Cees Hagenbeek
Yolande de Hainaut
Yolande de Hainaut (Jolande van Henegouwen), geb. Mons [België] circa 1101, ovl. Créquy [Frankrijk] in 1171.

 

tr.
met

Gerard de Créquy, zn. van Bouchard de Créquy en Richilde de Saint-Pol, geb. Créquy [Frankrijk] circa 1080, ovl. Fressin [Frankrijk] na 1125.

 

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marie*1121  †1168  47
Mahault     



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII) (blz. 289)

Godefroid III de Ribemont
Godefroid III de Ribemont, geb. circa 1085.

tr.
met

Jolante van Gelre1 (Yolande de Gueldre de Wassemberg), dr. van Gerard IV van Gelre (graaf van Wassenberg) en Clementia van Gleiberg van Poitou (gravin van Gleiberg), geb. tussen 1089 en 1090, regentes Henegouwen 1120-1125, regentes van Henegouwen tussen 1120 en 1125, begr. Bergen (klooster Sainte Waudru) in 1125, tr. (1) met Boudewijn III graaf van Henegouwen (Baudouin III de Hainaut). Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (2) met Godfried de Bouchain. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Jolante van Gelre (Yolande de Gueldre de Wassemberg).
Comtesse d Hainaut, regentes d Hainaut 1120 -1127, Gravin van Gelre, Vrouwe van Dodenward & Dalen, Regentes van Henegouwen voor haar zoon Boudewijn IV van 1120 tot 1127, Gravin van Gelre, Vrouwe van Dodenward & Dalen.

Uit dit huwelijk een kind.


Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII) (blz. 289)

Gerard de Créquy
 
Gerard de Créquy, geb. Créquy [Frankrijk] circa 1080, ovl. Fressin [Frankrijk] na 1125.

 
 

tr.
met

Yolande de Hainaut (Jolande van Henegouwen), dr. van Boudewijn III graaf van Henegouwen (graaf van Henegouwen) en Jolante van Gelre (regentes Henegouwen 1120-1125), geb. Mons [België] circa 1101, ovl. Créquy [Frankrijk] in 1171.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marie*1121  †1168  47
Mahault     


Bouchard de Créquy
 
Bouchard de Créquy, geb. Créquy [Frankrijk] circa 1045, ovl. Planques [Frankrijk] circa 1100.


Bouchard de Créquy.
Union vers 1075 avec Richilde de SAINT POL, née en 1050 - Saint-Pol-sur-Ternoise, Dame d'Ostreville (62) dont - Bouchard II de CRÉQUY 1071-1123 qui suit - Alixe de CREQUY 1074-1129 qui suit - Jehanne de CREQUY FRESSIN 1075-1129 Mariée avec Gaultier "Dit D'Abbeville " DE PONTHIEU, Chevalier ,Seigneur d'Abbeville,Comte de Montreuil (1100) 1063-1125 (Parents : Guy Ier DE PONTHIEU, Chevalier Comte de Montreuil 1035-1101 & Ade D'AMIENS, Dame de Camon 1046-1076) - Colette de CREQUY FRESSIN 1078-1154 Religieuse de La Visitation à Boulogne ,puis Abbesse (1132) - Gérard de CREQUY 1080-1125 qui suit.

 

tr. in 1076
met

Richilde de Saint-Pol, dr. van Hermer ou Hermès de Saint-Pol (Comte de Saint-Pol) en Adelaide de Therouanne, geb. circa 1050.

 

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouchard*1071 Créquy [Frankrijk] †1123 Fressin [Frankrijk] 52
Alix*1074 Créquy [Frankrijk] †1129 Canlers [Frankrijk] 55
Gerard*1080 Créquy [Frankrijk] †1125 Fressin [Frankrijk] 45


Richilde de Saint-Pol
 
Richilde de Saint-Pol, geb. circa 1050.

 
 

tr. in 1076
met

Bouchard de Créquy, zn. van Baudoin II de Créquy (Baron ; Seigneur de Fressin - Baron d'Artois - Sir de Créquy) en Marguerite de Louvain, geb. Créquy [Frankrijk] circa 1045, ovl. Planques [Frankrijk] circa 1100.

 


Bouchard de Créquy.
Union vers 1075 avec Richilde de SAINT POL, née en 1050 - Saint-Pol-sur-Ternoise, Dame d'Ostreville (62) dont - Bouchard II de CRÉQUY 1071-1123 qui suit - Alixe de CREQUY 1074-1129 qui suit - Jehanne de CREQUY FRESSIN 1075-1129 Mariée avec Gaultier "Dit D'Abbeville " DE PONTHIEU, Chevalier ,Seigneur d'Abbeville,Comte de Montreuil (1100) 1063-1125 (Parents : Guy Ier DE PONTHIEU, Chevalier Comte de Montreuil 1035-1101 & Ade D'AMIENS, Dame de Camon 1046-1076) - Colette de CREQUY FRESSIN 1078-1154 Religieuse de La Visitation à Boulogne ,puis Abbesse (1132) - Gérard de CREQUY 1080-1125 qui suit.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bouchard*1071 Créquy [Frankrijk] †1123 Fressin [Frankrijk] 52
Alix*1074 Créquy [Frankrijk] †1129 Canlers [Frankrijk] 55
Gerard*1080 Créquy [Frankrijk] †1125 Fressin [Frankrijk] 45


Hermer ou Hermès de Saint-Pol
 
Hermer ou Hermès de Saint-Pol, geb. in 1015, Comte de Saint-Pol, ovl. in 1071.

 

tr.
met

Adelaide de Therouanne, dr. van Godefoy de Therouanne (Escuyer, Sieur de Thérouanne) en Walburge de Sainte Aldegonde, geb. Thérouanne [Frankrijk] in 1031, ovl. Saint-Pol-Sur-Ternoise [Frankrijk] in 1078.

 

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Richilde*1050     


Adelaide de Therouanne
 
Adelaide de Therouanne, geb. Thérouanne [Frankrijk] in 1031, ovl. Saint-Pol-Sur-Ternoise [Frankrijk] in 1078.

 
 

tr.
met

Hermer ou Hermès de Saint-Pol, zn. van Hugues III de Boulogne en Aldegonde de Saint-Pol, geb. in 1015, Comte de Saint-Pol, ovl. in 1071.

 

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Richilde*1050     


Alix d'Oisy d'Avesnes
 
Alix d'Oisy d'Avesnes (Avoise de Lens), geb. in 963, Dame d'Oisy et de Honnecourt-vers 989, ovl. circa 989.

 
 

tr.
met

Ramelin II de Créquy, zn. van Arnould II "le Chauvre" de Créquy (Seigneur de Créquy et de Planques 967) en Adele van Arkel, geb. Créquy [Frankrijk] in 967, Seigneur de Fressin et Créquy, ovl. in 999, tr. (2) met Colle de Rumigny-Florennes. Uit dit huwelijk een dochter.

 

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Baudoin~989 Créquy [Frankrijk] †1057  68


Wulfegundis
Wulfegundis .

tr.
met

Dagobert I (Dagobert der Franken (van Neustrië) I) koning van Neustrië, zn. van Clotaire II Rex de Neustrie (koning der Franken 613-629) en Bértrude Aldétrude de Bourgogne (Reine des Francs 613-618), geb. op 1 jul 602, Koning der Franken, ovl. Epinay-sur-Seine [Frankrijk] op 19 jan 639, begr. Parijs [Frankrijk] in jun 639 Hij werd bijgezet in de door hemzelf gestichte basiliek van Saint-Denis, tr. (1) met Nantilde de Bobigny d'Autrasië, dr. van Sandregisite . Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (2) met zijn halfnicht Ragnetrude (Regentrud) van Austrasie van de Ardennen (Raintrude d' Ardennen). Uit dit huwelijk 7 kinderen, tr. (4) met Berchildis . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (5) met Gormatrude . Uit dit huwelijk geen kinderen, hij krijgt een dochter.

 


Ragnetrude (Regentrud) van Austrasie van de Ardennen (Raintrude d' Ardennen).
Ragnetrud, Sie heiratet in 2. Ehe 640 Hugobert v. Austrasien, Pfalzgraf und Seneschall.

Dagobert I koning van Neustrië.
Koning der Franken 629-639, zoon van Clotaire II van Neustrië en koningin Bertrude. Dagobert I was (met Clovis I) zonder enige twijfel de bekendste der Merovingers.  Hij had in ieder geval zeggenschap over het gehele rijk der Franken en wist dat zeer goed aan zijn buurlanden over te brengen.  Hij wist een gezonde schatkist op te bouwen, een goede structuur van de kerk en was omringd door een raad van sterke mannen als Ouen, Eloi, Didier van Cahors en Paul van Verdun, waarvan de eerste drie heilig werden verklaard.
In 623 werd zijn vader koning van beide rijksdelen en droeg Dagobert op de machtige edelen van Austrasië de hofmeier Pepijn en Arnulf, bisschop van Metz, te beteugelen,  Dagobert wist zich snel onder de hoede van zijn vader uit te werken en als onafhankelijk vorst te regeren, hoewel hij in 625 nog een huwelijk moest accepteren met de zuster van zijn stiefmoeder Sichilde, Gomatrude.  In 629 verkreeg hij ongeveer het hele koninkrijk maar moest daarvoor wel zijn half-broer Caribert II en de partij die rond hem was gevormd, elimineren.  Hij liet hem slechts een kleine strook rond Toulouse en bij diens dood in 632 verwierf hij ook dit laatste deel.  In 631 vestigde hij zich definitief te Parijs, verstootte Gertrude onder het motto dat ze geen kinderen kon krijgen en trouwde de Neustrische Nantilde.  Datzelfde jaar werd hij tijdens een tour door Austrasië in 630 verliefd op een jong meisje Ragentrude bij wie hij een zoon Sigebert verwekte die als Sigebert III koning van Austrasië werd.  In 633 voerde hij een oorlog tegen de Wenden, een Slavisch volk onder gezag van een Samo, een Frank.  Door geringe medewerking van de Austrasiërs voerde deze oorlog niet tot succes.  Inmiddels bracht Nantilde ook een zoon ter wereld, Clovis, en Dagobert kwam met de Austrasische edelen overeen dat deze Clovis slechts Neustrië en Bourgondië zou erven.  De laatste jaren voerde hij oorlog tegen Saksen en vooral tegen Gascogne.  Tegen de laatste ondernam hij een expeditie die de bloem der edelen bevatte.  Hoewel de expeditie met succes werd bekroond, werd vlak bij de Spaanse grens de hertog Arembert in een vernietigende hinderlaag gelokt, een feit waarin we één van de oorsprongen van de legende van het Roelantslied kunnen herkennen.
Hij had zes maîtresses, waaronder Ragnetrude, Ulfgonde en Berthilde.

Berchildis
Berchildis .

tr.
met

Dagobert I (Dagobert der Franken (van Neustrië) I) koning van Neustrië, zn. van Clotaire II Rex de Neustrie (koning der Franken 613-629) en Bértrude Aldétrude de Bourgogne (Reine des Francs 613-618), geb. op 1 jul 602, Koning der Franken, ovl. Epinay-sur-Seine [Frankrijk] op 19 jan 639, begr. Parijs [Frankrijk] in jun 639 Hij werd bijgezet in de door hemzelf gestichte basiliek van Saint-Denis, tr. (1) met Nantilde de Bobigny d'Autrasië, dr. van Sandregisite . Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (2) met zijn halfnicht Ragnetrude (Regentrud) van Austrasie van de Ardennen (Raintrude d' Ardennen). Uit dit huwelijk 7 kinderen, tr. (3) met Wulfegundis . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (5) met Gormatrude . Uit dit huwelijk geen kinderen, hij krijgt een dochter.

 


Dagobert I koning van Neustrië.
Koning der Franken 629-639, zoon van Clotaire II van Neustrië en koningin Bertrude. Dagobert I was (met Clovis I) zonder enige twijfel de bekendste der Merovingers.  Hij had in ieder geval zeggenschap over het gehele rijk der Franken en wist dat zeer goed aan zijn buurlanden over te brengen.  Hij wist een gezonde schatkist op te bouwen, een goede structuur van de kerk en was omringd door een raad van sterke mannen als Ouen, Eloi, Didier van Cahors en Paul van Verdun, waarvan de eerste drie heilig werden verklaard.
In 623 werd zijn vader koning van beide rijksdelen en droeg Dagobert op de machtige edelen van Austrasië de hofmeier Pepijn en Arnulf, bisschop van Metz, te beteugelen,  Dagobert wist zich snel onder de hoede van zijn vader uit te werken en als onafhankelijk vorst te regeren, hoewel hij in 625 nog een huwelijk moest accepteren met de zuster van zijn stiefmoeder Sichilde, Gomatrude.  In 629 verkreeg hij ongeveer het hele koninkrijk maar moest daarvoor wel zijn half-broer Caribert II en de partij die rond hem was gevormd, elimineren.  Hij liet hem slechts een kleine strook rond Toulouse en bij diens dood in 632 verwierf hij ook dit laatste deel.  In 631 vestigde hij zich definitief te Parijs, verstootte Gertrude onder het motto dat ze geen kinderen kon krijgen en trouwde de Neustrische Nantilde.  Datzelfde jaar werd hij tijdens een tour door Austrasië in 630 verliefd op een jong meisje Ragentrude bij wie hij een zoon Sigebert verwekte die als Sigebert III koning van Austrasië werd.  In 633 voerde hij een oorlog tegen de Wenden, een Slavisch volk onder gezag van een Samo, een Frank.  Door geringe medewerking van de Austrasiërs voerde deze oorlog niet tot succes.  Inmiddels bracht Nantilde ook een zoon ter wereld, Clovis, en Dagobert kwam met de Austrasische edelen overeen dat deze Clovis slechts Neustrië en Bourgondië zou erven.  De laatste jaren voerde hij oorlog tegen Saksen en vooral tegen Gascogne.  Tegen de laatste ondernam hij een expeditie die de bloem der edelen bevatte.  Hoewel de expeditie met succes werd bekroond, werd vlak bij de Spaanse grens de hertog Arembert in een vernietigende hinderlaag gelokt, een feit waarin we één van de oorsprongen van de legende van het Roelantslied kunnen herkennen.
Hij had zes maîtresses, waaronder Ragnetrude, Ulfgonde en Berthilde.

Gormatrude
Gormatrude .

Gormatrude .
Hij is ook nog gehuwd geweest met zijn aangetrouwde tante Gormatrude, maar dat huwelijk werd ontbonden wegens kinderloosheid.

tr.
met

Dagobert I (Dagobert der Franken (van Neustrië) I) koning van Neustrië, zn. van Clotaire II Rex de Neustrie (koning der Franken 613-629) en Bértrude Aldétrude de Bourgogne (Reine des Francs 613-618), geb. op 1 jul 602, Koning der Franken, ovl. Epinay-sur-Seine [Frankrijk] op 19 jan 639, begr. Parijs [Frankrijk] in jun 639 Hij werd bijgezet in de door hemzelf gestichte basiliek van Saint-Denis, tr. (1) met Nantilde de Bobigny d'Autrasië, dr. van Sandregisite . Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (2) met zijn halfnicht Ragnetrude (Regentrud) van Austrasie van de Ardennen (Raintrude d' Ardennen). Uit dit huwelijk 7 kinderen, tr. (3) met Wulfegundis . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met Berchildis . Uit dit huwelijk geen kinderen, hij krijgt een dochter.

 


Dagobert I koning van Neustrië.
Koning der Franken 629-639, zoon van Clotaire II van Neustrië en koningin Bertrude. Dagobert I was (met Clovis I) zonder enige twijfel de bekendste der Merovingers.  Hij had in ieder geval zeggenschap over het gehele rijk der Franken en wist dat zeer goed aan zijn buurlanden over te brengen.  Hij wist een gezonde schatkist op te bouwen, een goede structuur van de kerk en was omringd door een raad van sterke mannen als Ouen, Eloi, Didier van Cahors en Paul van Verdun, waarvan de eerste drie heilig werden verklaard.
In 623 werd zijn vader koning van beide rijksdelen en droeg Dagobert op de machtige edelen van Austrasië de hofmeier Pepijn en Arnulf, bisschop van Metz, te beteugelen,  Dagobert wist zich snel onder de hoede van zijn vader uit te werken en als onafhankelijk vorst te regeren, hoewel hij in 625 nog een huwelijk moest accepteren met de zuster van zijn stiefmoeder Sichilde, Gomatrude.  In 629 verkreeg hij ongeveer het hele koninkrijk maar moest daarvoor wel zijn half-broer Caribert II en de partij die rond hem was gevormd, elimineren.  Hij liet hem slechts een kleine strook rond Toulouse en bij diens dood in 632 verwierf hij ook dit laatste deel.  In 631 vestigde hij zich definitief te Parijs, verstootte Gertrude onder het motto dat ze geen kinderen kon krijgen en trouwde de Neustrische Nantilde.  Datzelfde jaar werd hij tijdens een tour door Austrasië in 630 verliefd op een jong meisje Ragentrude bij wie hij een zoon Sigebert verwekte die als Sigebert III koning van Austrasië werd.  In 633 voerde hij een oorlog tegen de Wenden, een Slavisch volk onder gezag van een Samo, een Frank.  Door geringe medewerking van de Austrasiërs voerde deze oorlog niet tot succes.  Inmiddels bracht Nantilde ook een zoon ter wereld, Clovis, en Dagobert kwam met de Austrasische edelen overeen dat deze Clovis slechts Neustrië en Bourgondië zou erven.  De laatste jaren voerde hij oorlog tegen Saksen en vooral tegen Gascogne.  Tegen de laatste ondernam hij een expeditie die de bloem der edelen bevatte.  Hoewel de expeditie met succes werd bekroond, werd vlak bij de Spaanse grens de hertog Arembert in een vernietigende hinderlaag gelokt, een feit waarin we één van de oorsprongen van de legende van het Roelantslied kunnen herkennen.
Hij had zes maîtresses, waaronder Ragnetrude, Ulfgonde en Berthilde.

Gauthier II d'Oisy
 
Gauthier II d'Oisy (Gauthier de Lens), geb. Cambrai [Frankrijk] in 985, ovl. aldaar in 1041.


Gauthier II d'Oisy (Gauthier de Lens).
Chatelain de Cambrai part le chef de sa femme ,Seigneur d'Oisy et (en partie) de Lens,chevalier.

Gauthier II de Cambrai (ou Wauthier, Watier) (990-1041), sire d'Oisy et de Crèvecœur, châtelain de Cambrai. Connu aussi sous le titre de Gauthier II de Cambrai, ou encore Gauthier II de Lens dit "le vieux". Fils de Gauthier Ier d'Oisy, il épouse en 1020 Ermentrude (ou Ermengarde) Le comte de Flandre, Baudouin de Lille, et lui se dispute avec Tilbodo de Vermandois, seigneur de Courtrai, Tournaisis, etc.… allié à l’évêque de Cambrai. Vainqueur, il devient seigneur de Courtrai. Il serait mort assassiné en 1041 Extrait des chroniques de Cambrai : "L’évêque Erluin, souffrant d’une longue maladie, attendait le jour de son rappel. De son côté, Watier (Gauthier II d'Oisy), imitant la conduite de son père, dont il retraçait tous les caractères, ne cessait de persécuter l’évêque. La férocité de cet homme croissait avec la maladie du prélat. C’est pourquoi Erluin, courroucé de ses nombreuses attaques, se disposa à frapper les insolences de cet usurpateur. Mais cédant aux prières de quelques-uns uns des siens et surtout de Sehier (Sohier de Lens), châtelain de Lens et oncle de Watier, il différa durant quelque temps. Ce Sehier, homme de bon conseil, employait tantôt les prières, tantôt les menaces les plus sévères pour dompter l’orgueil de son neveu. Il chercha à calmer la juste indignation de l’évêque et finit par les réconcilier à condition que Watier donnerait, pour ses fautes, une garantie de 20 livres d’argent et promettrait de rester désormais au repos. Enfin Erluin l’engagea avec bonté et douceur à exécuter scrupuleusement ses promesses et à tenir fidèlement et avec fermeté, s’il venait à mourir, les rênes de l’église jusqu’à la nomination de son successeur. Malheureusement, Watier oublia complètement ses promesses et quelque temps après, la maladie de l’évêque fit des progrès si rapides que tout le palais fut en agitation à l’approche de sa mort et que même le bruit de son trépas se répandit au dehors. A cette nouvelle, Watier plein de joie, brise les portes à la tête d’une foule de gens armés et se précipite avec fureur dans le sanctuaire des clercs, qui est livré au pillage ainsi que les étables de l’évêque après en avoir enlevé les chevaux. L’évêque Erluin expire ensuite, encore plein d’indignation, le 3 de nones de février. Tandis que tout le monde verse des larmes, Watier bondit de joie ; dans son ivresse, il s’abandonne à toute sorte d’excès et de pillages, enfin, pour se souiller de tous les genres de noirceur, il s’adjoint son frère Sehier et pénètre comme un furieux, les armes à la main dans l’église où se célébrait les obsèques. Foulant au pied toute pudeur, il poursuit, Ô spectacle déplorable jusqu’à l’autel de Notre Dame les chapelains occupés de ces tristes devoirs. Les religieux, étant ainsi mis en fuite, on différa la sépulture de l’évêque jusqu'à l’arrivée de Richard, abbé du monastère d’Arras, qui l’inhuma dans l’église Saint Aubert, du côté nord….

tr.
met

Ermentrude d'Arras Paris, dr. van Hubert van Oostervant en Senlis (Comte d'Ostrevant & de Senlis-en-Artois) en Heilwide de Frioul, ovl. in 1041.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hugues*940 Oisy-Le-Verger [Frankrijk]    
Gossuin*1024 Récourt [Frankrijk]    
Adèle*1020 Cambrai [Frankrijk] †1052 Douai [Frankrijk] 32


Ermentrude d'Arras Paris
Ermentrude d'Arras Paris, ovl. in 1041.

tr.
met

Gauthier II d'Oisy (Gauthier de Lens), zn. van Gauthier I d'Oisy en Berthe de Betuwe, geb. Cambrai [Frankrijk] in 985, ovl. aldaar in 1041.

 


Gauthier II d'Oisy (Gauthier de Lens).
Chatelain de Cambrai part le chef de sa femme ,Seigneur d'Oisy et (en partie) de Lens,chevalier.

Gauthier II de Cambrai (ou Wauthier, Watier) (990-1041), sire d'Oisy et de Crèvecœur, châtelain de Cambrai. Connu aussi sous le titre de Gauthier II de Cambrai, ou encore Gauthier II de Lens dit "le vieux". Fils de Gauthier Ier d'Oisy, il épouse en 1020 Ermentrude (ou Ermengarde) Le comte de Flandre, Baudouin de Lille, et lui se dispute avec Tilbodo de Vermandois, seigneur de Courtrai, Tournaisis, etc.… allié à l’évêque de Cambrai. Vainqueur, il devient seigneur de Courtrai. Il serait mort assassiné en 1041 Extrait des chroniques de Cambrai : "L’évêque Erluin, souffrant d’une longue maladie, attendait le jour de son rappel. De son côté, Watier (Gauthier II d'Oisy), imitant la conduite de son père, dont il retraçait tous les caractères, ne cessait de persécuter l’évêque. La férocité de cet homme croissait avec la maladie du prélat. C’est pourquoi Erluin, courroucé de ses nombreuses attaques, se disposa à frapper les insolences de cet usurpateur. Mais cédant aux prières de quelques-uns uns des siens et surtout de Sehier (Sohier de Lens), châtelain de Lens et oncle de Watier, il différa durant quelque temps. Ce Sehier, homme de bon conseil, employait tantôt les prières, tantôt les menaces les plus sévères pour dompter l’orgueil de son neveu. Il chercha à calmer la juste indignation de l’évêque et finit par les réconcilier à condition que Watier donnerait, pour ses fautes, une garantie de 20 livres d’argent et promettrait de rester désormais au repos. Enfin Erluin l’engagea avec bonté et douceur à exécuter scrupuleusement ses promesses et à tenir fidèlement et avec fermeté, s’il venait à mourir, les rênes de l’église jusqu’à la nomination de son successeur. Malheureusement, Watier oublia complètement ses promesses et quelque temps après, la maladie de l’évêque fit des progrès si rapides que tout le palais fut en agitation à l’approche de sa mort et que même le bruit de son trépas se répandit au dehors. A cette nouvelle, Watier plein de joie, brise les portes à la tête d’une foule de gens armés et se précipite avec fureur dans le sanctuaire des clercs, qui est livré au pillage ainsi que les étables de l’évêque après en avoir enlevé les chevaux. L’évêque Erluin expire ensuite, encore plein d’indignation, le 3 de nones de février. Tandis que tout le monde verse des larmes, Watier bondit de joie ; dans son ivresse, il s’abandonne à toute sorte d’excès et de pillages, enfin, pour se souiller de tous les genres de noirceur, il s’adjoint son frère Sehier et pénètre comme un furieux, les armes à la main dans l’église où se célébrait les obsèques. Foulant au pied toute pudeur, il poursuit, Ô spectacle déplorable jusqu’à l’autel de Notre Dame les chapelains occupés de ces tristes devoirs. Les religieux, étant ainsi mis en fuite, on différa la sépulture de l’évêque jusqu'à l’arrivée de Richard, abbé du monastère d’Arras, qui l’inhuma dans l’église Saint Aubert, du côté nord….

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hugues*940 Oisy-Le-Verger [Frankrijk]    
Gossuin*1024 Récourt [Frankrijk]    
Adèle*1020 Cambrai [Frankrijk] †1052 Douai [Frankrijk] 32


Hugues d'Oisy l'Ancien
 
Hugues d'Oisy l'Ancien, geb. Oisy-Le-Verger [Frankrijk] in 940, Seigneur d'Oisy, de Crèvecoeur, et d'Honnecourt, Châtelain de Cambrai.

 

tr.
met

Alix d'Honnecourt, dr. van Odon III de Saint Simon (Ecuyer Sire de Saint-Simon, Chevalier de Ham et de La Fere) en Avide d'Honnecourt, geb. Honnecourt-Sur-Escaut [Frankrijk] circa 946, Dame d'Oisy.

 


Alix d'Honnecourt.
Het dorp wordt al in 667 genoemd onder de naam Hunulfocurtis, vervolgens ook Hunulfi Curtis of Hunulfo Curtis in de 7e eeuw, en een verscheidenheid aan andere namen zoals Hunulcourt (870), Hunonis Curia (1095), Hulnicorte en Hunilcorte (1102), Hunnulkurt (1133), Hounecort (1142), enzovoort. Mannier ziet hierin de boerderij of het domein van Honulfe. Boniface denkt dat de plaatsnaam minder te danken heeft aan een persoon, maar eerder aan de ligging, waarbij hij in de lettergreep "hon" een moeras, een vijver, een waterloop identificeert, en van Honnecourt "de boerderij van het moeras" maakt. .

De gemeente kreeg de naam Honnécourt-sur-l'Escaut in 1936, en zijn huidige naam in 1962. .

Wat betreft de religieuze geschiedenis van Honnecourt, wordt vooral de aanwezigheid van de abdij Saint-Pierre van Honnecourt (gesticht in 660) en de heiligen Valérie en Pollèle van Honnecourt (7e of 8e eeuw) herinnerd, twee maagden die op 8 oktober worden herdacht. Antoine-Alexandre-Joseph Gosse, prior en historicus van de congregatie van Arrouaise en lid van de Academie van Arras, herinnert eraan dat de Engelse bisschop Saint Liéphart rond het midden van de 7e eeuw werd vermoord in het bos van Arrouaise terwijl hij terugkwam van Rome. Hij zou begraven zijn in het dorp Trécaut, halverwege Arrouaise en Cambrai, en zijn relieken zouden zijn overgebracht naar de abdij van Honnecourt. Echter, vanwege de oorlogen werden ze verplaatst naar de abdij van Saint-Pri (in Saint-Quentin). In 1642 werd François, heer van Rambures, zoon van Charles, heer van Rambures, ridder van de Orde van de Heilige Geest, en Renée de Boulainvilliers, gedood tijdens de slag bij Honnecourt, terwijl hij het regiment van Rambures commandeerde. Antoine-Alexandre-Joseph Gosse meende in 1786 dat Rayssius zich vergiste door te schrijven dat deze relieken verloren zijn gegaan tijdens een belegering; omdat ze "recentelijk zijn teruggebracht naar Honnecourt, na de opheffing van de abdij van Saint-Pri". .

Personen die verbonden zijn met de gemeente: Reconstructie van een houtzaag op basis van de plannen van Villard op het plein van Honnecourt. Honnecourt is het geboortedorp van Villard de Honnecourt, een architect uit de 13e eeuw. Villard de Honnecourt is de auteur van een corpus van 33 perkamenten, waarin ongeveer 250 tekeningen zijn verzameld. Deze documenten worden bewaard in de Bibliothèque nationale de France. Van 1191 tot 1235 was Villard de Honnecourt belast met de bouw van de kerk van de abdij van Vaucelles (een monument dat zich nu in de gemeente Rues-des-Vignes bevindt). Een malletwiel is gereconstrueerd volgens de machine die Villard in de 12e eeuw bedacht, vervaardigd door Daniel Cauet, de timmerman-meubelmaker van het dorp, die voor de gelegenheid hulp kreeg van Pierre Broie, timmerman in Villers-Guislain. .

Dit malletwiel of gewicht, met scharnieren, zorgt voor een permanent onevenwicht... Deze replica is geplaatst bij de ingang van het dorp, nabij de brug over het kanaal van Saint-Quentin. .

Een schelp is geplaatst, die de weg naar Compostela markeert. De schelp is ingebed in de bestrating en dient als bewegwijzering voor alle pelgrims op weg naar deze Spaanse heilige plaats.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alix*963  †989  26


Alix d'Honnecourt
 
Alix d'Honnecourt, geb. Honnecourt-Sur-Escaut [Frankrijk] circa 946, Dame d'Oisy.


Alix d'Honnecourt.
Het dorp wordt al in 667 genoemd onder de naam Hunulfocurtis, vervolgens ook Hunulfi Curtis of Hunulfo Curtis in de 7e eeuw, en een verscheidenheid aan andere namen zoals Hunulcourt (870), Hunonis Curia (1095), Hulnicorte en Hunilcorte (1102), Hunnulkurt (1133), Hounecort (1142), enzovoort. Mannier ziet hierin de boerderij of het domein van Honulfe. Boniface denkt dat de plaatsnaam minder te danken heeft aan een persoon, maar eerder aan de ligging, waarbij hij in de lettergreep "hon" een moeras, een vijver, een waterloop identificeert, en van Honnecourt "de boerderij van het moeras" maakt. .

De gemeente kreeg de naam Honnécourt-sur-l'Escaut in 1936, en zijn huidige naam in 1962. .

Wat betreft de religieuze geschiedenis van Honnecourt, wordt vooral de aanwezigheid van de abdij Saint-Pierre van Honnecourt (gesticht in 660) en de heiligen Valérie en Pollèle van Honnecourt (7e of 8e eeuw) herinnerd, twee maagden die op 8 oktober worden herdacht. Antoine-Alexandre-Joseph Gosse, prior en historicus van de congregatie van Arrouaise en lid van de Academie van Arras, herinnert eraan dat de Engelse bisschop Saint Liéphart rond het midden van de 7e eeuw werd vermoord in het bos van Arrouaise terwijl hij terugkwam van Rome. Hij zou begraven zijn in het dorp Trécaut, halverwege Arrouaise en Cambrai, en zijn relieken zouden zijn overgebracht naar de abdij van Honnecourt. Echter, vanwege de oorlogen werden ze verplaatst naar de abdij van Saint-Pri (in Saint-Quentin). In 1642 werd François, heer van Rambures, zoon van Charles, heer van Rambures, ridder van de Orde van de Heilige Geest, en Renée de Boulainvilliers, gedood tijdens de slag bij Honnecourt, terwijl hij het regiment van Rambures commandeerde. Antoine-Alexandre-Joseph Gosse meende in 1786 dat Rayssius zich vergiste door te schrijven dat deze relieken verloren zijn gegaan tijdens een belegering; omdat ze "recentelijk zijn teruggebracht naar Honnecourt, na de opheffing van de abdij van Saint-Pri". .

Personen die verbonden zijn met de gemeente: Reconstructie van een houtzaag op basis van de plannen van Villard op het plein van Honnecourt. Honnecourt is het geboortedorp van Villard de Honnecourt, een architect uit de 13e eeuw. Villard de Honnecourt is de auteur van een corpus van 33 perkamenten, waarin ongeveer 250 tekeningen zijn verzameld. Deze documenten worden bewaard in de Bibliothèque nationale de France. Van 1191 tot 1235 was Villard de Honnecourt belast met de bouw van de kerk van de abdij van Vaucelles (een monument dat zich nu in de gemeente Rues-des-Vignes bevindt). Een malletwiel is gereconstrueerd volgens de machine die Villard in de 12e eeuw bedacht, vervaardigd door Daniel Cauet, de timmerman-meubelmaker van het dorp, die voor de gelegenheid hulp kreeg van Pierre Broie, timmerman in Villers-Guislain. .

Dit malletwiel of gewicht, met scharnieren, zorgt voor een permanent onevenwicht... Deze replica is geplaatst bij de ingang van het dorp, nabij de brug over het kanaal van Saint-Quentin. .

Een schelp is geplaatst, die de weg naar Compostela markeert. De schelp is ingebed in de bestrating en dient als bewegwijzering voor alle pelgrims op weg naar deze Spaanse heilige plaats.

tr.
met

Hugues d'Oisy l'Ancien, zn. van Gauthier II d'Oisy en Ermentrude d'Arras Paris, geb. Oisy-Le-Verger [Frankrijk] in 940, Seigneur d'Oisy, de Crèvecoeur, et d'Honnecourt, Châtelain de Cambrai.

 

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alix*963  †989  26


Avide d'Honnecourt
Avide d'Honnecourt, geb. Honnecourt-Sur-Escaut [Frankrijk] circa 930.

tr.
met

Odon III de Saint Simon, zn. van Odon II de Saint Simon, geb. la Fère [Frankrijk] in 912, Ecuyer Sire de Saint-Simon, Chevalier de Ham et de La Fere.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alix*946 Honnecourt-Sur-Escaut [Frankrijk]    


Odon III de Saint Simon
Odon III de Saint Simon, geb. la Fère [Frankrijk] in 912, Ecuyer Sire de Saint-Simon, Chevalier de Ham et de La Fere.

tr.
met

Avide d'Honnecourt, geb. Honnecourt-Sur-Escaut [Frankrijk] circa 930.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alix*946 Honnecourt-Sur-Escaut [Frankrijk]    


Odon II de Saint Simon
Odon II de Saint Simon.


Hij krijgt een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Odon*912 la Fère [Frankrijk]    


Odon de Saint Simon
Odon de Saint Simon.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Odon     


Gauthier I d'Oisy
Gauthier I d'Oisy (Gauthier III de Lens), geb. Cambrai [Frankrijk] in 960, ovl. aldaar in 1011.

Gauthier I d'Oisy (Gauthier III de Lens).
Chevalier, Châtelain de Cambrai et de Lens sire d'Oisy et de Crèvecoeur, Vassal du Châtelain de Lens.

tr. (1)
met

Berthe de Betuwe, dr. van Rudolf in de Haspengouw (graaf in de Haspengouw) en NN van Vliermal gravin van de Haspengau, geb. circa 985, ovl. circa 1030.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gauthier*985 Cambrai [Frankrijk] †1041 Cambrai [Frankrijk] 56

tr. (2)
met

Ermengarde de Montreuil Ponthieu.