenhuizen op 9 mrt 1642.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Harmen | ~1681 | Zevenhuizen | | | | 1 | 6 |
>
Harmen(Hermen) Joris van Vastenou
Harmen(Hermen) Joris van Vastenou, geb. Zevenhuizen circa 1601, ovl. in 1666.tr. Zevenhuizen op 15 aug 1627
met
Pietertje Pietersen van Rijst (Backer, Bakker, Krijsman(n)), geb. Zevenhuizen circa 1605.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joris | ~1642 | Zevenhuizen | | | | 1 | 1 |
2 | Pieter | ~1633 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
>
Pietertje Pietersen van Rijst
Pietertje Pietersen van Rijst (Backer, Bakker, Krijsman(n)), geb. Zevenhuizen circa 1605.tr. Zevenhuizen op 15 aug 1627
met
Harmen(Hermen) Joris van Vastenou, zn. van Joris van Vastenou, geb. Zevenhuizen circa 1601, ovl. in 1666.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joris | ~1642 | Zevenhuizen | | | | 1 | 1 |
2 | Pieter | ~1633 | Zevenhuizen | | | | 0 | 0 |
>
Joost van Rijst
Joost van Rijst, geb. Zevenhuizen circa 1625.tr. Zevenhuizen op 15 feb 1643
met
Neeltje van Rijst.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maartje | *1649 | Zevenhuizen | | | | 1 | 1 |
>
Neeltje van Rijst
Neeltje van Rijst.tr. Zevenhuizen op 15 feb 1643
met
Joost van Rijst, zn. van Jan van Rijst, geb. Zevenhuizen circa 1625.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maartje | *1649 | Zevenhuizen | | | | 1 | 1 |
>
Joris van Vastenou
Joris van Vastenou, geb. Zevenhuizen circa 1575.Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Harmen(Hermen) | *1601 | Zevenhuizen | †1666 | | 65 | 1 | 5 |
>
Jan van Rijst
Jan van Rijst, geb. Zevenhuizen circa 1600.Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joost | *1625 | Zevenhuizen | | | | 1 | 1 |
>
Godgifu van Engeland
Godgifu van Engeland, ovl. voor 1056.- Vader:
Aethelred II (Ethelred II) koning van Engeland (Æthelred the Unready)1, zn. van Edgar koning van Engeland (koning van Engeland) en Elfrida van Devonshire, geb. in 968, koning van Engeland 978-1016 (koning van Engeland), ovl. Heukelom op 23 apr 1016,
, s.aft. 18.3.978 king, 14.4.978/4.5.979 crowned at Kingston Ethelred II (Oudengels: Æþelred) (968-1016) was van 978 tot 1013 en van 1014 tot 1016 koning van Engeland.
Volgens de geschiedschrijver Willem van Malmesbury ontlastte Ethelred zich als baby in het doopvont. Naar aanleiding hiervan voorspelde St.-Dunstan dat de Engelse monarchie onder Ethelreds bewind zou worden omvergeworpen.
Ethelred kwam op tienjarige leeftijd op de troon als opvolger van zijn overleden vader Edgar en zijn daarna vermoorde halfbroer Edward de Martelaar. In het Engels is zijn bijnaam the Unready, wat in dit geval zonder raad betekent. Het is tevens een woordgrapje op zijn naam, die goed geadviseerd betekent.
Ethelred had minstens zestien kinderen uit twee huwelijken. Zijn tweede vrouw was Emma van Normandië. Emma's achterneef Willem de Veroveraar voerde deze familieband later aan als basis voor zijn aanspraak op de troon.
Koning Ethelred probeerde de Vikingen af te kopen met betalingen die men kent als Danegeld. Hij had weinig keus want zijn generaals waren niet te vertrouwen.
Op 13 november 1002, de dag van St.-Bricius (St. Brice's Day), beval Ethelred alle in Engeland wonende Denen uit te roeien. In reactie hierop begon koning Sven Vorkbaard van Denemarken met zijn pogingen Engeland te veroveren. Dit lukte hem in 1013 en Ethelred vluchtte naar zijn zwager Robert van Normandië. In 1014 echter verjoegen de Engelsen Svens opvolger Knoet de Grote en herstelden Ethelreds macht.
In april 1016 stierf hij in Londen, alwaar hij ook werd begraven. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Edmund II.
Soms bevat de bijnaam van een vorst een grap die niet goed te vertalen is, zoals bij Æthelred II the Unready, koning van Engeland van 978 tot 1016. In het Nederlands wordt dat Ethelred II de Onberadene - en dat roept verwarring op. Waarom wordt unready hier vertaald als onberadene, in plaats van nietklaarzijnde?
Dat zit zo. De naam Æthelred betekent in het Oudengels 'hij die goede raad krijgt'. Unready betekent 'hij die geen goede raad krijgt', precies het tegenovergestelde van Æthelreds naam dus. De Nederlandse vertaling klopt, maar mist die knipoog. En met niet klaar staan, heeft unready dus niks van doen.
Æthelred belandde al op zijn twaalfde op de troon, nadat zijn vader Edgar de Vreedzame overleden was. Papa dankte die bijnaam niet aan zijn persoonlijke pacifisme, maar aan de afwezigheid van grootscheepse Viking-aanvallen tijdens zijn heerschappij. Æthelred had dat geluk niet. Zijn bewind kreunde en kraakte onder de geseling van Deense invasies.
Helaas voor hem zakten meteen in 978 zijn belangrijkste adviseurs door de vloer van de bovenverdieping van een raadszaal, met veel doden en gewonden tot gevolg. Alleen aartsbisschop Dunstan had geen schrammetje, omdat hij op een balk stond. Zo vertelt in ieder geval onze belangrijkste bron, de Angelsaksische kroniek, het verhaal.
Ethelred de Onberadene, 966-1016.Foto The British Library
Zonder zijn raadgevers moest de jonge koning nu de Noormannen het hoofd bieden. Hun invallen begonnen in 980 en bereikten een eerste hoogtepunt in 991, bij de slag van Maldon. Het Angelsaksische leger kreeg daar klop van de Vikingen, die een schatting van 10.000 pond oplegden - en vervolgens gewoon doorgingen met plunderen. Ook nadat Æthelred goud en zilver ter waarde van 22.000 pond had betaald om de vrede te kopen, bleven de Denen Engeland op gewelddadige wijze bezoeken.
In 1002 knapte er iets bij Æthelred. In dat jaar vond de Slachtpartij op Sint-Brixius-dag plaats. De koning gaf het bevel dat op de naamdag van deze heilige (13 november) alle Deense mannen op Engelse bodem vermoord moesten worden. Dat lukte niet, maar onder de slachtoffers bevond zich wel Gunhilde, de zus van de Deens koning Sven Gaffelbaard. Die kwam een jaar later wraak nemen. Voor Æthelred zat er niets anders op dan weer flink te betalen om de strafexpedities te stoppen.
Nog was het leed niet geleden. In 1013 keerde Sven terug - nu om zelf de troon van Engeland te bestijgen. Hij was succesvol en Æthelred vluchtte naar Frankrijk. Al een jaar later keerden de kansen, toen Sven overleed en zijn zoon Knoet op de troon kwam. Engelse edelen besloten Æthelred weer in het zadel te helpen, mits daar een vergoeding tegenover stond.
Aldus geschiedde. Lang kon Æthelred van de zege niet genieten. Zijn zoon Edward kwam tegen hem in opstand en Knoet keerde terug uit Denemarken, tr. (1) in 985 met Aelflede of Northumbria. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (2) in 1002.
tr.
met
Eustache II van Boulogne, zn. van Eustache I van Boulogne en Mathilde de Louvain (Comtesse de Boulogne), geb. circa 1030, graaf van Boulogne, ovl. in 1081,
, Begeleidde Willem de veroveraar naar Engeland.
Eustachius II van Boulogne (rond 1020 - rond 1093) was de oudste zoon van Eustachius I van Boulogne en Mathildis van Leuven. Rond 1049 werd hij graaf van Boulogne. Toen hij in 1051 Engeland bezocht, kwam het tot een treffen tussen zijn gevolg en de bewoners van Dover. Nadat hij aan de zijde van Willem de Veroveraar had meegevochten in de Slag bij Hastings in 1066, kreeg hij belangrijke leenrechten in Engeland, vooral in Essex, en werd hierdoor een der grootste grondbezitters van het land.
Hij huwde met Godgifu van Engeland, dochter van koning Ethelred II, en met Ida van Verdun, en was de vader van: Gytha, die huwde met graaf Ralph van Hereford
Eustachius III van Boulogne
Godfried van Bouillon
Boudewijn I van Jeruzalem
Ida, die huwde met graaf Herman I van Malsen-Cuyk en met graaf Kuno van Montagu, heer van Rochefort, tr. (1) met Ida van Neder-Lotharingen. Uit dit huwelijk 4 kinderen.
>
Beatrix van Teisterbant
Beatrix van Teisterbant, ovl. in 732,
, dochter van: Dietrich der Bär+Beatrix.tr.
met
Aelius (Helius) graaf van Kleef, ovl. voor 732.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Theoderich I | | | | | | 1 | 1 |
>
Jutta van Kuyc
Jutta van Kuyc, Stiftsfrau zu Herford, ovl. na 1155. |  |
- Moeder:
Ida van Werl-Arnsberg (Ida (Sophie) von Arnsberg), dr. van Frederik graaf van Arnsberg en Adelheid van Neder-Lotharingen, geb. circa 1105, ovl. na 1154,
, uit de positie van rangorde als getuigen in oude charters is af te leiden dat het geslacht van Altena al kort voor 1200, een eminente positie, zelfs met de status van adel, innam in Utrecht en Holland. Vlg Hendriks, Land van Heusden en Altena, Archeologie en bewoningsgeschiedenis, diss. (getypt), 1989 p 155. Behalve de oorkonde van 1143 dateert er een uit 1145, waarin op 18 oktober koning Konrad II aan het bisdom Utrecht de bevestiging geeft van eigendomsrechten, waarbij onder de leken als getuigen de volgorde in belangrijkheid en positie is: Heinricus comes de Gelra, Godefridus de Arnesberg et frater eius comes Heremannus, Teodericus de Altena. De volgorde is hier dus de graaf van Gelre, Herman (van Cuyck) de burggraaf van Utrecht en diens broer Godfried en dan meteen de heer van Altena in het voormalige Teisterbant, waarbij opmerkelijk is dat Godfried van Cuyck (+1187) als man van Ida van Arnsberg als erfdochter van haar vader graaf Friedrich von Arnsberg het recht verwierf op een ander gelijknamig Altena, gelegen in Westfalen. Irmgard van Cuyck, schoonzus van deze Ida was (de moeder of tante of zuster ?) van Willem van Horne (1189/91), die huwde met (Margaretha) van Altena (1203/42), hetgeen voor beide Altenas perspectieven opent voor interactie resp. tussen de linies Altena- Kuyc-Arnsberg (Altena) en Altena-Horn-Kuyc-Arnsberg (Altena). Dirk II van Altena bezat ca 1230 ook weliswaar bezit in Woudrichemmerwaard in leen van de graaf van Holland, maar in 1234 raakten die al in het oosten in een leenverhouding met de graaf van Kleef, Diederik IV (Korteweg no 7 en 8).
Aan de andere kant waren de familiepolitieke interesses van de Westfaalse graven van Altena-Mark in dezelfde tijd, dat de Nederlandse heren van Altena streefden naar alliantie in het oosten met het overigens zowel in het rechts- als linkerrijns gebied en in de Maasdelta georiënteerde graafschap Kleef naar het westen gericht, waarvan het meest succesvolle voorbeeld wel het huwelijk is van graaf Adolf I van Altena en der Mark + 1249 met Irmgard van Gelre + na 1230.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Maertgen Aerts Besemer
Maertgen Aerts Besemer, ged. Oud Alblas op 14 aug 1611.- Vader:
Aert Jansz Besemer1, zn. van Jan Aerts Besemer en Machteld Cornelisdr Rutten, geb. Oud Alblas circa 1590, ovl. Oud Alblas tussen 1640 en 1646,
, testeert met zijn vrouw, geboren circa 1585 te Oud-Alblas, overleden 1640-1646 te Oud-Alblas. Het Aert Jansz. Weer (zo genoemd in 1669) was afkomstig van Gijsbert Ariensz. van Alblas, de schoonvader van Aert Jansz.Besemer, in 1645 wordt dit gehele weertje door Adriaen Jaspersz. Baen (man van Annicken Aerts Jansz.dr.) verkocht. 1646: Adriaen Jasperss Baen, wonende op 't Oosteinde van Papendrecht als man van Annicken Aerts, draagt overaan Geeman Janss Bouman, wonende te Ruybroek, een weerken van 5m 1h op het westeinde van Wijngaarden. Geeman Janss Bouman, wonende Ruybroek, is nog schuldig aan Adriaen Jasperss Baen te Papendrecht 2250,--; pand: het weer.
Kohier 500e penning Oud-Alblas 1627; Aert Jansz. 12,--. Kohier 200e penning Oud-Alblas Aert Jan Aertsz. 30,--. Verpondingen 100e penning Oud-Alblas 1626, Aert Jansz. 6,--.
Gehuwd voor de kerk [2039] op 24-10-1610 te Oud-Alblas (Hervormd/Geref.) met Lydewy Ghijsbertsdr. [4905] (zie 7033). Aert Jansz. te Oud Alblas (gehuwd met Liedewij Gijsbrechts) waren erfgenamen van Cornelis Francken, zij dragen hun deel in Weer 13 (Hofstede,Huysweer, van Cornelis Francken of: Neel Francken Weer (1591), Hofstede van Vranck Jacobsz.
(1625) met andere erfgenamen in 1616 over aan Franck Jacobsz. Weer nr.28. Jaep Willem Joosten Weer, Sijen Weer (1643), 7 morgen te Wijngaarden. 1613: Arien Gijsbertsen, Oud-Alblas.
Land in Wijngaarden in Aert Janz Weer 5 morgen 1 hond
idem in Neel Francken weer en in Jaep Willem Joosten Weer, Sijen Weer
Verponding Wijngaarden 1626/3,-, 1627/6,-, 1638/20,-.
Ging waarsch.1618 van Oud Alblas naar Wijngaarden later naar Papendrecht, tr. Oud Alblas op 24 okt 1610.
tr.
met
Huych Pieterse.
>
Gerrit Aarts Besemer
Gerrit Aarts Besemer (Swartwater)1, ged. Oud Alblas op 1 jan 1613.- Vader:
Aert Jansz Besemer2, zn. van Jan Aerts Besemer en Machteld Cornelisdr Rutten, geb. Oud Alblas circa 1590, ovl. Oud Alblas tussen 1640 en 1646,
, testeert met zijn vrouw, geboren circa 1585 te Oud-Alblas, overleden 1640-1646 te Oud-Alblas. Het Aert Jansz. Weer (zo genoemd in 1669) was afkomstig van Gijsbert Ariensz. van Alblas, de schoonvader van Aert Jansz.Besemer, in 1645 wordt dit gehele weertje door Adriaen Jaspersz. Baen (man van Annicken Aerts Jansz.dr.) verkocht. 1646: Adriaen Jasperss Baen, wonende op 't Oosteinde van Papendrecht als man van Annicken Aerts, draagt overaan Geeman Janss Bouman, wonende te Ruybroek, een weerken van 5m 1h op het westeinde van Wijngaarden. Geeman Janss Bouman, wonende Ruybroek, is nog schuldig aan Adriaen Jasperss Baen te Papendrecht 2250,--; pand: het weer.
Kohier 500e penning Oud-Alblas 1627; Aert Jansz. 12,--. Kohier 200e penning Oud-Alblas Aert Jan Aertsz. 30,--. Verpondingen 100e penning Oud-Alblas 1626, Aert Jansz. 6,--.
Gehuwd voor de kerk [2039] op 24-10-1610 te Oud-Alblas (Hervormd/Geref.) met Lydewy Ghijsbertsdr. [4905] (zie 7033). Aert Jansz. te Oud Alblas (gehuwd met Liedewij Gijsbrechts) waren erfgenamen van Cornelis Francken, zij dragen hun deel in Weer 13 (Hofstede,Huysweer, van Cornelis Francken of: Neel Francken Weer (1591), Hofstede van Vranck Jacobsz.
(1625) met andere erfgenamen in 1616 over aan Franck Jacobsz. Weer nr.28. Jaep Willem Joosten Weer, Sijen Weer (1643), 7 morgen te Wijngaarden. 1613: Arien Gijsbertsen, Oud-Alblas.
Land in Wijngaarden in Aert Janz Weer 5 morgen 1 hond
idem in Neel Francken weer en in Jaep Willem Joosten Weer, Sijen Weer
Verponding Wijngaarden 1626/3,-, 1627/6,-, 1638/20,-.
Ging waarsch.1618 van Oud Alblas naar Wijngaarden later naar Papendrecht, tr. Oud Alblas op 24 okt 1610.
tr.
met
Neeltgen Jaspersdr Baan1, geb. Papendrecht.
>
Jan Aerts Besemer
Jan Aerts Besemer, geb. Oud Alblas circa 1618,
, woont in 1665 te Papendrecht, borg voor zijn broer Gijsbert.- Vader:
Aert Jansz Besemer1, zn. van Jan Aerts Besemer en Machteld Cornelisdr Rutten, geb. Oud Alblas circa 1590, ovl. Oud Alblas tussen 1640 en 1646,
, testeert met zijn vrouw, geboren circa 1585 te Oud-Alblas, overleden 1640-1646 te Oud-Alblas. Het Aert Jansz. Weer (zo genoemd in 1669) was afkomstig van Gijsbert Ariensz. van Alblas, de schoonvader van Aert Jansz.Besemer, in 1645 wordt dit gehele weertje door Adriaen Jaspersz. Baen (man van Annicken Aerts Jansz.dr.) verkocht. 1646: Adriaen Jasperss Baen, wonende op 't Oosteinde van Papendrecht als man van Annicken Aerts, draagt overaan Geeman Janss Bouman, wonende te Ruybroek, een weerken van 5m 1h op het westeinde van Wijngaarden. Geeman Janss Bouman, wonende Ruybroek, is nog schuldig aan Adriaen Jasperss Baen te Papendrecht 2250,--; pand: het weer.
Kohier 500e penning Oud-Alblas 1627; Aert Jansz. 12,--. Kohier 200e penning Oud-Alblas Aert Jan Aertsz. 30,--. Verpondingen 100e penning Oud-Alblas 1626, Aert Jansz. 6,--.
Gehuwd voor de kerk [2039] op 24-10-1610 te Oud-Alblas (Hervormd/Geref.) met Lydewy Ghijsbertsdr. [4905] (zie 7033). Aert Jansz. te Oud Alblas (gehuwd met Liedewij Gijsbrechts) waren erfgenamen van Cornelis Francken, zij dragen hun deel in Weer 13 (Hofstede,Huysweer, van Cornelis Francken of: Neel Francken Weer (1591), Hofstede van Vranck Jacobsz.
(1625) met andere erfgenamen in 1616 over aan Franck Jacobsz. Weer nr.28. Jaep Willem Joosten Weer, Sijen Weer (1643), 7 morgen te Wijngaarden. 1613: Arien Gijsbertsen, Oud-Alblas.
Land in Wijngaarden in Aert Janz Weer 5 morgen 1 hond
idem in Neel Francken weer en in Jaep Willem Joosten Weer, Sijen Weer
Verponding Wijngaarden 1626/3,-, 1627/6,-, 1638/20,-.
Ging waarsch.1618 van Oud Alblas naar Wijngaarden later naar Papendrecht, tr. Oud Alblas op 24 okt 1610.
>