tr. circa 1545
met
Willem Ghijsbertsz van Egmond2,1, zn. van Ghijsbert Dircxz van Egmond en Alijtgen , geb. Rijnsburg Oude Vliet circa 1517, bouwmeester van de abdij van Rijnsburg, ovl. circa 13 jul 1578 (1578).
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertje | *1553 | 2 | 1 | ||||
2 | Dirk | *1546 | †1618 | 72 | 1 | 1 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 471) |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 468) |
tr. circa 1616
met
Geertje Willems van Egmond1, dr. van Willem Ghijsbertsz van Egmond (bouwmeester van de abdij van Rijnsburg) en Marijtje Andriesdr Peijns, geb. circa 1553.
Geertje Willems van Egmond.
Op 8-2-1641” compareert Geertgen Willemsdr, weduwe van Ysbrant Symonsz. Duyndam, won. tot Rijnsburg, geassisteerd met Rochus Jansz, haar voogd. Er was in die tijd maar één Rochus Jansz. in Rijnsburg, bovendien bewijst zijn merk.
onder deze acte, dat hij dezelfde is als mijn voorvader Rochus Jansz. Lipsius.
Hoewel lang niet altijd, bestaat er toch niet zelden een familierelatie in geval van voogdijschap, zodat het de moeite waard leek om mijn aandacht te richten op Geertgen Willemdr. en Ysbrant Symonsz. Duyndam. Mijn belangstelling ging.
met name uit naar Geertgen Willemsdr, omdat haar patronym gelijk was aan de naam van de tweede zoon van Marijtgen Cornelisdr.
Geertgen Willemsdr. was een van Egmond, dochter van.
Willem Gijsbertsz. en Marijtgen Andriesdr. (Peyns), die op de Oude Vliet bij Rijnsburg woonden. Ysbrant Symonsz. Duyndam was een zoon van Symon Lenertsz.
van Duyniiam en Neeltgen Huybertsdr. (Paus), die in het Campvierendeel van Rijnsburg woonden.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 468) |
Hij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Marijtje | *1521 | Rijnsburg | †1597 | 75 | 1 | 7 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 471) |
tr. circa 1515
met
Alijtgen 2, geb. Rijnsburg op de Oude Vliet circa 1500, ovl. na 10 dec 1539.
Alijtgen .
In het kohier van de goederen toebehorende aan het Heyl. Geest-gilde tot Rijnsburg van 1538 komt voor.
onder “vuytgheve van alrehande saken” betaald aan “Alytgin Ghysbrecht Dirckze wijf op te Oude Vliet voor 26 coppe butters”.
Op 24.1-1544 bekennen Ohysbrecht Dircxz, Allert Dircxz, Claes Florisz, x Griete Dircxdr, Jan KerStantsz. als voogd van Alytgen Dircxdr, Ysbrant Jheroensz. als voogd van Ydetgen Claesdr. (diewed’. was van Pieter Dircxz.), Claes Willemsz. als voogd van Fytgen Dircxdr. en Gerrit Dircxz. gesamenderhant vercoft te hebben aan Mees Jansz. (x Dirckgen Jansdr, wed’. van Maerten DirckJoostensz.) 14 hont land in Oegstgeest.
Ghysbert Dircxz. komt voor het laatst voor als pachter van de abdij van Rijnsburg in de abdijrekening die loopt van 1-11-1561 tot 31-10-1562.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem | *1517 | Rijnsburg | †1578 | 61 | 1 | 7 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 472) |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 471) |
tr. circa 1515
met
Ghijsbert Dircxz van Egmond, zn. van Dirck Joosten de jonge van Egmond (ambachtsbewaarder te Oegstgeest) en Katrijn Gijbertsdr Buyser, geb. Rijnsburg op de Oude Vliet circa 1495, ovl. na 1 nov 1561.
Ghijsbert Dircxz van Egmond.
Bouwmeester van de Abdy in Rijnsburg. Het paar woonde aan de Oudevliet in Rijnsburg. ?Landbouwer te Rijnsburg bouwman (Oudevliet bij Rijnsburg) bouwmeester(meesterknecht) v/d Abdij te Rijnsburg.
Bouwmeester (=meesterknecht) van de abdij van Rijnsburg. Overleden na 1-11-1561. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heyl. Geestgilde tot Rijnsburg van 153826 komt voor onder "vuytgheve van alrehande saken" betaald aan "Alytgin Ghysbrecht Dirckze wijf op te oude vliet voor 26 coppe butters". Op 24.1-1544' bekennen Ohysbrecht Dircxz, Allert Dircxz, Claes Florisz, x Griete Dircxdr, Jan Kerstantsz. als voogd van Alytgen Dircxdr, Ysbrant Jheroensz. als voogd van Ydetgen Claesdr. (die wed. was van Pieter Dircxz.), Claes Willemsz. als voogd van Fytgen Dircxdr. en Gerrit Dircxz. gesamenderhant vercoft te hebben aan Mees Jansz. (x Dirckgen Jansdr, wed. van Maerten Dirck Joostensz.) 14 hont land in Oegstgeest. Ghysbert Dircxz. komt voor het laatst voor als pachter van de abdij van Rijnsburg in de abdijrekening die loopt van 1-11-1561 tot 31-10-15622. Bron: Kwartierstaat Pieter Jan van Vliet.
het kohier van de goederen toebeh. aan het Heyl. Geestgilde tot Rijnsburg van 1538 komt voor onder "vuytgheve van alrehande saken"betaald aan Ã?lytgin Ghysbrecht Dirckze wijf op te oude vliet voor 26 coppe butters". Op 24.1-1544'bekennen Ohysbrecht Dircxz, Allert Dircxz, Claes Florisz, x Griete Dircxdr, Jan Kerstantsz. als voogd van Alytgen Dircxdr, Ysbrant Jheroensz. als voogd van Ydetgen Claesdr. (die wed. was van Pieter Dircxz.), Claes Willemsz. als voogd van Fytgen Dircxdr. en Gerrit Dircxz. gesamenderhant vercoft te hebben aan Mees Jansz. (x Dirckgen Jansdr, wed. van Maerten Dirck Joostensz.) 14 hont land in Oegstgeest. Ghysbert Dircxz. komt voor het laatst voor als pachter van de abdij van Rijnsburg in de abdijrekening die loopt van 1-11-1561 tot 31-10-1562.
Op 18-4-1597 testeert Marijtgen Andriesdr, wed. van Willem Gijsbertsz, bouman, gewoond hebbende op ten Oudevliet bij Rijnsburg, nu wonende op te steenplaetse aen 't schou in Oegstgeest. Haar erfgenamen zijn Dirck Willemsz, haar zoon, Aechtgen, oude Aeltgen, Geertruyt en Machtelt Willemsdrs, haar dochteren en de kinderen van jonge Aeltgen Willemsdr. in haar moeders plaats, elk in een gerecht 1/6 part. Jonge Aeltgen Willemsdr. en haar man Cornelis Willemsz. lakenbereyder krijgen het vruchtgebruik van hun part. Op 9-2-1577 getuigt Willem Ghysbrechtsz, buyerman tot Oegstgeest, oud ca. 60 jaar. Op 13-1-1578 is sprake van "de wed. van Willem Ghijsbertsz. boumeester" in een belending ten westen van een huis op de Oude Vliet in Oegstgeest. Op 13-1-1588 verklaart een inwoner van Rijnsburg, op verzoek van Dirck Willemsz, mede won. tot Rijnsburg. dat hij bij Allert Dircxz, oudoom zal. van de requirant, gewoond en gediend heeft en dat Gijsbert Dircxz, bestevader zal. van de req, toen in eigendom had 1 1/2 morgen teelland in Oestgeest, dat naderhand van Willem Gijsbertsz, req. zal. vader en nu in het bezit is van de req. zelf. Op 24-9-1583 hebben Marijtgen Arynsdr, Willem Ghysbertsz. weduwe met Jan Andriesz, haar broeder en voogd ter eenre en Dirck Jansz, won. tot Delft, Jan Andriesz. vsz, Floris Claesz. en Pieter Allertsz, neven, al. won. tot Rijnsburg, bloedvoogden over oude Aeltgen, Aechgen, Machtelt, jonge Aeltgen, Geertgen en Urseltgen Willemsdochteren, die Marijtgen Arisdr. geprocreëerd heeft bij Willem Ghijsbertsz, t.a.z. hun vaders erfenisse en bewijs aangegaan. In enkele andere actes treedt ook Henrick Gerytsz, won. op de Lage Morsch in Oegstgeest als bloedvoogd van de 6 dochters van Willem Gysbertsz. en Marijtgen Andrieszdr. op. Pieter Allertsz, geb. ca. 1539, was een zoon van Allert Dircxz, Henrick Gerytsz, geb. ca. 1547, was een zoon van Gerrit Dircxz, Floris Claesz. op `t Ent, geb. ca. 1520, was een zoon van Griete Dircxdr. bij Claes Florisz. en Dirck Jansz, won. tot Delff, mogelijk een zoon van Altijgen Dircxdr. bij Jan Kerstantsz.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem | *1517 | Rijnsburg | †1578 | 61 | 1 | 7 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 471) |
tr. circa 1495
met
Katrijn Gijbertsdr (Katrijn Gijsbertsdr) Buyser1, geb. in 1456, ovl. na 1531.
Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ghijsbert | *1495 | Rijnsburg | †1561 | 66 | 1 | 1 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 472) |
tr. circa 1495
met
Dirck Joosten de jonge (Dirck Joostzn) van Egmond1, zn. van Joost Dircksz van Egmond, geb. Rijnsburg circa 1456, ambachtsbewaarder te Oegstgeest, ovl. circa 1531.
Dirck Joosten de jonge van Egmond.
In de Informatie op ‘t stuck der Verpondinge van 1.5 14 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder.
In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel.
In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geest-gilde tot Rijnsburg van 152842 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 15384’ op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon).
De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: “Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon”.
Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest.
Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde.
Bouwman en ambachtsheer van Oegstgeest in 1514. Pachter 1489-1523 van het Sint Catharina Gasthuis. Overleden tussen 1530 en 1532. In de Informatie op `t stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde tot Rijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde.
Ambachtheer van Oegstgeest. Het paar woonde aan de Oudevliet in Rijnsburg Ambachtsbewaarder te Oegstgeest bouwman pachter St. Catharina Gasthuis(1489-1523).
Geboren ongeveer 1456. Bouwman en ambachtsgheer van Oegstgeest in 1514. Pachter 1489-1523 van het Sint Catharina Gasthuis. Overleden tussen 1530 en 1532. In de Informatie op `t stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde tot Rijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde. Bron: Kwartierstaat Pieter Jan van Vliet.
Op het stuk der " verpondingen " van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost oud 58 jaren, ambachtsbewaarder.
referentie: 56576 In de Informatie op 't stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde tot Rijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde.
?Geboren ongeveer 1456. Bouwman en ambachtsgheer van Oegstgeest in 1514. Pachter 1489-1523 van hetn Sint Catharina Gasthuis. Overleden tussen 1530 en 1532. In de Informatie op `t stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde tot Rijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde. Bron: Kwartierstaat Pieter Jan van Vliet. In de Informatie op 't stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voorOegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeestvan het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz.Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde totRijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende renteschuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van AllertDircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zustersblijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van deabdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct AllartDircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharinagasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader),die dit perceel vanaf 1474 huurde. Geboren ongeveer 1456. Bouwman en ambachtsgheer van Oegstgeest in 1514. Pachter 1489-1523 van het Sint Catharina Gasthuis. Overleden tussen 1530 en 1532. In de Informatie op `t stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde tot Rijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde. Bron: Kwartierstaat Pieter Jan van Vliet.
Geboren ongeveer 1456. Bouwman en ambachtsgheer van Oegstgeest in 1514. Pachter 1489-1523 van hetn Sint Catharina Gasthuis. Overleden tussen 1530 en 1532. In de Informatie op `t stuck der Verpondinge van 1514 compareerde voor Oegstgeest Jonge Dirrick Joost, oud 58 jaren, ambachtsbewaarder. In 1501 nam jonge Dirck Joestz. de pacht van 1 morgen land in Oegstgeest van het capittel ten Hogelande te Leiden over van Maes Ghysbrechtsz. Buzer (zijn zwager). In 1531 verlengt hij deze pacht voor het laatst, in 1541 is Gerrit Dircxz. (zijn zoon) de pachter van dit perceel. In het kohier van de goederen toebeh. aan het Heylige Geestgilde tot Rijnsburg van 1528 is Jonghe Dirck Joesten 10 st. opstaende rente schuldig op een huis, welke rente in 1538 op naam staat van Allert Dircxz. (zijn zoon). De naam van de moeder van Gijsbert Dircxz. en zijn broers en zusters blijkt uit een belending van land in Oegstgeest, dat gepacht werd van de abdij van Rijnsburg: "Katryn Jonge Dirck Joosten weduwe en bruyct Allart Dircxz, hoor zoon". Jonge Dirck Joostensz. pachtte van 1489 tot 1523 van het St. Catharina gasthuis te Leiden de helft van 3 morgen land in Oegstgeest. Hij had deze pacht overgenomen van Gijsbert Dircxz. (zijn schoonvader), die dit perceel vanaf 1474 huurde.
Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ghijsbert | *1495 | Rijnsburg | †1561 | 66 | 1 | 1 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 472) |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Neeltje | *1621 | Oegstgeest | †1671 | Valkenburg | 50 | 1 | 6 |
tr.
met
Claes Gerritsz Graefbeeck, geb. circa 1590, ovl. in 1675.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Neeltje | *1621 | Oegstgeest | †1671 | Valkenburg | 50 | 1 | 6 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1395 | †1478 | Den Haag | 82 | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1395 | †1478 | Den Haag | 82 | 1 | 1 |
tr. (1) op 16 mei 1477
met
Maria van Cats1, dr. van Wolfert van Cats en NN van Sabbinge, geb. circa 1447, ovl. in 1501, tr. (2) met Arend van Swieten. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ursula | *1477 | Wijk aan Zee | †1525 | Gouda | 47 | 1 | 5 |
tr. (2)
met
Machteld Florisdr Alkemade van, geb. circa 1440, ovl. voor 1511.
Bronnen:
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 70) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 73) |
tr. (1) op 16 mei 1477
met
Herpert van Foreest1, zn. van Willem van Foreest (baljuw van Geervliet en Putten) en Adriana Hart van der Woert, geb. circa 1453, ovl. Den Haag na 1501, tr. (2) met Machteld Florisdr Alkemade van. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Herpert van Foreest.
heer van Middelburg en Schoterbos, schout van Alkmaar, schepen, burgemeester en veertigraad te Delft, kastelein van Woerden, vermeld 1472-1501.
Herpert van Foreest werd geboren als zoon van Willem van Foreest en Adriana Hart van der Woert. In 1473 volgde hij zijn vader op in diens ambachtsheerlijkheden in Rijnland en Schoterbosch. In 1474 verkreeg hij de heerlijkheid behorend bij het huis "Egmond" te Heiloo, en in 1475 de heerlijkheid behorend bij het huis "Naaldwijk" te Warmond. Hij trouwde in 1477 met Maria van Cats, een telg uit een voornaam Zeeuws geslacht. Maria van Cats was de dochter van Wolfert van Cats (1410-1467) en NN van Sabbingen.
Van 1480 tot en met 1483 was Herpert van Foreest schepen van Delft en hij werd in 1482 vermeld als vroedschap en veertigraad van die stad. Daarna verhuisde hij naar Alkmaar en werd daar schout in de jaren 1484 en 1485. In deze functie was Herpert belast met het bevel over de stedelijke krijgsbenden en streed met zijn oom Jan van Foreest (1451-1501) en andere Hollanders aan de zijde van bisschop David van Bourgondië in de Utrechtse oorlog. Daarna keerde hij terug naar Delft. In de jaren 1485, 1487 en 1488 was hij schepen en hij werd in 1490 benoemd als burgemeester van Delft. Daarnaast was hij baljuw van Woerden van 1491 tot en met 1495, en vervulde de bijbehorende functies van dijkgraaf, kastelein en rentmeester.
Herpert maakte zijn testament op in 1499. Het leert ons, dat Herpert destijds in Den Haag verbleef, waar hij een woning in het Westeinde moet hebben gehad. Ook had hij de beschikking over een huis in Abbenbroek, waar hij zijn weduwe laat wonen. Omdat Herpert geen zoons, maar wel dochters naliet, raakten de voorouderlijke Rijnlandse ambachtsheerlijkheden uit de familie. Uit zijn huwelijk met Maria van Cats werden 2 dochters geboren.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ursula | *1477 | Wijk aan Zee | †1525 | Gouda | 47 | 1 | 5 |
tr. (2)
met
Arend van Swieten, heer van Leyenburg.
Bronnen:
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 70) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 73) |
tr.
met
Maria van Cats1, dr. van Wolfert van Cats en NN van Sabbinge, geb. circa 1447, ovl. in 1501.
Bronnen:
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 70) |
tr.
met
Adriana Hart van der Woert1, dr. van Boudewijn van der Woert en Catharina van Abbenbroeck, geb. voor 1420.
Adriana Hart van der Woert.
nog vermeld 1477.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Herpert | *1453 | †1501 | Den Haag | 48 | 2 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 73) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 75) |
tr.
met
Willem van Foreest1, zn. van Adriaan van Foreest (slotvoogd van het kasteel Ter Wijc bij Beverwijk) en Agatha Utenhaghe, geb. circa 1410, baljuw van Geervliet en Putten, ovl. in 1473.
Willem van Foreest.
heer van Middelburg en Schoterbosch, vermeld 1451-1473.
Willem van Foreest, ridder, heer van Middelburg en Schoterbosch, baljuw van Geervliet en Putten, schepen van Delft, overl. 1472, bezitter van het huis Oosterwijk na zijn vaders dood. tr. voor 2 dec.1452 Adriana Hart van der Woerd, dr.v. Boudewijn Hart van der Woerd en Catharina van Abbenbroeck. Leenkamers van de graven van Blois 1282-1650 - J.C. Kort, in "Ons Voorgeslacht" 1984 blz 248. Nr 55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam: 8-5-1407: Herbaren, oudste zoon van Jan van Foreest, bij dode van Koen Cuser van Oosterwijk, zijn grootvader, LRK 54 fol. 37 14-12-1420: Herbaren van Foreest, LRK 62 fol. 12v en fol. 15v-16. 11-2-1425: Herbaren van Foreest, LRK 62 fol. 63. 17-3-1429: Herbaren van Foreest, LRK 62 fol. 75v. 31-1-1447: Herbaren van Foreest, LRK 282 fol. 24v. 19-9-1459: Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom. LRK 116 c.Kenn fol. 34. 13-2-1473: Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht op. LRK 118 c.Kenn fol. 7, LRK 283 fol. 124. Repertorium op de lenen van de hofstede Teilingen 1258-1650 - J.C. Kort, in "Ons Voorgeslacht" 1985 blz 715: Nr 59. 38 pond waterlands op een derde van de korentiende van Schoten tussen het uiteind van het Vlieland en het uiteind van het Korenveen te Haarlem: 2-12-1452: Lijftocht van Adriaan, dochter van Boudijn Hart, gehuwd met Willem van Foreest, gemaakt door Herbaren van Foreest, zijn neef, op de mindere helft, LRK 116 c.Kenn. fol. 17v-18.
Willem van Foreest werd geboren als zoon van Adriaan van Foreest en Aechte uten Haghe. Hij volgde zijn oom Herpert van Foreest in 1459 op in diens ambachtsheerlijkheden en erfde daarnaast land bij Zaandam en Aelbrechtsbergen, alsmede tienden te Delft, Schoten en Waverveen. Zelf had hij land aangekocht bij Heiloo en Geervliet. In 1452 trouwde Willem van Foreest met Adriana Hart van der Woerd (genoemd tussen 1452-1477), dochter van Boudijn Hart van der Woert (burgemeester van Delft), en van Catharina van Abbenbroek, een telg van het geslacht Van Montfoort. Zij kregen 1 zoon, Herpert, die de ambachtsheerlijkheden en andere bezittingen van zijn vader zou erven.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Herpert | *1453 | †1501 | Den Haag | 48 | 2 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 73) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 75) |
tr.
met
NN van Sabbinge1, dr. van Jan van Heenvliet en Jkvr Aleijt van Borselen.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maria | *1447 | †1501 | 54 | 2 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 73) |
|
tr.
met
Wolfert van Cats1, zn. van Laurens "de Rijke" van Cats en Hendrica van Heenvliet, geb. circa 1400.
Wolfert van Cats.
hoort bij de Hoekse edelen, zweert trouw aan gravin Jacoba van Beieren, commissi van Jan van Beieren als kapitein van Zierikzee, Wolphaartsdijk, Simonskerke, Brouwershaven, Cats, Catshoek, oude en nieuwe Cats, Catsrak en Cadsant.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maria | *1447 | †1501 | 54 | 2 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 73) |
2. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 89) |
tr.
met
Agatha Utenhaghe1, dr. van Gerrit Utenhaghe en Gheertruit .
Agatha Utenhaghe.
vermeld als weduwe 1436 en 1458.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem | *1410 | †1473 | 63 | 1 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 75) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 (blz/akte 100) |
tr.
met
Adriaan van Foreest1, zn. van Jan Herperts van Foreest (heer van Middelburg, Foreest, schepen van Haarlem, schout van Oudewater) en Ida de Cuser van Oosterwijk, slotvoogd van het kasteel Ter Wijc bij Beverwijk, ovl. Haarlem in 1433.
Adriaan van Foreest.
vermeld 1424-1428.
Adriaan van Foreest werd geboren als zoon van Jan van Foreest en Ida Cuser van Oosterwijk. Hij had grond in leen bij Alphen in den Hoorn en Velzen, en erfde het slot Oosterwijk van zijn moeder. Hij trouwde met Aechte uten Haghe (vermeld als weduwe 1436 - overleden na 28 september 1458), dochter van Gherit uten Haghe (burgemeester van Velsen) en Gheertruyt. Zij kregen 7 kinderen, 2 dochters Wilhelmina en Ida, en 5 zonen, Willem, Jan, Coen, Jacob, en Dirk.
In de periode 1426 - 1428 wordt Adriaan van Foreest vermeld als poorter van Haarlem. In 1427 maakte hij onderdeel uit van het Haarlems Legioen dat tijdens het Utrechts Schisma vocht aan de zijde van Filips de Goede en (kandidaat) bisschop Zweder van Culemborg tegen paus Martinus V en zijn gunsteling Rhabanus van Helmstatt. Onder aanvoering van zijn broer Herpert nam Adriaan van Foreest onder andere deel aan de verovering en plundering van het pausgezinde Bunschoten in december 1427.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem | *1410 | †1473 | 63 | 1 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 75) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 78) |