Cees Hagenbeek
Allegonda de Meer
Allegonda (Aeltge, Hilligont, Hilligonda) de Meer, ovl. Schiedam circa 26 jan 1680.

tr.
met

Anthony Willemszoon van Oppijnen, zn. van Willem Pietersz van Oppijnen en Catharina Jansdr Verbiest, geb. in 1602, ovl. na 25 okt 1659.

Anthony Willemszoon van Oppijnen.
houtcramer (1645), administrateur (1655), bestelmeester op het veer van Londen op Rotterdam (1660), bestelmeester van de coopluyden van goederen op Londen (1662).
voogd over de minderjarige kinderen van vice Admiraal Witte Cornelisz de With "Dubbelwit" (1659,1668).
[bron: ONA Rotterdam].

Datering: 21-jul-1635.
Aktenummer: 134.
Bladzijden: 241 t/m 243.
Standplaats: Rotterdam.
Notaris: Jacob Duyfhuysen jr.
Akteplaats: Rotterdam.
Aktesoort: huwelijksvoorwaarden.
Inhoud: Johannis Oosterwijck, weduwnaar, en Hester de Meer wonend aan de westzijde van de Lombertstraet, zijn aanstaande vrouw, bijgestaan door Antonio van Oppinien, haar zwager, sluiten een contract van huwelijkse voorwaarden.
NB: Van Oppinien tekent als Van Oppijnen.
Bij het opmaken van hun testament op 18-09-1635 is dit contract tenietgedaan.
Toegangsnummer: 18 Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA).
Inventarisnummer: 195.
Bron: Archief van Notaris Jacob Duyfhuysen jr te Rotterdam, 28-Okt-1634 t/m 24-Dec-1635.

Uit ONA Rotterdam.
120 testament 31-jan-1639.
Datering: 31-jan-1639.
Aktenummer: 120.
Standplaats: Rotterdam.
Bladzijden: 358 t/m 360.
Notaris: Nicolaas Vogel Adriaansz.
Akteplaats: Rotterdam.
Aktesoort: testament.
Inhoud: Anthonis van Opinen of Oppijnen en zijn vrouw Allegonda de Maire of Meere herroepen hun testament gemaakt op 18-10-1627 voor notaris Albertus Troost en benoemen de langstlevende van hen beiden tot enig erfgenaam.
Toegangsnummer: 18 Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA).
Inventarisnummer: 158.
Bron: Nicolaas Vogel Adriaansz te Rotterdam, 01-Jan-1635 t/m 02-Dec-1639.
Sara van Quickelberg was de schoonmoeder van Anthony, Susanna was haar zus.
Op 15-12-1648 compareert Susanna van Quickelberch, weduwe van Jonas Cabelliau. Zij sluit de weescamer van Rotterdam of elders uit van haar nalatenschap, en benoemt haar cousijns Dominus Petrus Cabelliau(¥), bedienaer te Leijden, en Anthony van Opijnen tot voogd en executeur testamentair. Bron: http://www.nikhef.nl/~louk/CABEL/generation3.html.

Oud Notarieel Archief Rotterdam.
Aktesoort: testament.
Datum: 25/08/1654 en 31/07/1654.
Archief: ONA Rotterdam.
Inventarisnummer: 490.
Aktenummer/Blz.: 68/175 en 64/165.
Notaris: Johan van Weel de Oude.
Esther de Meer, vrouw van Johan de Reus, raad en vroedschap en oud-burgemeester, benoemt Alagonde de Meer, haar zuster, vrouw van Anthony van Opijnen tot erfgename.
Anthony was voogd over de kinderen van Witte Cornelisz. de With "Dubbelwit" en diens derde vrouw Esther de Meester.
Bron: Gemeentearchief Rotterdam.
Aktesoort: boedelrekening.
Datum: 25/10/1659.
Archief: ONA Rotterdam.
Inventarisnummer: 400.
Aktenummer/Blz.: 14/130.
Notaris: Jacobus Delphius.
Inventaris van Maria Jacoba Bave, overleden te Delff op 14-11-1657, weduwe van Jeremias de Meester, raedt in Oostindien. De boedel bevat (behalve de goederen die Maria volgens haar testament heeft uitgedeeld) o.a. # * * # Rentebrieven:.
- een obligatie van 943 gulden bij de Oostindische Compagnie alhier tot laste van Jan Claes Backer en Leendert Cornelisz, varende man, die tegenwoordig in Oostindien is. Van deze obligatie is 105 gulden ontvangen van burgemeester Johan de Reus en Anthonie van Opijnen heeft 100 gulden ontvangen van Jan Claesz Backer, beide op 5-10-1659.
- een obligatie onder de hand van 80 gulden ten laste van Jannetge Jacobs, vrouw van Teunis Jansz. Deze laatste 2 obligaties zullen weinig tot niets opbrengen. Inclusief de renten tesamen 10997 gulden 5 stuivers en 8 penningen.
# Doodschulden, gemaakt voor de meerderjarigen, als voogden over de erfgenamen. Tesamen 479 gulden 11 stuivers en 2 penningen.
# 5000 gulden schuld aan de 5 onmondige kinderen van de overleden Esther de Meester, als rest van een obligatie van 7000 gulden. De lasten bedragen tesamen 5479 gulden 11 stuivers 2 penningen. Er blijven dus 5517 gulden 14 stuivers en 6 penningen over, die moeten worden gedeeld door:.
- Dirck Mierop, gehuwd met Maria Traudenius, voor de helft.
- de 5 onmondige kinderen van Esther de Meester voor de andere helft. Dirck Mierop heeft geld geleend aan o.a. Jeremias IJsbrantsz en Jacobus van Gogh, ten laste van de 5 kinderen. Na de verdeling tussen Dirck Mierop en de 5 kinderen blijven enige obligaties of restanten daarvan onverdeeld, ter waarde van 1868 gulden. Dirck Mierop en oud burgemeester Johan de Reus zijn voogd en over Jacobus van Gogh, de Reus en Anthony van Opijnen zijn voogd over Maria Jacobs de With en Witte Wittensz de With, Johan van Haelen en Anthony van Opijnen zijn voogd over IJsbrant en Jeremias IJsbrantsz de With, alle 5 kinderen van Esther de Meester. [Johan de Reus en Anthoni van Oppijnen waren zwagers van elkaar daar hun echtgenotes zussen van elkaar waren. Recia] Bron: http://appl.gemeentearchief.rotterdam.nl/na/extern/resultaatdetail....
http://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_at....
http://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_de_With.
http://en.wikipedia.org/wiki/Witte_Corneliszoon_de_With (English).
Anthony was bestelmeester op het veer van Londen op Rotterdam===.
Aktesoort: attestatie of verklaring.
Datum: 12/12/1660.
Archief: ONA Rotterdam.
Inventarisnummer: 396.
Aktenummer/Blz.: 91/155.
Notaris: Jacobus Delphius.
Micchiel Pieters, oud 35 jaar en Joost Janss, oud 35 jaar, beiden schuyttevoerders, verklaren op verzoek van Anthony van Opijnen, bestelmeester op het veer van Londen op Rotterdam, dat schipper Nicolaes Jaspers van Londen op 7 december jl. met zijn schip op stroom lag bewesten het Oude Hooft, en toen enige kisten en andere goederen heeft ingenomen van een schip uit Delft en ook uit een smalschip afkomstig uit Dordrecht.
Bron: http://appl.gemeentearchief.rotterdam.nl/na/extern/resultaatdetail....
Oud Notarieel Archief Rotterdam.
Aktesoort: machtiging.
Datum: 14/02/1668.
Archief: ONA Rotterdam.
Inventarisnummer: 389.
Aktenummer/Blz.: 124/258.
Notaris: Jacobus Delphius.
Anthonij van Opijnen en IJsbrant IJsbrantsz, medicine doctor, samen voogden over de minderjarige kinderen van vice Admiraal Witte Cornelisz de With en Esther de Meester, beide overleden, machtigen Johannes Uijttenbrouck, secretaris van Schiebroek, om van Rembrant Ariensz van Segwaert uit Hillegersberg 1000 gulden met de rente te innen, die de kinderen te goed hebben.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johannes*1636 Rotterdam    


Cornelis Antonisz Blonck
Cornelis Antonisz Blonck, geb. in 1604, koopman en kruidenier in 1656, ovl. Rotterdam in mei 1686.

tr.
met

Heyltge Aeryens Verhaven.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1634 Rotterdam    


Heyltge Aeryens Verhaven
Heyltge Aeryens Verhaven.

tr.
met

Cornelis Antonisz Blonck, zn. van Antonis Cornelisz Blonck (bierbrouwer 1605 schipper 1620) en Marijken Matthijs, geb. in 1604, koopman en kruidenier in 1656, ovl. Rotterdam in mei 1686.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1634 Rotterdam    


Thomas van Beresteyn Heer van Maurick
Jkh mr Thomas van Beresteyn Heer van Maurick1, ged. 's-Hertogenbosch op 8 apr 1647, officier Infanterie, laatst kapitein 1673-1678, ovl. Vught op 19 mrt 1708.

Jkh mr Thomas van Beresteyn Heer van Maurick.
door de nalatenschap van zijn moeder Jacqueline de Brouaert werd Thomas van Beresteyn (1647-1708) heer van het kasteel Maurick te Vught. Deze titel ging achtereenvolgens over op zijn ongehuwd gebleven zoon Maarten Cornelis (1695-1734) en diens halfbroer Christiaan Paulus (1705-1758). Vermoedelijk is Paulus Gijsberti, de stamvader van het geslacht Gijsberti Hodenpijl een natuurlijke zoon van Thomas.

Werd in 1679 rentmeester van de geestelijke goederen in de kwartieren Kempenland en Oisterwijk. In 1685 schepen van 's-Bosch.

tr. (1)
met

Alida Harpersdr Tromp, dr. van mr Harpert Maertensz Tromp (opperbevelhebber van de Nederlandse en Deense vloot) en Magdalena Jacobsdr van Adrichem, ged. Delft op 3 nov 1671, ovl. Amsterdam op 4 apr 1703.

Alida Harpersdr Tromp.
Alida had een zoon uit een verhouding met Thomas van Beresteyn, Alida Tromp nam haar intrek op Maurick na het overlijden van haar zuster Dina Cornelia.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Paulus~1703 Amsterdam †1782 Veldhoven 79

tr. (2) Rijswijk op 25 aug 1693
met

Dina Cornelia Tromp, ged. Delft op 6 okt 1657, ovl. Vught op kasteel Maurick op 31 okt 1699.

Uit dit huwelijk 2 kinderen.

tr. (3) Den Haag op 5 feb 1704
met

Johanna Catharina de Groot, dr. van Mr Pieter de Groot (advocaat) en Agatha van Rhijn, ged. Amsterdam op 6 dec 1664, ovl. Vught op kasteel Maurich op 8 dec 1729.

Uit dit huwelijk een kind.


Bronnen:

1.Nederlands Patriciaat (NP 002), van 1937 tot 1997

Alida Harpersdr Tromp
Alida Harpersdr Tromp, ged. Delft op 3 nov 1671, ovl. Amsterdam op 4 apr 1703.

Alida Harpersdr Tromp.
Alida had een zoon uit een verhouding met Thomas van Beresteyn, Alida Tromp nam haar intrek op Maurick na het overlijden van haar zuster Dina Cornelia.

tr.
met

Jkh mr Thomas van Beresteyn Heer van Maurick1, zn. van Jhr mr Christiaan van Beresteyn Heer van Geffen (pensionaris van den Bosch) en Jacqueline Brouart, ged. 's-Hertogenbosch op 8 apr 1647, officier Infanterie, laatst kapitein 1673-1678, ovl. Vught op 19 mrt 1708, tr. (2) met Dina Cornelia Tromp. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (3) met Johanna Catharina de Groot. Uit dit huwelijk een kind.

Jkh mr Thomas van Beresteyn Heer van Maurick.
door de nalatenschap van zijn moeder Jacqueline de Brouaert werd Thomas van Beresteyn (1647-1708) heer van het kasteel Maurick te Vught. Deze titel ging achtereenvolgens over op zijn ongehuwd gebleven zoon Maarten Cornelis (1695-1734) en diens halfbroer Christiaan Paulus (1705-1758). Vermoedelijk is Paulus Gijsberti, de stamvader van het geslacht Gijsberti Hodenpijl een natuurlijke zoon van Thomas.

Werd in 1679 rentmeester van de geestelijke goederen in de kwartieren Kempenland en Oisterwijk. In 1685 schepen van 's-Bosch.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Paulus~1703 Amsterdam †1782 Veldhoven 79



Bronnen:
1.Nederlands Patriciaat (NP 002), van 1937 tot 1997

Johannes de Meer
Johannes de Meer (Hans de Mere).

Johannes de Meer.
gom, lak, indigo, zijde, katoen, sandelhout, sappanhout, kamfer, salpeter, zwavel, porselein, edelsteenen enz.

Behalve de Rotterdamsche schippers en schepelingen, die in dienst der Kamer Rotterdam aan scheepsboord werkzaam waren, telde de O.I.-Compagnie ook in Indië onder hare ambtenaren tal van Rotterdammers. Van de schippers is te noemen Geen Huygensz. Schapenham, die in 1623 uitgevaren als vice-admiraal op de zoogenaamde Nassausche vloot den op deze reis gestorven admiraal Jacques L'hermite zou vervangen.

In Indië werden de belangen der Compagnie behartigd door oud-Rotterdammers als: de opperkoopman te Suratte Hendrick Arentsz. Vapour, een kunstschilder; de opperkoopman Adriaen Willemsz. van Goedereede; de extra-ordinaris Raad van Indië Jeremias de Meester, een koopman-kruidenier van zuid-nederlandsche afkomst, en diens zoon de opperkoopman Andries de Meester, secretaris van den Raad van Justitie te Batavia; de Gou- verneur ter kust van Koromandel en commandeur van het Fort Gelria Maerten IJsbrants, zoon van een Rotterdamschen kaagschuitvoerder; de opperkoopman te Masulipatam Hans de Meer en de koopman Johan van Meldert, beide van zuidnederlandsche herkomst; de opperkooplieden Justus Schouten, commissaris van de Compagnie in Siam en steller eener gedrukte Beschrijving van Siam, en diens broeder Dirk Schouten, zoons van een Rotterdamschen schipper ter koopvaardij ; de opperkoopman Johan van Citers, een gefailleerd wijn-kooper; en meer anderen, die in dienst der Compagnie waren getreden, om aanvankelijk in Indië hunne carrière te maken. Zij allen hielpen daar mede, om het bedrijf gaande te houden van de beroemde V. O. I. C, welke in macht en aanzien iedere andere handelsinstelling.

(8-7-1616) Op verzoek van Jacob Bartelsz, tijckwerker, hebben Hans de Meer, 42 jaar, coopman Jan driaensz, 26 jaar, en Thoontgen Henricxdr, 29 jaar, vrouw van Jan Jansz, cuyper een verklaring afgelegd omtrent een ongeval met een paard en wagen toebehorend aan Hans N.N, waert in de Ros Beyer te Swijndrecht die hen meenam van IJsselmonde via Rydderkerck en Alblasserdam naar Dordrecht.

Op 26-3-1615 machtigen Jonas Cabellau, coopman, Daniel de La Rue, coopman, en Hans de Mere, coopman, allen gehuwd met een dochter van Steven van Ginckebergh (sic!), en zijn vrouw Aldegonde Maelbrancke, jonkvrouw, Victor de Meestere, Pieter Schelhavre, Joost de Walle, Jacob Coussaert te Brugge, om een vordering te innen te Brugge.

tr.
met

Sara van Quickelberg, dr. van Steven Stevensz van Quickelberg (zijdewever) en Jkv Aldegonde Maelbrancke.

Sara van Quickelberg.
Akte van testament.
Opgesteld door Notaris Jacob Duyfhuysen jr. te Rotterdam.
18-09-1635 (ONA Rotterdam, invent.nr. 195 akte nr. 161, blz.296) Johannis Oosterwijck en zijn vrouw Hester de Meer, wonend in de Lombertstraet, herroepen hun contract van huwelijkse voorwaarden, op 21-07-1635 voor deze zelfde notaris gepasseerd, en maken een testament op van eerststervende aan langstlevende met een legaat van 4000 gld. voor Sara van Quickelberch, haar moeder.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Allegonda  †1680 Schiedam  


Sara van Quickelberg
Sara van Quickelberg.

Sara van Quickelberg.
Akte van testament.
Opgesteld door Notaris Jacob Duyfhuysen jr. te Rotterdam.
18-09-1635 (ONA Rotterdam, invent.nr. 195 akte nr. 161, blz.296) Johannis Oosterwijck en zijn vrouw Hester de Meer, wonend in de Lombertstraet, herroepen hun contract van huwelijkse voorwaarden, op 21-07-1635 voor deze zelfde notaris gepasseerd, en maken een testament op van eerststervende aan langstlevende met een legaat van 4000 gld. voor Sara van Quickelberch, haar moeder.

tr.
met

Johannes de Meer (Hans de Mere).

Johannes de Meer.
gom, lak, indigo, zijde, katoen, sandelhout, sappanhout, kamfer, salpeter, zwavel, porselein, edelsteenen enz.

Behalve de Rotterdamsche schippers en schepelingen, die in dienst der Kamer Rotterdam aan scheepsboord werkzaam waren, telde de O.I.-Compagnie ook in Indië onder hare ambtenaren tal van Rotterdammers. Van de schippers is te noemen Geen Huygensz. Schapenham, die in 1623 uitgevaren als vice-admiraal op de zoogenaamde Nassausche vloot den op deze reis gestorven admiraal Jacques L'hermite zou vervangen.

In Indië werden de belangen der Compagnie behartigd door oud-Rotterdammers als: de opperkoopman te Suratte Hendrick Arentsz. Vapour, een kunstschilder; de opperkoopman Adriaen Willemsz. van Goedereede; de extra-ordinaris Raad van Indië Jeremias de Meester, een koopman-kruidenier van zuid-nederlandsche afkomst, en diens zoon de opperkoopman Andries de Meester, secretaris van den Raad van Justitie te Batavia; de Gou- verneur ter kust van Koromandel en commandeur van het Fort Gelria Maerten IJsbrants, zoon van een Rotterdamschen kaagschuitvoerder; de opperkoopman te Masulipatam Hans de Meer en de koopman Johan van Meldert, beide van zuidnederlandsche herkomst; de opperkooplieden Justus Schouten, commissaris van de Compagnie in Siam en steller eener gedrukte Beschrijving van Siam, en diens broeder Dirk Schouten, zoons van een Rotterdamschen schipper ter koopvaardij ; de opperkoopman Johan van Citers, een gefailleerd wijn-kooper; en meer anderen, die in dienst der Compagnie waren getreden, om aanvankelijk in Indië hunne carrière te maken. Zij allen hielpen daar mede, om het bedrijf gaande te houden van de beroemde V. O. I. C, welke in macht en aanzien iedere andere handelsinstelling.

(8-7-1616) Op verzoek van Jacob Bartelsz, tijckwerker, hebben Hans de Meer, 42 jaar, coopman Jan driaensz, 26 jaar, en Thoontgen Henricxdr, 29 jaar, vrouw van Jan Jansz, cuyper een verklaring afgelegd omtrent een ongeval met een paard en wagen toebehorend aan Hans N.N, waert in de Ros Beyer te Swijndrecht die hen meenam van IJsselmonde via Rydderkerck en Alblasserdam naar Dordrecht.

Op 26-3-1615 machtigen Jonas Cabellau, coopman, Daniel de La Rue, coopman, en Hans de Mere, coopman, allen gehuwd met een dochter van Steven van Ginckebergh (sic!), en zijn vrouw Aldegonde Maelbrancke, jonkvrouw, Victor de Meestere, Pieter Schelhavre, Joost de Walle, Jacob Coussaert te Brugge, om een vordering te innen te Brugge.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Allegonda  †1680 Schiedam  


Steven Stevensz van Quickelberg
Steven Stevensz van Quickelberg, geb. Oudenaarde [België] in 1541, zijdewever, ovl. Rotterdam in aug 1599.

Steven Stevensz van Quickelberg.
De familie was uit Oudenaarde gevlucht om hun geloof.
Op 12 mei 1566-1568 werd 's Morgens om vijf uur een jonge knaap genaamd Van Quickelberghe opgehangen wat uiteraard een droevige zaak was. Deze van Quickelberghe was zeer bedreven in het beeldhouwen van wapenschilden uit steen, verfijnd graveren en inkleuren en hij woonde in Sint-Pieters maar hij was niet Lucas van Quickelberghe die samenwoonde met Pieter van Beke en die nog veel mooiere en kunstiger dingen kon maken. Deze misdadiger was een bastaardzoon en hij had zich te veel ingelaten met de geuzerij en het vernielen van kerken waarvoor hij een tijdlang had gevangen gezeten in de stadsgevangenis.

Ook Steven was op de hand van de geuzen en werd door Alva verbannen omdat hij als wachtcommandant de beeldenstormers de Baarpoort ingelaten had. Eveneens stond Steven in Neurenberg bekend als een roerig Calvinist die het niet zo op had met het Duitse, Lutherse geloof in Neurenberg en met hun manier van dopen, daarom liet hij naar bekend een van zijn kinderen in Freystadt dopen. Ik vermoed Sara, want vermoedelijk is Susanna in Frankfurt gedoopt, waar zij geboren was volgens haar ondertrouw-akte in Leiden.

tr.
met

Jkv Aldegonde Maelbrancke.

Jkv Aldegonde Maelbrancke.
Notaris Jacob Duyfhuysen te Rotterdam.
26-03-1615 (ONA Rotterdam, invent.nr. 49 akte nr. 100, blz.167) Jonas Cabellau coopman, Daniel de La Rue coopman, Hans de Mere coopman, allen gehuwd met een dochter van Steven van Ginckebergh en zijn vrouw Aldegonde Maelbrancke, jonkvrouw, machtigen Victor de Meestere, Pieter Schelhavre, Joost de Walle Brugge, Jacob Coussaert, Belsebubstraetgen Brugge, Sheerzegherstraet Brugge opdracht om een vordering te innen te Brugge.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sara     
Susanna*1579 Frankfurt am Main [Duitsland] †1649  70


Aldegonde Maelbrancke
Jkv Aldegonde Maelbrancke.

Jkv Aldegonde Maelbrancke.
Notaris Jacob Duyfhuysen te Rotterdam.
26-03-1615 (ONA Rotterdam, invent.nr. 49 akte nr. 100, blz.167) Jonas Cabellau coopman, Daniel de La Rue coopman, Hans de Mere coopman, allen gehuwd met een dochter van Steven van Ginckebergh en zijn vrouw Aldegonde Maelbrancke, jonkvrouw, machtigen Victor de Meestere, Pieter Schelhavre, Joost de Walle Brugge, Jacob Coussaert, Belsebubstraetgen Brugge, Sheerzegherstraet Brugge opdracht om een vordering te innen te Brugge.

tr.
met

Steven Stevensz van Quickelberg, geb. Oudenaarde [België] in 1541, zijdewever, ovl. Rotterdam in aug 1599.

Steven Stevensz van Quickelberg.
De familie was uit Oudenaarde gevlucht om hun geloof.
Op 12 mei 1566-1568 werd 's Morgens om vijf uur een jonge knaap genaamd Van Quickelberghe opgehangen wat uiteraard een droevige zaak was. Deze van Quickelberghe was zeer bedreven in het beeldhouwen van wapenschilden uit steen, verfijnd graveren en inkleuren en hij woonde in Sint-Pieters maar hij was niet Lucas van Quickelberghe die samenwoonde met Pieter van Beke en die nog veel mooiere en kunstiger dingen kon maken. Deze misdadiger was een bastaardzoon en hij had zich te veel ingelaten met de geuzerij en het vernielen van kerken waarvoor hij een tijdlang had gevangen gezeten in de stadsgevangenis.

Ook Steven was op de hand van de geuzen en werd door Alva verbannen omdat hij als wachtcommandant de beeldenstormers de Baarpoort ingelaten had. Eveneens stond Steven in Neurenberg bekend als een roerig Calvinist die het niet zo op had met het Duitse, Lutherse geloof in Neurenberg en met hun manier van dopen, daarom liet hij naar bekend een van zijn kinderen in Freystadt dopen. Ik vermoed Sara, want vermoedelijk is Susanna in Frankfurt gedoopt, waar zij geboren was volgens haar ondertrouw-akte in Leiden.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sara     
Susanna*1579 Frankfurt am Main [Duitsland] †1649  70


Harpert Maertensz Tromp
mr Harpert Maertensz Tromp, ged. Rotterdam op 13 mei 1627, opperbevelhebber van de Nederlandse en Deense vloot, ovl. op 3 mei 1691.

mr Harpert Maertensz Tromp.
Heer van Voorburg.

tr. Delft op 29 nov 1654
met

Magdalena Jacobsdr van Adrichem, dr. van Jacob Adriaensz van Adrichem en Sara Jacobsdr van der Graeff, ged. Delft op 16 jun 1639, ovl. aldaar op 17 nov 1684, begr. aldaar op 23 nov 1684, tr. (2) met Jhr mr Dirck (Theodoor) van Beresteijn. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alida~1671 Delft †1703 Amsterdam 31



Bronnen:
1.Hollandse parentelen vòòr 1650 (B 060), Léon van der Hoeven cs. Ons Voorgeslacht, Rotterdam, 2023 (blz. 460)

Magdalena Jacobsdr van Adrichem
Magdalena Jacobsdr van Adrichem, ged. Delft op 16 jun 1639, ovl. aldaar op 17 nov 1684, begr. aldaar op 23 nov 1684.

  • Moeder:
    Sara Jacobsdr van der Graeff, ged. Delft op 28 feb 1613, ovl. aldaar op 25 aug 1650, begr. Delft (Oude Kerk) op 30 aug 1650.

tr. (1) Delft op 29 nov 1654
met

mr Harpert Maertensz Tromp, zn. van Maarten Harpertsz Tromp van der Wel (admiraal, bevelhebber van 's lands vloot) en Digna Cornelisdr de Haes, ged. Rotterdam op 13 mei 1627, opperbevelhebber van de Nederlandse en Deense vloot, ovl. op 3 mei 1691.

mr Harpert Maertensz Tromp.
Heer van Voorburg.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alida~1671 Delft †1703 Amsterdam 31

tr. (2)
met

Jhr mr Dirck (Theodoor) van Beresteijn, ged. Delft op 23 jun 1627, ovl. aldaar op 23 sep 1653, begr. aldaar op 29 sep 1653.


Jacob Adriaensz van Adrichem
Jacob Adriaensz van Adrichem, ged. Delft op 23 jun 1613, ovl. op 26 dec 1640.

tr. Delft op 19 aug 1635
met

Sara Jacobsdr van der Graeff, ged. Delft op 28 feb 1613, ovl. aldaar op 25 aug 1650, begr. Delft (Oude Kerk) op 30 aug 1650.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Magdalena~1639 Delft †1684 Delft 45



Bronnen:
1.Stam- en Wapenboek van Aanzienlijke Nederlandsche Familiën (B 026), A.A. Vorsteman van Oijen, Stoomdrukkerij van J.B. Wolters, 1885 (blz. 5)

Sara Jacobsdr van der Graeff
Sara Jacobsdr van der Graeff, ged. Delft op 28 feb 1613, ovl. aldaar op 25 aug 1650, begr. Delft (Oude Kerk) op 30 aug 1650.

tr. Delft op 19 aug 1635
met

Jacob Adriaensz van Adrichem, zn. van Adriaen Jacobs van Adrichem en Alitha Gerrits van der Eijck, ged. Delft op 23 jun 1613, ovl. op 26 dec 1640.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Magdalena~1639 Delft †1684 Delft 45


Dirck (Theodoor) van Beresteijn
Jhr mr Dirck (Theodoor) van Beresteijn, ged. Delft op 23 jun 1627, ovl. aldaar op 23 sep 1653, begr. aldaar op 29 sep 1653.

tr.
met

Magdalena Jacobsdr van Adrichem, dr. van Jacob Adriaensz van Adrichem en Sara Jacobsdr van der Graeff, ged. Delft op 16 jun 1639, ovl. aldaar op 17 nov 1684, begr. aldaar op 23 nov 1684.


Maarten Harpertsz Tromp van der Wel
Maarten Harpertsz Tromp van der Wel, geb. Brielle op 23 apr 1598, ged. aldaar op 3 mei 1598, admiraal, bevelhebber van 's lands vloot, ovl. Terheiden op 10 aug 1653, begr. Delft op 5 sep 1653.

Maarten Harpertsz Tromp van der Wel.
Kapitein (1626), luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland (1637), vlootvoogd.

Op 9-jarige leeftijd ging hij als scheepsjongen op de “Olifantstromp”, het fregat van zijn vader, dat in 1607 meedeed aan de campagne die leidde tot de slag bij Gibraltar. De “Olifantstromp” deed niet mee aan die slag zelf, maar was deel van het dekkingseskader dat op volle zee bleef kruisen. Tot in 1610 bleven vader en zoon Tromp patrouillediensten uitvoeren, meestal op het Kanaal. Die zelfde zomer nog voer Maerten met zijn vader, die inmiddels koopman was geworden, naar Guinee. Onderweg raakte hun schip slaags met zeven Engelse piraten. Vader Harper werd gedood door een kanonskogel, waarna het schip geënterd werd en de bemanning zich overgaf. Maerten verbleef daarna twee jaar in gevangenschap en moest werken als kajuitjongen in dienst van een Engelse kaperkapitein Peter Easton die Salé (Marokko) als thuis basis hadden. In deze gevangenschap deed Maerten waarschijnlijk kennis op van de Engelse en Arabische taal. In 1616 ging hij weer varen en een jaar later trad hij in dienst van de marine als kwartiermeester. In deze functie maakte hij onder meer een expeditie tegen Algiers en Tunis mee. Vanaf 1619 voer Maarten Tromp weer bij de koopvaardij en werd in 1621 korte tijd door de Tunesiërs gevangen gehouden. Mogelijk heeft zijn kennis van de Arabisch taal geholpen bij de korte duur van zijn gevangenschap. De Tunesiërs hadden door dat Maerten Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 15 grote kennis van de zeevaart bezat en boden hem een hoge positie op hun vloot aan, wat hij weigerde. In 1622 trad hij weer in dienst bij de Marine. Twee jaar later werd Tromp kapitein op het jachtschip de St. Anthonius en later van het fregat Gelderland. Tromp werd in 1629 tot vlaggenkapitein benoemd op het schip de Groene Draeck, het schip van luitenant-admiraal Piet Hein. In een gevecht met kapers op 17-6-1629 stond Tromp samen met Piet Hein op het achterplecht van de Groene Draek toen Piet Hein dodelijk door een kogel werd getroffen. Tromp was op 4-7-1629 samen met 25 collega-kapiteins aanwezig bij de begrafenis van de luitenant-admiraal Piet Hein in de Oude Kerk te Delft. Na de dood van zijn eerste vrouw in 1633 verliet Maarten Tromp de marine. In 1636 werd hij directeur van 's Lands Equipage en kreeg de opdracht om de gebrekkige logistieke ondersteuning van de Nederlandse vloot te verbeteren. In oktober 1637 werd hij benoemd tot luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Een van zijn eerste acties was de blokkade van Duinkerken. In januari 1639 stak Tromp weer in zee. Op 18 februari 1639 poogden 23 Duinkerkers, overmoedig geworden door hun numerieke overwicht, met geweld uit Duinkerken breken, maar Tromp versloeg ze met 12 schepen in de Slag bij Duinkerken, zijn eerste zeeslag en overwinning als vlootcommandant. Het Duinkerker vlaggenschip werd verbrand en twee andere schepen genomen. Tromp ontving van de Staten-Generaal een gouden ereketen van tweeduizend gulden en daarna van de Staten van Holland een van duizend gulden. Zijn deel van het prijsgeld van de buitgemaakte schepen bedroeg 3525 gulden. Hij werd door koning Lodewijk XIII beloond met de onderscheiding Orde van St. Michel. Begin 1639 was het duidelijk geworden dat Spanje dat jaar zou proberen met een extra grote hulpvloot, die later wel de Tweede Armada of Vijfde Spaanse Armada genoemd werd, met troepen en geld naar Vlaanderen door te breken. Tromps taak was het om dit transport te stoppen. Op 26 september ging hij bij het Nauw van Calais met slechts 17 schepen het gevecht aan met een vijandelijke overmacht van 67. Door een slim gebruik van een defensieve linietactiek in de lij, lukte het hem deze Armada zo zwaar te beschadigen dat die haar toevlucht zocht op de rede van The Downs ("Duins") in het neutrale Engeland. Om dit succes uit te buiten, zonden de vijf Nederlandse admiraliteiten ieder schip dat ze maar zeewaardig konden maken naar Tromp. Het lukte een Engels ingrijpen te voorkomen door voor te wenden dat hij alleen een Spaans vertrek afwachtte. Toen zijn vloot groot genoeg geworden was, vernietigde hij op 21 oktober de Armada in de Slag bij Duins. Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 16 Ter glorie van de overwinning werden penningen van Maerten Harpertz, Tromp geslagen. Museum Het Prinsenhof De overwinning bij Duins was de grootste uit Tromps carrière en de grootste tactische overwinning uit de geschiedenis van de Nederlandse marine. Bij thuiskomst werd Tromp als een ware zeeheld onthaald en geëerd. Zijn populariteit was immens. Hij kreeg van het prijsgeld de som van tienduizend guldens. Ook internationaal had hij zich nu een grote roem verworven. Koning Lodewijk XIII verhief hem in 1640 in de adelstand door de schenking van een ridderschap met wapen. In de standsgevoelige 17e eeuw betekende dat een aanmerkelijke sociale stijging. Na de verheffing in de adelstand liet hij dit stempel maken. Van Kinschot-Tromp Stichting. Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 17 In de jaren veertig kwam Maarten Tromp in conflict met de Staten-Generaal, omdat die te weinig deden om de kapers van Duinkerken te bestrijden. Uiteindelijk werd dit rovershol door de Fransen bedwongen. Na de Vrede van Munster raakte de Nederlandse vloot verder in verval. Dit zeer tegen de zin van Maarten Tromp. Maarten Tromp vocht aan het begin van de jaren vijftig met wisselend succes tegen de Engelsen. In 1652 moest hij zijn functie zelfs tijdelijk afstaan aan Witte de With. Toen De With later dat jaar tijdens de Slag bij Kentish Knock werd verslagen, werd Maarten Tromp weer benoemd als bevelhebber. De belangrijkste overwinning van Maarten Tromp was de Slag bij Dungeness op 9 december 1652. Tijdens de Driedaagse Zeeslag werd Tromp echter weer verslagen, waarna de Britse marine met een blokkade de belangrijkste Nederlandse havens nutteloos maakten. Een poging om deze blokkade te doorbreken moest Maarten Tromp 10-8-1653 met de dood bekopen. Tijdens deze zeeslag, de Slag bij Ter Heijde, werd Maarten Tromp op de Brederode door een Engelse scherpschutter dodelijk in de linkerborst getroffen. Hij werd op 5-9-1653 te Delft in de Oude Kerk begraven. Ter nagedachtenis aan Maerten Harpertsz. Tromp werd een praalgraf opgericht in de Oude Kerk te Delft. Het is een ontwerp van de Amsterdamse bouwmeester Jacob van Campen, het beeldwerk is gemaakt door Rombout Verhulst en het lijstwerk, de trofeeën en het reliëf met zeeslag onderaan zijn tombe zijn gemaakt door Willem de Keijzer, derde zoon van Hendrick de Keijzer.70 Het monument kostte 4.538 gld. De Zeeslag bij Ter Heijde in 1653 (fragment) door Jan Abrahamsz. Beerstraten (1622-1666). In het midden het gevecht tussen de ‘Brederode’ het vlaggenschip van admiraal Tromp en het Engelse vlaggenschip onder bevel van admiraal Monk. Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 18 Zoals de grafsteen van 1633 laat zien voerde Maerten Harpersz. Tromp voor 1640 een ander wapen. Een op een grond zittende aap, blazende op een bazuin, voor zijn poten een harp liggende. Mogelijk verwijst de harp naar zijn oveleden vader Harper. Op grafstenen worden wapens meestal in courtoisie geplaatst, vandaar de omgewende aap.

tr. (1) Rotterdam in 1628
met

Digna Cornelisdr de Haes, dr. van Cornelis Cornelisz de Haes (beurtschipper tussen den Briel en Rouen) en Dignum Jansdr. van den Heuvel, geb. Brielle in 1599, ovl. Rotterdam op 20 nov 1633.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harpert~1627 Rotterdam †1691  63

tr. (2) Den Haag op 1 feb 1640
met

Cornelia Teding van Berckhout1, geb. in 1624.
Maarten Harpertsz Tromp van der Wel en Cornelia Teding van Berckhout
De kosten van het huwelijk, voltrokken in de Grote Kerk te Den Haag, waren 15.960 gulden. Hij ging wonen aan het Korte Voorhout. In dat jaar schatte Tromp zijn vermogen op 86.301 gulden. Hij behoorde nu niet alleen tot de Franse adel maar ook tot het Nederlandse patriciaat.


Bronnen:

1.Hollandse parentelen vòòr 1650 (B 060), Léon van der Hoeven cs. Ons Voorgeslacht, Rotterdam, 2023 (blz. 460)

Digna Cornelisdr de Haes
Digna Cornelisdr de Haes, geb. Brielle in 1599, ovl. Rotterdam op 20 nov 1633.

tr. Rotterdam in 1628
met

Maarten Harpertsz Tromp van der Wel, zn. van Harpert Maertensz Tromp van der Wel (kapitein bij de Admiraliteit van de Maze, koopman) en Jannetgen Barendsdr Quack, geb. Brielle op 23 apr 1598, ged. aldaar op 3 mei 1598, admiraal, bevelhebber van 's lands vloot, ovl. Terheiden op 10 aug 1653, begr. Delft op 5 sep 1653, tr. (2) met Cornelia Teding van Berckhout. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Maarten Harpertsz Tromp van der Wel.
Kapitein (1626), luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland (1637), vlootvoogd.

Op 9-jarige leeftijd ging hij als scheepsjongen op de “Olifantstromp”, het fregat van zijn vader, dat in 1607 meedeed aan de campagne die leidde tot de slag bij Gibraltar. De “Olifantstromp” deed niet mee aan die slag zelf, maar was deel van het dekkingseskader dat op volle zee bleef kruisen. Tot in 1610 bleven vader en zoon Tromp patrouillediensten uitvoeren, meestal op het Kanaal. Die zelfde zomer nog voer Maerten met zijn vader, die inmiddels koopman was geworden, naar Guinee. Onderweg raakte hun schip slaags met zeven Engelse piraten. Vader Harper werd gedood door een kanonskogel, waarna het schip geënterd werd en de bemanning zich overgaf. Maerten verbleef daarna twee jaar in gevangenschap en moest werken als kajuitjongen in dienst van een Engelse kaperkapitein Peter Easton die Salé (Marokko) als thuis basis hadden. In deze gevangenschap deed Maerten waarschijnlijk kennis op van de Engelse en Arabische taal. In 1616 ging hij weer varen en een jaar later trad hij in dienst van de marine als kwartiermeester. In deze functie maakte hij onder meer een expeditie tegen Algiers en Tunis mee. Vanaf 1619 voer Maarten Tromp weer bij de koopvaardij en werd in 1621 korte tijd door de Tunesiërs gevangen gehouden. Mogelijk heeft zijn kennis van de Arabisch taal geholpen bij de korte duur van zijn gevangenschap. De Tunesiërs hadden door dat Maerten Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 15 grote kennis van de zeevaart bezat en boden hem een hoge positie op hun vloot aan, wat hij weigerde. In 1622 trad hij weer in dienst bij de Marine. Twee jaar later werd Tromp kapitein op het jachtschip de St. Anthonius en later van het fregat Gelderland. Tromp werd in 1629 tot vlaggenkapitein benoemd op het schip de Groene Draeck, het schip van luitenant-admiraal Piet Hein. In een gevecht met kapers op 17-6-1629 stond Tromp samen met Piet Hein op het achterplecht van de Groene Draek toen Piet Hein dodelijk door een kogel werd getroffen. Tromp was op 4-7-1629 samen met 25 collega-kapiteins aanwezig bij de begrafenis van de luitenant-admiraal Piet Hein in de Oude Kerk te Delft. Na de dood van zijn eerste vrouw in 1633 verliet Maarten Tromp de marine. In 1636 werd hij directeur van 's Lands Equipage en kreeg de opdracht om de gebrekkige logistieke ondersteuning van de Nederlandse vloot te verbeteren. In oktober 1637 werd hij benoemd tot luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Een van zijn eerste acties was de blokkade van Duinkerken. In januari 1639 stak Tromp weer in zee. Op 18 februari 1639 poogden 23 Duinkerkers, overmoedig geworden door hun numerieke overwicht, met geweld uit Duinkerken breken, maar Tromp versloeg ze met 12 schepen in de Slag bij Duinkerken, zijn eerste zeeslag en overwinning als vlootcommandant. Het Duinkerker vlaggenschip werd verbrand en twee andere schepen genomen. Tromp ontving van de Staten-Generaal een gouden ereketen van tweeduizend gulden en daarna van de Staten van Holland een van duizend gulden. Zijn deel van het prijsgeld van de buitgemaakte schepen bedroeg 3525 gulden. Hij werd door koning Lodewijk XIII beloond met de onderscheiding Orde van St. Michel. Begin 1639 was het duidelijk geworden dat Spanje dat jaar zou proberen met een extra grote hulpvloot, die later wel de Tweede Armada of Vijfde Spaanse Armada genoemd werd, met troepen en geld naar Vlaanderen door te breken. Tromps taak was het om dit transport te stoppen. Op 26 september ging hij bij het Nauw van Calais met slechts 17 schepen het gevecht aan met een vijandelijke overmacht van 67. Door een slim gebruik van een defensieve linietactiek in de lij, lukte het hem deze Armada zo zwaar te beschadigen dat die haar toevlucht zocht op de rede van The Downs ("Duins") in het neutrale Engeland. Om dit succes uit te buiten, zonden de vijf Nederlandse admiraliteiten ieder schip dat ze maar zeewaardig konden maken naar Tromp. Het lukte een Engels ingrijpen te voorkomen door voor te wenden dat hij alleen een Spaans vertrek afwachtte. Toen zijn vloot groot genoeg geworden was, vernietigde hij op 21 oktober de Armada in de Slag bij Duins. Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 16 Ter glorie van de overwinning werden penningen van Maerten Harpertz, Tromp geslagen. Museum Het Prinsenhof De overwinning bij Duins was de grootste uit Tromps carrière en de grootste tactische overwinning uit de geschiedenis van de Nederlandse marine. Bij thuiskomst werd Tromp als een ware zeeheld onthaald en geëerd. Zijn populariteit was immens. Hij kreeg van het prijsgeld de som van tienduizend guldens. Ook internationaal had hij zich nu een grote roem verworven. Koning Lodewijk XIII verhief hem in 1640 in de adelstand door de schenking van een ridderschap met wapen. In de standsgevoelige 17e eeuw betekende dat een aanmerkelijke sociale stijging. Na de verheffing in de adelstand liet hij dit stempel maken. Van Kinschot-Tromp Stichting. Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 17 In de jaren veertig kwam Maarten Tromp in conflict met de Staten-Generaal, omdat die te weinig deden om de kapers van Duinkerken te bestrijden. Uiteindelijk werd dit rovershol door de Fransen bedwongen. Na de Vrede van Munster raakte de Nederlandse vloot verder in verval. Dit zeer tegen de zin van Maarten Tromp. Maarten Tromp vocht aan het begin van de jaren vijftig met wisselend succes tegen de Engelsen. In 1652 moest hij zijn functie zelfs tijdelijk afstaan aan Witte de With. Toen De With later dat jaar tijdens de Slag bij Kentish Knock werd verslagen, werd Maarten Tromp weer benoemd als bevelhebber. De belangrijkste overwinning van Maarten Tromp was de Slag bij Dungeness op 9 december 1652. Tijdens de Driedaagse Zeeslag werd Tromp echter weer verslagen, waarna de Britse marine met een blokkade de belangrijkste Nederlandse havens nutteloos maakten. Een poging om deze blokkade te doorbreken moest Maarten Tromp 10-8-1653 met de dood bekopen. Tijdens deze zeeslag, de Slag bij Ter Heijde, werd Maarten Tromp op de Brederode door een Engelse scherpschutter dodelijk in de linkerborst getroffen. Hij werd op 5-9-1653 te Delft in de Oude Kerk begraven. Ter nagedachtenis aan Maerten Harpertsz. Tromp werd een praalgraf opgericht in de Oude Kerk te Delft. Het is een ontwerp van de Amsterdamse bouwmeester Jacob van Campen, het beeldwerk is gemaakt door Rombout Verhulst en het lijstwerk, de trofeeën en het reliëf met zeeslag onderaan zijn tombe zijn gemaakt door Willem de Keijzer, derde zoon van Hendrick de Keijzer.70 Het monument kostte 4.538 gld. De Zeeslag bij Ter Heijde in 1653 (fragment) door Jan Abrahamsz. Beerstraten (1622-1666). In het midden het gevecht tussen de ‘Brederode’ het vlaggenschip van admiraal Tromp en het Engelse vlaggenschip onder bevel van admiraal Monk. Dit document is afkomstig van www.nagtegaal.org © H.K. Nagtegaal - Alle rechten voorbehouden 18 Zoals de grafsteen van 1633 laat zien voerde Maerten Harpersz. Tromp voor 1640 een ander wapen. Een op een grond zittende aap, blazende op een bazuin, voor zijn poten een harp liggende. Mogelijk verwijst de harp naar zijn oveleden vader Harper. Op grafstenen worden wapens meestal in courtoisie geplaatst, vandaar de omgewende aap.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harpert~1627 Rotterdam †1691  63



Bronnen:
1.Hollandse parentelen vòòr 1650 (B 060), Léon van der Hoeven cs. Ons Voorgeslacht, Rotterdam, 2023 (blz. 460)

Cornelis Cornelisz de Haes
Cornelis Cornelisz de Haes, geb. Brielle circa 1572, beurtschipper tussen den Briel en Rouen, ovl. in 1617.

tr.
met

Dignum Jansdr. van den Heuvel, geb. Brielle circa 1575.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Digna*1599 Brielle †1633 Rotterdam 34


Dignum Jansdr. van den Heuvel
Dignum Jansdr. van den Heuvel, geb. Brielle circa 1575.

tr.
met

Cornelis Cornelisz de Haes, geb. Brielle circa 1572, beurtschipper tussen den Briel en Rouen, ovl. in 1617.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Digna*1599 Brielle †1633 Rotterdam 34


Harpert Maertensz Tromp van der Wel
Harpert Maertensz Tromp van der Wel, geb. Delft in 1571, kapitein bij de Admiraliteit van de Maze, koopman, ovl. in de zeeslag voor de kust van Guinee in 1610.

  • Vader:
    Maerten Jansz, geb. Düren [Duitsland] in 1530, ovl. op 8 feb 1589, tr. Delft na 1558 met

tr. Brielle op 13 jul 1597
met

Jannetgen Barendsdr Quack, dr. van Barent Quack en Anon de Ruyter, geb. Rockanje circa 1575, ovl. Amsterdam in 1655.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maarten*1598 Brielle †1653 Terheiden 55


Jannetgen Barendsdr Quack
Jannetgen Barendsdr Quack, geb. Rockanje circa 1575, ovl. Amsterdam in 1655.

  • Vader:
    Barent Quack, geb. Rockanje circa 1550, tr. met

tr. Brielle op 13 jul 1597
met

Harpert Maertensz Tromp van der Wel, zn. van Maerten Jansz en Alida Lambrechtsdr van der Wel, geb. Delft in 1571, kapitein bij de Admiraliteit van de Maze, koopman, ovl. in de zeeslag voor de kust van Guinee in 1610.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maarten*1598 Brielle †1653 Terheiden 55