Cees Hagenbeek
Adriaen Willems van Vredenburg van Adrichem
Adriaen Willems van Vredenburg van Adrichem, ged. Rotterdam op 21 sep 1607, ovl. aldaar op 23 feb 1652.

otr. Delft op 4 aug 1635, tr. Delft op 19 aug 1635
met

Sara Jacobsd van der Graeff, geb. voor 28 feb 1613, ovl. op 26 aug 1650, begr. Delft op 30 aug 1650.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adryaen~1646 Delft    
Jacob~1643 Delft †1716 Delft 73


Engelbert Pauw
Engelbert Pauw, ged. Delft op 30 apr 1656, ovl. Den Haag op 22 apr 1687.

tr. Delft in 1676
met

Josina van der Goes, dr. van Mr Franco Adriaensz van der Goes en Antonia van Foreest, ged. Delft op 12 jan 1656.


Johan Jacobsz van Foreest
mr. Jan (Johan Jacobsz) van Foreest, ged. Alkmaar op 4 okt 1586, regent, raadsheer, ovl. Hoorn op 27 okt 1651.

mr. Jan (Johan Jacobsz) van Foreest.
Burgemeester van Hoorn 1636.
Secretaris van de Heeren Staten van West-Friesland, vroedschap van Hoorn, raad in de Hoge Raad van Holland, etc.

Mr. Jan van Foreest is geweest een goet aardig man, een groot rechs geleerde, maar boven al een uytsteekent poëet, soo int Grieks als Duyts en Lateyn uytwysen synen veersen ten deele gedrukt en die so God my t leven spaart en daar toe bequaame gelegentheyt presenteert neffens de andere in een volumen noch staan uytgegeven te werden.

Hy wierden den 29 April 1619 geadmitteert tot Secretaris van Staate van west-vrieslant en t noderquartier daarvan hy op den 18 february 1611 de Survivance had gekreegen.

Het beliefde de Konink van Vrankeryk den voorsch: Foreest te geven de ridderlijke order van St. Michiel op den... Novemb. 1635 en dat uyt consideratie van Syne goede en loffelyke qualiteyten, deugden en verdienste.’.

tr. Dordrecht op 4 dec 1607
met

Josina Meijnertsdr van Segwaert, ged. Dordrecht op 8 sep 1585, begr. Hoorn op 13 okt 1657.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antonia*1629 Hoorn †1704 Delft 75


Josina Meijnertsdr van Segwaert
Josina Meijnertsdr van Segwaert, ged. Dordrecht op 8 sep 1585, begr. Hoorn op 13 okt 1657.

tr. Dordrecht op 4 dec 1607
met

mr. Jan (Johan Jacobsz) van Foreest, zn. van Jacob Dirksz van Foreest (secretaris van de gecommitteerde raden van West-Friesland en het Noorderkwartier) en Maria van Egmond van der Nijenburg, ged. Alkmaar op 4 okt 1586, regent, raadsheer, ovl. Hoorn op 27 okt 1651.

mr. Jan (Johan Jacobsz) van Foreest.
Burgemeester van Hoorn 1636.
Secretaris van de Heeren Staten van West-Friesland, vroedschap van Hoorn, raad in de Hoge Raad van Holland, etc.

Mr. Jan van Foreest is geweest een goet aardig man, een groot rechs geleerde, maar boven al een uytsteekent poëet, soo int Grieks als Duyts en Lateyn uytwysen synen veersen ten deele gedrukt en die so God my t leven spaart en daar toe bequaame gelegentheyt presenteert neffens de andere in een volumen noch staan uytgegeven te werden.

Hy wierden den 29 April 1619 geadmitteert tot Secretaris van Staate van west-vrieslant en t noderquartier daarvan hy op den 18 february 1611 de Survivance had gekreegen.

Het beliefde de Konink van Vrankeryk den voorsch: Foreest te geven de ridderlijke order van St. Michiel op den... Novemb. 1635 en dat uyt consideratie van Syne goede en loffelyke qualiteyten, deugden en verdienste.’.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antonia*1629 Hoorn †1704 Delft 75


Maarten Pauw
mr. Maarten Pauw, ged. Delft op 10 jan 1616, begr. aldaar op 24 sep 1680.

  • Vader:
    Engelbert Pauw, zn. van Jacob Pauw (brouwer, raad, schepen, en burgemeester te Delft) en Machteld van Heemskerck, ged. Delft op 8 jul 1585, koopman, veertigraad te Delft, begr. Delft (Oude Kerk) op 4 mrt 1648, tr. Delft op 11 jul 1610 met

tr.
met

Elijsabeth van der Meer, dr. van Franco van der Meer en Maria Claes Graswinckel, ged. Delft op 4 nov 1626 (getuigen: Willem de Groot, Cornelia Sijmons de Vries en Elijsabeth Beresteijns), ovl. Loosduinen op 4 mei 1708.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert~1656 Delft †1687 Den Haag 30


Elijsabeth van der Meer
Elijsabeth van der Meer, ged. Delft op 4 nov 1626 (getuigen: Willem de Groot, Cornelia Sijmons de Vries en Elijsabeth Beresteijns), ovl. Loosduinen op 4 mei 1708.

tr.
met

mr. Maarten Pauw, zn. van Engelbert Pauw (koopman, veertigraad te Delft.) en Maria Hoogenhouck, ged. Delft op 10 jan 1616, begr. aldaar op 24 sep 1680.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert~1656 Delft †1687 Den Haag 30


Engelbert Pauw
Engelbert Pauw, ged. Delft op 8 jul 1585, koopman, veertigraad te Delft, begr. Delft (Oude Kerk) op 4 mrt 1648.

  • Vader:
    Jacob Pauw, zn. van Adriaen Reiniersz Pauw en Anna van Persijn, ged. Amsterdam op 22 dec 1588, brouwer, raad, schepen, en burgemeester te Delft, ovl. Delft op 7 jul 1620, begr. Delft (Oude Kerk), tr. Leiden op 15 apr 1580 met
  • Moeder:
    Machteld van Heemskerck, geb. Leiden voor 22 dec 1558, ovl. Delft op 3 aug 1606, begr. aldaar op 5 aug 1606.

tr. Delft op 11 jul 1610
met

Maria Hoogenhouck, dr. van Maarten Jan Jacobsz van Hoogenhouck en Catharina Adriaen Bruijnsdr van der Dussen, ged. Delft op 8 okt 1589, ovl. aldaar op 2 sep 1649, begr. Delft (Oude Kerk).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maarten~1616 Delft 1680 Delft 64


Maria Claes Graswinckel
Maria Claes Graswinckel, geb. circa 1600, begr. Delft (Oude Kerk) op 9 mrt 1665.

tr.
met

Franco (Franck) van der Meer, geb. Delft op 31 jul 1587, begr. Delft (Oude Kerk) op 5 mrt 1663.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elijsabeth~1626 Delft †1708 Loosduinen 81


Engebrecht Martensz Graswinckel
Engebrecht Martensz Graswinckel.

tr.
met

Magdalena Gerrits Graswinckels.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1600  1665 Delft (Oude Kerk) 64


Magdalena Gerrits Graswinckels
Magdalena Gerrits Graswinckels.

tr.
met

Engebrecht Martensz Graswinckel.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1600  1665 Delft (Oude Kerk) 64


Maria Hoogenhouck
Maria Hoogenhouck, ged. Delft op 8 okt 1589, ovl. aldaar op 2 sep 1649, begr. Delft (Oude Kerk).

tr. Delft op 11 jul 1610
met

Engelbert Pauw, zn. van Jacob Pauw (brouwer, raad, schepen, en burgemeester te Delft) en Machteld van Heemskerck, ged. Delft op 8 jul 1585, koopman, veertigraad te Delft, begr. Delft (Oude Kerk) op 4 mrt 1648.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maarten~1616 Delft 1680 Delft 64


Jacob Pauw
Jacob Pauw, ged. Amsterdam op 22 dec 1588, brouwer, raad, schepen, en burgemeester te Delft, ovl. Delft op 7 jul 1620, begr. Delft (Oude Kerk).

  • Vader:
    Adriaen Reiniersz (Adriaen Reinierz) Pauw1,2, zn. van Reijnier Hendrickszn Pauw (apotheker, brouwer, raadsheer der Staten van Holland, burgemeester, thesaurier) en Aerland Fransdr, geb. Gouda op 13 jan 1516, ged. aldaar op 14 jan 1516, ovl. Amsterdam (Oude Kerk) (te Amsterdam) op 8 okt 1578, begr. aldaar op 10 okt 1578, tr. (2) Amsterdam op 6 mei 1539 met
 
  • Moeder:
    Anna van Persijn, geb. Amsterdam op 23 jun 1520, ovl. Enkhuizen op 1 jul 1586.

tr. Leiden op 15 apr 1580
met

Machteld van Heemskerck, geb. Leiden voor 22 dec 1558, ovl. Delft op 3 aug 1606, begr. aldaar op 5 aug 1606.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert~1585 Delft 1648 Delft (Oude Kerk) 62



Bronnen:
1.Nederlands Adelsboek (NA 001), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1973
2.De Vroedschap van Amsterdam, 1578-1795 (B 005), Johan E. Elias, N. Israel, Leiden, 1963 (blz. 11)

Anna van Persijn
Anna van Persijn, geb. Amsterdam op 23 jun 1520, ovl. Enkhuizen op 1 jul 1586.

tr. Amsterdam op 6 mei 1539
met

Adriaen Reiniersz (Adriaen Reinierz) Pauw1,2, zn. van Reijnier Hendrickszn Pauw (apotheker, brouwer, raadsheer der Staten van Holland, burgemeester, thesaurier) en Aerland Fransdr, geb. Gouda op 13 jan 1516, ged. aldaar op 14 jan 1516, ovl. Amsterdam (Oude Kerk) (te Amsterdam) op 8 okt 1578, begr. aldaar op 10 okt 1578.

 


Adriaen Reiniersz Pauw.
koopman in granen in Amsterdam, .
Opperkapitein der burgerij in Amsterdam, Noord-Holland, Nederland.
Eén der zes Opperkapiteins der Burgerij (1566) en één der negen (1567).
Schepen van Amsterdam .
Mei 1578 Raad van Amsterdam in Amsterdam, Noord-Holland, Nederland.
1578; verkozen door de afgevaardigden der Schutterijen 27 Mei 1578.
Factoor (zaakgelastigde of tussenpersoon) in Amsterdam.
Factoor van den Koning van Denemarken en van vele Oostersche handelshuizen te Amsterdam.
Zeepzieder in Amsterdam.

Koopman in granen en Factoior van den koning van Denemarken en van vele Oostersche kandelshuizen te Amsterdam.
- Biographisch woordenboek der Nederlanden - A.J. van der Aa - Deel 15 - PAUW (Adriaan), achterkleinzoon van genoemden Dirk, zoon van Reinier Pauw, in 1522 en volgende, schepen van Gouda en in 1540 burgemeester, en van Aerland of Alida Souburgh, werd 14 Jan. 1516 te Gouda geboren. Sedert zijn huwelijk met Anna, dochter van Lucas van Beverweerde en Elizabeth van Persijn (6 Mei 1539) vestigde hij zich te Amsterdam, waar hij zich op den handel toelegde en weldra menigvuldige betrekkingen met Duitschland en de kusten der Oostzee aanknoopte zoodat hij allengs ‘factoor werd der principaelste koopluyden van de Oostersche Natie’.
Ook deed hij herhaalde reizen naar Duitschland en bezocht de steden der groote Hanze. Dientengevolge had hij menigvuldige betrekkingen in de zuidelijke Nederlanden, inzonderheid te Antwerpen. Dat hij een der voornaamste en ook buiten 's lands meest bekende Amsterdamsche handelaren was, blijkt o.a. daaruit, dat de koning van Denemarken hem tot zijn zaakgelastigde in deze stad benoemde. Zijn verblijf in Duitschland en in de zuidelijke Nederlanden werkte krachtig mede om hem tot zijnen overgang tot de hervormings-gezinden te doen besluiten. Toen den 23sten van Oogstmaand 1566 eenige kooplieden op hunne vergaderplaats in de Warmoesstraat een verhaal deden van den beeldenstorm te Antwerpen, die zij hadden bijgewoond, en de regering van Amsterdam dientengevolge verordend had, dat alle kostelijke kerksieraden zonden geborgen worden, ontstond hieruit een hevige beroerte en begon het graauw op de been te komen, ontboden burgemeesters drie voorname burgers, die algemeen gerekend werden tot de hervormings-gezinden te behooren, onzen Pauw, Egbert Roelofszoon en Arend Brenner, om eenige middelen te beramen tot stilling der gemeente. Zij vonden zich bezwaard om voor het oogenblik iets voor te slaan, en verzochten tijd van beraad tot 's anderen daags. Ondertusschen begon het volk in de oude kerk de beelden te verbrijzelen. Op de vraag van een der burgemeesteren, wat hier tegen te doen? antwoordde Pauw ‘dat zulks boven zijn verstand ging en dat de heeren konden doen wat zij oorbaar achtten.’ Later stelde Pauw in een opstel voor ‘of men ook zou kunnen goedvinden, de beelden aftenemen, de kerken te sluiten en de godsdienstoefeningen der onroomschen buiten de stad, en bij ongunstig weder in de zieken- of Leprozen-kerk te gedoogen, enz.’ Terstond werd op dit voorstel eene keus beraamd en door de geheele vroedschap onderteekend, en (zulks bewijst hoe groot zijn gezag en invloed bij de gemeente moet geweest zijn) niet slechts in 't bijzijn van burgemeesteren maar van Pauw en zijne medestanders afgekondigd. Ook verzochten burgemeesters den volgenden dag aan de kapiteins der drie schutterijen, dat zij uit elk derzelve twee personen kiezen zouden aan welke de gemeente hare voorslagen zouden doen. Pauw was wederom een der eersten die verkozen werd. In deze betrekking was hij ijverig werkzaam tot herstel der rust. Het gedrag der regering vond scherpe afkeuring bij de landvoogdes, die in een zeer ernstigen brief beval de kerken wederom te openen, de beelden te herstellen en de kerkschenders strengelijk te straffen, doch de regering vond zich daartoe niet bij magte. Meermalen werd Pauw sedert door de regering gebruikt, en o.a. herhaaldelijk naar Brederode gezonden, toen deze zich op een bedekte wijze te Amsterdam ophield, om hem tot den aftogt te bewegen. Toen de stad in 1567 met Spaansche bezetting bedreigd werd, werd ook hij met den burgemeester Joost Buyck en Herman Rodenburgh naar Antwerpen gezonden, ten einde bij de landvoogdes om verschooning van bezetting aan te dringen, doch te vergeefs. Reeds op den vierden dag na hun vertrek, trok Noircarmes met zijn krijgsvolk de stad in.

Ondanks de vlucht van de meest aanzienlijke hervormden, bleef Pauw tot in Sept. 1568 te Amsterdam. Hij vond zich toen genoodzaakt een handelsreis naar de zuidelijke Nederlanden te doen. De schout, die ijverig roomsch-gezind was, maakte van zijne afwezigheid gebruik, door aan te geven bij den raad van beroerte, dat Pauw voortvlugtig was, waarop men begon onderzoek te doen naar zijne handelingen. Den 22sten Sept. uit Brabant teruggekeerd, ontving hij hiervan de onrustende tijding. Kort daarna verliet hij zijn vaderland en begaf hij zich naar Emden. Hier ontving hij het plakaat zijner verdaging, doch niet verschijnende, werd hij tot eeuwigdurende ballingschap met verbeurdverklaring zijner goederen veroordeeld. Zich te Emden niet meer veilig oordeelende, week hij naar Hamburg. Na een tienjarige ballingschap keerde hij in 1578 naar Amsterdam terug, waar hij weldra lid der Vroedschap en der Schepenen werd en den 8sten Oct. van dat jaar in den ouderdom van 62 jaren zijn werkzaam leven eindigde.

Moorddam: publiek debat en propaganda in Amsterdam tijdens de Nederlandse Opstand (1566-1578) - F.A. Deen - Heel interessant hoofdstuk over 'het publieke debat' dat werd aangewakkerd door o.a. burgers als Adriaen Pauw. In reactie op een oproep van Margaretha van Parma om te stoppen met het verspreiden van allerhande (je zou nu zeggen 'nepnieuws') boekjes en briefjes vol onwaarheden. Zij doelde op de vele pamfletten en publicaties waarin het ketterijbeleid van het centrale gezag (o.a. met spotprenten) scherp werd veroordeeld. Deze teksten riepen op tot verzet met als apotheose het Smeekschrift der Edelen (die zich later Geuzen noemden), waarin Margaretha van Parma 'gesmeekt' werd de vervolgingen van de inquisitie op te schorten en toleranter tegenover de protestanten te staan.
"In het ‘Wonderjaar 1566 verscheen meer drukwerk in de Nederlanden dan in enig ander jaar in de periode1541-1600. Ook in Amsterdam werden na de aanbieding van het Smeekschrift opnieuw talloze briefjes en pamfletten gestrooid. Dit hoofdstuk laat zien hoe tijdens de troebelen een ongekend open publiek debat kon ontstaan. Politiek belandde steeds meer op straat.".
De Beeldenstorm volgde (in Amsterdam op 23 aug. 1566) en uiteindelijk wisten de schutters het volk tot bedaren te brengen (de schutters: Adriaen Pauw, Egbert Roelofsz en Arent Brouwer) door het voorstel om uit de drie schutterijen zes opperkapiteins te kiezen, die konden bemiddelen tussen de protestanten en het stadsbestuur. En dat gebeurde ook; Adriaen Pauw werd een van deze zes opperkapiteins. Al was het nog een lange periode zeer roerig.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob~1588 Amsterdam †1620 Delft 31



Bronnen:
1.Nederlands Adelsboek (NA 001), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1973
2.De Vroedschap van Amsterdam, 1578-1795 (B 005), Johan E. Elias, N. Israel, Leiden, 1963 (blz. 11)

Machteld van Heemskerck
Machteld van Heemskerck, geb. Leiden voor 22 dec 1558, ovl. Delft op 3 aug 1606, begr. aldaar op 5 aug 1606.

tr. Leiden op 15 apr 1580
met

Jacob Pauw, zn. van Adriaen Reiniersz Pauw en Anna van Persijn, ged. Amsterdam op 22 dec 1588, brouwer, raad, schepen, en burgemeester te Delft, ovl. Delft op 7 jul 1620, begr. Delft (Oude Kerk).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert~1585 Delft 1648 Delft (Oude Kerk) 62


Jacob Dirksz van Foreest
Jacob Dirksz van Foreest, geb. Alkmaar op 18 dec 1556, secretaris van de gecommitteerde raden van West-Friesland en het Noorderkwartier, ovl. Alkmaar op 1 jul 1624.

tr. Hoorn op 30 jun 1585
met

Maria van Egmond van der Nijenburg, dr. van Adriaen Jansz van Egmond van der Nijenburg en Adriana Pietersdr, geb. Alkmaar, ovl. Hoorn op 16 nov 1632.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1586 Alkmaar †1651 Hoorn 65


Maria van Egmond van der Nijenburg
Maria van Egmond van der Nijenburg, geb. Alkmaar, ovl. Hoorn op 16 nov 1632.

tr. Hoorn op 30 jun 1585
met

Jacob Dirksz van Foreest, zn. van Dirk van Foreest en Maria Jacobsdr de Groot, geb. Alkmaar op 18 dec 1556, secretaris van de gecommitteerde raden van West-Friesland en het Noorderkwartier, ovl. Alkmaar op 1 jul 1624.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1586 Alkmaar †1651 Hoorn 65


Adriaen Jansz van Egmond van der Nijenburg
Adriaen Jansz van Egmond van der Nijenburg, geb. Alkmaar in 1522.

tr.
met

Adriana Pietersdr.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria Alkmaar †1632 Hoorn  


Adriana Pietersdr
Adriana Pietersdr.

tr.
met

Adriaen Jansz van Egmond van der Nijenburg, geb. Alkmaar in 1522.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria Alkmaar †1632 Hoorn  


Dirk van Foreest
Dirk van Foreest, geb. vermoedelijk Alkmaar circa 1525, ovl. Alkmaar op 16 aug 1596.

  • Vader:
    Jorden van Foreest, geb. Alkmaar in 1494, ovl. aldaar op 28 feb 1559, tr. met

tr. Alkmaar op 9 jun 1554
met

Maria Jacobsdr de Groot, ovl. Alkmaar op 1 jan 1557.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1556 Alkmaar †1624 Alkmaar 67


Maria Jacobsdr de Groot
Maria Jacobsdr de Groot, ovl. Alkmaar op 1 jan 1557.

tr. Alkmaar op 9 jun 1554
met

Dirk van Foreest, zn. van Jorden van Foreest en Margaretha Nanningsdr, geb. vermoedelijk Alkmaar circa 1525, ovl. Alkmaar op 16 aug 1596.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1556 Alkmaar †1624 Alkmaar 67