Christoph van Laar
Christoph van Laar, ovl. na 1635.
- Moeder:
Hilde , ovl. na 1594.
Sibille Winsberg
Sibille Winsberg.
Wilhelm III Winsberg zu Stockum
Wilhelm III Winsberg zu Stockum, geb. in 1653, ovl. op 18 mrt 1709.
Jade Josephine Cohen Tervaert
Jade Josephine Cohen Tervaert, geb. op 11 sep 1993.
Han Jurgen Cohen Tervaert
Han Jurgen Cohen Tervaert, geb. op 9 sep 1996.
Vivian Sofie Joseph Antonius Stribos
Vivian (Vivian Sofie Joseph Antonius) Stribos, geb. Weert op 5 jul 1964.
tr. op 16 okt 2003
met
Reynout Cohen Tervaert, zn. van Wouter Cornelis Cohen Tervaert (huidarts) en Trix (Beatrice Henriëtte Gertrude) Boelen (grafologe).
Godekinus de Loe
Ritter Godekinus de Loe, geb. circa 1285, ovl. na 1348.
Jacob VI van Mierlaer
Jacob VI van Mierlaer, erfhofmeester van Gelre, ovl. voor 1418.
Jacob VI van Mierlaer.
Onmondig 1360-1363, knaap 1368, ridder in 1371, laatste vermelding in 1418. Hij is rond 1370 getrouwd met Johanna van Broeckhuysen, dochter van Johan van Broeckhuysen en Theodora van Buderich van het kasteel De Gun (Swolgen). Hij "deed het minder goed" dan zijn voorgangers en eindigde in bijna armoede. Vanaf 1376 treedt hij op als Heer van Mierlaer. Zijn vader leefde toen nog op kasteel Myllendonk. In 1390, na de dood van zijn vader, verkoopt hij het erfdrostambt aan Willem van Broekhuizen, heer van Broekhuizen, Loo, Spraeland en Geijsteren. Het laatste optreden van Jacob VI is in 1418 als hij Henric van Blitterswijck beleend met de helft van de Heerlijkheid Horst, een oud allodiaal bezit van de Heren van Mierlaer.
tr. circa 1370
met
Johanna van Broeckhuijsen (Broichhausen), dr. van Johan van Broeckhuijsen (ridder) en Elisabeth van Buderich.
Uit dit huwelijk 5 kinderen.
Jacob V / III van Mierlaer
Jacob V / III van Mierlaer (van Mylendonck, Mirlaer), geb. circa 1330, Heer van Meerlo en Millendonk, ovl. in 1373.
Jacob V / III van Mierlaer.
Vermeld 1313-1387. Hij was getrouwd met Guda van Swalmen, dochter van Seger Vosken van Swalmen (van Broeckhuysen), maar leefde lange jaren gescheiden van haar. In 1365 werd het huwelijk opnieuw bevestigd om de bezittingen en erfenissen veilig te stellen. De allodiale bezittingen in Horst kwamen in dat jaar aan zijn broer Jan van Mierlaer. Samen met zijn broer Jan had Jacob ook inkomsten uit Well en uit bezittingen in Beuningen en Ewijk die zij hadden geerfd van hun tante Alveradis van Mierlaer en haar man Dirk van Groenouwen. In zijn kinderjaren verbleef Jacob aan het Hof van de Graven van Gelre en was er Page van de latere Hertog Reinoud II. Al op jonge leeftijd komt hij in talrijke aktes voor, aanvankelijk samen met zijn vader. In 1339 bij de benoeming van Reinoud II tot Hertog, benoemt de Duitse Keizer Jacob van Mierlaer tot Erfdrost van Gelre. In 1343 is hij medeondertekenaar bij het verlenen van stadsrechten aan Venlo. Na het onverwachte overlijden van Reinoud II in september 1343 neemt diens echtgenote Eleonora het bestuurlijke heft in handen. De wettelijke opvolger, Reinoud III is dan pas 10 jaar oud. De oude raadgevers van de Hertog, waaronder Jacob van Mierlaer, worden stilaan op non actief gezet. In de daarna ontstane opvolgingsstrijd tussen Reinoud III en zijn broer Eduard komt de laatste als overwinnaar te voorschijn en Jacob van Mierlaer trekt zich rond 1350 terug op kasteel Myllendonk nabij Monchen-Gladbach. In 1387 draagt Jacob van Mierlaer voor zich en voor zijn zoon Johan het slot Milendonk als open huis op aan Hertog Willem en Hertogin Maria van Gelre en Gulik. Het oude geslacht van Myllendonk was rond 1298 uitgestorven. Het slot Myllendonk kwam toen aan een zijtak van de Heren van Reifferscheidt (Reifferscheidt-Wildenburg in de Eiffel). Toen rond 1346 de laatste bewoner van het slot Myllendonk, Frederik van Reifferscheidt, was overleden zonder mannelijke opvolgers na te laten, viel Myllendonk als manleen terug aan de Hertog van Gelre die er daarna Jacob van Mierlaer mee beleende.
tr. in 1365
met
Guda van Swalmen, dr. van Seger Vosker van Swalmen.
Guda van Swalmen.
Avignon: 18.5. 1365: Papst Urban V. an Erzbischof v. Köln: Ritter.
Jakob v. Mirlaer Herr zu Myllendonk und Guda v. Swalmen, Tochter des verstorbenen Ritters Siger v. Swalmen, hatten seinerzeit schlichten Sinnes und Rechtes unkundig geheiratet, obwohl sie wussten, dass sie im vierten Grad miteinander verwandt waren. Ziel der Heirat war der Rückerwerb der Herrschaft Wickrath und anderer Güter, welcher der Guda unbilligerweise vorenthalten wurden, mit Hilfe ihres Mannes. Der Papst fordert den Erzbischof auf, die zur Zeit getrennt lebenden Gatten von der Exkommunikation zu absolvieren, ihnen für eine erneute Heirat Dispens zu erteilen und ihre jetzige wie künftige Nachkommenschaft zu legitimieren.(Die Regesten der Erzbischöfe v. Köln im Mittelalter, Bd. 7, Düsseldorf 1982, S. 88, Urk. 321.).
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jacob VI | | | †1418 | | | 1 | 5 |
2 | Johan | *1366 | | | | | 1 | 0 |
Guda van Swalmen
Guda van Swalmen.
Guda van Swalmen.
Avignon: 18.5. 1365: Papst Urban V. an Erzbischof v. Köln: Ritter.
Jakob v. Mirlaer Herr zu Myllendonk und Guda v. Swalmen, Tochter des verstorbenen Ritters Siger v. Swalmen, hatten seinerzeit schlichten Sinnes und Rechtes unkundig geheiratet, obwohl sie wussten, dass sie im vierten Grad miteinander verwandt waren. Ziel der Heirat war der Rückerwerb der Herrschaft Wickrath und anderer Güter, welcher der Guda unbilligerweise vorenthalten wurden, mit Hilfe ihres Mannes. Der Papst fordert den Erzbischof auf, die zur Zeit getrennt lebenden Gatten von der Exkommunikation zu absolvieren, ihnen für eine erneute Heirat Dispens zu erteilen und ihre jetzige wie künftige Nachkommenschaft zu legitimieren.(Die Regesten der Erzbischöfe v. Köln im Mittelalter, Bd. 7, Düsseldorf 1982, S. 88, Urk. 321.).
tr. in 1365
met
Jacob V / III van Mierlaer (van Mylendonck, Mirlaer), zn. van Jacob IV / II van Mierlaer (heer van Ter Horst) en Beatrix van Malberg/ van Reifferscheyt, geb. circa 1330, Heer van Meerlo en Millendonk, ovl. in 1373.
Jacob V / III van Mierlaer.
Vermeld 1313-1387. Hij was getrouwd met Guda van Swalmen, dochter van Seger Vosken van Swalmen (van Broeckhuysen), maar leefde lange jaren gescheiden van haar. In 1365 werd het huwelijk opnieuw bevestigd om de bezittingen en erfenissen veilig te stellen. De allodiale bezittingen in Horst kwamen in dat jaar aan zijn broer Jan van Mierlaer. Samen met zijn broer Jan had Jacob ook inkomsten uit Well en uit bezittingen in Beuningen en Ewijk die zij hadden geerfd van hun tante Alveradis van Mierlaer en haar man Dirk van Groenouwen. In zijn kinderjaren verbleef Jacob aan het Hof van de Graven van Gelre en was er Page van de latere Hertog Reinoud II. Al op jonge leeftijd komt hij in talrijke aktes voor, aanvankelijk samen met zijn vader. In 1339 bij de benoeming van Reinoud II tot Hertog, benoemt de Duitse Keizer Jacob van Mierlaer tot Erfdrost van Gelre. In 1343 is hij medeondertekenaar bij het verlenen van stadsrechten aan Venlo. Na het onverwachte overlijden van Reinoud II in september 1343 neemt diens echtgenote Eleonora het bestuurlijke heft in handen. De wettelijke opvolger, Reinoud III is dan pas 10 jaar oud. De oude raadgevers van de Hertog, waaronder Jacob van Mierlaer, worden stilaan op non actief gezet. In de daarna ontstane opvolgingsstrijd tussen Reinoud III en zijn broer Eduard komt de laatste als overwinnaar te voorschijn en Jacob van Mierlaer trekt zich rond 1350 terug op kasteel Myllendonk nabij Monchen-Gladbach. In 1387 draagt Jacob van Mierlaer voor zich en voor zijn zoon Johan het slot Milendonk als open huis op aan Hertog Willem en Hertogin Maria van Gelre en Gulik. Het oude geslacht van Myllendonk was rond 1298 uitgestorven. Het slot Myllendonk kwam toen aan een zijtak van de Heren van Reifferscheidt (Reifferscheidt-Wildenburg in de Eiffel). Toen rond 1346 de laatste bewoner van het slot Myllendonk, Frederik van Reifferscheidt, was overleden zonder mannelijke opvolgers na te laten, viel Myllendonk als manleen terug aan de Hertog van Gelre die er daarna Jacob van Mierlaer mee beleende.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jacob VI | | | †1418 | | | 1 | 5 |
2 | Johan | *1366 | | | | | 1 | 0 |
Johan van Mierlaer
Johan van Mierlaer (von Mylendonck), geb. circa 1366.
Johan van Mierlaer.
vermeld 1378-1411. Hij trouwde in 1378 met Bela Scheiffart van Merode. Van zijn vader, Jacob V van Mierlaer, erfde hij na 1387 Myllendonk. Hieruit ontstond het geslacht van Mierlaer van Myllendonk. In 1390 wordt Johan voor het eerst vermeld als heer van Myllendonk.
tr.
met
Bela Scheiffart van Merode, dr. van Ritter Johan IV Scheiffart van Merode (ridder 1367, ambtman van Hülchrat 1372) en N.N. von Overbach, geb. circa 1370.
Bela Scheiffart van Merode
Bela Scheiffart van Merode, geb. circa 1370.
tr.
met
Johan van Mierlaer (von Mylendonck), zn. van Jacob V / III van Mierlaer (Heer van Meerlo en Millendonk) en Guda van Swalmen, geb. circa 1366.
Johan van Mierlaer.
vermeld 1378-1411. Hij trouwde in 1378 met Bela Scheiffart van Merode. Van zijn vader, Jacob V van Mierlaer, erfde hij na 1387 Myllendonk. Hieruit ontstond het geslacht van Mierlaer van Myllendonk. In 1390 wordt Johan voor het eerst vermeld als heer van Myllendonk.
Johann III Scheiffart van Merode
Johann III Scheiffart van Merode1, geb. circa 1293, ridder 1331, heer van Hemmersbach, buitenburge van Keulen 1333, ovl. tussen 10 jun 1314 en 11 nov 1344 .
Johann III Scheiffart van Merode.
Joh III, 1338 Verkauf der Lehnleute und Mannlehen im Gericht von Frechen an den Markgrafen Wil v.Jülich, 1360 jülichscher Truchsess, Raubritter, plünderte von seiner Burg Hammersbach aus kölnische und brabantische Kaufleute, 24.12.1366 Eroberung der Burg Hammersbach durch Kölner und Brabanter, Schleifung der Burg, Johann und seine 3 ältesten Söhne sowie 10 weitere Ritter werden gerädert (wenn das Todesdatum nach Schwennicke stimmt, dann war der Sohn Joh der Raubritter), woonde op de burcht Hemmersbach bij Keulen. Op Kerstavond van het jaar 1366 werd de burcht Hemmersbach door Keulse troepen veroverd en verwoest. Johan werd samen met drie van zijn zoons en een tiental andere ridders gevangen genomen en geradbraakt. Een zoon Hendrik overleefde de slachting en bouwde later de burcht Hemmersbach weer op.
tr.
met
Margaretha von Müllenark-Tomburg (Tomberg), geb. Tomburg [Duitsland] Tomburg Castle, Wormersdorf circa 1290, ovl. voor 1338.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
Bronnen:
Jacob IV / II van Mierlaer
Jacob IV / II van Mierlaer, heer van Ter Horst, ovl. voor 1359.
Jacob IV / II van Mierlaer.
Vermeld 1307-1336, in 1307 en 1308 was hij schout van Den Bosch nadat Jan van Kuijk daar op verzoek van de Hertog van Brabant de orde had hersteld. Na het overlijden van zijn vader in 1310 keerde hij terug naar het stamslot in Meerlo om de familiebelangen te behartigen. Na het overlijden van Jan van Kuijk in 1308 was Jacob (IV) de eerste van Mierlaer die zich op de Graven van Gelre ging richten. Zijn zoon (Jacob V) ontving zelfs zijn opvoeding aan het hof van de Gelderse Graven. Toen in 1318 de nog jonge graaf Reinald II zijn zwakzinnige vader Reinald I gevangen zette, was Jacob IV de voornaamste raadgever van de Graaf en zijn moeder Margaretha van Vlaanderen. In 1326, bij het definitieve aantreden van Graaf Reinald II, droeg hij zijn goederen in Meerlo (niet de Heerlijke Rechten) in leen op aan de Graaf. Naast Heer van Meerlo was Jacob ook Heer van het nabijgelegen Horst. In 1333 behoorde Jacob IV tot de vertrouwelingen die namens Graaf Reinald II bij de Engelse koning met succes om de hand van diens dochter Eleonora gingen vragen. Jacob moet rond 1336 zijn overleden.
tr. (1)
met
NN van Beeck, dr. van Sizo van Beeck en Mette van Uitwijk.
tr. (2)
met
Beatrix van Malberg/ van Reifferscheyt.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jacob V | *1330 | | †1373 | | 43 | 1 | 2 |
NN van Beeck
NN van Beeck.
tr.
met
Jacob IV / II van Mierlaer, zn. van Jacob III /I van Mierlaer, heer van Ter Horst, ovl. voor 1359.
Jacob IV / II van Mierlaer.
Vermeld 1307-1336, in 1307 en 1308 was hij schout van Den Bosch nadat Jan van Kuijk daar op verzoek van de Hertog van Brabant de orde had hersteld. Na het overlijden van zijn vader in 1310 keerde hij terug naar het stamslot in Meerlo om de familiebelangen te behartigen. Na het overlijden van Jan van Kuijk in 1308 was Jacob (IV) de eerste van Mierlaer die zich op de Graven van Gelre ging richten. Zijn zoon (Jacob V) ontving zelfs zijn opvoeding aan het hof van de Gelderse Graven. Toen in 1318 de nog jonge graaf Reinald II zijn zwakzinnige vader Reinald I gevangen zette, was Jacob IV de voornaamste raadgever van de Graaf en zijn moeder Margaretha van Vlaanderen. In 1326, bij het definitieve aantreden van Graaf Reinald II, droeg hij zijn goederen in Meerlo (niet de Heerlijke Rechten) in leen op aan de Graaf. Naast Heer van Meerlo was Jacob ook Heer van het nabijgelegen Horst. In 1333 behoorde Jacob IV tot de vertrouwelingen die namens Graaf Reinald II bij de Engelse koning met succes om de hand van diens dochter Eleonora gingen vragen. Jacob moet rond 1336 zijn overleden.
Sizo van Beeck
Sizo van Beeck.
tr.
met
Mette van Uitwijk, geb. Roermond.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | NN | | | | | | 1 | 0 |
Mette van Uitwijk
Mette van Uitwijk, geb. Roermond.
tr.
met
Sizo van Beeck.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | NN | | | | | | 1 | 0 |
Jacob III /I van Mierlaer
Jacob III /I van Mierlaer.
Jacob III /I van Mierlaer.
vermeld 1275-1310. Jacob vocht mee in de slag bij Worringen (1288) aan de zijde van Jan van Kuijk en de Hertog van Brabant tegen onder meer de Graaf van Gelre. Jacob erfde van zijn vader de "Hollandse goederen" in Delft en Katendrecht. In 1303 scheldt hij de graaf van Holland alle schulden kwijt die deze jegens hem heeft en verbindt hij zich met zijn nakomelingen aan de Graaf van Holland. Een jaar later is de graaf echter al overleden. Het laatste optreden van Jacob is in 1310 als Jacobus Dominus de Mirlaer een akte zegelt van Johannes Dominus de Kuyck (Jan II van Kuijk).
Hij krijgt 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jacob IV | | | †1359 | | | 2 | 4 |
2 | Agnes | | | | | | 2 | 7 |
Jacob II / I van Mierlaer
Jacob II / I (Jacob II) van Mierlaer, geb. Grave in 1220, ovl. Keulen [Duitsland] in 1268.
Jacob II / I van Mierlaer.
vermeld 1240-1268, door zijn huwelijk was Jan van Kuijk (1254-1308) zijn zwager. Jacob bezat goederen te Zoelmond (Betuwe) en Delft ('t Woud). Voor deze laatste goederen was hij ambtman van de graaf van Holland. Via zijn vrouw verkreeg hij ook goederen onder Katendrecht (Rotterdam) uit het bezit van de Heer van Putten. Jacob sneuvelde bij het beleg van Keulen op 15 oktober 1268.
tr. (1) kort voor 1240
met
Alveradis van Kuyc, dr. van Ridder Hendrik III graaf van Kuyc en Agnes Jansdr Putten van Persijn, ovl. in feb 1272.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Vrouwe | | | | | | 1 | 1 |
Alveradis van Kuyc
Alveradis van Kuyc, ovl. in feb 1272.
- Vader:
Ridder Hendrik III graaf van Kuyc1, zn. van Albert ridder van Kuyc (ridder, vermeld 1191-1233, Heer van Cuyk en Grave 1204-1233, van Herpen, Merum en half Asten 1220) en Heilwig van Merheim (erfdochter van Merum en half Asten), geb. circa 1195, ovl. in 1254, tr. (1) met
| |
tr. kort voor 1240
met
Jacob II / I (Jacob II) van Mierlaer, zn. van Jacob I van Mierlaer en Justine van Straelen, geb. Grave in 1220, ovl. Keulen [Duitsland] in 1268.
Jacob II / I van Mierlaer.
vermeld 1240-1268, door zijn huwelijk was Jan van Kuijk (1254-1308) zijn zwager. Jacob bezat goederen te Zoelmond (Betuwe) en Delft ('t Woud). Voor deze laatste goederen was hij ambtman van de graaf van Holland. Via zijn vrouw verkreeg hij ook goederen onder Katendrecht (Rotterdam) uit het bezit van de Heer van Putten. Jacob sneuvelde bij het beleg van Keulen op 15 oktober 1268.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
Bronnen: