tr.
met
Jost Wilhelm von Eller, zn. van Luther von Eller (drost van Landsberg) en Dorothea von Romberg, ovl. in 1568, tr. met
Herman van Wachtendonck van Germanseel.
Drost van Cranenburg, die 1537 als Cleefsch landmaarschalk de vereeniging der landen Cleef, Gulik en Marck ondertekende en 1540 voor hertog Willem als bruidswerver naar Johanna, heer van Waardenburg heer Hauserholz Maarschalk van het land van Kleef en Drossaard van Nieuweburg, in het jaar 1537 wordt Herman door Hertog Jan van Gelderen gezonden als Referendaris naar de Landdag van Nijmegen hij duldt daar de onbestuurde landsvereniging op de zitting, in het jaar 1540 treedt hij op als huwelijksgarant voor Hertog Willem van Gelderen en Johanna van Navara. Heer van Hauserholz.
De heerlijkheid Ammerzoden was door het huwelijk van Walraven van Broekhuizen en Otto van Arkel (1495) in het bezit van de van Arkels gekomen, zij het ook na vele moeilijkheden, want Walraven's tweede echtgenoot Herman van Wachtendonck, had de heerlijkheid aan graaf Hendrik van Nassau verkocht, ondanks een bepaling, dat zij aan de kinderen uit het eerste huwelijk zou komen. Een langdurig proces was het gevolg, tot tenslotte in 1539 een uitspraak van de Grote Raad van Mechelen de heerlijkheid definitief toewees aan de van Arkels (Inv. Ammerzoden, nr. 61). Hij verkrijgt 6 nov 1539 tegen vergoeding voor zijn broers en zussen het huis, de stadt, het land, de mensen en de heerlijkheid Wachtendonck. (Oidtman) In het jaar1537 wordt Herman door Hertog Jan van Gelderen gezonden als Referendaris naar de Landdag van Nijmegen. Hij duldt daar de onbestuurde landsvereniging op de zitting.(?) Hij ondertekent als Cleefse landmaarschalk de vereeniging der landen Cleef, Gulik en Marck. In het jaar 1540 treed hij op als huwelijksgarant voor Hertog Willem van Gelderen en Johanna van Navara. In 1508 overlijdt zijn schoonvader. Herman verkoopt het kasteel Ammersooijen in 1513 aan Hendrick III graaf van Nassau. In 1538 en 1539 is hij gedeputeerde op de landdagen van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, als ambtenaar van Kryeckenbeeck (Arnt van Wachtendonck). Hij wordt ook genoemd in 1542, 1564, 1574, 1585, 1587. In 1555 deelt hij met zijn broer Otto het Wachtendonckse Patrimonium. Hij eist dat in 1555 en 1560 tevergeefs op.
Otto IV van Arkel-Heukelum.
Hij was dood 12 juni 1503, op welke datum zijn weduwe zegelde. Op 12 juni 1481 lijftochtte hij zijn vrouw Walravina van.
Broekhuizen, vrouwe van Waardenburg, dochter van Johan van Broekhuizen Gerritszoon, heer van Waardenburg, en Elisabeth van Haeften. Walravina werd in 1496 met Waardenburg en Amersoyen beleend (Leenreg. Gelre, Kwartier v. Nijmegen,.
pag. 498 en 703), na de dood van haar broeder Gerrit.
van Broekhiuizen. Als weduwe van Hoekelum beval zij.
19 juni 1504 de belangen van haar kinderen aan in de.
goede zorgen van Floris van Egmond, de beroemde veldheer.
van keizer Maximiliaan. (Drossaers, Arch. Nass. Domeinraad.
11, b. 4, regest 14.) Het was in de tijd van de Gelderse oorlogen tegen de laatste hertog Karel, die in 1492 in zijn land was teruggekeerd. Walravina stierf vóór 1514, toen haar zoon Walraven werd beleend; zij was hertrouwd met Herman van Wachtendonck.
tr.
met
Arnolda van Wachtendonck van Germanseel, dr. van Herman van Wachtendonck van Germanseel (heer van Hauserholz) en Maria Adelheid Schenck van Niedegen, tr. met
tr. (1)
met
Luther von Eller, drost van Landsberg, tr. met
Luther von Eller.
als Stiftung an die Kirche in Kettwig erwirbt 1508 Herr Lutter von Eller, Drost zu Landsberg, von Leyen den Hof, später gelangt er in den Besitz der Abtei Werden.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jost | †1568 | 1 | 0 |
tr. (2)
met
Johann Graf von Merveldt, tr. met
tr.
met
Dorothea von Romberg, tr. (1) met Luther von Eller. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (2) met
tr. te Düsseldorf [Duitsland] op 3 aug 1734
met
Lambert Joseph Graf de Marchant d'Ansembourg, geb. te Luxemburg (Münster) op 24 okt 1706, 1.10.1749 österr.-niederl. Graf, 16.7.1750 Reichsgraf, ovl. te Ansemburg [Duitsland] op 23 mei 1768, tr. met
tr.
met
Anna von Ahr zu Antweiler, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | 1 | 0 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | 1 | 0 |
tr.
met
Stephan Quadt Herr zu Kreuzberg, Herr zu Kreuzberg, und Mörmter, Amtmann zu Kaiserslautern, tr. met
tr.
met
Elisabeth Adelheid Freiin von Wachtendonck zu Germenseel, dr. van Arnold van Wachtendonck (drost van Kranenburg) en Elisabeth von Loe zu Wissen, tr. met
tr. voor 1610
met
Diederick van Ovelacker zu Hemer, zwager van Johann von der Recke, ovl. op 1 sep 1633, tr. (2) in 1580 met Christine von Plettenberg, dr. van Christoph von Plettenberg zu Schwarzenberg en Anna Adriana von Knipping zu Grimberg und Grevel, geb. te Schwarzenberg [Duitsland] circa 1552, ovl. in 1599. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met
Diederick van Ovelacker zu Hemer.
das Haus Hemer erbt seine Witwe Elisabeth, geboren von Wachtendonk. Wegen der Kinderlosigkeit der Ehe fällt Haus Hemer an die Familie von Wachtendonk. Diese ist bis 1664 Besitzer des Hauses. Die Witwe Arnolds von Wachtendonk verkauft mit Zustimmung ihrer Söhne das Haus an ihren Schwiegersohn Melchior von Brabeck. Nach dessen Tode 1680 lebt sein Bruder Johann Ernst von Brabeck, Domherr in Münster, zeitweise auf Haus Hemer. Er stirbt hier 1690. 148 Jahre lang bleibt Haus Hemer im Besitz der Familie von Brabeck, deren Familienwappen, die drei Wolfsangeln, in das Wappen von Hemer übernommen wird.
tr. (1) voor 1610
met
Christine van Wachtendonck, dr. van Arnold van Wachtendonck (drost van Kranenburg) en Elisabeth von Loe zu Wissen, tr. met
Christine van Wachtendonck.
1601-1661; Revers der Dorothea geb. v. Erwitte Witwe v. Landsberg über den Empfang der Hauptpfandverschreibung seitens der Christina v. Wachtendunk, Witwe v. Ovelacker, gegen Übergabe der Quittungen bzw. Schadloserklärung (V20).
tr. (2) in 1580
met
Christine von Plettenberg, dr. van Christoph von Plettenberg zu Schwarzenberg en Anna Adriana von Knipping zu Grimberg und Grevel, geb. te Schwarzenberg [Duitsland] circa 1552, ovl. in 1599, tr. met
tr. in 1580
met
Diederick van Ovelacker zu Hemer, zwager van Johann von der Recke, ovl. op 1 sep 1633, tr. (1) met Christine van Wachtendonck. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met
Diederick van Ovelacker zu Hemer.
das Haus Hemer erbt seine Witwe Elisabeth, geboren von Wachtendonk. Wegen der Kinderlosigkeit der Ehe fällt Haus Hemer an die Familie von Wachtendonk. Diese ist bis 1664 Besitzer des Hauses. Die Witwe Arnolds von Wachtendonk verkauft mit Zustimmung ihrer Söhne das Haus an ihren Schwiegersohn Melchior von Brabeck. Nach dessen Tode 1680 lebt sein Bruder Johann Ernst von Brabeck, Domherr in Münster, zeitweise auf Haus Hemer. Er stirbt hier 1690. 148 Jahre lang bleibt Haus Hemer im Besitz der Familie von Brabeck, deren Familienwappen, die drei Wolfsangeln, in das Wappen von Hemer übernommen wird.
tr. (1)
met
Wessel van den Loe, zn. van Matthias von Loe Heer van Wissen (drost van Kleef 1506-1536) en Elisabeth von Wylich, ovl. voor 1545, tr. met
Herman van Wachtendonck van Germanseel.
Drost van Cranenburg, die 1537 als Cleefsch landmaarschalk de vereeniging der landen Cleef, Gulik en Marck ondertekende en 1540 voor hertog Willem als bruidswerver naar Johanna, heer van Waardenburg heer Hauserholz Maarschalk van het land van Kleef en Drossaard van Nieuweburg, in het jaar 1537 wordt Herman door Hertog Jan van Gelderen gezonden als Referendaris naar de Landdag van Nijmegen hij duldt daar de onbestuurde landsvereniging op de zitting, in het jaar 1540 treedt hij op als huwelijksgarant voor Hertog Willem van Gelderen en Johanna van Navara. Heer van Hauserholz.
De heerlijkheid Ammerzoden was door het huwelijk van Walraven van Broekhuizen en Otto van Arkel (1495) in het bezit van de van Arkels gekomen, zij het ook na vele moeilijkheden, want Walraven's tweede echtgenoot Herman van Wachtendonck, had de heerlijkheid aan graaf Hendrik van Nassau verkocht, ondanks een bepaling, dat zij aan de kinderen uit het eerste huwelijk zou komen. Een langdurig proces was het gevolg, tot tenslotte in 1539 een uitspraak van de Grote Raad van Mechelen de heerlijkheid definitief toewees aan de van Arkels (Inv. Ammerzoden, nr. 61). Hij verkrijgt 6 nov 1539 tegen vergoeding voor zijn broers en zussen het huis, de stadt, het land, de mensen en de heerlijkheid Wachtendonck. (Oidtman) In het jaar1537 wordt Herman door Hertog Jan van Gelderen gezonden als Referendaris naar de Landdag van Nijmegen. Hij duldt daar de onbestuurde landsvereniging op de zitting.(?) Hij ondertekent als Cleefse landmaarschalk de vereeniging der landen Cleef, Gulik en Marck. In het jaar 1540 treed hij op als huwelijksgarant voor Hertog Willem van Gelderen en Johanna van Navara. In 1508 overlijdt zijn schoonvader. Herman verkoopt het kasteel Ammersooijen in 1513 aan Hendrick III graaf van Nassau. In 1538 en 1539 is hij gedeputeerde op de landdagen van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, als ambtenaar van Kryeckenbeeck (Arnt van Wachtendonck). Hij wordt ook genoemd in 1542, 1564, 1574, 1585, 1587. In 1555 deelt hij met zijn broer Otto het Wachtendonckse Patrimonium. Hij eist dat in 1555 en 1560 tevergeefs op.
tr. (2)
met
Erasmus Schall van Bell, stalmeester koninklijke Stallen, tr. met
tr.
met
Wilhelmina van Wachtendonck, dr. van Herman van Wachtendonck van Germanseel (heer van Hauserholz) en Maria Adelheid Schenck van Niedegen, geb. circa 1521, tr. (2) met Erasmus Schall van Bell. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met
Wilhelmina van Wachtendonck.
zij krijgt bij haar huwelijk met Wessel van Loë 2000 Goldgld mee.
tr.
met
Wessel van den Loe, zn. van Wessel Graf van den Loe (drost in de Liemers 1476-1506) en Elisabeth van Berenbroeck Vrouwe van Wissen (erfvrouwe van Wissen), ambtman in de Liemers 1510, ovl. voor 6 aug 1545, tr. met
Wessel van den Loe.
vermeld 1490 als broer van Matthias, heeft naast zijn zoon Wessel ook nog de zonen: Johann, Franz; Hermann, Theodor en Hendrik en misschien ook nog Elbertus.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Wessel | 1 | 0 |
tr. te Düsseldorf [Duitsland] op 3 aug 1734
met
Anna Maria Catharina Gräfin von Velbrück, dr. van Maximilian Heinrich Graf von Velbrück en Marie Anne van Wachtendonck van Germenseel, geb. te Düsseldorf [Duitsland] op 25 aug 1714, ovl. te Ansemburg [Duitsland] op 12 mei 1760, tr. met
tr.
met
Adrian von Brabeck zu Lethmate und Hemern, ovl. in 1680, tr. met
Adrian von Brabeck zu Lethmate und Hemern.
dieses ist vor dem Jahre 1638 von Pet. Bergfeld bearbeitet worden, aber vom Jahre 1638 bis 1675 wüste gelegen. Sodann hat Herr Adrian von Brabeck zu Hemern im Kirchspiel Deilinghofen, allwo einige Anzeichen von Eisenstein vorhanden, auf erhaltene Concession und Belehnung einen Versuch gemacht und 3 Jahre Zehendfreiheit erhalten. Der Erfolg ist unbekannt.