Cees Hagenbeek
Aleid von Bolcholtz
Aleid von Bolcholtz.

tr.
met

Godfried vod Bocholt Ritter, ovl. Lobberich op 4 jul 1357.

Godfried vod Bocholt Ritter.
Gerard van en tot Bolcholtz, overleed 4 Juli 1359, begr. in de kerk te Lobberich. Hij verkocht met zijn echtgenoote Aleidis, kort na 1 Sept. 1343, aan den magistraat der stad Venlo een groot steenen huis, gelegen op de Lomstraat te Venlo, hetwelk tot raadhuis, gerechtsgebouw en vleeschhal werd ingericht. De koopprijs werd ten deele gekweten door een schuldvergelijking met een rente van 3 mark, 4 schellingen en 8 penningen, waarvoor ten laste der verkoopers en ten behoeve der stad verbonden was een beemd van 20? morgen, gelegen tusschen de hoeve Wylre en den berg aan den Holtmolen, en anderdeels door de vestiging eener rente van 4 mark en 12 penningen. Zijn kinderen waren: Herman, heer en stamvader der linie Ingenhoven enz. (te Lobberich), gehuwd met Adelheid van Bellinghausen, hertrouwd met Catharina van Wachtendonck; Winand, stichter der linie Bocholtz, huwde Adriana van Bylandt; Hendrik, heer van Wylre; hij ontving 13 Mei 1374 van de stad Venlo ter aflossing van bovengenoemde rente een gedeelte van het stadsbroek, groot 14½ morgen en 5 roeden bij den Holtmolen, terwijl hij voor een cijns van 6 mark, 3 schellingen eigenaar van het andere gedeelte werd; zijn zoon Gerard gaf het genoemde broek weder aan de stad terug (20 Sept. 1436); Gerard, drost te Brüggen, kinderloos, was gehuwd met Elisabeth van Huckinck; Dina, ongehuwd, en Adelheid, gehuwd met Peter van Broeckhuysen tot Grubbenvorst.
Zie: Martin Jansen, Het stadhuis te Venlo in Maasgouw (1880), 253 v.; P. Müller, Het stadhuis te Venlo in De Nedermaas (April 1931), 101 v.; Inventaris van het Oud Archief der Stad, Municipaliteit en Gemeente Venlo nos. 584, 585 en 588; Johann Finken, Geschichte der ehemaligen Herrlichkeit Lobberich (Lobberich 1902), 81-82.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hermann  †1396   


Hermann von Bocholt
Hermann von Bocholt, ovl. op 26 jan 1396.

tr. (1)
met

Aleid von Bellinhausen.

tr. (2)
met

Catharina Arnoldsdr van Wachtendonck, dr. van Ridder Arnold (III) V van Wachtendonk (knape in 1390 en ridder in 1400) en Aleid von Schönforst.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Godert  †1463   
Margaretha  †1467   


Aleid von Bellinhausen
Aleid von Bellinhausen.

tr.
met

Hermann von Bocholt, zn. van Godfried vod Bocholt Ritter en Aleid von Bolcholtz, ovl. op 26 jan 1396.


Catharina Arnoldsdr van Wachtendonck
Catharina Arnoldsdr van Wachtendonck.

  • Vader:
    Ridder Arnold (III) V Leenaktenboeken van Gelre-Zutphen: van Wachtendonk1,2, zn. van Arnold IV van Wachtendonk (vrijheer van Wachtendonk) en Milaer , geb. Xanten circa 1350, knape in 1390 en ridder in 1400 (Heer van Wachtendonk, Hofmeier van Gelre, ridder 1354, 1357. 1360, 1378), ovl. Wachtendonk kort voor 3 jan 1409, tr. (2) op 9 feb 1371 met
 

tr.
met

Hermann von Bocholt, zn. van Godfried vod Bocholt Ritter en Aleid von Bolcholtz, ovl. op 26 jan 1396, tr. (1) met Aleid von Bellinhausen. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Godert  †1463   
Margaretha  †1467   



Bronnen:
1.Register op de Leenaktenboeken Gelre- Zutphen: (LGZ/O), Register op de Leenaktenboeken van het vors, J.J.S. baron Sloet e.a. Gouda Quint, Arnhem, 1924
2.Leenaktenboeken van Gelre-Zutphen: Overkwartier van Gelre (B 018), J.J.S. baron Sloet e.a. Gouda Quint, Arnhem, 1924

Godert (Godfried) von Bocholt
Godert (Godfried) von Bocholt, heer van Hinsbeek en Broch, ovl. op 10 feb 1463.

Godert (Godfried) von Bocholt.
Godart oder Gottfried (V.) von Bocholtz zu Hove, Horst, Broeck, wurde 1403 belehnt, starb am 10. Februar 1463 und wurde zu Lobberich beigesetzt; er war verheiratet mit Johanna von Ghoer zu Caldenbroich; sie bekömmt 1445 eine Leibzucht an dem Hofe Broich, starb am 1. April 1464 und wurde zu Lobberich beigesetzt. Diese Eheleute Godart von Bcholtz und Johanna von Ghoer und ihr Sohn Arnold belehnten am 24. Februar 1453 Hennicke (Joh.) Kettelbuiter mit 4 Morgen Land zu Sassenfeld bei Lobberich. Daselbst lebte noch i.J.1693 eine Familie Kettelbuiter.


Irmgard von Blittersdorf zu Flaßraedt
Irmgard von Blittersdorf zu Flaßraedt.

tr. (1) in 1636
met

Johan Arnold van Wachtendonck, zn. van Johann Arnold van Wachtendonck en Mechtild von Holthusen zu Hülsdonk, heer van Hulsdonk, drost te Oedt, tr. (1) circa 1622 met Elisabeth von Schaesberg, dr. van Friedrich II von Schaesberg en Maria von Binsfeld, geb. op 13 nov 1599, ovl. Brüggen [Duitsland] op 22 feb 1623. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Johan Arnold van Wachtendonck.
Bezat van Krieckenbeeck bij Kaldenkirchen en Frankeshoven, was amtman van Hinbeeck 1652. Wijlre was een heerlijkheid binnen het Heilige Roomse Rijk. De heerlijkheid was niet bij een kreits ingedeeld.
Wijlre, nu een deel van Gulpen-Wittem, wordt omstreeks 1040 vermeld. Sinds de twaalfde eeuw zijn er heren van Wijlre bekend. Omstreeks 1350 komt de halve heerlijkheid in het bezit van Frederik van Millendonk. Omstreeks 1400 is Hendrik Scheiffart van Merode de bezitter.
Gerard Scheiffart van Merode verkocht de heerlijkheid in 1489 aan Hendrik van Nesselrode, die in 1492 werd opgevolgd door Adriaan van Nesselrode. Vervolgens kwam de heerlijkheid aan Werner van Binsfeld (overleden in 1557). In 1652 stierf de familie Binsfeld met Wiollem Arnold uit, waarna Johan Arnold van Wachtendonk de eerlijkheid erft.
Johan Arnold werd opgevolgd door zijn zoon Willem Adolf Bertram, die regeerde van 1682 tot 1731. Vervolgens kwam diens dochter aan het bewind, Anna Catharina Elizabeth (1731-1735).
Anna werd opgevolgd door haar zoon Johan Hendrik van Bodden. De opvolging werd aangevochten door Herman Arnold van Wachtendonk, die door het rijkskamergerecht de heerlijkheid in 1755 kreeg toegewezen, waarna de macht moest worden overgedragen. Herman Arnold werd in 1768 opgevolgd door de zoon van zijn zuster: Lodewijk Antoon Joseph van Blanckart.
In 1781 komt de definitieve uitspraak van het rijkskamergerecht. De heerljkheid werd nu toegewezen aan de erfgenamen van Johan Hendrik van Bodden, Christina de Bounam en haar tante Theodora van Bodden. De beide dames regeerden gemeenschappelijk tot de dood van Theodora in 1786. Christina regeerde nog door tot 1790 en verkocht de heerlijkheid toen aan Jacobus Josephus van Klein onder voorbehoud van het vruchtgebruik gedurende haar leven. Jacobus Josephus heeft de heerlijkheid nooit ten volle in bezit gekregen, want in 1795 werd de heerlijkheid bij Frankrijk ingelijfd.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan     

tr. (2)
met

Engelbert von Brempt zu Blasrath, zn. van Wilhelm von Brempt zu Blasrath en Elisabeth van IJsselstein, Droste zu Straelen, ovl. op 10 dec 1635.


Pieter van Este van Wachtendonk
Pieter van Este van Wachtendonk.


Maurits August Philips van Este van Wachtendonk
Maurits August Philips van Este van Wachtendonk.

Maurits August Philips van Este van Wachtendonk.
leefde omstreeks 1170.


NN van Este
NN van Este.

tr.
met

Arnold van Este van Wachtendonk, zn. van Willem van Este van Wachtendonk en NN van Bohemen.


NN van Denemarken
NN van Denemarken.

tr.
met

Willem van Este van Wachtendonk, zn. van Willem van Este van Wachtendonk en NN van Bohemen.

Willem van Este van Wachtendonk.
Leefde omstreeks 1170.


Johan Arnold van Wachtendonck
Johan Arnold van Wachtendonck, heer van Hulsdonk, drost te Oedt.

Johan Arnold van Wachtendonck.
Bezat van Krieckenbeeck bij Kaldenkirchen en Frankeshoven, was amtman van Hinbeeck 1652. Wijlre was een heerlijkheid binnen het Heilige Roomse Rijk. De heerlijkheid was niet bij een kreits ingedeeld.
Wijlre, nu een deel van Gulpen-Wittem, wordt omstreeks 1040 vermeld. Sinds de twaalfde eeuw zijn er heren van Wijlre bekend. Omstreeks 1350 komt de halve heerlijkheid in het bezit van Frederik van Millendonk. Omstreeks 1400 is Hendrik Scheiffart van Merode de bezitter.
Gerard Scheiffart van Merode verkocht de heerlijkheid in 1489 aan Hendrik van Nesselrode, die in 1492 werd opgevolgd door Adriaan van Nesselrode. Vervolgens kwam de heerlijkheid aan Werner van Binsfeld (overleden in 1557). In 1652 stierf de familie Binsfeld met Wiollem Arnold uit, waarna Johan Arnold van Wachtendonk de eerlijkheid erft.
Johan Arnold werd opgevolgd door zijn zoon Willem Adolf Bertram, die regeerde van 1682 tot 1731. Vervolgens kwam diens dochter aan het bewind, Anna Catharina Elizabeth (1731-1735).
Anna werd opgevolgd door haar zoon Johan Hendrik van Bodden. De opvolging werd aangevochten door Herman Arnold van Wachtendonk, die door het rijkskamergerecht de heerlijkheid in 1755 kreeg toegewezen, waarna de macht moest worden overgedragen. Herman Arnold werd in 1768 opgevolgd door de zoon van zijn zuster: Lodewijk Antoon Joseph van Blanckart.
In 1781 komt de definitieve uitspraak van het rijkskamergerecht. De heerljkheid werd nu toegewezen aan de erfgenamen van Johan Hendrik van Bodden, Christina de Bounam en haar tante Theodora van Bodden. De beide dames regeerden gemeenschappelijk tot de dood van Theodora in 1786. Christina regeerde nog door tot 1790 en verkocht de heerlijkheid toen aan Jacobus Josephus van Klein onder voorbehoud van het vruchtgebruik gedurende haar leven. Jacobus Josephus heeft de heerlijkheid nooit ten volle in bezit gekregen, want in 1795 werd de heerlijkheid bij Frankrijk ingelijfd.

tr. (1) circa 1622
met

Elisabeth von Schaesberg, dr. van Friedrich II von Schaesberg en Maria von Binsfeld, geb. op 13 nov 1599, ovl. Brüggen [Duitsland] op 22 feb 1623.

Elisabeth von Schaesberg.
Overleed vlak voor de bruiloft.

tr. (2) in 1636
met

Irmgard von Blittersdorf zu Flaßraedt, dr. van Wilhelm von Plittersdorf en Elisabeth von Gertzen genannt Sintzig, tr. (2) met Engelbert von Brempt zu Blasrath. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan     

tr. (3)
met

Elisabeth von Binsfeld, dr. van Werner von Binsfeld en Agnes Gräfin von Nesselrode.

Elisabeth von Binsfeld.
Rechtsstreit über das angeblich im Heiratsvertrag zwischen Johann Arnold von Wachtendonk und Elisabeth von Binsfeld 1624 begründete Fideikommiß auf Haus Hülsdonk; Besitz- und Schuldenaufteilung zwischen Arnold und Adolf Bertram von Wachtendonk 1655/56; Rechtsstreit um das Erbe des Adolf Bertram von Wachtendonk zwischen den Neffen Johann Heinrich Arnold und Wilhelm Adolf Bertram vonWachtendonk, Gebrüdern, und der Witwe Maria geb. Laurmans und Tochter Anna Elisabeth Katharina, Ehefrau des Theodor von Bodden; Klage des Herrn von Bodden wider von Harff und von Metternich wegen Besitznahme des Hauses Binsfeld 1731; Inventar der vom Freiherrn vonWachtendonk im Klarissenkloster zu Köln am Neumarkt deponierten Effekten 1739; Rechtsstreit von Harff contra von Wachtendonk betr. das durch Elisabeth von Binsfeld an die von Wachtendonk gebrachte Erbe des Wilhelm Adolf Bertram von Wachtendonk 1755; Vergleich zwischen von Harff und von Bodden betr. diebinsfeldischen Güter der Hinterlassenschaft des Adolf Bertram von Wachtendonk zu Hülsdonk 1765/66; verschiedene wachtendonksche Obligationen.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem     
Adolf     


Elisabeth von Schaesberg
Elisabeth von Schaesberg, geb. op 13 nov 1599, ovl. Brüggen [Duitsland] op 22 feb 1623.

Elisabeth von Schaesberg.
Overleed vlak voor de bruiloft.

tr. circa 1622
met

Johan Arnold van Wachtendonck, zn. van Johann Arnold van Wachtendonck en Mechtild von Holthusen zu Hülsdonk, heer van Hulsdonk, drost te Oedt.

Johan Arnold van Wachtendonck.
Bezat van Krieckenbeeck bij Kaldenkirchen en Frankeshoven, was amtman van Hinbeeck 1652. Wijlre was een heerlijkheid binnen het Heilige Roomse Rijk. De heerlijkheid was niet bij een kreits ingedeeld.
Wijlre, nu een deel van Gulpen-Wittem, wordt omstreeks 1040 vermeld. Sinds de twaalfde eeuw zijn er heren van Wijlre bekend. Omstreeks 1350 komt de halve heerlijkheid in het bezit van Frederik van Millendonk. Omstreeks 1400 is Hendrik Scheiffart van Merode de bezitter.
Gerard Scheiffart van Merode verkocht de heerlijkheid in 1489 aan Hendrik van Nesselrode, die in 1492 werd opgevolgd door Adriaan van Nesselrode. Vervolgens kwam de heerlijkheid aan Werner van Binsfeld (overleden in 1557). In 1652 stierf de familie Binsfeld met Wiollem Arnold uit, waarna Johan Arnold van Wachtendonk de eerlijkheid erft.
Johan Arnold werd opgevolgd door zijn zoon Willem Adolf Bertram, die regeerde van 1682 tot 1731. Vervolgens kwam diens dochter aan het bewind, Anna Catharina Elizabeth (1731-1735).
Anna werd opgevolgd door haar zoon Johan Hendrik van Bodden. De opvolging werd aangevochten door Herman Arnold van Wachtendonk, die door het rijkskamergerecht de heerlijkheid in 1755 kreeg toegewezen, waarna de macht moest worden overgedragen. Herman Arnold werd in 1768 opgevolgd door de zoon van zijn zuster: Lodewijk Antoon Joseph van Blanckart.
In 1781 komt de definitieve uitspraak van het rijkskamergerecht. De heerljkheid werd nu toegewezen aan de erfgenamen van Johan Hendrik van Bodden, Christina de Bounam en haar tante Theodora van Bodden. De beide dames regeerden gemeenschappelijk tot de dood van Theodora in 1786. Christina regeerde nog door tot 1790 en verkocht de heerlijkheid toen aan Jacobus Josephus van Klein onder voorbehoud van het vruchtgebruik gedurende haar leven. Jacobus Josephus heeft de heerlijkheid nooit ten volle in bezit gekregen, want in 1795 werd de heerlijkheid bij Frankrijk ingelijfd.


Friedrich II von Schaesberg
Friedrich II von Schaesberg, ovl. op 21 jun 1619.

Friedrich II von Schaesberg.
zu Schaesberg, 20.4.1618 wird Haus und Hof Schaesberg Herrschaft mit niederer und mittlerer Gerichtsbarkeit.

tr.
met

Maria von Binsfeld, ovl. op 11 mrt 1632.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1599  †1623 Brüggen [Duitsland] 23
Johan*1598  †1671  72


Maria von Binsfeld
Maria von Binsfeld, ovl. op 11 mrt 1632.

tr.
met

Friedrich II von Schaesberg, ovl. op 21 jun 1619.

Friedrich II von Schaesberg.
zu Schaesberg, 20.4.1618 wird Haus und Hof Schaesberg Herrschaft mit niederer und mittlerer Gerichtsbarkeit.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1599  †1623 Brüggen [Duitsland] 23
Johan*1598  †1671  72


Aleid von Schönforst
Aleid von Schönforst (Adelheid van Schoonvorst, von Schönau), ovl. na 2 sep 1392.

Aleid von Schönforst.
Aleid van Schönvorst, overleden 1392, weduwe van Konrad van der Dijcke, bij wie Aleid twee kinderen had: Gerhard van der Dijcke en Katharina van der Dijcke, die (later) huwde met Gerhard van Alpen.
Eduard hertog van Gelre beleent Arnold met slot en voorburcht.
van Dijcke;.
- 1382 hij en Aleid doen ten behoeve van de geestelijke van de.
kerk in de stad Wachtendonk afstand van een huis aan het kerkhof en van 22 morgen akkerland in Geisseren;.
- 1390 overlijdt Arnold.

tr. (1)
met

Conrad Herr zu Dyck, zn. van Konrad von von Dyck en Adelheid von Schönau-Schönforst.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerhard     
Katharina  †1435   

tr. (2) op 9 feb 1371
met

Ridder Arnold (III) V Leenaktenboeken van Gelre-Zutphen: van Wachtendonk1,2, zn. van Arnold IV van Wachtendonk (vrijheer van Wachtendonk) en Milaer , geb. Xanten circa 1350, knape in 1390 en ridder in 1400 (Heer van Wachtendonk, Hofmeier van Gelre, ridder 1354, 1357. 1360, 1378), ovl. Wachtendonk kort voor 3 jan 1409.

 


Ridder Arnold (III) V van Wachtendonk.
Arnold 'Arnt', zoon van wijlen Arnold heer van Wachtendonk, overl, vóór 1409.
- 5 maart 1390 door hertog Willem van Gelre beleend met huis, burcht, slot, stad en heerlijkheid Wachtendonk.

20 december 1390 Arnold oorkondt dat zijn burcht, etc. voor de helft aan zijn oom Reinart van Schoonvorst waren verpand...… hij had niet het geld om in te lossen.

. nov. 1392: Op verzoek van Arnt bepaalt de hertog van Gelre de lijftocht voor diens vrouw Willemina van Buren.
zijnde burcht en stad Wachtendonk en alle goederen, die Arnt van de hertog in leen houdt.

De - meestal -puntige - ster, was een in deze streek niet zelden voorkomende breuk, waarmede jongere zonen wier adellijke geslachten het vaderlijk wapen wijzigden. Zo troffen wij b.v. de lelie, met de ster als breuk, aan in een bepaalden tak van de Heeren van Wachtendonk, stammende uit Gadert of Goedert van Wachtendonk, een jongeren zoon van Arnold II, heer van Wachtendonk In stichter van de Grefrathsche linie van dit geslacht (bron: E. v. Oidtman. Genealogie der Herren v. Wachtendonk (in Niederrheinischer. Gerschichtsfreund 1882) Deze zegelde aldus in 1343 en nog in 1364. Zijn vier zonen Johann, Wolter, Sweder en Reynert bezegelden in 1410 de huwelijksvoorwaarden tusschen Johanna, erfvrouwe van Wachtendonk en Willem bastaard van Gulik, de drie eersten met de lelie en de ster (van Reynert is de breuk niet meer herkenbaar). Wanneer men daarbij let op de in dezen tak der Wachtendonk’s voorkomende voornamen als Sweder en Reynert ook bij de tralensch-Wachtendonksche Gevers’en niet onbekend - dan laat zich de veronderstelling suggereeren, dat Derick Gevert misschien tot deze Wachtendonk’s in eenig verband gestaan kan hebben, zij het ook door bastaardij. Want dat hij in dat geval uit echten bedde gesproten zou zijn, lijkt ons en vanwege het standsverschil èn door het wegvallen van den adellijken geslachtsnaam op zijn minst onwaarschijnlijk.
2.2.1371 Belehnung mit Dyck durch Herzog Eduard v.Geldern Arnold (lil) heer van Wachtendonk huwt in 1371 met Aleid van Schönvorst, overleden 1392, weduwe van Konrad van der Dijcke, bij wie Aleid twee kinderen had: Gerhard van der Dijcke en Katharina van der Dijcke, die (later) huwde met Gerhard van Alpen. Eduard hertog van Gelre beleent Arnold met slot en voorburcht van Dijcke;.
- 1382 hij en Aleid doen ten behoeve van de geestelijke van de kerk in de stad Wachtendonk afstand van een huis aan het kerkhof en van 22 morgen akkerland in Geisseren;.
- 1390 overlijdt hij.
20 december 1390: hij oorkondt, dat zijn gehele burcht en stad en land Wachtendonk voor de helft aan zijn oom Reinart heer van Schoonvorst waren verpand voor 3000 Gelderse guldens; hij had niet het geld om in te lossen. Aartsbisschop Frederik van Keulen heeft de pandsom gelost. Arnold verklaart nu ledigman te zijn van de aartsbisschop en zal nooit meer tegen bisschop of stad ageren. Wachtendonk wordt open huis voor de aartsbisschop.
wordt als ridder genoemd in 1354, 1357, 1360 en 1378. Hij was eerste hofmeier van Hertog Reinout van Gelderen. Hij  leende   het  kasteel van Wachtendonk aan de hertog van Gelderen. Hij wordt vermeld in 1326, 1327, 1331, 1350, 1381 en overleed in  1381 te Wachtendonk. Arnold leefde in 1350 ridder in 1354, 1357, 1360  1378. Arnold kan de vader of grootvader zijn van de jonge Arnd die in 1384 nog minderjarig is LGZ/O leen 46*, huis te Wachtendonck c.a, 1326 Arnt van Wachtendonc; 1384 Arnt heer van Wachtendonck, die heer van Schönvorst is momber. Was bij zijn overlijden aan de aartsbisschop van Keulen nog 1000 oude gouden schilden schuldig.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnold  †1409   
Catharina     



Bronnen:
1.Register op de Leenaktenboeken Gelre- Zutphen: (LGZ/O), Register op de Leenaktenboeken van het vors, J.J.S. baron Sloet e.a. Gouda Quint, Arnhem, 1924
2.Leenaktenboeken van Gelre-Zutphen: Overkwartier van Gelre (B 018), J.J.S. baron Sloet e.a. Gouda Quint, Arnhem, 1924

Conrad zu Dyck
Conrad Herr zu Dyck.

tr.
met

Aleid von Schönforst (Adelheid van Schoonvorst, von Schönau), dr. van Reinard Mascherel van Schoenvorst (burggraaf) en Catharina zu Wildenburg (Vrouwe van Elsloo), ovl. na 2 sep 1392.

Aleid von Schönforst.
Aleid van Schönvorst, overleden 1392, weduwe van Konrad van der Dijcke, bij wie Aleid twee kinderen had: Gerhard van der Dijcke en Katharina van der Dijcke, die (later) huwde met Gerhard van Alpen.
Eduard hertog van Gelre beleent Arnold met slot en voorburcht.
van Dijcke;.
- 1382 hij en Aleid doen ten behoeve van de geestelijke van de.
kerk in de stad Wachtendonk afstand van een huis aan het kerkhof en van 22 morgen akkerland in Geisseren;.
- 1390 overlijdt Arnold.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerhard     
Katharina  †1435   


Reinard Mascherel van Schoenvorst
Reinard Mascherel van Schoenvorst (Reinier I van Schoonvorst), burggraaf, ovl. Rhodos [Griekenland] in 1377.

Reinard Mascherel van Schoenvorst.
Canonicus zu St.Servatius in Maastricht, 1345 Resignation, 1347 Belehnung mit Dominium und juris dictio in Berge und Mertzen und in Lanklair durch Erzbischof v.Köln, Schöffe zu Lüttich, Ritter, Wollhändler, 1354 Kauf der Herrschaft Valkenburg (von Heinrich v.Flandern) und der Herrschaft Montjoie (von Philippe v.Montjoie), 1356 Tausch der Herrschaften gegen das Amt Caster mit dem Herzog von Jülich, 1361 Rückkauf von caster durch den Herzog, Reinhard werden limburgische Rechte im Land Montjoie, Waldrechte, das Amt Münstereifel und die Vogtei zu Cornelimünster verpfändet, Besitzer von Münzrechten.
Renier I van Schoonvorst. Deze Renier behield door list het heerlijke recht, ondanks het feit dat Otto II van Born, zoon van Otto en Catharina, en gehuwd met Joanna van Rreydenbempt, hier recht op had. In 1370 hertrouwde Renier I met Isabella van Hamel. Dit was tegen de wil van Renier's kinderen. Toen hij in 1371 in de Slag bij Baesweiler aan Brabantse zijde vocht en een nederlaag leed, werd hij door de Maastrichtenaren mishandeld en beledigd. Hij verliet het land in 1373 en stierf in 1375 te Rodos.

tr.
met

Catharina zu Wildenburg, dr. van Philip zu Wildenburg en Johanna van der Mark, Vrouwe van Elsloo.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleid  †1392   
Reinhard  †1419   
Jan*1350  †1382  32


Catharina zu Wildenburg
Catharina zu Wildenburg, Vrouwe van Elsloo.

tr.
met

Reinard Mascherel van Schoenvorst (Reinier I van Schoonvorst), burggraaf, ovl. Rhodos [Griekenland] in 1377.

Reinard Mascherel van Schoenvorst.
Canonicus zu St.Servatius in Maastricht, 1345 Resignation, 1347 Belehnung mit Dominium und juris dictio in Berge und Mertzen und in Lanklair durch Erzbischof v.Köln, Schöffe zu Lüttich, Ritter, Wollhändler, 1354 Kauf der Herrschaft Valkenburg (von Heinrich v.Flandern) und der Herrschaft Montjoie (von Philippe v.Montjoie), 1356 Tausch der Herrschaften gegen das Amt Caster mit dem Herzog von Jülich, 1361 Rückkauf von caster durch den Herzog, Reinhard werden limburgische Rechte im Land Montjoie, Waldrechte, das Amt Münstereifel und die Vogtei zu Cornelimünster verpfändet, Besitzer von Münzrechten.
Renier I van Schoonvorst. Deze Renier behield door list het heerlijke recht, ondanks het feit dat Otto II van Born, zoon van Otto en Catharina, en gehuwd met Joanna van Rreydenbempt, hier recht op had. In 1370 hertrouwde Renier I met Isabella van Hamel. Dit was tegen de wil van Renier's kinderen. Toen hij in 1371 in de Slag bij Baesweiler aan Brabantse zijde vocht en een nederlaag leed, werd hij door de Maastrichtenaren mishandeld en beledigd. Hij verliet het land in 1373 en stierf in 1375 te Rodos.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleid  †1392   
Reinhard  †1419   
Jan*1350  †1382  32


Wilhelm von Plittersdorf
Wilhelm von Plittersdorf.

tr.
met

Elisabeth von Gertzen genannt Sintzig.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Irmgard     


Elisabeth von Gertzen genannt Sintzig
Elisabeth von Gertzen genannt Sintzig.

tr.
met

Wilhelm von Plittersdorf.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Irmgard