otr. Den Haag op 18 okt 1648, tr. Den Haag
met
Jhr Frederik van Nassau-Zuijlenstein1, zn. van Frederik Hendrik prins van Oranje (graaf van Oranje-Nassau, Buren, etc.) en Jvr Margaretha Catharina Bruyns, geb. tussen 1623 en 1624, heer van Zuylenstein en Leersum, ovl. Grevenbroich Grevenbrugge half uur gaans van Woerden op 12 okt 1672, begr. Den Haag op 17 jan 1673.
Jhr Frederik van Nassau-Zuijlenstein.
In een brief van Frederik Hendrik, gedateerd 27 Maart 1624, is sprake van een kind, waarvan hem het vaderschap werd toegeschreven en dat uit Emmerik naar ‘s Gravenhage werd 0vergebracht. In een ,,Kroniek der stad Roermond” 2) wordt vermeld, dat de Prins op den 17 October 1633 uit Wezel te Roermond aankwam en dat ,,Jhr Fredrik van Nassau, des Heeren Prince sone” zich met den ,,minister off predicant” van den Prins in zijn gevolg bevond.
In 1637 studeerde Frederik aan de Academie te Breda, als.
wanneer van hem wordt vermeld, dat hij bestemd was om als Gouverneur dier stad op te treden. Zijn voormalige ,,pedagoge” wiens naam wordt- opgegeven als ,,Monsieur Tassyn”, hield zich destijds wegens ,,affaires” van den Prins te Parijs op.
Inmiddels kocht zijn vader in 1630 de heerlijkheid Zuijlestein, waarmee deze op den 24 Februari 1632 door de Staten van Utrecht werd verlijd. Denkelijk geschiedde die aankoop reeds met het doel zijn natuurlijken zoon een aanzienlijke positie te verschaffen. Hoe dit zij, bij open brieven van 15 Maart 1640 deed de Prins daarvan schenking aan zijn natuurlijke zoon, aangeduid als Jonkheer Frederik ,,commandeur van Bueren”, wien hij vervolgens bij codicil tot zijn testament, ddo 30 Januari 1644, bovendien nog een som van f 80,000.
vermaakte.
Op den Staat van Oorlog voor 1644 komt de HEER VAN SUILENSTEIN voor als Kapitein van een compagnie voetvolk ter repartitie van Utrecht. Den 27n Mei 1645 krijgt hij commissie als Luitenant-Kolonel en wordt op de afbeelding der begrafenis van FREDERIK HENDRIK voorgesteld als drager van den wapenrok van den overledene, waarbij hij wordt aangeduid als ,,Commandeur van den Iande van Utrecht”.
Den 3 Januari 1648 wordt hij Kolonel en begiftigd met het.
kapiteinschap over de compagnie van wijlen Luit.-kol. DE GRUTHERE. Als zoodanig ondersteunt hij 29 Juli-3 Aug. 1650 den aanslag op Amsterdam en houdt zijn residentie bij die gelegenheid op het Muiderslot.
Na den dood van zijn half-broeder WILLEM II werd hij in 1659 door de Prinsessen MARY en AMALIA VAN SOLMS benoemd tot Gouverneur van den jeugdigen Prins, later Koning-Stadhouder. In Maart 1662 werd hij uit naam van KAREL II door Lord CLARENDON met name aanbevolen aan den Raadpensionaris DE WITT, zoodat toen schijnt te zijn afgezien van het, reeds vóór den dood der Prinses Royale geopperd plan om ZUYLESTEIN als Gouverneur van den.
Prins door een ander te doen vervangen. Toen dat plan ter sprake gebracht werd, was daarbij voorgesteld ZUYLESTEIN aan te stellen tot Gouverneur van het Prinsdom Oranje.
Slechts vier jaar mocht dit baten. Bij de reorganisatie van.
‘s Prinsen omgeving in 1666 werd ZUYLESTEIN als Engelschgezind door ‘s Prinsen voogden ontslagen. Hij werd daarop vervangen door den Staatschgezinden JOHAN VAN GENT. Op den Staat van Oorlog van dat jaar komt FREDERIK VAN Nassu Zuijlenstein voor als Kolonel van een regiment voetvolk ter repartitie van de provincie Utrecht en ,,Commandeur over de guarnisoenen der Stadt en Steden ‘s Iants van Utrecht, ad vitam?‘. In Januari 1668 benoemd tot Luitenant-Generaal der Infanterie was hij van 1669 tot 1672 Stad- en Slotvoogd van Breda. Dat hij na zijn ontslag als Gouverneur met zijn voormaligen bloedverwant-kweekeling nog steeds op intiemen voet bleef staan, kan daaruit blijken, dat FREDERIK VAN N. Z. den Prins in den winter van 1670 naar Engeland vergezelde.
Op den Staat van Oorlog voor het jaar 1672 komt hij voor als ,,FREDERICK HENDRICK VAN NASSAU, HEER VAN Zuylestein Gouverneur tot Breda, Kolonel van een regiment voetvolk ter repartitie van Utrecht, Iieutenant-Generaal der Infanterie”. Na de verheffing van den Prins werd hij Generaal der Infanterie (de eerste hier te lande, die dezen titel verkreeg). Als zoodanig was hij een der organisateurs van het leger te velde, en als vertrouwd vriend van Willem III voorzitter van den krijgsraad. In die hoedanigheid veroordeelde hij den verrader DE MONTBAS ter dood.
Den 12 October 1672 sneuvelt NASSAU ZUYLESTEIN bij een aanval der Franschen op den post bij Grevenbrug (een half uur beoosten Woerden. Omtrent zijn dood doen allerlei verhalen de ronde. Of hij gevallen is als een offer van de wraak en het verraad van den naar den vijand overgeloopen DE MONTBAS is onzeker. Wel schijnt hij zich in zijn laatste oogenblikken nog dapper te hebben verweerd, want zijn lichaam was met 18 wonden als overdekt. In linnen - zwachtels werd het door de Franschen aan den Prins van Oranje toegezonden.
Bronnen:
1. | Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 131) |
tr.
met
Mary Hill of Honilay1, eredame van prinses Mary, echtgenote van Prins Willem III.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Mary | *1627 | 1 | 0 |
1. | Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 131) |
tr.
met
Sir William Killegrew1, ged. Middlesex [Groot Brittanië] op 28 mei 1606, Engels toneelschrijver en kamerheer van koningin Catharina van Engeland, begr. Heukelom op 17 okt 1695.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Mary | *1627 | 1 | 0 |
1. | Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 131) |
relatie
met
Hester Marieke van Schravendijk, dr. van Willem Gerard van Schravendijk (hfd. employé RPSpaarbank) en Margje Egberts, geb. Amsterdam op 13 jul 1974, vrijetijdswetenschapper.
Uit deze relatie 3 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reinder | *2007 | Leeuwarden | 0 | 0 | |||
2 | Sjoerd | *2008 | Leeuwarden | 0 | 0 | |||
3 | Hessel | *2012 | Leeuwarden | 0 | 0 |
tr. op 22 nov 1843
met
Sophia Sebilla van Dodeweerd, dr. van Jacob van Dodeweerd en Leentje (Johanna Helena) van Aalst, geb. Hien op 5 apr 1806, ged. aldaar op 20 apr 1806, ovl. Ugchelen op 30 mei 1893.
tr. op 6 feb 1828
met
Jan van Dodewaard, zn. van Jacob van Dodeweerd en Leentje (Johanna Helena) van Aalst, geb. Dodewaard op 12 jun 1796, ged. aldaar op 17 jun 1796, geboortegetuige van zijn achterneef Jan Bernardus Hagenbeek op 9 mei 1866, ovl. Arnhem op 16 nov 1867, tr. (2) met Hendrina Geurtsen ter Haar. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr. op 10 jul 1819
met
Hendrik van Dodeweerd, zn. van Jacob van Dodeweerd en Leentje (Johanna Helena) van Aalst, geb. Dodewaard op 30 jan 1794, ged. aldaar op 2 feb 1794.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dederika | *1823 | Dodewaard | †1825 | Dodewaard | 1 | 0 | 0 |
2 | Sander | *1828 | Dodewaard | 0 | 0 | |||
3 | Derk | *1831 | Dodewaard | †1910 | Wijchen | 78 | 1 | 2 |
4 | Sofia | *1840 | Dodewaard | †1841 | Dodewaard | 0 | 0 | 0 |
tr.
met
Jan van Dodewaard, zn. van Jacob van Dodeweerd en Leentje (Johanna Helena) van Aalst, geb. Dodewaard op 12 jun 1796, ged. aldaar op 17 jun 1796, geboortegetuige van zijn achterneef Jan Bernardus Hagenbeek op 9 mei 1866, ovl. Arnhem op 16 nov 1867, tr. (1) met Jannetje van der Kamp. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willeke | *1799 | Fort St. Andries | 1 | 0 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willeke | *1799 | Fort St. Andries | 1 | 0 |
tr. Raamsdonk op 2 mei 1749
met
1. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (1 jun 1727 blz. 88) |
2. | Taxandria (TAX), van 1894 tot 1943 |
3. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (13 mrt 1695 blz. 51) |
4. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (27 jun 1706 blz. 61) |
5. | Doopboek Waspik (D 381), Family Search film: 112914, DTB Waspik, Inventarisnr.: 7, Waspik, van 1660 tot 1716 (30 okt 1698 blz. 20) |
tr.
met
Joris Paalvast, ovl. Maassluis voor 1811.
Bronnen:
1. | Doopboek Raamsdonk (D 382), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, 8095, Inventarisnr.: 2, Raamsdonk, van 1719 tot 1774 (29 aug 1728 blz. 5) |
2. | Taxandria (TAX), van 1894 tot 1943 |
3. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (13 mrt 1695 blz. 51) |
4. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (27 jun 1706 blz. 61) |
5. | Doopboek Waspik (D 381), Family Search film: 112914, DTB Waspik, Inventarisnr.: 7, Waspik, van 1660 tot 1716 (30 okt 1698 blz. 20) |
tr. Waspik op 13 feb 1761
met
Cornelia Knaap, geb. Raamsdonk in 1735.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aaltje | 1 | 0 |
1. | Doopboek Raamsdonk (D 382), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, 8095, Inventarisnr.: 2, Raamsdonk, van 1719 tot 1774 (29 aug 1729 blz. 5) |
2. | Taxandria (TAX), van 1894 tot 1943 |
3. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (13 mrt 1695 blz. 51) |
4. | Doopboek Raamsdonk (D 379), BHIC, Regionaal Archief Tilburg, DTB Raamsdonk, Inventarisnr.: 22, NH, Raamsdonk, van 1691 tot 1727 (27 jun 1706 blz. 61) |
5. | Doopboek Waspik (D 381), Family Search film: 112914, DTB Waspik, Inventarisnr.: 7, Waspik, van 1660 tot 1716 (30 okt 1698 blz. 20) |
tr.
met
Thierry-Loef (Dietrich, Dirk) de Hornes, zn. van Willem IV / V De Dikke van Horne van Diest en Gaesbeek (heer van Horn, Altena, Weert, Nederweert, Wessem, Heeze, Leende en Kortessem, ondervoogd van Thorn) en Elisabeth gravin van Kleef-Hülchenrath (vrouwe van Bergheim, Kervenheim en Oedt), ovl. voor 19 jul 1403.
Thierry-Loef de Hornes.
Na de dood van Gerard van Horne bij de slag bij Stavoren ging het land van Altena over op Willem VI van Horne, een oudere broer van Dirc Loef van Horne. Deze Willem stierf waarschijnlijk al snel in 1357 met een pasgeboren zoon als erfgenaam. Echter, twee maanden voor zijn dood was hij geen heer van Altena meer, omdat dit was ontnomen door zijn jongere broer Dirc Loef. Dirc Loef werd namelijk op 3 april 1357 beleend door de hertog Willem van Beieren met het heerschap over Altena en Munnikenland. Rond deze belening is veel onduidelijkheid, omdat er nog gewoon een wettelijke erfgenaam was. Nadat Dirc Loef het leen had gekregen, ging hij zijn macht laten gelden over de inwoners van het land. Hoewel zij in eerste instantie zijn heerschap niet erkenden, werden zij daar met geweld toe gedwongen. Hij besloot een kasteel te bouwen op een strategische plaats waar hij Altena en Munnikenland kon beheersen en hem tevens uitzicht bood over de rivieren de Maas, Waal en Merwede en de steden Woudrichem en Gorinchem. Het land dat hij uitkoos, het westelijke punt van Munnikenland, was tevens zijn eigendom en geen leengoed van de graaf van Holland. Dit zorgde ervoor dat hij minder afhankelijk werd van de Hollandse graaf. Verder stelde hij een riviertol in voor de drie rivieren. Deze tol leidde tot een onenigheid en bijna tot een oorlog met de Arkels die rond Gorinchem hun machtsbasis hadden. Uiteindelijk kwam de hertog ertussen en deze bepaalde dat de inkomsten uit deze tol aan de hertog behoren. Later liet Dirc Loef alle Lombarden woonachtig in Woudrichem beroven en wegjagen. Ook van andere lieden werden goederen gedwongen afgenomen. Veilig was het er allerminst en ook de welvaart trok weg.Omstreeks 1357 liet Dirc Loef het slot Loevestein bouwen; in 1361 werd er in ieder geval gebouwd. De bouw ervan was voor 1368 afgerond.[2] De naam Loevestein, komt waarschijnlijk van de samenvoeging van Loef en stein. Stein betekent stenen huis en in Loevestein zou dat betekenen: Loef's stenen huis. Na elf jaar later verloor Dirc Loef zijn leen en werd het teruggegeven aan zijn neef Willem, door toedoen van de nieuwe hertog, Albrecht. Willem van Beieren, die Dirc het leen gaf, was krankzinnig verklaard en werd opgevolgd door zijn broer Albrecht. Wellicht was deze Willem van Beieren toentertijd zo ver van verstand en had Dirc Loef hier listig gebruik van gemaakt, waardoor hij het leen had gekregen. Naast dat hij het land verloor, moest hij ook alle slachtoffers schadeloos stellen. Het slot bleef wel zijn eigendom, maar hij mocht het niet aan anderen dan aan de heer van Altena verkopen. In 1377 verliet hij het kasteel om bij zijn broer, de prins-bisschop van Luik, te gaan wonen, waar hij in 1391 stierf. Het kasteel kwam een aantal jaar voor Dirc Loefs dood in bezit van hertog Albrecht. Hij was Heer van Baucignies, Montcornet, Hees, Leende, etc. Hij was een kleurrijk figuur. Zeker is dat hij de enige echte heer van slot Loevestein is geweest. Hij maakte er een echt kasteel van. Hij en zijn familie namen intrek in de grote zaal die 11 bij 34 meter mat. Toen Dirk in 1373 gevangen genomen werd bij Tiel tijdens de Gelderse successieoorlog viel Loevestein in handen van de Hollandse graaf.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arnold | †1404 | 1 | 1 |
tr.
met
Pierre de Mortagne, seigneur de Landas.
|
|
tr.
met
Isabeau de Montigny Dame de Braine-le-Chateau et de Haut-Ittre, dr. van Robert IV de Montigny (seigneur de Montigny, Braine-le-Chateau, Haut Ittre) en Marie d'Enghien dite d'Havrech, Dame de Braine-le-Chateau, Haut Ittre.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arnold | †1404 | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |