Cees Hagenbeek
Arnolda Jansdr van Rosendaele
Joncfrou Arnolda Jansdr (Heylwig, Heijlwig) van Rosendaele1.

Joncfrou Arnolda Jansdr van Rosendaele.
beleend met 5 morgen land te Zwijndrecht.

tr. (1)
met

Johan Wolfertszoon van Culemborch, zn. van Wolfert I van Culemborch en Henrica , ovl. na 1433.

Johan Wolfertszoon van Culemborch.
beleend te Herwijnen 1424, transponteerde deze bezit‘tingen in 1431: 18 april 1433 beleend met het ambacht van West-Barendrecht.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jutta  †1474   

tr. (2) op 7 okt 1413
met

Philips Symonsz van der Does2, zn. van Symon van der Does en Maria van der Wateringe, ovl. in 1439.

Philips Symonsz van der Does.
kamerling van Jacoba van Beieren door zijn huwelijk Heer van Heerjansdam, baljuw van Zuid-Holland in 1419 22), als dijkgraaf van Zwijndrecht vermeld in 1420 23). In 1430 nog genoemd als Heer van Heerjansdam.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bartholomeus  †1484 Dordrecht  



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 56)

Jan heer Jansz van Rosendael
Jan heer Jansz van Rosendael ridder1, ridder, ovl. kort na 16 feb 1419.

Jan heer Jansz van Rosendael ridder.
gaf op 3 mei 1398 gehoor aan de oproep van hertog Aelbrecht om tegen de Friezen tenstrijde te trekken. Was ook aanwezig op 13 februari 1415 toen er in Woudrichem een accoord werd gesloten tussen Jan van Brabant en Jan van Beieren.

Wordt, vermeld in 1388, genoemd als dijkgraaf van Zwijndrecht en bij hem is een deel van het gerecht van Dordrecht en een deel van het gerecht van Sinte Gherdenberghe.
Verm. uit 1389: Notitie dat Jan van Rosendale, Heer.
Jansz. in leen houdt zijn Ambacht in Zwijndrecht, dat.
zijn vader in leen hield.
Op Sinte Claasdagh 1390 belooft Hertog Albrecht, Jan van Rosendael, schout van Dordrecht, te zullen betalen ‘t verschuldigde slot van zijn laatste rekening.
Hij werd in 1390 uit Dordrecht gebannen. In Den Haag op Sinte Agnietedag 1392 door Hertog Albrecht bevestigd in het bezit van Heer Heijen-Ambacht met de tienden en met de giften van de kerk in dat Ambacht, met de visserijen en alle ruigten buiten de drie dammen om Zwijndrecht, met de visserijen en sluizen in de Waal en met alle andere toebehoren, met welke bezittingen zijn vader in 1368 beleend was. Heerjansdam is genoemd naar Jan van Rosendale, die het bedijkt heeft. In 1369 heette.
het Heijnkensoort of Heijnkerke. Als op 3-5-1398 Hertog Albrecht zijn leenmannen in Holland oproept in verband met de Friese oorlog is daarbij Jan van.
Rosendale, Heer Jansz. met 5 gewapende mannen .
Vermeld als schepen van Dordrecht in 1402 en 1409.
en als schout van Dordrecht in 1411 38). Wanneer op.
13-2-1419 te Woudrichem een accoord wordt gesloten tussen Jan van Brabant en Jan van Beieren is onder de aanwezige edelen Heer Jan van Rosendael.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnolda     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 59)

Guy Cornelis Jorden Hagenbeek
 
Guy (Guy Cornelis Jorden) Hagenbeek, geb. Amsterdam op 1 okt 2005.

 
 

relatie
met

.


Bartholomeus Philipsz van der Does
Bartholomeus Philipsz (Bartholomeus Phillipsz) van der Does1, ridder, ovl. Dordrecht in 1484.

Bartholomeus Philipsz van der Does.
was in dienst van Keizer Maximiliaan, die hem tot ridder sloeg 19). Hij was Heer van Ridderkerk, Barendrecht, Heerjansdam (5-11-1445) en dijkgraaf van Zwijndrecht. Woonde in 1456 in Dordrecht.

tr.
met

Yde van Muijlwijck1, dr. van Jan heer Gherytsz van Muijlwijck en Cornelia heer Aerntsdr Zamencoper, geb. Dordrecht, ovl. voor 1478.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Yda     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 56)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)

Philips Symonsz van der Does
Philips Symonsz van der Does1, ovl. in 1439.

Philips Symonsz van der Does.
kamerling van Jacoba van Beieren door zijn huwelijk Heer van Heerjansdam, baljuw van Zuid-Holland in 1419 22), als dijkgraaf van Zwijndrecht vermeld in 1420 23). In 1430 nog genoemd als Heer van Heerjansdam.

 

tr. op 7 okt 1413
met

Joncfrou Arnolda Jansdr (Heylwig, Heijlwig) van Rosendaele2, dr. van Jan heer Jansz van Rosendael ridder (ridder).

Joncfrou Arnolda Jansdr van Rosendaele.
beleend met 5 morgen land te Zwijndrecht.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bartholomeus  †1484 Dordrecht  



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 56)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 57)

Jan Geurt Roosa
Jan Geurt Roosa1, ged. Herwijnen op 12 mei 1651, ovl. aldaar op 23 jan 1703.



Bronnen:

1.Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995
2.Copye-Brieven (B 259), Gijsbert van Rijckhuijsen, Reg. Arch. Leiden, Herwijnen, circa 1740

Arien Meertens de Jongh
Arien Meertens de Jongh, geb. Herwijnen circa 1585, lidmaat kerk van Herwijnen op 25 dec 1612, ovl. voor 1664.

tr.
met

Maijken , lidmaat kerk van Herwijnen op 25 dec 1612.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engeltjen  †1680   


Maijken
Maijken , lidmaat kerk van Herwijnen op 25 dec 1612.

tr.
met

Arien Meertens de Jongh, zn. van Meerten de Jongh, geb. Herwijnen circa 1585, lidmaat kerk van Herwijnen op 25 dec 1612, ovl. voor 1664.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engeltjen  †1680   


Meerten de Jongh
Meerten de Jongh, geb. circa 1552.


Hij krijgt 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arien*1585 Herwijnen †1664  79
Jan     
Cornelis     


Jaapje van der Linden
Jaapje van der Linden, ged. Schiedam op 5 sep 1703.

otr. Schiedam op 2 nov 1725 (getuige: zijn broer en haar zwager Goris van Wagtendonk, broer bruidegom), tr. Schiedam op 8 nov 1725
met

Lammert van Wachtendonk, zn. van Jan Gorisse van Wachtendonk en Neelken Cornelis de Jongh, ged. Waardenburg op 19 mrt 1698, begr. Schiedam op 11 nov 1757.


Anna van Arkel Heukelom
Anna van Arkel Heukelom, geb. circa 1583, ovl. Rees (D) in 1611.

tr.
met

Walraven Freiherr van Gendt, zn. van Johan Gerard van Gendt (heer v. Oijen en Dieden, jagermeester v. Gelre en Zutfen,) en Willemina van Wachtendonck zu Biesenberg und Fliesteden (vrouwe van Dieden & Ooyen, Vrouwe van Biesenburg (Biesenberg?) of Riesenburg?), Herr zu Dussen, baron van Gendt, heer van Oyen, proost van Deventer, overste in keurvorstelijken Brandenburgschen dienst, gouverneur van Rees (D), ovl. in 1644, tr. (2) met Geertruid van den Padevoort. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Walraven Freiherr van Gendt.
,,Ich Walrave Freiherr von Gent, Herr zu der Dussen, unsterkirchen und Hertzverth, Kon. Majestät zu Franckreich bestelter Obersten, thu kund und beken hie mit vormich, meine Erben und Nachkommen, dass ich vermogh eines am 21 July jungshin getroffenen Contracts aus sunderbahren bewegenden Ursachen, aucb meines und meiner Kinder besten Nutzen und Profijts willen in einen steten, vesten und unwiederrufflicher Erbkauff vur ein sichere bescheidene summa Geldes, die mir enz. wohl bezalt ist, cediert und verkauft habe enz. mit genedigen Consent des Leenheren.
Fürstenthumbs Geldern und Graeflschaff Zutphen laut.
der uber in dato Arnheim den 22 .July 1620 ertheilten.
çonsentsbriefs enz. dem Wolhgeborn Herrn Johan von Kettler, Fryherrn zu Monzoye (Monjoye) und Ambothen, Churf. Brandenb. Geheimbten Rath, bestalten Kreichs Obersten und zu Clevisch-Gulich-Bergischen Landen verordenten Stathalter, mein Hans nnd Herlickeit Oyen, snmpt allen ihren Regalien so wohl uber Land als Masstrom, hoich und niedrige Heerlichkeiten, Gerichten hohe, mittele und niedrige, alinge Jurisdiction, Kirchengiften, Collatien von Officien und Beneficien, in specie auch deren zu Thurnolt ; item 2011, Fehr und Fischeryen auff selbigen Masstrom, Jagten, Coninenvranden, Mühlen, Zehenden, Zinsen, Erbpfaghten, Herlichkeiten, Renten, Accisen, Landerien, Garten, Baumgarten, Weyeren, Wasseren, Weyden, Rijs- und Nutelwerten, Sanden an und Beyfallen,” enz.
De luitenant Eggerich/Eggerick Van Baer, die vanaf 1632  een compagnie leidde die behoorde tot het Regiment van Walraven Baron van Gent was onder meer gelegerd in Wesel, Rees, Emmerik, Nijmegen, Zutphen, Doesburg, Grol (Groenlo) en Bredervoort. Bij deze Monsieur de Baers, woonde in Amersfoort  Anneke Hendrixx Stuyven die met Jacob Jelissen de Geest trouwde in 1638.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1610  †1679 Den Haag 69


Geertruid van den Padevoort
Geertruid van den Padevoort, vrouwe van Oevelde, gegoed onder Gendringen, woonde in het huis Oevelgunne te Gendringen, ovl. aldaar voor 4 dec 1681, begr. aldaar.

Geertruid van den Padevoort.
Geertruid aan de Padevoort.
Nadat Ida van de Padevoort en haar tweede man Gijsbert van Twickelo, het tijdelijk met het eeuwige hadden verwisseld, is haar oudste dochter Geertruid vrouwe van het Oevelgunne geworden. Zij heeft niet minder dan drie echtgenoten grafwaarts zien dragen. Van de eerste Hans Willem van Langenberg is weinig meer bekend, dan dat hij deze wereld omstreeks 1625 heeft verlaten. Na zijn dood werd Geertruid.
Staatsie-juffer bij Anna van Arkel, de vrouw van Walraven baron van Gent. Walraven van Gent tot Oyen was zoon van Johan Gerard tot Oyen en Dieden en van Wilhelmina van Wachtendonck Biesterfeld.
In 1602 was hij gehuwd met Anna van Arkel van Ammerzoden, vrouwe van Heemstede, dochter van George van Anna van Lockhorst.
Daar Walraven zich meestal op het oorlogspad bevond, had Geertruid zijn vrouw in haar eenzaam leven en vooral in haar laatste ziekte ter zijde gestaan. In 1634 kocht Walraven voor Geertruid een huis tussen de kerk van Sint Jan cn de stadswal te Amerfoort, waar hij zelf toendertijd ook woonde. Enige jaren later deed zijn oudste zoon Jan baron van Gent als medevoogd en momber der kinderen van zijn vader en.
Geertruid van de Padevoort dit huis, dat f 6000 had gekost, weer voor f 5500 van de hand. Op Paasmaandag van 1635 waren Walraven en Geertruid te Leusden in het huwelijk getreden, net voor de geboorte van hun vijfde kind. Walraven overleed in 1644 te Rees, waarvan hij op zijn oude dag gouverneur was geworden. Geertruids derde gemaal.
Christoffel Rump tot Crangh verliet deze wereld omstreeks 1677, doch nu naderde het uiteinde ook voor de vrouwe van Oevelgunne.
Begin 1680 heet zij krank en blind te bedde te liggen, terwijl het oude dodenboek van Gendringen haar overlijden op 22 October van dat jaar stelt: ,,Die wellgeb. frauw Geertruyd van de Padevort tot Oevelgun”.
Op een zerk in de kerk, welke het gebeente van een vrouwelijke Van de Padevoort dekte, ongetwijfeld het hare, stond daarentegen op 4 December als sterfdatum aangegeven.

tr. Leusden op 30 mrt 1635
met

Walraven Freiherr van Gendt, zn. van Johan Gerard van Gendt (heer v. Oijen en Dieden, jagermeester v. Gelre en Zutfen,) en Willemina van Wachtendonck zu Biesenberg und Fliesteden (vrouwe van Dieden & Ooyen, Vrouwe van Biesenburg (Biesenberg?) of Riesenburg?), Herr zu Dussen, baron van Gendt, heer van Oyen, proost van Deventer, overste in keurvorstelijken Brandenburgschen dienst, gouverneur van Rees (D), ovl. in 1644.

Walraven Freiherr van Gendt.
,,Ich Walrave Freiherr von Gent, Herr zu der Dussen, unsterkirchen und Hertzverth, Kon. Majestät zu Franckreich bestelter Obersten, thu kund und beken hie mit vormich, meine Erben und Nachkommen, dass ich vermogh eines am 21 July jungshin getroffenen Contracts aus sunderbahren bewegenden Ursachen, aucb meines und meiner Kinder besten Nutzen und Profijts willen in einen steten, vesten und unwiederrufflicher Erbkauff vur ein sichere bescheidene summa Geldes, die mir enz. wohl bezalt ist, cediert und verkauft habe enz. mit genedigen Consent des Leenheren.
Fürstenthumbs Geldern und Graeflschaff Zutphen laut.
der uber in dato Arnheim den 22 .July 1620 ertheilten.
çonsentsbriefs enz. dem Wolhgeborn Herrn Johan von Kettler, Fryherrn zu Monzoye (Monjoye) und Ambothen, Churf. Brandenb. Geheimbten Rath, bestalten Kreichs Obersten und zu Clevisch-Gulich-Bergischen Landen verordenten Stathalter, mein Hans nnd Herlickeit Oyen, snmpt allen ihren Regalien so wohl uber Land als Masstrom, hoich und niedrige Heerlichkeiten, Gerichten hohe, mittele und niedrige, alinge Jurisdiction, Kirchengiften, Collatien von Officien und Beneficien, in specie auch deren zu Thurnolt ; item 2011, Fehr und Fischeryen auff selbigen Masstrom, Jagten, Coninenvranden, Mühlen, Zehenden, Zinsen, Erbpfaghten, Herlichkeiten, Renten, Accisen, Landerien, Garten, Baumgarten, Weyeren, Wasseren, Weyden, Rijs- und Nutelwerten, Sanden an und Beyfallen,” enz.
De luitenant Eggerich/Eggerick Van Baer, die vanaf 1632  een compagnie leidde die behoorde tot het Regiment van Walraven Baron van Gent was onder meer gelegerd in Wesel, Rees, Emmerik, Nijmegen, Zutphen, Doesburg, Grol (Groenlo) en Bredervoort. Bij deze Monsieur de Baers, woonde in Amersfoort  Anneke Hendrixx Stuyven die met Jacob Jelissen de Geest trouwde in 1638.


Metje Bijl
Metje Bijl, geb. Herwijnen in 1693.

tr. Herwijnen op 24 dec 1715
met

Marten van Wagtendonk, zn. van Gerrit Gorisse van Wachtendonk en Jenneken Abraham van Diest, ged. Tuil op 1 jan 1686.


Jan Mertens de Jongh
Jan Mertens de Jongh (Jan Mertens), lidmaat kerk van Herwijnen op 25 dec 1612.


Cornelis Mertense de Jongh
Cornelis Mertense de Jongh, lidmaat kerk van Herwijnen in 1645, woont te Hellouw in 1645.


Neeltje Dammas
Neeltje Dammas.

tr.
met

Cornelis Willemsz Bijl, zn. van Willem Claesz Verschee en Annitge Vrancken, schout van Kethel.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem     


Willem Claesz Verschee
Willem Claesz Verschee, ovl. circa 1597.

Willem Claesz Verschee.
onder curatele is gesteld (door prins Maurits) van zijn vader en juist deze Cornelis Vrancken Bijl. Hij was een bovenmatige innnemer en verschijnt regelmatig als schuldenaar in diverse kroegen.

tr.
met

Annitge Vrancken.

Annitge Vrancken.
Annetge wordt nergens genoemd en die filiatie is er waarschijnlijk ook niet. Een mogelijkheid is, dat zij een bastaarddochter was van Cornelis Vrancken Bijl, of diens vader,  en 'doodgezwegen' is. Zij is perse niet zijn zuster. . Willem Claesz Verschee overlijdt ca. 1597, zij wordt nog genoemd in 1600, wanneer haar zwager om boelhout verzoekt bij een notaris in den Haag, daarna ontbreekt elk spoor. Nergens komt een Bijl uit Zegwaart voor in welke akten dan ook.  .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis     


Annitge Vrancken
Annitge Vrancken.

Annitge Vrancken.
Annetge wordt nergens genoemd en die filiatie is er waarschijnlijk ook niet. Een mogelijkheid is, dat zij een bastaarddochter was van Cornelis Vrancken Bijl, of diens vader,  en 'doodgezwegen' is. Zij is perse niet zijn zuster. . Willem Claesz Verschee overlijdt ca. 1597, zij wordt nog genoemd in 1600, wanneer haar zwager om boelhout verzoekt bij een notaris in den Haag, daarna ontbreekt elk spoor. Nergens komt een Bijl uit Zegwaart voor in welke akten dan ook.  .

tr.
met

Willem Claesz Verschee, zn. van Claes Adriaensz van der Molen, ovl. circa 1597.

Willem Claesz Verschee.
onder curatele is gesteld (door prins Maurits) van zijn vader en juist deze Cornelis Vrancken Bijl. Hij was een bovenmatige innnemer en verschijnt regelmatig als schuldenaar in diverse kroegen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis     


Claes Adriaensz van der Molen
Claes Adriaensz van der Molen.

Claes Adriaensz van der Molen.
de vermoedelijke vader van Claes Adriaensz (van der Molen, met twee dochters beiden Maritge genaamd en een zoon Leendert ) zou kunnen zijn Adriaen Jansz Verschee (uit de contreien van Kralingen). Ook kan de optie van Adrichem niet verworpen worden. Hij was een redelijk vermogend man. Al zijn grondbezit met alle ter beschikking staande middelen (morgenboeken, tiende penning, kerkregisters  etc etc) is onderzocht, maar tot dusverre zijn zijn ouders niet achterhaald. Het lijkt alsof hij alles heeft gekocht en niet geerfd.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem  †1597   


Willem Scharloo
Willem Scharloo, geb. Dubbeldam op 18 jun 1865.

tr. (1) Dubbeldam op 16 sep 1886
met

Neeltje Stolk, dr. van Cornelis Stolk en Maria Hordijk, geb. Hendrik-Ido Ambacht in 1868.

tr. (2) Dubbeldam op 22 nov 1894
met

Neeltje de Hoop, dr. van Teunis de Hoop en Trijntje Landsheer, geb. Oud Beijerland in 1872.