Margaretha van Steenre
Margaretha van Steenre.tr.
met
Gerdt van Rhemen, zn. van Evert van Rhemen en Margaretha van Wederden, heer van Dravenhorst,
, Vermeld in 1376 te Bocholt.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Evert | | | | | | 1 | 4 |
>
Evert van Rhemen
Evert van Rhemen, ovl. voor 1297,
, woonde in de 13e eeuw op de
Horst of Dravenhorst onder Winterswijk.tr.
met
Margaretha van Wederden.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerdt | | | | | | 1 | 1 |
>
Margaretha van Wederden
Margaretha van Wederden.tr.
met
Evert van Rhemen, ovl. voor 1297,
, woonde in de 13e eeuw op de
Horst of Dravenhorst onder Winterswijk.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerdt | | | | | | 1 | 1 |
>
Jasper IV Baersdonck gnt Mom
Jasper IV Baersdonck gnt Mom,
, omstreeks 1500 leefde een Margaretha Romswinckel, Fräulein de Loë, die een dochter zou zijn geweest van Godschalck Romswinckel en Maria Mumm gen. Baersdonck. Van Epen vertelt daarbij, dat zij als zoodanig in verschillende handschriftelijke geslachtslijsten vermeld wordt, zonder deze echter nader te preciseeren. Noch van haar, noch van haar ouders is verder ook maar eenig spoor teruggevonden; wellicht baseerde v. E. zich op een door hem vermelde aanteekening van van Spaen in het archief van den Hoogen Raad van Adel, luidende:,Deze Romswinckels de gueule à la spiral d’or worden gezegd b(astaarden) te zijn van Loe tot Wissen. Ned. Leeuw jrg. 1942 kolom 89, CD-rom pag. 49.tr. (1)
met
Elisabeth van Olft (Ulft), dr. van Jasper van Ulft geheten Matelang, ovl. voor 1617.
Uit dit huwelijk 4 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Josina | *1583 | Bocholt [Duitsland] | †1626 | Zutphen | 43 | 1 | 0 |
2 | Anna | | | | | | 1 | 0 |
3 | Maria | | | | | | 0 | 0 |
4 | Margaretha | | | | | | 0 | 0 |
tr. (2)
met
Gotstouwa (Goestowa) van Hagenbeke genaamd Gruter (Hagenbeeck), dr. van Hendrik Gruter genaamd Hagenbeek (vermeld 1437) en Ave van der Voerst, geb. circa 1495, vermeld 18 mei 1518, relatie (1) met Johan van Rede. Uit deze relatie een dochter
>
Elisabeth van Olft (Ulft)
Elisabeth van Olft (Ulft), ovl. voor 1617.tr.
met
Jasper IV Baersdonck gnt Mom, zn. van Jasper III Baersdonck gnt Mom (Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586) en Agnes van Gent,
, omstreeks 1500 leefde een Margaretha Romswinckel, Fräulein de Loë, die een dochter zou zijn geweest van Godschalck Romswinckel en Maria Mumm gen. Baersdonck. Van Epen vertelt daarbij, dat zij als zoodanig in verschillende handschriftelijke geslachtslijsten vermeld wordt, zonder deze echter nader te preciseeren. Noch van haar, noch van haar ouders is verder ook maar eenig spoor teruggevonden; wellicht baseerde v. E. zich op een door hem vermelde aanteekening van van Spaen in het archief van den Hoogen Raad van Adel, luidende:,Deze Romswinckels de gueule à la spiral d’or worden gezegd b(astaarden) te zijn van Loe tot Wissen. Ned. Leeuw jrg. 1942 kolom 89, CD-rom pag. 49, tr. (2) met Gotstouwa van Hagenbeke genaamd Gruter. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 4 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Josina | *1583 | Bocholt [Duitsland] | †1626 | Zutphen | 43 | 1 | 0 |
2 | Anna | | | | | | 1 | 0 |
3 | Maria | | | | | | 0 | 0 |
4 | Margaretha | | | | | | 0 | 0 |
>
Josina Mom
Josina Mom, geb. Bocholt [Duitsland] tussen 1583 en 1584, ovl. Zutphen op 14 mrt 1626.- Vader:
Jasper IV Baersdonck gnt Mom, zn. van Jasper III Baersdonck gnt Mom (Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586) en Agnes van Gent,
, omstreeks 1500 leefde een Margaretha Romswinckel, Fräulein de Loë, die een dochter zou zijn geweest van Godschalck Romswinckel en Maria Mumm gen. Baersdonck. Van Epen vertelt daarbij, dat zij als zoodanig in verschillende handschriftelijke geslachtslijsten vermeld wordt, zonder deze echter nader te preciseeren. Noch van haar, noch van haar ouders is verder ook maar eenig spoor teruggevonden; wellicht baseerde v. E. zich op een door hem vermelde aanteekening van van Spaen in het archief van den Hoogen Raad van Adel, luidende:,Deze Romswinckels de gueule à la spiral d’or worden gezegd b(astaarden) te zijn van Loe tot Wissen. Ned. Leeuw jrg. 1942 kolom 89, CD-rom pag. 49, tr. (2) met Gotstouwa van Hagenbeke genaamd Gruter. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1).
tr. Bommel (Kasteel Brakel) in sep 1617
met
ds Willem Baudart (Baudartius), geb. Deinze [België] op 13 feb 1565, ovl. Zutphen (St. Walburgskerk) in 1640, , geboren als Willem Baudart, theoloog en predikant. Baudartius studeerde in Canterbury, Gent, Leiden, Franeker en Heidelberg, en werd predikant in achtereenvolgens Kampen (1593), Lisse (1596) en Zutphen (1598). Tijdens het werk aan de Statenvertaling woonde hij in Leiden (1626 - 1637). Hij stond bekend om zijn goede kennis van het Hebreeuws en was een fervent contraremonstrant. Hij publiceerde een verzameling spreuken (Apophthegmata Christiana, 1605), een pamflet tegen het Twaalfjarig Bestand (Morghen-Wecker der vrye Nederlantsche provintien, 1610) en het historische werk Memoriën (1620/24), tr. (2) met Barbara Martens, ovl. voor 1617. Uit dit huwelijk een dochter. |  |
>
Anna Mom
Anna Mom.- Vader:
Jasper IV Baersdonck gnt Mom, zn. van Jasper III Baersdonck gnt Mom (Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586) en Agnes van Gent,
, omstreeks 1500 leefde een Margaretha Romswinckel, Fräulein de Loë, die een dochter zou zijn geweest van Godschalck Romswinckel en Maria Mumm gen. Baersdonck. Van Epen vertelt daarbij, dat zij als zoodanig in verschillende handschriftelijke geslachtslijsten vermeld wordt, zonder deze echter nader te preciseeren. Noch van haar, noch van haar ouders is verder ook maar eenig spoor teruggevonden; wellicht baseerde v. E. zich op een door hem vermelde aanteekening van van Spaen in het archief van den Hoogen Raad van Adel, luidende:,Deze Romswinckels de gueule à la spiral d’or worden gezegd b(astaarden) te zijn van Loe tot Wissen. Ned. Leeuw jrg. 1942 kolom 89, CD-rom pag. 49, tr. (2) met Gotstouwa van Hagenbeke genaamd Gruter. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1).
tr.
met
Derick van der Wall, burgemeester van Zutphen
>
Maria Mom
Maria Mom.- Vader:
Jasper IV Baersdonck gnt Mom, zn. van Jasper III Baersdonck gnt Mom (Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586) en Agnes van Gent,
, omstreeks 1500 leefde een Margaretha Romswinckel, Fräulein de Loë, die een dochter zou zijn geweest van Godschalck Romswinckel en Maria Mumm gen. Baersdonck. Van Epen vertelt daarbij, dat zij als zoodanig in verschillende handschriftelijke geslachtslijsten vermeld wordt, zonder deze echter nader te preciseeren. Noch van haar, noch van haar ouders is verder ook maar eenig spoor teruggevonden; wellicht baseerde v. E. zich op een door hem vermelde aanteekening van van Spaen in het archief van den Hoogen Raad van Adel, luidende:,Deze Romswinckels de gueule à la spiral d’or worden gezegd b(astaarden) te zijn van Loe tot Wissen. Ned. Leeuw jrg. 1942 kolom 89, CD-rom pag. 49, tr. (2) met Gotstouwa van Hagenbeke genaamd Gruter. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1).
>
Margaretha Mom
Margaretha Mom.- Vader:
Jasper IV Baersdonck gnt Mom, zn. van Jasper III Baersdonck gnt Mom (Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586) en Agnes van Gent,
, omstreeks 1500 leefde een Margaretha Romswinckel, Fräulein de Loë, die een dochter zou zijn geweest van Godschalck Romswinckel en Maria Mumm gen. Baersdonck. Van Epen vertelt daarbij, dat zij als zoodanig in verschillende handschriftelijke geslachtslijsten vermeld wordt, zonder deze echter nader te preciseeren. Noch van haar, noch van haar ouders is verder ook maar eenig spoor teruggevonden; wellicht baseerde v. E. zich op een door hem vermelde aanteekening van van Spaen in het archief van den Hoogen Raad van Adel, luidende:,Deze Romswinckels de gueule à la spiral d’or worden gezegd b(astaarden) te zijn van Loe tot Wissen. Ned. Leeuw jrg. 1942 kolom 89, CD-rom pag. 49, tr. (2) met Gotstouwa van Hagenbeke genaamd Gruter. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1).
>
Jasper van Ulft geheten Matelang
Jasper van Ulft geheten Matelang. 4 kinderen:
>
Jasper III Baersdonck gnt Mom
Jasper III Baersdonck gnt Mom, Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586.tr.
met
Agnes van Gent.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jasper IV | | | | | | 2 | 4 |
>
Agnes van Gent
Agnes van Gent.tr.
met
Jasper III Baersdonck gnt Mom, Richter, schepen en burgemeester te Bocholt 1556-1586.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jasper IV | | | | | | 2 | 4 |
>
Maria van Aerssen van Sommelsdijk
Maria van Aerssen van Sommelsdijk, ovl. op 9 okt 1641.tr. in 1631
met
Willem Maurits van Nassau, zn. van Justinus van Nassau en Anna van Merode-Petershem, geb. in jun 1603, heer van Grimhuizen, ritmeester in Staatse dienst, ovl. voor 22 nov 1638, begr. Leiden (Hooglandse Kerk).
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Anna | *1639 | | †1721 | Den Haag | 82 | 1 | 0 |
>
Gijsbrecht III van Amstel
Gijsbrecht III van Amstel1, geb. circa 1200, ovl. voor 22 nov 1254,
, Heer van Amstel, ministeriaal van de bisschop van Utrecht, ridder. Getuige voor de elect Otto in 1238 (samen met zijn vader), 1239 , 1240, mogelijk ook in 1241, 1244 (2x); in 1245 verkoopt Gijsbrecht van Vechten 12 morgen land bij Amelisweerd, welke hij in leen van Gijsbrecht van Amstel en in achterleen van de bisschop houdt, aan de abdij van Oostbroek en hij zal ze de abdij in volle eigendom overdragen zodra het leenverband is opgeheven; belooft in 1247 aan de voogd, de raden en de gemeente van Lubek zijn medewerking om aan hun medeburgers, die in de strijd tegen de rover Markward Culen gewond zijn, hun schade te doen herstellen en verzoekt daarentegen aan zijn mannen hun kogge te doen teruggeven; in 1247 getuige als de rooms-koning Willem zekere bij Delft gelegen landerijen aan zijn tante Richarda geeft en deze ze vervolgens aan de Duitse orde schenkt; getuige voor het kapittel van Oudmunster te Utrecht in 1247; in 1249 getuige voor de echtgenote van Gijsbrecht van Ruwiel en in 1248/49 onder de zegelaars voor Gijsbrecht van Ruwiel.- Vader:
Gijsbrecht II van Amstel2, zn. van Gijsbrecht I van Amstel (rentmeester van Amestelle) en Hadewich , geb. tussen 1170 en 1175, ovl. tussen 1240 en 1244,
, Ministeriaal van de bisschop van Utrecht, ridder. Voor het eerst vermeld in 1200, als hij met zijn broers Egbert en Egidius onder de getuigen van bisschop Diederik wordt vermeld. Vermeld als getuige voor het kapittel van St. Jan te Utrecht in 1200; in 1201 onder de getuigen vermeld voor de bisschop van Utrecht in het verdrag tussen de graaf van Gelre met de hertog van Lotharingen en de bisschop van Utrecht ; getuige voor bisschop Diederik in 1207, 1207-1212, 1209 [26], 1210; getuige voor de elect Otto in 1212-1215, drie maal in 1213 (samen met zijn broer Egbert), 1216 (samen met zijn broer Egbert); getuige voor de Domproost Otto in 1213 (samen met zijn broer Egbert); getuige voor bisschop Otto, de Domdeken Rembold en Wouter, proost van Oudmunster, in 1216-1220; getuige voor bisschop Otto in 1217 [33], 1222, 1224, 1225 (samen met zijn broer Egidius), 1227 (samen met broer Egidius) [37], nogmaals in 1227; getuige in 1220 als Albert van Kuyc oorkondt, dat hij aan bisschop Otto zijn graafschap in Utrecht en andere rechten aldaar heeft verkocht; in 1224 getuige als Hendrik van Amersfoort oorkondt dat hij zekere goederen aan het convent te Mariënweerd heeft verkocht; verklaart in 1224, ridder zijnde, in tegenwoordigheid van de bisschop, prelaten en ministerialen van de kerk van Utrecht, dat hij zijn vrouw, zonen en erfgenamen afstand heeft laten doen van de goederen in Naardingerland, welke hij bij privilege van de abdis van Elten bezat; in 1225 arbiter voor de bisschop van Utrecht in een geschil tussen Gerard, graaf van Gelre, en bisschop Otto; in 1225 getuige bij een uitspraak door Koenraad, bisschop van Portus, legaat van de paus, in enige geschillen tussen bisschop Otto en graaf Floris (IV) van Holland; in 1226 geeft bisschop Otto aan Gijsbrecht van Amstel de gerechten met toebehoren van Muiden, Weesp en Diemen in erfpacht, nadat Hendrik van Velde afstand van zijn rechten op zijn aandeel daarin had gedaan; in 1226 doet Gijsbrecht afstand van het leenheerschap over Slagmaat, die de gebroeders Gijsbrecht, Frederik en Gerard van Vechte van hem hielden (en die Gijsbrecht in leen hield van de bisschop) en die zij aan het kapittel van St. Jan te Utrecht verkocht hadden, de bisschop bevestigt dit en onder de getuigen worden genoemd Gijsbrecht, heer van Amstel, en diens zoon G.; in 1227 ontslaat de rooms-koning Hendrik de graaf van Gelre en Gijsbrecht van Amstel en hun medegevangenen van de beloften, die zij aan Rudolf van Koevorden en diens partijgenoten hadden gedaan, wijl deze waren gebannen; getuige voor bisschop Wilbrand in 1228, 1230 (ridder), draagt in 1231 zijn stenen huis te Utrecht op aan graaf Floris van Holland en ontvangt het weder van hem in leen; getuige voor bisschop Wilbrand in 1231 (ridder)], 1232 (ridder) en nogmaals in 1232, 1233; in 1233 schrijft hij, ridder zijnde, aan de abdis van Rijnsburg, dat hij bereid is de goederen te Boskoop tegen een zekere som aan de abdij af te staan en een gemachtigde benoemd heeft voor de voorlopige overdracht, in afwachting van zijn persoonlijke afstand voor de graaf van Holland; in 1235 komt hij, ridder zijnde, met het kapittel van St. Marie te Utrecht overeen tot afbakening van hun tienden onder Kortenhoef en Dorsseveen; getuige voor de elect Otto in 1238 (2x), tr.
tr. (1) circa 1220
met
Margaretha/Aleidis? van Cuyck1, dr. van Ridder Albert van Kuyc (ridder, vermeld 1191-1233, Heer van Cuyk en Grave 1204-1233, van Herpen, Merum en half Asten 1220) en Heilwig van Merheim (erfdochter van Merum en half Asten), ovl. circa 1240,
, De naam van de echtgenote van Gijsbrecht III vam Amstel wordt nergens expliciet vermeld. Van Spaen, in zijn “Historie der Heeren van Amstel, van IJsselstein en Mijnden”, vermeldt op blz. 30: “Alleen uit eene verklaring, door Floris van Oegstgeest in 1364 gegeven, verneemt men, dat de Heer van Amstel en zijn broeder Willem, Proost van S. Jan, moeije kinders waren van zijnen vader Heer Willem van Oegsgeest, Ridder; derhalve is waarschijnlijk de vrouw van Gijsbrecht den III, uit het geslacht van Oegstgeest gesproten”. Als bron vermeldt Van Spaen: Mieris III, 172. Zie voorts J.A.Coldeweij, “De heren van Kuijc 1096-1400”, blz. 88-90. Uit de verklaring van 1364 blijkt voorts dat burggraaf Hendrik van Leiden (Kuyc) een oom was van Floris van Oegstgeest. Uit het feit dat in de verklaring slechts sprake is van Gijsbrecht IV en Willem van Amstel, concludeert Coldeweij dat deze Arnoud uit een ander huwelijk stamt, waarbij Coldeweij, gezien de naam Arnold (van IJsselstein), denkt aan een huwelijk met een dochter van Arnold II van Heusden. Echter zou in dat geval, zoals G.J.J. van Wimersma Greidanus in zijn “Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen” op blz. 690 vermeldt, huwelijksdispensatie nodig zijn geweest voor het huwelijk tussen Gijsbrechts’ kleinzoon Gijsbrecht (zoon van Arnold van IJsselstein) met Bertha van Heukelom. Greidanus blijft echter het huwelijk van Gijsbrecht IV van Amstel met een dochter uit het huis Van Heusden vermelden, waarbij zoon Arnold dan als moeder de dochter van de heer van Kuyc zou hebben. Ik denk echter dat, gezien de terechte opmerking van Greidanus over de noodzakelijke huwelijksdispensatie voor diens kleinzoon, er helemaal geen huwelijk is geweest tussen Gijsbrecht III van Amstel met een Van Heusden. Coldeweij heeft dat slechts gesuggereerd omdat Floris van Oegstgeest in 1364, dus bijna 100 jaar na dato (!), alleen gewag maakt van Gijsbrecht en Willem van Amstel en niet van hun broer Arnold. Behalve het feit dat Floris zijn uitspraak bijna 100 jaar na dato deed, en dus zeker niet volledig in zijn uitspraak hoeft te zijn, verzuimde hij ook de zuster Elisabeth van Amstel te vermelden; weliswaar een zuster, maar dan wel één die met de bekende Herman VI van Woerden was gehuwd. Dit is een duidelijk voorbeeld hoe e.e.a. een eigen leven kan gaan leiden. Een ander huwelijk van Gijsbrecht IV waaruit Arnold zou stammen blijft natuurlijk (vooralsnog) tot de mogelijkheden behoren.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
tr. (2) na 1240
met
Bertrade (Baarte) van Bensschop en IJsselstein (Bertrade van Heukelom), dr. van Arnold II van IJsselstein.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arnoud | *1240 | | †1291 | | 51 | 1 | 4 |
Bronnen:
1. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69) |
2. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 238) |
>
Bertrade (Baarte) van Bensschop en IJsselstein
Bertrade (Baarte) van Bensschop en IJsselstein (Bertrade van Heukelom).tr. na 1240
met
Gijsbrecht III van Amstel1, zn. van Gijsbrecht II van Amstel en NN van Schalkwijk, geb. circa 1200, ovl. voor 22 nov 1254,
, Heer van Amstel, ministeriaal van de bisschop van Utrecht, ridder. Getuige voor de elect Otto in 1238 (samen met zijn vader), 1239 , 1240, mogelijk ook in 1241, 1244 (2x); in 1245 verkoopt Gijsbrecht van Vechten 12 morgen land bij Amelisweerd, welke hij in leen van Gijsbrecht van Amstel en in achterleen van de bisschop houdt, aan de abdij van Oostbroek en hij zal ze de abdij in volle eigendom overdragen zodra het leenverband is opgeheven; belooft in 1247 aan de voogd, de raden en de gemeente van Lubek zijn medewerking om aan hun medeburgers, die in de strijd tegen de rover Markward Culen gewond zijn, hun schade te doen herstellen en verzoekt daarentegen aan zijn mannen hun kogge te doen teruggeven; in 1247 getuige als de rooms-koning Willem zekere bij Delft gelegen landerijen aan zijn tante Richarda geeft en deze ze vervolgens aan de Duitse orde schenkt; getuige voor het kapittel van Oudmunster te Utrecht in 1247; in 1249 getuige voor de echtgenote van Gijsbrecht van Ruwiel en in 1248/49 onder de zegelaars voor Gijsbrecht van Ruwiel, tr. (1) met Margaretha/Aleidis? van Cuyck1. Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arnoud | *1240 | | †1291 | | 51 | 1 | 4 |
>
Gijsbrecht VI van Amstel van IJsselstein
Gijsbrecht VI (Gijsbert VI) van Amstel van IJsselstein1,2, geb. in 1252, heer van IJsselstein en Bensschop, ovl. in 1345,
, Hij nam geen deel aan de aanslag en moord op graaf Floris V, waarbij zijn gelijknamige oom, zijn broeder Arnoud van Benscoop en zijn verwant Herman van Woerden wel zeer nauw betrokken waren; hij nam zelfs deel aan de belegering van het slot Cronenburg, alwaar de schuldigen hun toevlucht hadden gezocht. Moeilijkheden met de graven van Holland waren, hem echter ook niet bespaard gebleven en gedurende een beleg door de Hollanders van het slot IJsselstein omtrent het jaar 1297 kreeg zijn echtgenote Berta van Heukelom, die het slot met een handjevol mannen gedurende bijna een jaar in handen wist te houden, de gelegenheid te tonen, dat zij een lid was van het geslacht -Van Arkel, dat in Holland als het,stoutste” bekend stond. Bij de overgave wist zij voor zich en de helft van de verdedigers vrije aftocht te bedingen.- Vader:
Arnoud van Amstel (Arnoud van Benschop) ridder1,3,2, zn. van Gijsbrecht III van Amstel en Bertrade (Baarte) van Bensschop en IJsselstein, geb. na 1240, heer van Bensschop en IJsselstein, ovl. in 1291,
, van zijn moeder wordt vermeld dat zij uit het geslacht van Benschop is. Hij zat met zijn halfbroer Gijsbrecht vijf jaar gevangen in Zeeland van mei 1280 tot de herfst 1285. Op 27 oktober 1285 verzoenden de gebroeders zich met de graaf van Holland. In 1277 verkoopt Wouter UtenGoye, knaap, behoudens goedkeuring van de leenheer, Jan van Kuijc, ridder, aan Arnold van Amstel, ridder, het gerecht in Eijteren aan weerszijden van de IJssel met de cijns, het veer en de visserij, op voorwaarde dat heer Arnold de schuld, die Wouter heeft aan Gerard van Vliet uit hoofde van diens huwelijk met Wouter's zuster, betalen zal, in welke zaak Wouter's broer Gijsbert arbiter zal zijn, tr. circa 1260.
tr. circa 1280
met
Bertha van Arkel van Heukelom, dr. van Otto I van Arkel ridder (heer van Heukelom en Asperen), ovl. op 25 feb 1322, begr. IJsselstein,
, Vermeld 1297-1298, zij verdedigde kasteel IJsselstein toen dat werd belegerd door Wolfert van Borsselen. Zelfs toen zij hoorde dat haar man inmiddels gevangengenomen was hield zij stand. Uiteindelijk moets zij na een jaar het kasteel prijsgeven en toenzien hoe acht van haar zestien manschappen werden onthoofd.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arnout | | | †1363 | IJsselstein | | 1 | 2 |
2 | Otto | | | †1353 | | | 1 | 0 |
3 | Agnes | | | †1360 | | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69) |
2. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 239) |
3. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 127) |
>
Willem Baudart
|  |
ds Willem Baudart (Baudartius), geb. Deinze [België] op 13 feb 1565, ovl. Zutphen (St. Walburgskerk) in 1640, , geboren als Willem Baudart, theoloog en predikant. Baudartius studeerde in Canterbury, Gent, Leiden, Franeker en Heidelberg, en werd predikant in achtereenvolgens Kampen (1593), Lisse (1596) en Zutphen (1598). Tijdens het werk aan de Statenvertaling woonde hij in Leiden (1626 - 1637). Hij stond bekend om zijn goede kennis van het Hebreeuws en was een fervent contraremonstrant. Hij publiceerde een verzameling spreuken (Apophthegmata Christiana, 1605), een pamflet tegen het Twaalfjarig Bestand (Morghen-Wecker der vrye Nederlantsche provintien, 1610) en het historische werk Memoriën (1620/24). |
tr. (1) Bommel (Kasteel Brakel) in sep 1617
met
Josina Mom, dr. van Jasper IV Baersdonck gnt Mom en Elisabeth van Olft (Ulft), geb. Bocholt [Duitsland] tussen 1583 en 1584, ovl. Zutphen op 14 mrt 1626.
tr. (2)
met
Barbara Martens, ovl. voor 1617.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | *1600 | | | | | 1 | 1 |
>
Willem van Ulft geheten Matelang
Willem van Ulft geheten Matelang,
, in 1577 met Hoekelum beleend, waarschijnlijk dezelfde Willem van Ulft, die op 20 Juli 1605, als burgemeester van ‘s Heerenberg, het vonnis mede onderteekende, waarbij een oude vrouw wegens hekserij tot den brandstapel veroordeeld werd, het laatste voorbeeld van dien aard in Gelderland (P. C. Molhuysen in de Bijdragen van Nijhoff, nieuwe reeks, 1, 205). - In 1611 burgemeester van Terborgh. Niet lang daarna is hij zeker ongehuwd, althans kinderloos overleden.tr.
met
Maria van Broeckhuysen, dr. van Gerdinck van Broeckhuysen en Sophia van Trier
>
Arent van Ulft geheten Matelang
Arent van Ulft geheten Matelang, ovl. circa 1630,
, hij werd in 1613 met Hoekelum beleend.
In 1614, omstreeks 50 jaren oud, legt hij een getuigenis
af over den aanwas van een rijswaard onder Millingen
(B. A.). Hij,komt nog onder 1 Maart 1626 in het Roek
der kentn. van Kreynck, fol. 186, voor Joffer :,Josina Mum,
huisvr. Wilhelmi Baudartii, Joffer Anna Mum, huisvr. van
Burgemr. (van Zutphen namelijk) Derick te Wal], Joff.
Maria en Margaretha Mum gezusters, Arent van Ulft, haar
oom.” Arent is omstreeks 1630 gestorven, ongehuwd of
althans kinderloos.
>
NN van Ulft geheten Matelang
NN van Ulft geheten Matelang,
, van den derden broeder is de voornaam onbekend,
doch het blijkt, - dat hij twee zonen had, Casparus en Jacobus.
1. Casparus van Ulft, deken te Xanten, in 1630 met
Hoekelum beleend. 163l. Onse ‘L. Burgerm. Derick van der Wall, Joffer Anna Mom syn Ed. huisvr., Jos.
Johan van der Steen, D’E. Caspar van Ulft, decanus
tot Xanten.” (Kreynch, Boek der kentn, fo 191).,1672,
8 Jan, D’ heer Diderick vañ Wall tot den Velhorst
en vrouw Helena van der Leeuw syn huisvr, heeft
gecedeert an d’ Heer Adriaen Roet alsodane goederen
als hem van syn neef Nicolaucr l Ulft, gewesen cano-
nicus te Xanthen, syn angeërvet.” (Id., fol. 191).
2. Jacobus van Ulft. -,Te Douay zal op 16 Aug.
1618 Jacobus van Ulft, een Gelderschman uit het
graafschap Berg, in het publiek eenige theses defen-
deeren. Hij draagt die op aan Ridderschap en Steden
van het kwartier Zutphen, de Heeren Everardue van
Lintelo en Henricus van Boehoff. Voorts aan de heeren
van Heeckeren tot Ruurlo, Hendrik van der Hoeven
zu der Hoeff en Poelwick, Johan en Gerlach Smul-
lingh, Ricquin Cloeck en Arnold van Ulft, zijn oom,
bloedverwanten en aanver wan ten ” (Zutph. ar&.)
4. Waarschijnijk een dochter met . . . . . Mom gehuwd.
>