Cees Hagenbeek
Teunisken Aerts
Teunisken Aerts.

tr.
met

Jacob Jans Clopper.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1648 Leerdam    


Cornelia heer Aerntsdr Zamencoper
Cornelia heer Aerntsdr Zamencoper1.

Cornelia heer Aerntsdr Zamencoper.
als zijn.
zij wordt als zijn weduwe vermeld wordt op 21-10-1478.

tr.
met

Jan heer Gherytsz van Muijlwijck1, zn. van Gerrit Jans van Muijlwijck (knape) en Jkv. Yde Borchgaert de Grote, ovl. kort voor 28 okt 1477.

Jan heer Gherytsz van Muijlwijck.
thesaurier der stad Dordrecht in 1456, 1466 en 1467, kerkmeester in 1472. .

23-3-1449: door Philips v. Bourgondië beleend met een schroodambacht met de zoutmate groot en klein met al zijn rechten en toebehoren binnen de stad Dordrecht, in opdracht van zijn vader heer Gherijt van.
Muylwijck, die hier zelf mee beleend was.

11-1-1452: Door Philips van Bourgondië beleend met een recht derde deel van het Ambacht van Kijfhoek met zijn toebehoren gelegen in het Ambacht van Zwijndrecht.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Yde Dordrecht †1478   
Elisabeth*1427  †1460  33



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 58)

Aernt Gheraetsz Zamencoper
Aernt Gheraetsz Zamencoper1, ovl. kort voor 11 jan 1452.

Aernt Gheraetsz Zamencoper.
Schepen van Dordrecht in 1423, ‘24, ‘26, ‘27, 1429-1440, 1444-1451. Burgemeester van ‘s Heerenwegen in 1436, ‘37, ‘39 en 1440. Wordt in 1424 door Jan van Beieren beleend met een recht derde deel van het Ambacht van Kijfhoek gelegen in het Ambacht van Zwijndrecht, welk leen na zijn overlijden, kort vóór 11-1-1452, op zijn schoonzoon Jan van Muylwijck overgaat.

Aernt voerde als wapen: 3 stappende vogels (2 en 1) in het midden vergezeld van een St. Andrieskruisje.

tr.
met

Hellewige heer Godschalksdr Oem1, dr. van Godschalk Oem van Wijngaareden en Elisabeth Willem Boordesdr.

Hellewige heer Godschalksdr Oem.
Zij stichtte in 1468 met haar broers en zusters de vicarie in de Grote Kerk van Dordrecht.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelia     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 58)

Elisabeth Willem Boordesdr
Elisabeth Willem Boordesdr1.

tr.
met

Godschalk Oem van Wijngaareden1, geb. circa 1370, ovl. op 14 mrt 1462.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hellewige     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 58)

Glorie Klawardsdr
Glorie Klawardsdr.

Glorie Klawardsdr.
3-2-1436: Jacob die Vrieze Jansz. bij overdracht door Jan van Muilwijk voor Hildegonde Bertoutsd, weduwe Willem Hermansz, die lijftocht behoudt, nadat haar aankwam van Agatha Klawardsd, haar moeder, LRK 114 fo. 39.

tr.
met

Borchard Dirksz de Groote1, geb. Dordrecht, ovl. aldaar na 1420.

Borchard Dirksz de Groote.
21-7-1477: Joost van Muilwijk bij dode van Jacob die Vrieze, omdat zou komen op Glorie Klawardsd, weduwe Burghard die Groot, en haar erven, LRK 119 c.Zd.Holland fo. 3.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Yde*1360 Dordrecht †1435  75



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Machteld Adriaensdr van Malburg
Machteld Adriaensdr van Malburg.

tr.
met

Jan Willemszn van Muijlwijck1, zn. van Willem Nicolaas van Muijlwijck en Rutgera van Bijsanten, geb. Dordrecht circa 1340, knape, ovl. in 1423.


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Jan Simonsz van Bijsanten
Jan Simonsz van Bijsanten.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rutgera*1315     


Jan Jansz van Rosendael
Jan Jansz van Rosendael1 (van Rosendaele), ridder, ovl. tussen 1385 en 1389.

Jan Jansz van Rosendael.
wordt in Den Haag op Sinte Margrietendag 1346 door keizerin Margaretha beleend met een ambacht van 125 morgen land gelegen in Zwijndrecht in de Linde. In hetzelfde jaar beleend met een Ambacht van 100 morgen land gelegen in Zwijndrecht in de Linde. Verder koopt hij op dinsdag na Sint Jansdag 1346 een Ambacht van 20 manningen land gelegen in Zwijndrecht in de Linde van Pieter Oudelant, ridder.
Op 25-11-1368 wordt Jan van Rosendale door zijn.
nicht, Magteld van Barendrecht, burggravin van Leiden, beleend met Heer Heijen-Ambacht, dat zij.
ontvangen had van hun beider oom Meester Tielman.
Heer Jans, Heer Gilliszoonszoon, deken van St. Pieter te Utrecht. In Den Haag door Albrecht van Beieren op 22-4-1383 beëdigd als schepen van Dordrecht. Samen met zijn zuster Lijsbeth, wed. van Heer Pieter van Hamert, vermeld op 25-11-1384 en samen met zijn zoon Jan op dinsdag na St. Odolfsdag 1384. Het laatst genoemd zaterdags op Sinte Simon 1385.

tr.
met

Vrouwe Beatrijs 1.

Vrouwe Beatrijs .
wordt op dinsdag na St. Willebrordsdag 1390 vermeld wordt als moeder van Jan van Rosendale,.
die 5 morgen land in leen houdt van Heer Otto van Arkel, gelegen in Zwijndrecht in Heer Heijen-Ambacht.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan  †1419   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Beatrijs
Vrouwe Beatrijs 1.

Vrouwe Beatrijs .
wordt op dinsdag na St. Willebrordsdag 1390 vermeld wordt als moeder van Jan van Rosendale,.
die 5 morgen land in leen houdt van Heer Otto van Arkel, gelegen in Zwijndrecht in Heer Heijen-Ambacht.

tr.
met

Jan Jansz van Rosendael1 (van Rosendaele), zn. van Jan, Heer Jansz Ais, ridder, ovl. tussen 1385 en 1389.

Jan Jansz van Rosendael.
wordt in Den Haag op Sinte Margrietendag 1346 door keizerin Margaretha beleend met een ambacht van 125 morgen land gelegen in Zwijndrecht in de Linde. In hetzelfde jaar beleend met een Ambacht van 100 morgen land gelegen in Zwijndrecht in de Linde. Verder koopt hij op dinsdag na Sint Jansdag 1346 een Ambacht van 20 manningen land gelegen in Zwijndrecht in de Linde van Pieter Oudelant, ridder.
Op 25-11-1368 wordt Jan van Rosendale door zijn.
nicht, Magteld van Barendrecht, burggravin van Leiden, beleend met Heer Heijen-Ambacht, dat zij.
ontvangen had van hun beider oom Meester Tielman.
Heer Jans, Heer Gilliszoonszoon, deken van St. Pieter te Utrecht. In Den Haag door Albrecht van Beieren op 22-4-1383 beëdigd als schepen van Dordrecht. Samen met zijn zuster Lijsbeth, wed. van Heer Pieter van Hamert, vermeld op 25-11-1384 en samen met zijn zoon Jan op dinsdag na St. Odolfsdag 1384. Het laatst genoemd zaterdags op Sinte Simon 1385.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan  †1419   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Symon van der Does
 
Symon van der Does1.


Symon van der Does.
in Den Haag op zaterdag na Paasdag 1384 door Albrecht van Beieren beleend met 13 morgen land gelegen in Zoeterwoudeambacht in Tedingerbroek. Krijgt met zijn vaders erfgenamen.
op 15-5-1384 van hertog Albrecht een boete van 20.
,,ouder stilde”. Bezat het Huis Leeuwestein in.
Voorburg met de landen daartoe behorende, 19 morgen land binnen Zoeterwoude en Tedingerbroek, welke bezittingen zijn zoon bij diens huwelijk geschonken werden.

 

tr.
met

Maria van der Wateringe1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips  †1439   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Maria van der Wateringe
Maria van der Wateringe1.

tr.
met

Symon van der Does1, zn. van Philips van der Does (schout van Voorburg) en Juffer van Vlaardingen.

 


Symon van der Does.
in Den Haag op zaterdag na Paasdag 1384 door Albrecht van Beieren beleend met 13 morgen land gelegen in Zoeterwoudeambacht in Tedingerbroek. Krijgt met zijn vaders erfgenamen.
op 15-5-1384 van hertog Albrecht een boete van 20.
,,ouder stilde”. Bezat het Huis Leeuwestein in.
Voorburg met de landen daartoe behorende, 19 morgen land binnen Zoeterwoude en Tedingerbroek, welke bezittingen zijn zoon bij diens huwelijk geschonken werden.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips  †1439   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)

Philips van der Does
 
Philips van der Does1, schout van Voorburg, ovl. tussen 1378 en 1384.


Philips van der Does.
schout van Voorburg, vermeld in 1361. Wordt op 12-3-1372 genoemd als neef van Aelbrecht van der Wateringe 49). In Den Haag op maandag na Sinte Pouwelsdag conversie 1375 door Albrecht van Beieren beleend met 13 morgen land gelegen in Zoeterwoudeambacht in Tedingerbroek, welk leen, na zijn overlijden, op zijn zoon Symon overgaat. Nog vermeld in 1378.

 

tr.
met

Juffer van Vlaardingen1.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Symon     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Juffer van Vlaardingen
Juffer van Vlaardingen1.

tr.
met

Philips van der Does1, zn. van Jan van der Does (schout van Voorburg) en Jkv Kerstine van Voorburg, schout van Voorburg, ovl. tussen 1378 en 1384.

 


Philips van der Does.
schout van Voorburg, vermeld in 1361. Wordt op 12-3-1372 genoemd als neef van Aelbrecht van der Wateringe 49). In Den Haag op maandag na Sinte Pouwelsdag conversie 1375 door Albrecht van Beieren beleend met 13 morgen land gelegen in Zoeterwoudeambacht in Tedingerbroek, welk leen, na zijn overlijden, op zijn zoon Symon overgaat. Nog vermeld in 1378.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Symon     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Jan van der Does
 
Jan (Johan) van der Does1, schout van Voorburg.


Jan van der Does.
hij schout te Voorburg, leefde in 1351.

tr.
met

Jkv Kerstine (Christina) van Voorburg1.

Jkv Kerstine van Voorburg.
Johan van der Does, schout te Voorburg, leefde medio 14e eeuw,.
en was gehuwd met Juffer Christina van Voorburg.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips  †1378   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Kerstine van Voorburg
Jkv Kerstine (Christina) van Voorburg1.

Jkv Kerstine van Voorburg.
Johan van der Does, schout te Voorburg, leefde medio 14e eeuw,.
en was gehuwd met Juffer Christina van Voorburg.

tr.
met

Jan (Johan) van der Does1, schout van Voorburg.

 


Jan van der Does.
hij schout te Voorburg, leefde in 1351.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips  †1378   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Machteld Adriaensdr van Malburg
Machteld Adriaensdr van Malburg1.

tr.
met

Gerrit Jans van Muijlwijck1, zn. van Jan Willemszn van Muijlwijck (knape) en Catharina Sasbout, geb. Dordrecht in 1360, knape, ovl. na 23 mrt 1450.

Gerrit Jans van Muijlwijck.
Wordt vermeld als raad in 1417 en 1426, als thesaurier in 1426, 1427, 1432 en als burgemeester van Dordrecht in 1428.
Rentmeester van Zuid-Holland in 1411, 1421 en 1423.
Op Sinte Mathijsavond apostel 1423 door Jan van Beieren beleend met dat schroodambacht en zoutmate met de kleine zoutmate en haar toebehoren binnen de stad Dordrecht. Op 13-11-1425 wordt, op zijn voorstel, Gerrit Tielman Oemsz. met dit schroodambacht beleend. Philips van Bourgondië beleent hem op 10-9-1428 met een schroodambacht met de zoutmate groot en klein en met al zijn toebehoren binnen de stad Dordrecht. Sticht met zijn tweede vrouw Machteld van Malburg, Adriaensdr. op 4-4-1443 een Vicarie op het door hem geschonken altaar in de kerk te Dordrecht ter ere van St. Hieronymus en St. Helena en tot waardigheid van het H. Graf.

Schepen 1409, 1410, Rentmeester van Zuid Holland .
9-1-1421, Raad van Dordrecht 1417 en 1426, Thesaurier der stad Dordrecht 1426, 1427 en 1432, Burgemeester van Dordrecht.

literatuur: * Matthijs Balen: "Beschrijvinge der stad Dordrecht", Dordrecht 1677, p.1115 ev. *.
M.S.F. Kemp: antwoord Van Muijlwijck, in: Gens Nostra 1971, p.355-356. * J. Hartog: "Familie van der Merwe, Van Clootwijck, Van Muijlwijck", uitgave van de werkgroep Genealogie van de O.H.K. Vereniging Sliedrecht, Hardinxveld 1995. * J. Kooijman: "Kwartierstaat van Maijken Nijssen de Vries", in: Ons  Voorgeslacht 1995, p.185-193. De kwartieren van Gerryt Jansz van Muylwijck zijn omstreden. Volgens Balen zou zijn vader Jan Willemszn van Muylwijck zijn. B. de Keijzer stelt echter in Ons Voorgeslacht 1974 pag. 60-63 enige kritische vragen ten aanzien van de juistheid van deze afstamming en vermoed een afstamming via de vrouw van Jan die een van Muylwijck zou kunnen zijn geweest en een zus van Matthijs en Rutger van Muylwijck. Zijn kritiek betreft het.
wapen dat de van Muylwijcks voerden (twee van elkaar afgewende zalmen) dat teveel van de van der Merwedes zou verschillen (dwarsbalk met bisanten) om er van af te stammen. Afstammelingen van Mathijs van Muylwijck de stamvader van de tak in Gorinchem zouden het laatstgenoemde wapen wel voeren In Gens Nostra 1995 pag. 236-7 kan hiervoor echter een verklaring gevonden worden.
Matthys van Muylwijck, de stamvader van de Gorinchemse van Muylwijcks, zou mogelijk een zoon van Jan van der Merwede en N. van Muylwijck (dr. vanMatthys de broer van Rutger en Jan [of Jan's vrouw']) geweest zijn. Deze in 1363 genoemde Matthys van Muylwijck droeg evenals Gerrijt de zoon van Jan als wapen twee van elkaar afgewende zalmen. Een ander argument dat Keijzer gebruikt in zijn kritiek is het feit dat hij geen andere bronnen dan Balen heeft kunnen vinden die een Jan van Muylwijk en een Willem van Muylwijck vermelden. Dat Willem bestaan heeft lijkt echter niet onwaarschijnlijk omdat Matthys een zoon Willem had (Keijzer in Ons Voorgeslacht 1974). .
Of Jan, de vader van Gerrit, nu een van Muylwijck was of zijn vrouw blijft onduidelijk. Zo ook overigens het vraagstuk of de van Muylwijcks wel van de van der Merwedes afstammen gezien het verschil in wapens. In de kwartieren van Greidanus-Jager wordt gesuggereerd dat Willem van Muylwijck mogelijk een grootvader?? is van Jan (moeders kant). Redenen hiervoor zijn mij niet bekend. Raad der stad Dordrecht 1417-26 rentmeester generaal van Zuid-Holland 9 jan 1421 en 1423; thesaurier van Dordrecht 1426, 7, 32; Burgemeester van Dordrecht 1428; in 1423 door Jan van Beieren beleend met dat schroodambacht en zoutmate met de kleine zoutmate en haar toebehoren binnen de stad Dordrecht. Philips van Bourgondie beleent hem op 10-9-1428 met een schroodambacht met de zoutmate groot en klein en met al zijn toebehoren binnend stad Dordrecht. Sticht met zijn tweede vrouw Machteld op 4-4-1443 een vicarie op het door hem geschonken altaar in de kerk van Dordrecht. Hij overleed na 23-3-1449. Gehuwd met: - knape - schepen van Dordrecht 1409, 1410, 16.10.1437, .
11.1.1409 Ghijsbert van der Laeck Pieterszn. verkoopt 1/4 molen aan zijn broer (?) Gherit van Muylwyck; deze laatste verkoopt aan Ghijsbert van der Laeck 1/4 huis "thegen die Nyebrug" .
5.7.1409 koopt 1/12 deel van een huis in Lonnen, waar hij nu woont aan de poortzijde .
3.9.1409 koopt vierendeel van olijmolen op de Heisterbaxduc 4.11.1409 koopt 1/4 molen en verkoopt 1/4 huis lid raad Dordrecht 1417, 1426 verkoopt 2 schepen in 1418 rentmeester van Zuid-Holland .
9.1.1421 koopt tienden in Heer Hugenland van de Heer van Putten 1423 bekomt het "schrootambacht" te Dordrecht 1424 en de zoutmaten binnen Dordrecht thesaurier Dordrecht 1426, 1427, 1432.
burgemeester Dordrecht 1428 kerkmeester Dordrecht .
30.6.1440 Balen: stichtte samen met zijn tr. 2e vrouw op 4.4.1443 een vicarie op het door hem geschonken altaar ter ere van St. Hieronymus en St. Helena en tot waardigheid van het Heilige Graf in de Grote Kerk te Dordrecht koopt 1/8 deel van twee huizen naast elkaar op de Rietdijk tr. 2e 4.12.1434 "joffrau" van Malburg, Machteld Adriaensdr, haar vader van Malburg, Adriaen was schout van Dordrecht 1423 .
Balen Juist of Onjuist? door B. de Keijzer Onder deze titel wil ik de lezer onder de aandacht brengen, dat wij het genealogisch materiaal bijeen gebracht door Mathijs Balen en neergelegd in zijn Beschrijving der Stad Dordrecht voor-al kritisch moeten beoordelen. In zijn kwartierstaat (zie: Ons Voorgeslacht nr. 219) verwerkt Ir. J. H. Werner ten aanzien van de familie Van Muylwijck en haar afstamming uit de Heren Van der Merwede gegevens uit Balen. Daarbij worden de kwartieren t/m Gheryt van Muylwijck Jansz. (kw. 188460) deskundig aangevuld met gegevens uit de Hol-landse Leenkamer, maar de oudere generaties worden zonder meer overgenomen. Allereerst: Is het nu wel zo zeker, dat de Dordtse familie Van Muylwijck direct uit de Heren Van der Merwede stamt ? Het wapen, dat de Dordtse familie voert, namelijk 2 gouden zalmen verticaal geplaatst en afgewend naast elkaar op een van rood op zwart doorsneden veld ), duidt op een geheel andere wapen-groep, dan die waaronder de Heren Van der Merwede vallen. .
Voorts ben ik vermeldingen van Jan van Muylwijck (kw. 376920) en Willem van Muylwijck (kw. 753840) tot op heden in geen enkele andere bron tegengekomen. Ik veronderstel, dat Gheryt van Muylwijck Jansz. en zijn broer Willem van Muylwijck Jansz. ) zoons zijn van een Jan NN, deze is mogelijk gehuwd geweest met een dochter van een Van Muylwijck. Het is immers mogelijk, dat Van Muylwijck een aanzienlijker klank had dan de naam van de vader of dat de vader nog geen vaste familienaam voerde. Wellicht zou als neef van de broers in aanmerking kunnen komen Willem van Muylwijck Mathijsz, die op 20-9-1403 samen met Tielman Oem Godschalkszoon voor een maand lang geleide krijgen ") . Zijn vader zou Mathijs van Muylwijck kunnen zijn, die in 1363 ,,Hiemraet tot Sleeuwijc" is en een oom Rutgher van Muylwijck, die in 1361 ,,richter van Almkerk" is "1. Deze laatste Van Muylwijcks vallen waarschijnlijk wel onder de wapengroep van de Heren Van der Merwede. Immers latere naamgenoten vooral voorkomende te Gorinchem en omstreken, voerden de dwarsbalk vergezeld met 15 bisanten ") . De stamvader van deze groep.
Mathijs van Muylwijck is om-streeks 1421 met zijn gezin verhuisd vanuit het land van Altena naar Gorinchem "). Het volgende kwartier, die ten tonele wordt gevoerd is een Nicolaes van Muylwijck, heer Jansz. van der Merwede (kw. 1507680), die nevens zijn zuster Lijsbeth een kwestie had enz.
Over deze Lijsbeth is wel iets meer te vertellen. Er is een brief, waaruit blijkt, dat Lijzebeth, Jansdogter van der Merwede, Dirx wijf van der Made op Sinte Maria-Magdalena dag 1327 in bezit had ,,Stienhuys te Zandwijck, dat gebroken wart, dat geregt van Muylwijck, van Almkerke, van Zandwijck, van Huppen, van Uit-hoven, en die Nederscouw, en dat geregte derdedeel van alle vervallen" en nog enige andere goederen 1. Op de rug van deze brief stond nog een aantekening, dat haar erfgenaam Dirk van Hodenpijl was. Wij kunnen haar vereenzelvigen met Lijsbet van Almkerk, gehuwd met Dirk van der Made "1. Hun dochter Aleid huwde met Jan van Hodenpijl, waaruit o.a. een zoon Dirk 1. Op 19-6-1326 wordt Jan de Burchgrave, gehuwd met Lijsbet, neef van Lijsbet van Almkerck, bij dode van zijn vader Dirck de Burchgrave, te versterven op zijn zoon Gerijt beleend met 8 morgen land en een hofstede genaamd ,,Den Hoeck". Wellicht kunnen wij als nazaten van Jan de Burchgrave beschouwen Aernd die Burchgrave Gheryt die Burchgrave ende Dirc die Burchgrave Lodicsz, Roelof van Emmichoven tesamen vermeld in een acte van 1388 "). .
Hieruit kunnen wij concluderen, dat haar vader Jan van der Merwede, identiek moet zijn met diegene, die gehuwd is met Beatrix, dochter van Lodewijk de Kastelein Een bevestiging valt te lezen uit de volgende akte: Op 16-4-1325 ontvangt Niclaes van der Merwede, ridder, van de stad Utrecht 300 E zw.t van den zoen van Lodewijks, zijns neefs, dood, voor zijne magen van moederszijde, volgens zeggen van Graaf Willem. .
Jan van der Merwede geh. met Beatrix zou dan identiek kunnen zijn met de Jan, die samen met zijn broer Daniel in 1288 voorkomen als zoons van Godschalc van der Merwede Danielsz. en Mabelia, dochter van Herbaren van den Bergh. Uit de zinsnede ,,dat geregte derdedeel" kunnen wij opmaken, dat Jan van der Merwede 3 erfgenamen gehad moet hebben. In 1350 wordt Jan van der Merwede Lodewijkszoon genoemd als momboir over de minderjarige Nicolaes van der Merwede, zoon van Jan van der Merwede en Sophia Uten Houte. Heer Nicolaes van der Merwede, ridder, verlijdt op 7-7-1331 al zijn leengoed op zijnen oudsten zoon Jan. Voor de oudere Heeren van der Merwede (kw. 12061440 enz.), die genoemd zijn, kunnen wij verwijzen naar het artikel van W. H. Lenselink in Hollandse Studien 3 (1972), waarin op duidelijke wijze afgerekend wordt met oudere schrijvers ten aanzien van deze opeenvolgende Daniels als Heer van der Merwede. Wij krijgen nu het hiernaast vermelde beknopte beeld: De vraag rijst nu: Waar past de familie Van Muylwijck in dit overzicht in ? Het lijkt mij in dit verband voor de hand, dat het een jongere zoon moet zijn geweest van Nicolaes van der Merwede, ridder, 1323- 1331, omdat er sprake is van een oudste zoon Jan en Nicolaes voor 1/3 erfgenaam was van het gerecht Muylwijck.
Aangezien wij verder over geen concrete feiten meer beschikken, moet dit voorlopig theorie blijven. .
N: 1. Collectie Muschaert (CBG) kaart 63 A 2 . .
2. Ons Voorgeslacht 1967. nr. 153 en 154.
3. Hall. leenkamer nr. 305, fol. 44. .
4. Gens Nostra 1971. pag. 355 en 356. .
5. Bloys van Treslong: Zuid-Holland zie Hoornaar, Gorinchem etc. .
6. Gens Nostra 1971, pag. 355 en 356. .
7. Batavia Illustra, deel 1, pag. 1011. .
8. Ons Voorgeslacht 1968, nr. 138. .
9. Ned. Leeuw 1965, kolom 7 en 8.
10. Ons Voorgeslacht 1965, nr. 138 [lenen Hodenpijll. .
11. Ned. Leeuw 1941, kolom 231 .
12. Oorkondenboek v. d. Bergh, Holland II, pag. 332. .
13. Regesta Hannonensia blz. 139. .
14. Ned. Leeuw 1969. kolom 255 en 256. 1.
15. Collectie J. P. de Man (CBG]. dossier Van der Merwede, waarin een schat aan gegevens over deze familie. .
16. Regesta Hannonensia blz. 197. .
Tot slot: Het merendeel van gegevens van voor 1600 is overgenomen uit bronnen van derden. Nog niet alle gegevens zijn geverifieerd. Het is duidelijk dat enige voorzichtigheid geboden is bij het overnemen van deze gegevens.


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 58)

Hellewige heer Godschalksdr Oem
Hellewige heer Godschalksdr Oem1.

Hellewige heer Godschalksdr Oem.
Zij stichtte in 1468 met haar broers en zusters de vicarie in de Grote Kerk van Dordrecht.

tr.
met

Aernt Gheraetsz Zamencoper1, ovl. kort voor 11 jan 1452.

Aernt Gheraetsz Zamencoper.
Schepen van Dordrecht in 1423, ‘24, ‘26, ‘27, 1429-1440, 1444-1451. Burgemeester van ‘s Heerenwegen in 1436, ‘37, ‘39 en 1440. Wordt in 1424 door Jan van Beieren beleend met een recht derde deel van het Ambacht van Kijfhoek gelegen in het Ambacht van Zwijndrecht, welk leen na zijn overlijden, kort vóór 11-1-1452, op zijn schoonzoon Jan van Muylwijck overgaat.

Aernt voerde als wapen: 3 stappende vogels (2 en 1) in het midden vergezeld van een St. Andrieskruisje.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelia     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 58)

Godschalk Oem van Wijngaareden
Godschalk Oem van Wijngaareden1, geb. circa 1370, ovl. op 14 mrt 1462.

tr.
met

Elisabeth Willem Boordesdr1, dr. van Godschalk Godschalksz Oem (burgemeester) en Elisabeth Willemsdr Booth.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hellewige     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 58)

Jan, Heer Jansz Ais
Jan, Heer Jansz Ais.

Jan, Heer Jansz Ais.
oudste zoon uit het tweede huwelijk van Jan, Heer Gillisz. vermeld op zondag na St. Lucasdag 1325, wanneer zijn vader van Pieter, Heer van der Lecke een visserij koopt in de buurt van Lekkerkerk.

  • Vader:
    Jan (Jan Gillisz) Gillisz1 (Oem van Barendrecht), zn. van Gillis Oem en Geertruyd van Ratingen, geb. Dordrecht in 1265, knape, poorter van Dordrecht (Baljuw in 1321, Raad en rentmeester-generaal van Zuid Holland), ovl. Dordrecht op 24 sep 1341, tr. voor 1311 met


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan  †1385   



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 60)

Jan Gillisz
Jan (Jan Gillisz) Gillisz1 (Oem van Barendrecht), geb. Dordrecht in 1265, knape, poorter van Dordrecht (Baljuw in 1321, Raad en rentmeester-generaal van Zuid Holland), ovl. Dordrecht op 24 sep 1341.

Jan Gillisz.
Jan Heer Gillisz wordt van 24-4-1320 tot 4-4-1333 vermeld als rentmeester van Zuid-Holland en in 1321 als baljuw van Zuid-Holland. Koopt van Gerard, Heer van Hoorne en van Altena het Ambacht van Oost-Barendrecht, welke koop op 6-8-1321 door Graaf Willem III wordt goedgekeurd. Ontvangt op 3-2-1311 van Heer Nicolaas van Putten en Strijen in erfleen een huis staande binnen Dordrecht geheten Rosendael. Op 6-2-1311 oorkondt Heer Nicolaas, dat hij Rosendael als lijftocht voor jonkvrouwe Lizebette, tweede vrouw van Jan, Heer Gillisz. heeft gegeven.
Tenslotte oorkondt de Heer van Putten op 7-2-1311,.
dat na de dood van Jan, het huis Rosendael zal komen aan de oudste zoon uit het tweede huwelijk. Op diezelfde dag geeft Jan, Heer Gillisz. zijn huis Rosendael voor schepenen in Dordrecht aan Heer Nicolaas van Putten in vrije eigendom.

tr. voor 1311
met

Jkv Lizebette (Elisabeth, Lizette, Lijsbeth) van Putten van Strijen1, dr. van Thielman ver Machtildensone van Striene en NN van Wieldrecht, geb. Wieldrecht in 1280, ovl. Dordrecht in 1342.

Jkv Lizebette van Putten van Strijen.
nog vermeld op Sinte Clemensdag.
1342.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan,     
Aleid Dordrecht    



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 60)