tr. Abbenbroek op 23 mei 1885
met
Annetje van Zalingen, dr. van Franciscus van Zalingen en Annetje Houtman, geb. Monnickendam op 12 mrt 1863, ovl. Abbenbroek op 19 mei 1931.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Alida | *1903 | Abbenbroek | †1969 | Zuidland | 66 | 1 | 0 |
tr. Abbenbroek op 23 mei 1885
met
Adrianus Kwekel, geb. Abbenbroek op 18 jan 1864, koopman, ovl. Abbenbroek op 21 feb 1919.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Alida | *1903 | Abbenbroek | †1969 | Zuidland | 66 | 1 | 0 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Annetje | *1863 | Monnickendam | †1931 | Abbenbroek | 68 | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Annetje | *1863 | Monnickendam | †1931 | Abbenbroek | 68 | 1 | 1 |
tr.
met
Jacob Nicolaesz Duyn, burgemeester van Rotterdam.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Machtelt | †1664 | Rotterdam | 1 | 0 |
tr. (1) circa 1600
met
Dirck Cornelisz (Dirck Cornelisz) van der Eijck, zn. van Cornelis Dircxz van der Eijck op de Clapwijck (bouwman in Clapwijck onder Pijnacker) en Maritgen Jansdr, geb. Pijnacker (te Schipluiden) in 1576, bouwman in het westeinde van Schipluiden, schepen van Dor (Schepen in Dorp 12 mei 1614, bouwman), bouwman in het Westeinde van Schipluiden, schepen van het ambacht Dorp, ovl. aldaar tussen 1624 en 1625 (11 dec 1624), tr. (2) circa 1615 met Neeltgen Leendertsdr, ovl. Dorpambacht op 6 jul 1656. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1607 | Schipluiden | 1 | 2 | |||
2 | Leendert | *1605 | Maasland | †1657 | Maasland | 51 | 1 | 7 |
tr. (2)
met
Claes Jansz Bruijn.
Bronnen:
1. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 149) |
2. | Notariele akte Delft (Notar 006), Gemeentearchief Delft, Not. Archief, Inventarisnr.: 2036, testament, Andries Pietersz Schieveen, Delft, 1666 (25 166) |
tr. (1) circa 1615
met
Dirck Cornelisz (Dirck Cornelisz) van der Eijck, zn. van Cornelis Dircxz van der Eijck op de Clapwijck (bouwman in Clapwijck onder Pijnacker) en Maritgen Jansdr, geb. Pijnacker (te Schipluiden) in 1576, bouwman in het westeinde van Schipluiden, schepen van Dor (Schepen in Dorp 12 mei 1614, bouwman), bouwman in het Westeinde van Schipluiden, schepen van het ambacht Dorp, ovl. aldaar tussen 1624 en 1625 (11 dec 1624).
otr. (2) Schipluiden op 53 1, tr.
met
Claes Pouwelsz van der Lelij, zn. van Pouwels Huijbrechtsz van der Lelij en Neeltgen Cornelisdr.
tr. (1) circa 1600
met
Haesgen Leendertsdr Coolen (Coley, Colen, Cool) (), dr. van Lenert Pietersz Coolen (kerkmeester en schepen in Overschie) en Neeltge Pietersdr, geb. Schipluiden circa 1585, ovl. tussen 2 aug 1611 en 24 mei 1616 (1613), tr. (2) met Claes Jansz Bruijn. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1607 | Schipluiden | 1 | 2 | |||
2 | Leendert | *1605 | Maasland | †1657 | Maasland | 51 | 1 | 7 |
tr. (2) circa 1615
met
Neeltgen Leendertsdr, ovl. Dorpambacht op 6 jul 1656, tr. (2) met Claes Pouwelsz van der Lelij. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 |
2. | Notariele akte Delft (Notar 009), Gemeentearchief Delft, Not. Archief Delft, Inventarisnr.: 1542, testament, Delft, 1614 (19 jul 1614 akte 44) |
Frederik I Barbarossa von Schwaben | |
Kaiser Frederik I Barbarossa von Schwaben, geb. tussen 1122 en 1125, hertog van Zwaben 1147-52, kruisvaarder 1147-48 en 1189, gekozen en gekroond tot Duits koning 1152, gekozen en gekroond tot Duits, tot keizer gekroond Rome 18 jun 1155, kruisvaarder in 1189 en van 1147 tot 1148, ovl. op 10 jun 1190, begr. Antiochië [Syria]. |
tr. Wurzberg op 16 jun 1156
met
Beatrix gravin van Bourgondië en Mâcon, dr. van Reinoud III van Bourgondië en Mâcon (graaf van Bourgondië 1127) en Agatha van Lotharingen, geb. tussen 1142 en 1144, ovl. op 15 nov 1184, begr. Spiers.
Uit dit huwelijk 4 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Heinrich VI | *1165 | Nijmegen | †1197 | Messina | 31 | 1 | 1 |
2 | Konrad II | *1172 | †1196 | Durlach [Duitsland] | 24 | 1 | 0 | |
3 | Philips | *1177 | †1208 | Bamberg [Duitsland] | 31 | 1 | 3 | |
4 | Otto I | *1167 | †1200 | Besançon [Frankrijk] | 32 | 1 | 1 |
1. | Europaïsche Stammtafeln (ES-NF-6), Detlev Schwennicke (ed), Stargard, Marburg /Frankfurt am Main [Klostermann], 1998 |
2. | Europäische Stammtafeln (ES-NS-18), Detlev Schwennicke, Stargard, Marburg [Duitsland], 1998 |
tr.
met
Haesgen Leendertsdr Coolen (Coley, Colen, Cool) (), dr. van Lenert Pietersz Coolen (kerkmeester en schepen in Overschie) en Neeltge Pietersdr, geb. Schipluiden circa 1585, ovl. tussen 2 aug 1611 en 24 mei 1616 (1613).
relatie
met
Sybrand Cornelisz van Ruyven, geb. circa 1590.
Sybrand Cornelisz van Ruyven.
armenmeesters van Pijnacker (1638).
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacob | ~1628 | Pijnacker | 0 | 0 | |||
2 | Cornelis | ~1633 | Pijnacker | 0 | 0 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 |
2. | Notariele akte Delft (Notar 009), Gemeentearchief Delft, Not. Archief Delft, Inventarisnr.: 1542, testament, Delft, 1614 (19 jul 1614 akte 44) |
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 |
2. | Notariele akte Delft (Notar 009), Gemeentearchief Delft, Not. Archief Delft, Inventarisnr.: 1542, testament, Delft, 1614 (19 jul 1614 akte 44) |
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 |
2. | Notariele akte Delft (Notar 009), Gemeentearchief Delft, Not. Archief Delft, Inventarisnr.: 1542, testament, Delft, 1614 (19 jul 1614 akte 44) |
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 |
2. | Notariele akte Delft (Notar 009), Gemeentearchief Delft, Not. Archief Delft, Inventarisnr.: 1542, testament, Delft, 1614 (19 jul 1614 akte 44) |
otr. Schipluiden op 53 1, tr.
met
Neeltgen Leendertsdr, ovl. Dorpambacht op 6 jul 1656, tr. (1) met Dirck Cornelisz (Dirck Cornelisz) van der Eijck, zn. van Cornelis Dircxz van der Eijck op de Clapwijck (bouwman in Clapwijck onder Pijnacker) en Maritgen Jansdr. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr.
met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Claes | 1 | 0 |
tr.
met
Pouwels Huijbrechtsz van der Lelij.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Claes | 1 | 0 |
tr.
met
Gerrit Cornelisz van Clapwijck1 (Clapwijck) (), zn. van Cornelis Dircxz van der Eijck op de Clapwijck (bouwman in Clapwijck onder Pijnacker) en Maritgen Jansdr, geb. Pijnacker circa 1582, gezworene te Pijnacker, bouwman te Clapwijk, ovl. Overschie op 7 mei 1660.
Gerrit Cornelisz van Clapwijck.
In een aantal akten wordt hij vermeld als 'geswoorene te Pijnaker' (o.a. 1642, 1647, 1651,.
1652). Evenzo wordt hij in 1624 en 1625 genoemd als 'ambachtbewaarder' en in 1626.
'ambachtbewaarder te Pijnaker'. Akten van 1631 en 1638 beschrijven hem als 'achteman.
van Pijnaker'.
Voor 1621 trouwde hij met Geertgen Jans van BERCKEL want in 1621 wordt zijn zoon.
gedoopt.
Het schijnt dat er in de doopboeken een verschrijving heeft plaats gevonden, een enkele keer wordt Geertgen.
aangegeven als Geertgen Ariens, dit moet echter Geertgen Jans zijn.
25 juli 1621 wordt zijn zoon Jan Gerritsz. gedoopt. Bij deze gelegenheid wordt Gerrit Cornelisz. vermeld als.
'Geraert Cornelis tot Clapwijck'.
13 mei 1623 wordt vermeld in de kerkrekeningen 'noch ontfangen van een graff van Gerrit Cornelisz tot.
Clapwijck den XIIIen Meye 1623 ....'. Voor wie dat graf is is niet duidelijk.
3 september 1631 schuldbekentenis van Maerten Jorisz LINNEWEVER, dat hij geld schuldig is aan Gerrit.
Cornelis tot Clapwijck en Arijaen Arijaensz ZIJDEMAN "heilige geest armmeesters".
NB.
Maerten Jorisz was inderdaad linnenwever in Pijnacker, het kan zijn dat zijn nazaten een ander patronym.
kregen, het kan ook zijn dat zij als 'LINNEWEVER' aangeduid worden en dat deze aanduiding tot geslachtsen.
tot familienaam wordt.
Waarmee we mogen concluderen dat Gerrit Cornelis Clapwijck een belangrijke man is geweest in Pijnacker.
03.09.1636 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck vermeld als H. Geestmeester.
30 juni 1644 vermelden de kerkrekeningen een schenking van Gerrit Cornelisz Clappwijck, gedaan in 1641.
namens zijn overleden vrouw: 'ontfangen van Gerrit Cornelisz Clapwijck over 'tgeene sijn overleden huysvrou.
in de Kercke voors. hadde gemaect ofte besproocken'. Geertgen Jans BERCKEL is dus voor 1641 overleden.
In 1645 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck genoemd als gezworene van Pijnacker.
17 mei 1645 koopt hij een huis dat in het dorp bij de kerk ligt:.
De Kerckmeesters van Pijnacker verkopen aan Gerrit Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buurman seekere.
huisinge met een soomerhuijsge ende een turffschuijrtge daer aen, pootinge, plantinge... mitsgaders de gront.
daer alle 't selve op staet, groot omtrent tweehondert veertig a vijftig roeden, staende en gelegen tot Pijnaker.
aent dorp, alwaer de predicant aldaer iegenwoordig inwoont, streckende van de werf van Cornelis Claesge.
(verlaen) ten halve sloot ende van de eigendom van 't huijs ende erf van de weduwe van Cors Pieters za. in.
sijn leven watermoolenaar tot Pijnaker voorz. west op tot het erf ende ( ) tot het lant van Dirck van.
KERCKHOVE ten selver scheysloot toe, belent ten suyden de wegh, ende 't voorz. erff van de gemelte.
KERCKHOVE ten noorden Adam van ZIJL met bruijckwaer, gedaan bij de coop sonder maet, metter voet.
gestooten, soo groot ende cleyn als 't selve (t scheen) de voorz. belenden is gelegen zijn vrij van alle.
ongelden haverpachten...".
Dan vermeldt de akte nog dat Gerrit Cornelis Clapwijck dit alles kocht voor de somma van "een duysent vijff.
hondert twee gulden gereet gelt".
Ook andere akten geven aan hoe het land van Gerrit Cornelisz Clapwijck gelegen was:.
28 december 1646 rentebrief:.
Dirk van KERKHOVEN gaat over land 'staende en leggende in Kerckhoeff, in den ambagte van Pijnaker,.
voorz. streckende van de Kerkwegh, ende erff ende boomgaert, toebehorende Gerrit Cornelis Clapwijck west.
op tot in de Overgauwse water ( ) toe, belend ten suijden Crijn Dirk SUIJDERKERK ende ten Noorden.
Cornelis GRASWINKEL voorn. ende voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck (noort)"'Dirk van KERKHOVEN.
"streckende van de erve ende boomgaert van Crijn Dirks SUYDERKERK, Jacob Claesz, de comp. en Gerrit.
Cornelis Clapwijck west op tot aen den Overgauw toe, belent ten suyden Crijn Dirks SUYDERKERK voorn.
ende ten noorden juffrou Cornelia GRASWINKEL ende de comparant met sijn boomgaert"..
17.04.1648 ging hij te Overschie in ondertrouw met Grietje Cornelis, weduwe in Overschie.
5 mei 1648 opdrachtbrieff (Pijnacker recht.arch. inv.nr.12 fol.49/6618 ):.
Wij Nicolaas VERBOOM, schout van de ambagte van Pijnaker, Dirk Sijmon VERMEER ende Cornelis.
Dircksoon van de HOOGH, geswoorene aldaer, oirconden dat op huyden voor ons gecompareerd is Gerrit.
Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buijrman dewelcke bekende vercoft en dien volgen getransporteerd,.
gecedeert en in volle eigendom opgedragen te hebben, gelijck sij doet bij desen aen en ten behouve van Jan.
Gerrits Clapwijck sijn soon, mede onse inwoonende buijrman, sijn comparant, een wooninge als huys, schuijr,.
barge, pootinge en plantinge aerde en nagelvast ende gront daer alle t'selve op staet.
Mitsgaders t'lant daer voor ende agter aengelegen, staende en leggende in Clapwijck, in den ambagte van.
Pijnaker voorn. ende dat bij de koop sonder maet metter voet gestoten, soo groot ende cleijn als t'selve gront.
ende landen in corpus tussen de naervolgende belenden gelegen, doch te verongelden voor vijff morgen.
vijer hont, belent ten oosten ende suijden den Strickade, ten westen de Clapwijckse wegh ende Gerrit.
Leenderts van der HOEFF met bruickwaer, sijnde belast met sijn havergelt ende erff huijr voorts soo vrij ende.
onvrij als buijr wooninge ende landen. Tot waringen transporteert hij comparant, aen den cooper over alle.
trecht van waringe hem competeerende tot oude opdracht brieven ofte anderen bescheiden daer van sijnde.
Inde tot vordere waringe namentlijck t'sedert date van sijne (donime) ofte possessen daer booven.
verbindende hij comparant sijn persoon ende goederen, roerende ende onroerende geen uijtgesondert,.
maeckende elck ende de ( em) van dien subject t'verbant van allen rechten ende rechteren metten costen.
(destijds) is geconditioneert dat den cooper in desen coope mede volgen moet de toegiften ofte.
beterschappelijken van de bruijckswaer landen, aenden voorzeide wooninge gebruickt werdende, sijnde naer.
de doot van hem comparant bij cavelinge jegens sijn coopers medeerfgenamen uijtten naer te laten.
onroerende goederen. (Zie 'De Drudenvoet' 1996 jaargang 5 nr 3: "de boerderij van Cornelis Dircksz" door G.
Beijer).
4 mei 1649 verkoopt een huis aan zijn schoonzoon:.
Gerrit Cornelis Clapwijck verkoopt aan Jan Jacobsz. TIMMERMAN (vermoedelijk geen familienaam, maar de.
aanduiding dat deze man timmerman was) 'sijn swager een erffgen met een soomerhuijsge en turfschuirtge.
daer op staende (nu) tot woonhuisge gemaeckt....tot Pijnaker aen 't dorp, belend te noorden ende oosten hij.
comparant ten suijden de wegh, ten westen de wooning van Dirck Adams van KERKHOVEN'.
17 april 1656 stelt hij zich borg voor een schuld van zijn zoon Arij Gerritsz aan juffrouw Jacobmina.
HARTMAN.
18.05.1656 compareerden voor Nicolaas HARTMAN notaris Adriaan Gerritsz Clapwijck, wonende in de.
Noortbuyrt in de Heerlijckheit van Souteveen buyten het dorp van Schipluy als pricipaal ende Gerrit Cornelisz.
Clapwijck desselfs vader mitsgader Cornelis Adriaens OVERGAUW den Ouden, woonende aent westgaech.
int Ambacht van Maeslandt beijde als Borgen schuldig aan Juffrouwe Jacobmina HARTMANS, weduwe van.
wijlen den Heer Anthony de HEYDE 4000 gulden.
Tussen 23 december 1658 en 20 mei 1659 is Gerrit Cornelisz gestorven, want op de eerste datum treedt hij nog.
op als doopgetuige voor Gerrit, zoon van Jacob Jansz van DIEST en Grietgen Jansdr. en op 20 mei 1659 wordt.
als belending van een perceel genoemd: 'de erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck sa.'.
7 mei 1660 verkoop (Pijnacker recht.arch. inv.nr.13 fol.35/36/37.18 ):.
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambachte van Pijnacker, Jacob Claesz WESTERKERK en Frans.
Jacobs CLUTS geswoorene aldaer, oirconden dat op huijden voor ons gecompareert sijn Adrijaen Gerrits.
Clapwijck woonende op Souteveen, Jan Gerrits Clapwijck woonende int Ambacht van Pijnacker, Aeltge.
Gerritsdogter Clapwijck woonende tot Pijnacker aende Laen weduwe van Jan Jacobs TIMMERMAN zaliger.
geassisteert met Jacob Jans van DIEST haar swager, als haar gecooren vooght in deses, alle voor haer selve,.
elk voor eenvijffde part, Jacob Jans van NOORDEN voor hem selven, Jan Cornelis van NOORDEN vader.
ende Asrijaen Pleunen coorenmolenaer op de Pijnackerse koornmoole koosijn, als gestelde voochden over de.
vier noch minderjarige weeskinderen van Maritge Gerrits Clapwijck, voor een gelijck vijffde paert mitsgaders.
Adryaen Gerritsz RIJWECH woonende op Hoogenban onder het Ambacht van Overschie stieffvader ende.
den voornoemde Jacob Jansz van DIEST coosijn als gestelde voochden over de vijff naergelaeten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor het resterende vijffde paert alle kinderen,.
kintskinderen ende dienvolgende erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck za gewoont hebbende ende.
overleden sijnde int Ambacht van Pijnacker, voorn. ende sij comparanten bekenden indijer qualite vercoft,.
getransporteert, gecedeert ende in dienvolgende in vrije eijgendom opgedragen te hebben, gelijk sij doen bij.
desen, aen ende ten behoeve van Jasper Dircxzoon onsen inwoonenden buijrman, een huijs, erff met een.
boomgaert ende een tuijn daer aen, t'saemen groot ontrent twee hondert veertich a vijftich roeden, doch bij.
den coop sonder maet, pootinge, en plantinge op staende aert ende nagelvast. Staende ende leggende opt.
Dorp alhier, gecoomen van de kercke van Pijnacker voorzeit, streckende van de werff van Gerrit van.
LEEUWEN, secretaris, ende vant erff van Cornelis Aemsz. West op tot het erff iegenwoordig toebehoorende.
Gillis Claesz van der BROECK ende voorts tot het lant iegenwoordig toebehoorend het Oude Gasthuijs.
binnen Delft ter halver scheijsloot toe, belent ten suijden de wegh ende de weduwe ende erffgenamen van.
Dirck Adamsz van KERCKHOOVEN za. ende ten noorden Juffrou Cornelia GRASWINKEL sijnde het.
voorsegde huijs erff ende boomgaert niet anders belast dan met vijff guldens s'jaers in de verpondingen,.
b....soot den voorz. Gerrit Cornelisz in sijn leven beseten heeft. Beloovende sij comparanten in qualite.
voornoemt, het voorzegde vercofte, soodanich te vrijen ende te waren nu ende ten eeuwigen dage als recht.
is, verbindende tot dijeneijnde, die voor haer selven compareren hare ende voochden de voorzegde.
weeskinders, persoonen ende goederen roerende ende onroerende geen uijtgesondert, maeckenden elck ende.
de keu. vandijn subject t'verbant van allen rechten ende rechteren speciaal den Ed. Hoove van Hollant aen.
den cooper over, mette costen ende tot vordere waringen transporteren sij comparanten in qualite voorzegd.
aale trecht van waringen haer competerende tot den ouden aen deses doorsteecken brieff in dat 17 e meij 1600.
vijf en veertich kennenden voor sij comparanten van de vercoopingen ende opdrachten deses ten volle.
voldaen ende betaelt te sijn, den eersten penning metten laesten, mette somme van twaalff hondert gulden.
gereet gelt, ende rentebrieff, ende boovendijen vijftijn guldens vijftijn stuivers tot speldegelt, alles sonder.
fraude.
Ten oirconden hebbe ick schout voorn. door begeeren ende verlijden van de comp. in qualite voorn. deses.
brieff met mijn segel in groenen was onder uijthangende besegelt, ende de selve benevens den geswoorene.
7 mei 1660 (dezelfde dag) wordt nog een 'opdrachtbrieff' gepasseerd en getekend waarbij zijn broer Jan.
Gerritsz de hele erfenis opkoopt:.
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambagt van Pijnacker, Gerrit Pietersz van der HOUFF ende Jan.
Pietersz OVERSIJDE geswoorenen aldaer, oirconden dat op huijden voor gecompareerd sijn Aeltge Gerritsdr.
Clapwijck weduwe van Jan Jacobsz TIMMERMAN za. woonende tot Pijnacker aende Laen geassisteert met.
Jacob Jansz van DIEST, TIMMERMAN haer swager als haer gecooren voocht voor een vijerdepaert,.
Adrijaen Gerritsz RIJWECH stiefvader ende Jacob Jansz van DIEST koosijn als gestelde voochden over de.
vijf naergelaten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor een gelijck vijerdepaert. Jacob.
Jans van NOORDEN voor hem selve, mitsgaders Jan Cornelis van NOORDEN vader ende Adrijaen PLEUNEN.
coornmoolenaer op de Pijnackerse koorenmolen als gestelde voochden over de vijer nog minderjarige.
weeskinderen van Maritge Gerritsdr Clapwijck za. t'samen voor een gelijcke vijerdepaert alle kint en.
kintskinderen, ende dienvolgens mede erffgenamen van Gerrit Cornelis Clapwijck za. gewoont hebbende ende.
overleden inden Ambachte van Pijnacker voorn. ende sij comparanten in de voorz. qualite vercoft ende.
dienvolgende getransporteert ende in vrije eijgendom te hebben gelijck sij doen bij desen aen ende ten.
behouve van Jan Gerritsz Clapwijck woonende in Clapwijck in den Ambachte van Pijnacker voorn. drije.
vijerdepaerts van de naervolgende pertijen van lands gelegen soo int ambacht van Berckel als int ambacht.
van Pijnacker respective daer van het resterende vijerdepaert den cooper als zoon ende medeerfgenaam van.
den voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck is toebehoorende als namelijk eerste van eerste een stucke lants gelegen.
int ambacht van Pijnacker genaemt den Acker, te verongelden voor dertijen hont streckende uijt de.
Clapwijckse Watering oost tot het lant van Mr. Sijmon GRASWINCKEL toe, belent ten suijden Mees Pieterse.
ende ten noorden den voorz. GRASWINCKEL, noch van een stucke lants geleghen op de Hoocht in den.
voorz. ambachte te verongeldem voor tijen hont, streckende vant lant van Mees Pieterse oost op over de.
Strickcade tot inden Strickcaden sloot toe, belent ten suijden den selve Mees Pieterse ende ten noorden Mr.
Sijmon GRASWINCKEL voorn. noch van een stucke lants gelegen int ambacht van Berckel, mede te.
verongelden voor tijen hont, belent ten oosten de Wateringe, ten suijden de armen van Berckel, ten westen.
de stadt Delft, ende ten noorden de naergenoemde drije mergen een hont ende de armen van Berckel voorn.
noch van drije mergen, een hont gelegen int Ambacht van Berckel voorzeit, gemeen met noch vijff hont,.
toebehoorende den armen aldaer streckende int geheel uijt de Watering west op tot het lant toebehoorende.
de stadt Delft, belent ten suijden de voorzegde tijen hont, ende ten noorden de naergenoemde tijen mergen.
ende noch van een stuck lants te verongelden voor vijer morgen genaempt de negentijen hont, gelegen int.
ambacht van Berckel voorz. belent ten oosten de Watering, ten suijden de voorzegde drije mergen een hont.
ende de voorz. armen, ten westen den cooper, ende ten noorden de volgende veertijen hont, ende den armen.
voorn. Item noch van een stuck lants te verongelden voor veertijen hont gelegen in den voorz. ambachte,.
belent ten oosten den armen aldaer, ten suijden de voorz. vijer mergen, ten westen den Strickcade sloot, ende ten noorden de volgende seventijen hont. Lestelijck noch van een stuck lants te verongelden voor seventijen.
hont, leggende insgelijcks int meergenoemde ambacht van Berckel streckende uijt de Strickcade sloot oost op.
tot in de Watering belent ten suijden de voorzeide veertijen hont ende de armen van Berckel voorz. ende ten.
noorden Leendert Cornelisz DROOG met eijgen of te bruijckwaer, ende Adrijaen Leenertsz PUTS, doch alles.
bij den hoop sonder maet met de voet gestoten soo groot ende cleijn als de voorz. pertijen van landen in de.
voornoemnde belenden respectivelijck gelegen sijn, sonder van overmaet ijets te moogen eijschen, ofte van.
ondermaet ijetwets te moogen corten niet iegenstaende het h...... off hae.... meerdere of mindere gedeelte.
souden moogen versch..., sijnde de voorz. pertijen van landen vrij, niet anders belast noch beswaert dan met.
den heer sijn regt van gemeene ongelden ende anders benevensbuijrlanen, beloovende den comparantien in.
qualite voornoempt de voorzegde crije vijerpaerts, nu ende altoos soodanigh te vrijen ende te waren als regt.
is onder verbant als naer recht is, ende verdere transporteren sij comparanten in qualite voornoemt, aen den.
cooper over all t recht van waringe begrepen, in de oude opdrachten ende waerbrieven daer van sijnde, aen.
den cooper overgelevert ende onder hen berustende, komende sij comparanten in qualite voornoemt, van den.
vercoopingen ende opdrachte deses ten volle voldaen ende betaelt te sijn met de somme van elff duijsent.
ende t'seventich guldens, volgens de brieff op huijden daer van gepasseert. Alles sonder fraude.
Ten oirconden hebben wij Schouten voornoemt, door begeeren ende verlijden van de comparanten in qualite.
voorzegd, elc. beroerende onse jurisdictie, desen brieff met onse segels is groenen wass onder uijthangende.
besegelt, ende de selve benevens den geswoorene, respectivelijck onder peij... ende ten prothocolle elck van.
sijn ambacht, geteijkent op te VII de Meij 1600 t'sestich.
En daarmee weten we dat het bezit van Gerrit Cornelisz een waarde had van 14 760.0.0.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 |
tr.
met
Aeltgen Gerritsdr. (Aeltge Gerritsdr) Hoflant, dr. van Gerrit Aertsz Hoflant en Weyntgen , geb. Pijnacker circa 1525, ovl. na 17 jun 1560.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1550 | †1616 | Pijnacker | 66 | 1 | 11 | |
2 | Annetgen | *1549 | †1607 | 58 | 0 | 0 | ||
3 | Maritgen | *1550 | †1607 | 57 | 0 | 0 | ||
4 | Jacob | *1552 | †1607 | 55 | 0 | 0 | ||
5 | Weyntgen | *1554 | †1632 | Dakar | 77 | 0 | 0 |