Hendrik van den Bergh
Hendrik graaf van den Bergh, geb. te Bremen [Duitsland] circa 1573, ovl. te Zutphen op 12 mei 1638.
Hendrik graaf van den Bergh.
Hendrik graaf van Berg, 's-Heerenberg markies van Bergen op Zoom, heer van Stevensweert, Spaubeek en Hedel.
Hendrik van den Bergh (Bremen, 1573 – 22 mei 1638), heer van Stevensweert en markgraaf van Bergen op Zoom, was een Nederlands militair in Spaanse dienst tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Hij was stadhouder van Spaans Opper-Gelre voor de koning van Spanje, maar koos later tijdens die functie de kant van de Staten-Generaal.
- Vader:
Willem graaf van den Bergh, geb. te 's-Heerenbergh op 24 dec 1537, graaf van kasteel Huis Bergh te 's-Heerenberg, ovl. te Ulft op 6 nov 1586, tr. met
tr. op 4 mrt 1612
met
Margaretha barones van Witthem van Beersel, geb. te Wouw circa 1582, ovl. te Geldern [Duitsland] op 27 mrt 1627, begr. te Roermond, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | *1609 | 's-Gravenambacht | †1663 | Betekom [België] | 53 | 1 | 1 |
Geerberich Jacobsdochter
Geerberich Jacobsdochter, geb. te Leiden circa 1440.
tr. circa 1480
met
Gerard van Sonnevelt, zn. van Jacob Florisz van Sonnevelt en Jkv Margriet Gerijt Jacobsdr, geb. te Leiden circa 1440, ovl. te Leiden in 1501, tr. (1) met Lutgarde Florisdr van Boschuijsen, dr. van Floris Willemsz van Boschuijsen (Baljuw van Putten, schout, veertigraad, burgemeester, kamerling van Jan van Beireren, etc.) en Hillegonde Bruininks Spruyt van Kriekenbeek van Abcoude. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (2) met
Gerard van Sonnevelt en Geerberich Jacobsdochter
."Katheryne van Sonnevelt Geeryts van Sonnevelt natuerlicke dochter, die hij gesusciteert heeft vuyten lichame van Geerberich Jacobsdochtere, beyde ongehilict zijnde..".
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Katharijne | *1480 | Leiden | †1535 | Leiden | 55 | 0 | 0 |
Margaretha van Witthem van Beersel
Margaretha barones van Witthem van Beersel, geb. te Wouw circa 1582, ovl. te Geldern [Duitsland] op 27 mrt 1627, begr. te Roermond.
tr. op 4 mrt 1612
met
Hendrik graaf van den Bergh, zn. van Willem graaf van den Bergh (graaf van kasteel Huis Bergh te 's-Heerenberg) en Maria van Nassau-Dillenburg, geb. te Bremen [Duitsland] circa 1573, ovl. te Zutphen op 12 mei 1638, tr. met
Hendrik graaf van den Bergh.
Hendrik graaf van Berg, 's-Heerenberg markies van Bergen op Zoom, heer van Stevensweert, Spaubeek en Hedel.
Hendrik van den Bergh (Bremen, 1573 – 22 mei 1638), heer van Stevensweert en markgraaf van Bergen op Zoom, was een Nederlands militair in Spaanse dienst tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Hij was stadhouder van Spaans Opper-Gelre voor de koning van Spanje, maar koos later tijdens die functie de kant van de Staten-Generaal.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | *1609 | 's-Gravenambacht | †1663 | Betekom [België] | 53 | 1 | 1 |
Cornelis van den Bergh
Cornelis van den Bergh, geb. te 's-Gravenambacht in 1609, ovl. te Betekom [België] op 27 apr 1663.
tr.
met
Neeltje de Grebber, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Niclaes | ~1650 | Breskens | | Breskens | | 1 | 1 |
Bertha van Blois
in
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Bertha van Blois.
tr.
met
Gijsbrecht van Langerak, zn. van Johan van Langerak (ridder, heer van heer van Langerak) en NN Ottensdr van Heukelom, geb. tussen 1340 en 1350, heer van Langerak en half Nieuwpoort, ovl. tussen 3 mei 1398 en 1400, tr. (1) met Johanna van Heusden en van Drongelen (Heusen van Drongelen, van). Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (2) met
Gijsbrecht van Langerak.
heer van Langerak en half~Nieuwpoort (1371-1398), volgde zijn vader heer Jan van Langheraeck op in Langheraeck en in Nypoort, ridder, tr. 1o Bertha van Blois, een bastaarddochter van Johan van Chatillon en van Sophia van Dalen, of tr. 1o vrouwe Margariete van Chastillon gravinne van Bloys.
Johan van Châtillon
in
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Johan van Châtillon.
tr.
met
Sophia van Dalem, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bertha | | | | | | 1 | 0 |
Sophia van Dalem
in
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Sophia van Dalem.
tr.
met
Johan van Châtillon, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bertha | | | | | | 1 | 0 |
Katharijne Gerritsdochter van Sonnevelt
Katharijne Gerritsdochter van Sonnevelt, geb. te Leiden circa 1480, ovl. te Leiden na 1535.
Katharijne Gerritsdochter van Sonnevelt.
.."Katheryne van Sonnevelt Geeryts van Sonnevelt natuerlicke dochter, die hij gesusciteert heeft vuyten lichame van Geerberich Jacobsdochtere, beyde ongehilict zijnde...".
- Vader:
Gerard van Sonnevelt, zn. van Jacob Florisz van Sonnevelt en Jkv Margriet Gerijt Jacobsdr, geb. te Leiden circa 1440, ovl. te Leiden in 1501, tr. (1) met Lutgarde Florisdr van Boschuijsen, dr. van Floris Willemsz van Boschuijsen (Baljuw van Putten, schout, veertigraad, burgemeester, kamerling van Jan van Beireren, etc.) en Hillegonde Bruininks Spruyt van Kriekenbeek van Abcoude. Uit dit huwelijk een dochter. tr. (2) circa 1480 met
Agnes van Nahusen
in
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Agnes van Nahusen.
tr.
met
Jan (Johan) van Langerak, zn. van Gijsbrecht van Langerak (heer van Langerak en half Nieuwpoort) en Johanna van Heusden en van Drongelen, geb. na 1380, Heer van half-Nieuwpoort en Langerak en Goudriaan, ovl. voor 12 sep 1438, tr. (1) met Elburg van Polanen van der Leck van Asperen. Uit dit huwelijk 2 dochters. (Elburg tr. (1) met haar broer Johan van Polanen, zn. van Otto III van Asperen van Polanen (heer van Asperen) en Johanna van Voorst en Keppel (vrouw van Voerst en Keppel). Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Jan (Johan) van Langerak. Uit dit huwelijk 2 dochters), tr. (2) met
Jan (Johan) van Langerak.
Beleend met Langerak 1405; dijkgraaf van de Alblasserwaard 1409; wordt aangesteld tot drost, baljuw en rentmeester van het land van Altena en tot kastelein van Loevestein 9-5-1411 en 13-5-1413; doet afstand van zijn leen Giessen, ‘s-Gravenhage 25-7-1413; kastelein van Woudrichem.
12-2-1415; belooft, met de edelen en steden van Zuid-Holland, Jacoba van Beieren als erfdochter en opvolgster te zullen erkennen 15-8-1416; door haar belast met het bestuur van de goederen van Jan en diens broer Willem van Egmond en het kasteleinschap van Rijnegom, ‘s-Gravenhage 20-7-1417; beleend met half Nieuwpoort en de hofstee Langenstein 16-3-1420; baljuw van Schoonhoven 1422; maakt een magescheid met zijn dochter Elburg en haar man wegens de nalatenschap van haar moeder 16-12-1433.
baljuw van Schoonhoven 1422, rentmeester.
Johann van den Boetzelaer
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Johann van den Boetzelaer (van den Boetzelaer van ter Molen en Oudegein), geb. circa 1518, ovl. in 1575.
tr. in 1549
met
Anna van Rossum, dr. van Johan van Rossum van Meijnerswijck (heer van Rossem) en Odilia van Zuylen van Nyevelt, ovl. op 21 okt 1576, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Theodora | *1545 | | †1603 | | 57 | 1 | 1 |
Anna van Rossum
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Anna van Rossum, ovl. op 21 okt 1576.
tr. in 1549
met
Johann van den Boetzelaer (van den Boetzelaer van ter Molen en Oudegein), zn. van Dirk van den Boetzelaer en Alijt van Oudegein van Harff, geb. circa 1518, ovl. in 1575, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Theodora | *1545 | | †1603 | | 57 | 1 | 1 |
Johan van Rossum van Meijnerswijck
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Johan van Rossum van Meijnerswijck, heer van Rossem, ovl. te Zaltbommel op 3 sep 1568, begr. te Rossum.
tr.
met
Odilia van Zuylen van Nyevelt, dr. van Steven Zuylen van Nijevelt en Walraven (Walravina) van Broekhuizen (vrouwe van Amerzoden en Waardenburg), ovl. op 25 jun 1545, tr. met
Odilia van Zuylen van Nyevelt.
vrouwe van Nijevelt en Broeckhuysen.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Anna | | | †1576 | | | 1 | 1 |
2 | Johanna | *1518 | | †1566 | | 48 | 1 | 1 |
Odilia van Zuylen van Nyevelt
in
Genealogie van Arnold IV van Flodrop van Wachtendonk patrilineair
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Odilia van Zuylen van Nyevelt, ovl. op 25 jun 1545.
Odilia van Zuylen van Nyevelt.
vrouwe van Nijevelt en Broeckhuysen.
tr.
met
Johan van Rossum van Meijnerswijck, zn. van Johan Johansz van Rossem en Johanna van Hemert, heer van Rossem, ovl. te Zaltbommel op 3 sep 1568, begr. te Rossum, tr. met
Walraven (Walravina) van Broekhuizen.
zij is vrouwe van Waardenburg en is ook in bezit van kasteel Ammersooijen. Zij trouwt twee maal. De eerste keer op 28 augustus 1481 met Otto van Arkel, Heer van Heukelum. Otto overlijdt in 1503. De tweede keer worden huwelijkse voorwaarden opgemaakt in 1507 met Herman van Wachtendonk geb. ca 1490 te Germeseel. Herman verkoopt het kasteel Ammersooijen in 1513 aan Hendrick III graaf van Nassau. In 1508 is Jan van Broekhuizen overleden. Otto IV heer van Heukelom was dood 12 juni 1503, op welke datum zijn weduwe zegelde. Op 12 juni 1481 lijftochtte hij zijn vrouw Walravina van Broekhuizen, vrouwe van Waardenburg, dochter van Johan van Broekhuizen Gerritszoon, heer van Waardenburg, en Elisabeth van Haefhen. Walravina werd in 1496 met Waardenburg en Amersoyen beleend (Leenreg. Gelre, Kwartier v. Nijmegen, pag. 498 en 703), na de dood van haar broeder Gerrit van Broekhuizen in 1494. Als weduwe van Hoekelum beval zij 19 juni 1504 de belangen van haar kinderen aan in de goede zorgen van Floris van Egmond, de beroemde veldheer van keizer Maximiliaan. (Drossaers, Arch. Nass. Domeinraad 11, b. 4, regest 14.) Het was in de tijd van de Gelderse oorlogen tegen de laatste hertog Karel, die in 1492 in zijn land was teruggekeerd. Walravina stierf vóór 1514, toen haar zoon Walraven werd beleend; zij was hertrouwd met Herman van Wachtendonck. (Vgl. Dr. G. D. J. Schotel, Ammerzode, in: Bijdr. Vad. Gesch. 14).
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Anna | | | †1576 | | | 1 | 1 |
2 | Johanna | *1518 | | †1566 | | 48 | 1 | 1 |
Steven Zuylen van Nijevelt
in
Genealogie van Arnold IV van Flodrop van Wachtendonk patrilineair
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Steven Zuylen van Nijevelt, geb. circa 1460, ovl. in 1506.
tr.
met
Walraven (Walravina) van Broekhuizen (Vrouwe van Waardenburg en Ammersoyen), dr. van Johan van Broekhuizen (heer van Broekhuizen en Waardenburg, erfhofmeester van Gelre) en Elisabeth van Haeften en Vlodrop (vrouwe van Varick), geb. te Waardenburg circa 1460, vrouwe van Amerzoden en Waardenburg, ovl. te Waardenburg in 1515, tr. (1) met Herman van Wachtendonck van Germanseel. Uit dit huwelijk 2 zonen. (Herman tr. (1) met Walraven (Walravina) van Broekhuizen. Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (2) met Maria Adelheid Schenck van Niedegen. Uit dit huwelijk 6 kinderen), tr. (2) met Otto IV van Arkel-Heukelum. Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (3) met
Walraven (Walravina) van Broekhuizen.
zij is vrouwe van Waardenburg en is ook in bezit van kasteel Ammersooijen. Zij trouwt twee maal. De eerste keer op 28 augustus 1481 met Otto van Arkel, Heer van Heukelum. Otto overlijdt in 1503. De tweede keer worden huwelijkse voorwaarden opgemaakt in 1507 met Herman van Wachtendonk geb. ca 1490 te Germeseel. Herman verkoopt het kasteel Ammersooijen in 1513 aan Hendrick III graaf van Nassau. In 1508 is Jan van Broekhuizen overleden. Otto IV heer van Heukelom was dood 12 juni 1503, op welke datum zijn weduwe zegelde. Op 12 juni 1481 lijftochtte hij zijn vrouw Walravina van Broekhuizen, vrouwe van Waardenburg, dochter van Johan van Broekhuizen Gerritszoon, heer van Waardenburg, en Elisabeth van Haefhen. Walravina werd in 1496 met Waardenburg en Amersoyen beleend (Leenreg. Gelre, Kwartier v. Nijmegen, pag. 498 en 703), na de dood van haar broeder Gerrit van Broekhuizen in 1494. Als weduwe van Hoekelum beval zij 19 juni 1504 de belangen van haar kinderen aan in de goede zorgen van Floris van Egmond, de beroemde veldheer van keizer Maximiliaan. (Drossaers, Arch. Nass. Domeinraad 11, b. 4, regest 14.) Het was in de tijd van de Gelderse oorlogen tegen de laatste hertog Karel, die in 1492 in zijn land was teruggekeerd. Walravina stierf vóór 1514, toen haar zoon Walraven werd beleend; zij was hertrouwd met Herman van Wachtendonck. (Vgl. Dr. G. D. J. Schotel, Ammerzode, in: Bijdr. Vad. Gesch. 14).
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Odilia | | | †1545 | | | 1 | 2 |
Dirk van den Boetzelaer
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Dirk van den Boetzelaer, geb. circa 1482, ovl. in 1546.
tr. (1)
met
Alijt van Oudegein van Harff, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johann | *1518 | | †1575 | | 57 | 1 | 1 |
tr. (2)
met
Gertrudis van Goor van Aldenghoor, geb. circa 1490, ovl. op 11 mrt 1516, tr. met
Alijt van Oudegein van Harff
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Alijt van Oudegein van Harff.
tr.
met
Dirk van den Boetzelaer, zn. van Sweder van den Boetzelaer en Hadewich van der Schulenborg, geb. circa 1482, ovl. in 1546, tr. (2) met Gertrudis van Goor van Aldenghoor. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johann | *1518 | | †1575 | | 57 | 1 | 1 |
Gertrudis van Goor van Aldenghoor
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Gertrudis van Goor van Aldenghoor, geb. circa 1490, ovl. op 11 mrt 1516.
tr.
met
Dirk van den Boetzelaer, zn. van Sweder van den Boetzelaer en Hadewich van der Schulenborg, geb. circa 1482, ovl. in 1546, tr. (1) met Alijt van Oudegein van Harff. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (2) met
Rudolf IV van Sinderen
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Dinah (Dinah Yoke) Begeer
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk.
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Olga Broersma
Rudolf IV van Sinderen, geb. te Voorst circa 1295.
tr.
met
Catharina van Bronckhorst, dr. van Willem III van Bronckhorst und Reckheim ridder (Heer van Bronkhorst, Batenburg en Reckheim) en Johanna vrouwe van Batenburg, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lutgart | *1310 | | †1367 | | 57 | 1 | 3 |
Catharina van Bronckhorst
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Dinah (Dinah Yoke) Begeer
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk.
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Olga Broersma
Catharina van Bronckhorst.
- Vader:
Willem III van Bronckhorst und Reckheim ridder (Bronckhorst und Recheim, van), zn. van Gisbert van Bronckhorst und Reckheim (drost van Over Rijn, verliest Reckheim) en Elisabeth von Steinfurt, geb. te Bronkhorst circa 1280, Heer van Bronkhorst, Batenburg en Reckheim, maarschalk in dienst van Hertog Reinald II van Gelre, ovl. te Hasselt in het land van Luyck [België] op 25 sep 1328, hij krijgt geen kinderen, tr. circa 1305 (1317) met
|  |
- Moeder:
Johanna vrouwe van Batenburg (Batenburg), dr. van Dirk van Batenburg en Mechteld van Kuijck, geb. te Batenburg in 1290, nicht van graaf Reinald II van Gelre, boedelscheiding tussen haar en wijlen haar man Willem, heer van Bronckhorst op 26 okt 1328, ovl. op 28 nov 1351, tr. met
tr.
met
Rudolf IV van Sinderen, geb. te Voorst circa 1295, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lutgart | *1310 | | †1367 | | 57 | 1 | 3 |
Meijns Huijbertse Hilhorst
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Meijns Huijbertse (Meijns) Hilhorst, geb. te Soest in 1503, ovl. te Soest (Soest) op 7 aug 1546.
Meijns Huijbertse Hilhorst.
Landbouwer, schout (van 1542 tot 1544), Landbouwer, schout (van 1542 tot 1544) landbouwer, schout (van 1542 tot 1544).
" Dynsdach nae St. Elisabethsdach 1542 zegelt hij als schout met zegel.(Museum Flehite, Archief Armen van Poth, G 3 map 263 en G 20 map 528). Voorts wordt hij vermeld als schout "van Keyserlicke Majesteitswegen" te Soest.
Meijns Hubertsz Hilhorst, maakte aan Oetgen Kors de Bruynendochter, zijn echte huisvrouw, de helft van een erf, geheten die Schalbrink, strekkende van den Brink tot aan de Bisschopsweert toe, met getimmerte en berg, ingaande na zijn dood, op voorwaarde dat Oetgen, zijn huisvrouw, daarvan zijn kinderen die hij bij haar heeft en nog krijgen zal, tot hunne mondige dagen toe, in kost, kleeren en alle andere nooddruft zal onderhouden. Hertrouwt Oetgen, dan vervalt deze lijftocht geheel; 26 november 1543 (deel F fol. 135).".
Meijns Huijbertse Hilhorst??, Dynsdach nae St. Elisabethsdach 1542 zegelt hij als schout met zegel. (Museum Flehite, Archief Armen van Poth G 3 map 263 en G 20 map 528) Voorts wordt hij vermeld als schout "van Keyserlicke Majesteitswegen" te Soest: 25 november 1542, deel G fol. 142 7 november 1543, deel F fol. 142 23 februari 1544 9 juli 1544, deel G fol. 159 en 17 december 1544, deel G fol. 2628. Meijns Hilhorst Hubertsz komt voor als toegewezen voogd; 1 maart 1544 deel F fol. 139 Gerijt van der Nijkerck bij de genade Godts abte Sinte Pauwels binnen Utregt laat zijn gevolmachtigde Lammert Geerloffsz overdragen een leen der abdij, toebehorend aan Hendrik de Beer Rutgerszoon, aan Meijns Huijbertse Hilhorst: de helfte van een erf, geheeten die Schalbrinck, dair te lantwert naestgelant is Jacob Lambertswijf ende zeewert Hendrik Goedens. Bron en datum zijn niet zeker bekend, mogelijk is dit het leen dat Meijns ontvangt op 14 juli 1538, en dat zijn weduwe op 2 juni 1548 overdraagt aan hun zoon Huijbert. Meijns Hubertsz Hilhorst heeft "zeven vierendeel dachmaet lands in Morselenmaath, gemeen met vijf vierendelen van Alijt Gijsbert Gijsbertsz" opgedragen aan Rutger de Beer Hubert Hilhorstzn, voor wie Meijns Hilhorst, zijn broeder hulde, eed en manschap heet gedaan, tot zijn mondige dagen toe; 14 juli 1538. Blijkens een aantekening heeft Rutger zelf hulde gedaan; 28 mei 1550 (deel F fol. 40 vs; zie ook C fol. 456 en D fol. 84) Meijns Huijberts Hilhorst ontvangt na de dood van Margriete, Rutger Gijsbertsz huisvrouw, zijn oude moeder "de helft van een erf van de Brink tot aan de achterweg toe". Hij draagt dit over aan Dirk Ebbertsz en Geertje, zijn huisvrouw (zwager en zuster van Meijns); 31 december 1540. Meijns Hubertsz Hilhorst maakte aan Oetgen Kors de Bruynendochter, zijn echte huisvrouw, de helft van een erf, geheten die Schalbrink, strekkende van den Brink tot aan de Bisschopsweert toe, met getimmerte en berg, ingaande na zijn dood, op voorwaarde dat Oetgen, zijn huisvrouw, daarvan zijn kinderen die hij bij haar heeft en nog krijgen zal, tot hunne mondige dagen toe, in kost, kleeren en alle andere nooddruft zal onderhouden. Hertrouwt Oetgen dan vervalt deze lijftocht geheel; 26 november 1543 (deel F fol. 135) (bron: Werkgroep Eemland - Rijksarchief Utrecht).
Oetje Corsse de Bruijn, Oetgen Cors Jansz dochter, nagelaten weduwe van Meijns Hilhorst Hubertsz, wordt door het Leenhof der St. Paulusabdij vanwege en uit naam van Hubert Hilhorst haar zoon, ter goeder tijd, binnen jaar en dag na de doode van Meijns Hilhorst Huberts voorzeide vader, beleend met de helft van een erf, geheten die Schalbrinck, strekkende van den Brinck tot aan de Bisschopsweert toe, zoals Meijns, zijn vader, het van de St. Paulusabdij te leen gehouden heeft. Roeter Schae Jacobsz heeft hulde en eed en manschap gedaan voor Hubert Meijns Hilhorst tot zijn mondige dagen toe; 2 juni 1546 (deel ? fol. 197). De mogelijke verwantschap met Roetert is nog niet bekend, wel is opvallend dat diens zoon Jan ook wordt beleend met (een deel van) de Schalbrinck. Oetgen, zaliger Meijns Hubertsz weduwe, ontvangt een jaarlijkse rente van Volcken Both Gerijtsz uit de helft van een stuk land te Soest, geheten de Schalbrink, zoals voorsz. Volcken Both Gerijtsz die voorn. helft in leen heeft. Oetgen krijgt deze rente zolang zij leeft; 14 juni 1549 (deel F fol. 209) (bron: Werkgroep Eemland - Rijksarchief Utrecht).
Volcken Both Gerijtsz droeg op de helft van een stuk land, geheten Schalbrinck, zoals Volcken voorss. die helft in leen heet, aan Cors Meijns Hubertsz jonger zoon, op voorwaarde dat indien Cors voorzeid zonder wettige kinderen kwam te sterven, die voorzeide helft na zijn dood zou erven op Barbara, zijn zuster. Haar moeder Oetgen Meijns Hubertsz weduwe behoudt haar lijftocht; 14 juli 1549 (deel F fol. 209 vs) Oetje, als weduwe en haar kinderen ontvangen het recht de helft van een stuk veen en veld "te mogen graven en gebruiken" hun leven lang; 1 juli 1553 (deel F fol. 282). Voorts nog de navolgende korte aantekeningen welke verder onderzocht dienen te worden: Schuldbekentenis; 17 februari 1540 Over de "smacktienden" die Meijns "getogen" heeft; 25 mei 1545 (deel G fol. 114) en de volgende belendigen: Oostwaarts van de helft van een hofstede van land van de Brink tot de Turfweg; 7 december 1549 (deel F fol. 231 vs) Westwaarts van een erf van de Soester brink tot aan de achterweg; 23 september 1559 (deel F fol. 380 vs) "Aan de ene kant" van land, strekkende van de Baernweg tot het Soester hardt; 30 oktober 1561 (RA 1144) Zeewaartse belending van land van de Brink tot aan de turfweg; 22 januari 1564 (deel F fol. 443.
tr. circa 1524
met
Oetgen Corsse de Bruyn, geb. circa 1505, ovl. in 1540, tr. met
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Huijbert | *1535 | Soest | †1615 | Soest | 80 | 1 | 1 |
2 | Cornelis | *1530 | Soest | †1594 | Soest | 64 | 0 | 0 |
3 | Barbara | *1530 | Soest | †1568 | Soest | 38 | 0 | 0 |