tr. (1) voor 1782
met
Neeltje Mom, dr. van Jan Willemsz Mom (broodbakker te 's-Gravendeel) en Cornelia Arens de Kreek, geb. circa 1760 ], ovl. in 1806, tr. met
Neeltje Mom.
Opvolger was Pieter Hendriks de Vries, afkomstig van Bleskensgraaf en lidmaat geworden in 1785.
Hij was eerst getrouwd met Neeltje Mom (uit welk huwelijk 4 kinderen: Cornelia, Lena, Jannigje en Hendrik), maar die overleed nog voor haar moeder, namelijk in 1806. Pieter hertrouwde met Neeltje Maartens Boer.
Hij kreeg in 1796 een admissie als herbergier en tapper, was in 1808 diaken en mocht "voor de armen" bakken in 1794, 1809 en 1812.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelia | *1782 | 's-Gravendeel | 1824 | 's-Gravendeel | 42 | 1 | 8 |
tr. (2) in 1809
met
Neeltje Maartensd Boer, ged. te Molenaarsgraaf op 2 feb 1772, ovl. te 's-Gravendeel op 23 apr 1863, tr. met
tr. voor 1782
met
Pieter Hendricksz de Vries, zn. van Hendrik Pietersz de Vries en Lena Maartenze, ged. te Bleskensgraaf op 16 okt 1757, broodbakker te 's-Gravendeel, ovl. te 's-Gravendeel op 2 jul 1818, tr. (2) met Neeltje Maartensd Boer. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelia | *1782 | 's-Gravendeel | 1824 | 's-Gravendeel | 42 | 1 | 8 |
tr. te Hendrik-Ido Ambacht in 1757
met
Geertje Pieters Verhoeven, dr. van Pieter Willemsz Verhoeven en Annetje Pietersdr Huijser, geb. te Ridderkerk op 18 okt 1738, ged. te Ridderkerk op 26 okt 1738, ovl. te Hendrik-Ido Ambacht op 21 aug 1797, tr. met
Geertje Pieters Verhoeven.
12 augustus 1764 : Hendrik Ido Ambacht RA HIA - 22. Testament 12-8-1764 voor Jacob Steehouwer en Pieter Huijgen Kranenburg schepen van Hendrik Ido Ambacht. Pieter Leendertsz de Snoo en Maria Paulusse van der Leer e.l. won. onder het Volgerland van Kijfhoek benoemen elkaar tot erfgenaam. Ieder kind zal bij mondige dage f. 10.10.0 ontvangen. Tot voogt benoemen zij de langstlevende en verder hun zwager Huijg Cornelisz Leeuwenburgh won. in het Volgerland van Sandelingenambacht en der testateur goede vriend Jan Cornelisse Noute won. te Hendrik Ido Ambacht (Bron: A. Bos p. 9).
14 maart 1765 Sandelingenambacht.
RAD_1030-4, ora Sandelingen-Ambacht (Adriaan Pietersambacht), fol. 13v-14r: 14 maart 1765: Comp. de heer Jan Trouwborst, schout van Hendrik Ido Ambacht, wonende op de Steenplaats in de Noord bij Dord(recht), onder het volgerland van de Groote Lindt, als schriftelijk last en opdracht hebbende van Leendert Frankesteijn, wonende te Berkel (d.d. 3 maart 1765) en verklaarde te transporteren en in vrij eigendom over te dragen aan, en ten behoeve van de kinderen van Neeltje Monster, laatst weduwe van Hendrik van der Burg, zijnde met name: Arij Paulusz. van der Leer, Pieter de Snoo als in huwelijk hebbende Maria Paulusdr. van der Leer, en aan de voogden en executeurs testamentair van de voornoemde Neeltje Monster over de drie nog minderjarige kinderen en erfgenamen die in de erfenis gerechtigd zijn, wonende allen onder verschillende heerlijkheden, 2 morgen en 70 roeden weiland genaamd de Lange Grient, gelegen onder de watermolens van Hendrik Ido in het volgerland van Sandelingen-Ambacht. Belend ten oosten de Swindregtse Zeedijk, ten westen Arij van der Giesen, ten zuiden Hendrik de Koning en ten noorden Pieter Trouwborst.
4-8-1797. Aangifte van het lijk op 21 augustus 1797 te Hendrik Ido Ambacht (het laatste volgens een huwelijkse bijlage bij huw akte 18 Wilmpje de Snoo*1767 Gaarder Kijfhoek Overl. voor of op 22 oktober 1767.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arij | ~1777 | Volgerland | 1847 | Wemeldinge | 70 | 2 | 8 |
tr. te Hendrik-Ido Ambacht in 1757
met
Cornelis Janszoon de Snoo, zn. van Jan Cornelissen de Snoo en Leyntje Otte van der Vorm, ged. te Ridderkerk op 26 okt 1732, ovl. te Hendrik-Ido Ambacht op 24 sep 1804, tr. met
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arij | ~1777 | Volgerland | 1847 | Wemeldinge | 70 | 2 | 8 |
tr. te Ridderkerk op 14 apr 1726
met
Leyntje Otte (Lijntje) van der Vorm, dr. van Ot Cornelisz van der Vorm en Willempje Hendriks Swartouw, ged. te Hendrik-Ido Ambacht op 10 mei 1705, ovl. te Hendrik-Ido Ambacht op 26 aug 1777, tr. met
Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1732 | Ridderkerk | 1804 | Hendrik-Ido Ambacht | 71 | 1 | 5 |
tr. te Ridderkerk op 14 apr 1726
met
Jan Cornelissen de Snoo, zn. van Cornelis Leendertse de Snoo en Pietertje Pietersdr Gelder, ged. te Ridderkerk op 18 sep 1701, ovl. te Zwijndrecht op 15 aug 1781, tr. met
Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1732 | Ridderkerk | 1804 | Hendrik-Ido Ambacht | 71 | 1 | 5 |
tr. te Ridderkerk op 17 okt 1688
met
Pietertje Pietersdr Gelder, dr. van Pieter Pleunen Gelder en Cathlijntje Jans, ged. te Hendrik-Ido Ambacht op 20 feb 1661, begr. te Ridderkerk op 9 okt 1729, tr. met
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | ~1701 | Ridderkerk | 1781 | Zwijndrecht | 79 | 1 | 10 |
tr. te Ridderkerk op 17 okt 1688
met
Cornelis Leendertse de Snoo, zn. van Leendert Cornelisz de Snoo en Volckjen Arien Salij, geb. te Heerjansdam op 1 nov 1664, ged. te Heerjansdam op 9 nov 1664, begr. te Ridderkerk op 18 feb 1724, tr. met
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | ~1701 | Ridderkerk | 1781 | Zwijndrecht | 79 | 1 | 10 |
tr. te Hendrik-Ido Ambacht op 8 jan 1690
met
Willempje Hendriks Swartouw, dr. van Hendrick Teunisz Swartouw en Lijntje Ariens de Ruijter, ged. te Hendrik-Ido Ambacht op 18 sep 1665, ovl. te Hendrik-Ido Ambacht circa 1719, tr. met
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Leyntje | ~1705 | Hendrik-Ido Ambacht | 1777 | Hendrik-Ido Ambacht | 72 | 1 | 10 |
2 | Cornelis | 1 | 1 |
tr. te Hendrik-Ido Ambacht op 8 jan 1690
met
Ot Cornelisz van der Vorm (Vurm), zn. van Cornelis Hendricksz van der Vorm en Aefken Ariens Otten, geb. in 1659, ovl. tussen 1713 en 1719, tr. met
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Leyntje | ~1705 | Hendrik-Ido Ambacht | 1777 | Hendrik-Ido Ambacht | 72 | 1 | 10 |
2 | Cornelis | 1 | 1 |
tr.
met
Lijntje Ariens de Ruijter, geb. te Hendrik-Ido Ambacht in 1625, ovl. te Hendrik-Ido Ambacht in 1668, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willempje | ~1665 | Hendrik-Ido Ambacht | 1719 | Hendrik-Ido Ambacht | 53 | 1 | 5 |
tr.
met
Hendrick Teunisz Swartouw, zn. van Teunis Hendriksz Swartouw en Machteltje Willems, geb. te Hendrik-Ido Ambacht in 1622, ovl. te Hendrik-Ido Ambacht op 1 okt 1691, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willempje | ~1665 | Hendrik-Ido Ambacht | 1719 | Hendrik-Ido Ambacht | 53 | 1 | 5 |
tr.
met
Machteltje Willems, ovl. in 1672, tr. met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrick | *1622 | Hendrik-Ido Ambacht | 1691 | Hendrik-Ido Ambacht | 69 | 1 | 1 |
tr.
met
Teunis Hendriksz Swartouw, geb. in 1599, ovl. in 1671, tr. met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrick | *1622 | Hendrik-Ido Ambacht | 1691 | Hendrik-Ido Ambacht | 69 | 1 | 1 |
tr. te Heerjansdam op 3 jun 1657
met
Volckjen Arien Salij, dr. van Arien Ariensz Salij en Lijsbeth Ariensdr in 't Hout, geb. te Heerjansdam circa 1635, ovl. te Heerjansdam voor 1705, tr. met
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1664 | Heerjansdam | 1724 | Ridderkerk | 59 | 1 | 5 |
tr. te Heerjansdam op 3 jun 1657
met
Leendert Cornelisz de Snoo, zn. van Cornelis Gerritsz de Snoo en Marijcke Ariens Ellertsdr, geb. te Ridderkerk in 1635, ovl. te Heerjansdam in mrt 1705, tr. met
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1664 | Heerjansdam | 1724 | Ridderkerk | 59 | 1 | 5 |
tr.
met
Arien Ariensz Salij, zn. van Arien Ariensz Salij en Volckje Salij, geb. te Barendrecht circa 1590, begr. te Heerjansdam op 13 dec 1666, tr. met
Arien Ariensz Salij.
Arien is waarschijnlijk identiek met de Ariens Sali te Smitshoek, al genoemd in akte d.d.8.4.1631. Hij was wellicht ouder dan zijn waarschijnlijke broer Cornelis. Blijkens de al meer genoemde akte van 8.7.1631 woonde Arien toen te Smitshoek, een buurtschap tussen de dorpen Charlois en Barendrecht en behorend tot jurisdictie van Charlois. In het verpondingscohier over Barendrecht 1632 staat Arien Ariensz Salij geboekt onder het hoofd "huysen aan dijck"en wel voor 1 gulden. Arien verklaart op 3.8.1638 100 gulden schuldig te zijn aan te Rotterdam wonende Zophia Andries Schutgers. Een rekening in de boedel van Pieter Meeuwse en Lijntgen Bastiaansdr. d.d.12.12.1643 maakt melding dat Feijs Meeuwsz van Arien Ariensz Salij "als rest vant huijs bij hem van de kinderen gehadt" 12 gulden heeft ontvangen. Op een openbare verkoping op 4.10.1664 te Kleine Lindt koopt Lijsbeth Salij hemden en voor deze aankopen stelt Leendert Salij zich borg. Lijsbeth Ariens Salij, weduwe van Arijen Arijens Salij verklaart bij akte d.d.13.12.1666 200 Car.gulden schuldig te zijn aan Adriaen Willemsz van der Kruijs en Jacob Willems Groen, armbezorgers van de armgoederen van Heerjansdam. Voor deze geldlening stelt zij haar huis aan "de swindrechtse seedijk" op Heerjansdam met binnen en buitendijks erf als zekerheid. De schuldbrief wordt op 4.5.1681 geroyeerd.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1620 | 1670 | 50 | 3 | 9 | ||
2 | Volckjen | *1635 | Heerjansdam | 1705 | Heerjansdam | 70 | 1 | 7 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arien | *1565 | 1631 | Barendregt | 66 | 1 | 2 |
tr.
met
Marijcke Ariens Ellertsdr, dr. van Arie (Adriaen Ellertsz) Hordijck en Heijltgen Leenderts Besemer, ged. te Rijsoord op 18 mrt 1601, ovl. in mei 1659, tr. (2) met Arij Woutersz Reusel. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met
Aechien Damis.
Aechgen Dammisdr, weduwe van Gerrit Leenderts Snoo, ter ene zijde, en Cornelis, Bastiaen en Leendert Gerrits Snoo, zoons van Gerrit Leenderts Snoo, mede voor Arijen N.N, man van Grietgen Gerrits, Sijtgen en Marritgen Gerrits, hun ongehuwde zusters, ter andere zijde, allen erfgenamen Gerrit Leenders Snoo, sluiten een overeenkomst over de nalatenschap.
Gerrit Leenderts de Snoo.
1602 : Ridderkerk.
WIJ 606, 1602, foto 634, map429. Betaelt Gerit Leenaertss Snoo om de aerde dammen op Bolgnes van die te repareren, in ende op alsulcke voorwaerden, alshij die aengenomen heeft van mijne heeren dien dijckgraef ende hooghedijckhemraeden ter somme van xii pond.
1603 : Rotterdam.
Rotterdam IJsselmonde. In 1603 kopen Geerit Lenaertsz. Snoo en zijn broer Dirck de vlastiende in het Oostambacht van IJsselmonde.GA Rotterdam, archief IJsselmonde inv. nr. 1711, fol. 156v; P. Grandia, De tienden van 't Oostambacht van IJsselmonde. Naamlijsten (1578-1699), Rotterdam, 1993 (uitg. St. Streekarchief eiland IJsselmonde).
20 juni 1610 : Ridderkerk.
RAZH, ora Ridderkerk inv. nr. 114: Reeds op 20 juni 1610 vinden we Gerijt Lenertsz. Snoo vermeld in verband met een betaling door Pieter Cornelisz. aan een zekere Huijch [Geritsz] Geraerdtsz. (schepen van Zevenbergen 1563), wonende te Zevenbergen. Mogelijk betreft dit Pieter Cornelisz Baes, een broer van Adriaen Cornelisz Baes, in wiens huis Gerijt later assisteert bij een boedelscheiding m.b.t. de familie Leenderts. Huijch Geritsz is meermalen genoemd in de boedelrekening van het weeskind van Cornelis Jan Huijgen (8 sept. 1578). Maeijken Jan Huigen (dochter van Jan Huijchen) was overigens de tweede vrouw van Gerrit Gerritsz Cranendonck (zie: "De geslachten Cranendonck ca 1400-1700, blz. 166).
23 februari 1612 : Rotterdam.
Rotterdam IJsselmonde. GA Rotterdam, arch. gem. IJsselmonde inv. nr. 158 (dingboek), fol. 45v: Op 23 febr. 1612 treedt Dirck Leenertsz. Snoo, voor het gerecht van het dorp IJsselmonde, op als eiser contra Claes Robbrechtsz. Hij eist betaling van 66 Carolus gulden die Claes volgens een schuldbekentenis voor Lichtmis 1612 aan hem had moeten betalen vanwege de koop van een paard, plus de betaling van de onkosten van de rechtszaak. De gedaagde verschijnt niet, hetgeen wordt aangetekend als het eerste verzuim. De zaak wordt vervolgens, zoals gewoonlijk, verdaagd tot de volgende zitting terwijl de gedaagde door zijn niet verschijnen in principe schuldig wordt verklaard. Waarschijnlijk is de zaak op een later tijdstip in der minne geschikt want we vinden hem verder niet terug in het IJsselmondse dingboek. Zoals reeds vermeld bij zijn vader, verkocht Dirck samen met zijn broer Gerrit op 10 dec. 1622 een boomgaard en een stuk land onder Bolnes aan Hendryck Pietersz. den Mijn.
9 juli 1613 : Dordrecht.
GA Dordrecht, ONA inv. nr. 5, fol. 114-114r: Op 9 juli 1613 treedt Gerrit Lenertsz. Snoo op als getuige bij het opmaken van een notariλle akte te Dordrecht. Het betreft een attestatie van Arien Hendricxsz. Outraet, schout van Oost-Barendrecht, die op verzoek van Cornelis Andriesz. Slingelant, rentmeester van 't Sacramenten Gasthuijs binnen Dordrecht, verklaart dat de regierders van het voors. gasthuis in de zomer van 1611 met Johan Elantsz. in Barendrecht zijn geweest, ten huize van hem comparant alwaar ook Jacob Crijnen present was. Arien verklaart daaromtrent gehoord te hebben dat de heren spraken met Jacob Crijnen over de pacht van land dat hij van het gasthuis huurde en dat gelegen was in de Sideweij onder Barendrecht en dat zij met minne ende vrientschap uit elkaar gingen. De eigenlijke bedoeling van de akte (waarom hij werd verleden) is niet echt duidelijk, evenmin als het feit waarom juist Gerrit Snoo, overigens samen met een zekere Dirck Barentsz. van Voorst, boogmaker, als getuige optrad.
25 februari 1617 : Rotterdam.
GA Rotterdam, ora IJsselmonde inv. nr. 184, fol. 105-105v: Op 25 febr. 1617 treedt Geerit Leendertsz. Snoo op als testamentaire voogd van de weeskinderen van Pietertgen Bastiaensdr. geprocreert (verwekt) bij Adriaen Ariensz. Fonckeert.
28 juni 1619 : Ridderkerk.
Gezien het tijdvak en de herkomst van Gerijt Leendertsz Snoe en Maergen Leenderts van Ridderkerk, lijkt het dat Maergen Leenderts een zus is van Gerijt Leendertsz (Snoe). Niets is minder waar. Bij de akte lijkt er ook een relatie tussen Gerijt en Margrieta door het gebruik van het patroniem "Lenderts'. Desalniettemin worden vooralsnog Pieter -, Maergen en Margrieta als aparte broer en zussen (ook in de akte) aangemerkt. Pieter, Maergen en Margrieta zijn om deze reden niet opgenomen als zoon en dochters van Lenert Gerijtsz Snoe (en dus ook niet als broer en zussen van Gerijt). De akte: op 28 juni 1619 assisteert Gerijt bij een boedelscheiding tussen Pieter Leendertsz. en diens zusters Maergen en Maergrijeta Leendertsdr. Men was samen gekomen ten huize van Adrijaen Cornelisz (Baes) [voor informatie over het geslacht Baes, zie K.J. Slijkerman, Geslachten van het eiland IJsselmonde deel 3. Het geslacht Baes alias (De) Swaen alias Van der Swaen alias Man te Ridderkerk, Rijsoord, Cromstrijen en Oud-Beijerland, Rotterdam, 1990] en in het huis Pieter Lendertsz. en zijn zwager en zuster, op Bolnes, in welk huis hun ouders beiden waren gestorven. Pieter werd geassisteerd door Adryaen Koessensz. en Ploen Cornelisz, zijn buren. Maergen werd geassisteerd door haar gekozen voogd Ghijs Jochumsz. Adrijaen Jochumsz trad op voor hemzelf en voor zijn vrouw Maergrijeta Lendertsdr. en werd geassisteerd door Gerijt Lendertsz Snoe en Gerijt Lodewijcksz Smijt (Bron: W. de Snoo i.s.m. J.H. van der Boom en M.E. van der Boom-van Haren).
9 maart 1620 : Ridderkerk.
RAZH, ora Ridderkerk inv. nr. 114: Een belangrijke akte werd opgesteld op 9 maart 1620. Op die datum compareerde Haesken Adrijaensdr. voor schout en schepenen van Ridderkerk in hun functie als lokale weesmeester. Zij bedankt haar neef Gerijt Lenertsz. Snoo voor zijn voogdijschap "uit crachte van (het) testament bij ons grootvader gemaeckt" en verzoekt hem afstand te doen van haar handel (lees: goederen). Deze akte is aangehaald voor een hypothese in Bron: J.H. van der Boom en M.E. van der Boom-Haren. Deze hypothese is verwerkt. Het zou echter ook zo maar kunnen zijn dat Haesken - immers volgens de akte een volle nicht van Gerijt - gehuwd was met Adriaen Adriaensz Baes en haar moeder Pieterken een zus van Maritgen Sebastiaens, de vrouw waarmee Lenert Gerijtsz gehuwd was.
10 december 1622 : Ridderkerk.
NA ZH, ora Ridderkerk inv. nr. 114. Een belangrijke akte [v.w.b. Lenert Gerijtsz Snoe], waarin voor het eerst ook andere familieleden [van Lenert] worden genoemd, is een stuk van 10 dec. 1622 uit het oud-rechterlijk archief van Ridderkerk. Hendryck Pietersz den Mijn, wonende op Bolnes in de gerechte van Ridderkerk, in "de huysinge ofte op de woninge van Lendert Gerijts Snoe" verklaart een niet genoemd bedrag schuldig te zijn aan Gerijt Lendertsz Snoe en Dirck Lendertsz Snoe, "beyde gebroeders". Hij was het onbekende bedrag schuldig over de koop van een boomgaard, staande en gelegen op Bolnes aan de Seedijck, bij Meeus Dircksz Egens, en over de koop van het land van Adrijaen Koessen "ofte Wegh hoeff", zoals het bewoond is (geweest) door Lenert Gerijtsz Snoe, zaliger. Leendert is dus overleden voor 10 december 1622 en geen van zijn kinderen woont in het ouderlijk huis (ouderlijke boerderij?) in Bolnes. De woning van Leendert Gerritsz Snoo is blijkbaar reeds op een eerdere datum verkocht want Hendrik den Mijn woont er al. Als erfgenamen van hun vader verkopen zijn zoons Gerrit en Dirk nu ook een boomgaard en een stuk land, wellicht om andere kinderen (zusters?) hun deel van de erfenis te kunnen betalen. Hoewel niet zeker mogen we aannemen dat de vrouw van Lenert reeds voor hem overleed omdat zij bij deze transactie niet wordt vermeld en ook niet meer op het huis in Bolnes blijkt te wonen. .
Bron: W. de Snoo, J H van der Boom en M.E. van der Boom-van Haren.
.
1627 : Ridderkerk.
GA Ridderkerk inv. nr. 31: Volgens de verponding heeft Gerrit Lenertsz. Snoo in 1627 twee morgen eigen land en een huis in Ridderkerk in bezit. Daarnaast gebruikt hij nog drie morgen land, gelegen in een stuk land genaamd Joris Dammaszoons zes morgen, in Nieuw Reijerwaard. Eigenaar van dat land is de weduwe van Mr. Willem Boucquet.
29 juni 1631 : Ondertrouw (met Aechje (Aechien) (Aechgen) Damisdr (Dames)) - Ridderkerk.
10 juli 1631 : Ridderkerk.
A.R.A. Weeskamer Ridderkerk, inv nr 1. Als kinderen uit het eerste huwelijk worden genoemd: Cornelis Geerits, Bastiaen, Lenert, Maertgen, Sijtgen, Guertgen en Janneken.
15 juli 1631 : Bekrachtiging testament - Ridderkerk.
RAZH, weeskamerarchief Ridderkerk inv. nr. 1, fol. 84: .
Op 15 juli 1631 koopt Gerrit, na het overlijden van zijn vrouw, zijn kinderen uit. Met andere woorden, hij stelt hun moederlijk erfdeel veilig door nu reeds de boedel te scheiden. Gerrit wordt door de weesmeesters "onse mede inwoonder" en weduwnaar van Neeltgen genoemd. De kinderen worden eveneens met name genoemd en zijn: Cornelis, Bastiaen, Lenert, Maertgen, Sijtgen, Grietgen en Janneken Gerrits, terwijl de weesmeesters als voogden optreden voor de onmondige (minderjarige) kinderen. De partijen zijn reeds met elkaar overeen gekomen dat Gerrit "zal blijven aen de volle besitte en eygendom van alle goederen, roerende en onroerende, huys, boomgaart en twaalf roeden (land), have, moeblen (meubelen) en gelt" als hij de "incomende en uytgaende" schulden en lasten waarmee de boedel bezwaard is zal betalen (er drukt waarschijnlijk een hypotheek op het huis) en de kinderen als hun moederlijk erfdeel de som van twintig gulden zal uitkeren. Verder moet hij de twee oudste dochters bij hem houden (was daar wellicht een speciale reden voor?) en als zij voor hem komen te sterven mag hij de beloofde uitkering behouden. Aan de belofte verbindt hij zijn huis, zijn persoonlijke en alle andere goederen als onderpand. Gerrits vrouw was afkomstig uit Baele in de provincie Brabant. Mogelijk woonden er meer personen uit die contreien in en rondom Ridderkerk doch het meest waarschijnlijk lijkt dat uit die streek seizoenarbeiders afkomstig waren die in de polders rond Ridderkerk hun arbeid verrichtten. Dit vermoeden wordt gesterkt door de volgende aantekening in het Ridderkerkse doopboek: "Den 6 febr. (1592) is gedoopt een bastaertsone van een vrouwepersoon, ende naeme Marijke. Ende de vader, so de moeder secht, eene Claes Jansen van Baele uit Brabant, doch wort niet wel gelooft".
2 november 1631 :Akte - Rotterdam.
DTB Rotterdam Trouw Gereformeerd. Vermeld is dat als datum van zijn tweede huwelijk (met Aechie Dammis) is vermeld 2 november 1632. Dat moet waarschijnlijk 2 november 1631 zijn (16 maanden na de ondertrouw zou erg lang zijn). De 2 november 1631 valt ook op een zondag en 2 november 1632 op een dinsdag.
2 november 1631 :Huwelijk (met Aechje (Aechien) (Aechgen) Damisdr (Dames)) - Rotterdam.
3 juli 1634 : Rotterdam.
Aktesoort attestatie of verklaring Datum 03/07/1634 Archief ONA Rotterdam Inventarisnummer 142 Aktenummer/Blz. 84/135 Notaris Arnout Wagensvelt Gerrit Leendersz Sno, 70 jaar, verklaart op verzoek van Wouter Pleunen wonende te Ridderkerkerck dat Cornelis Dircxsz Bam in zijn leven secretaris van Ridderkerkerck eigenaar was van een stuk land gelegen in't Langelant van de heerlijckheyt van Ridderkerkerck, groot 4 morgen en 4 hond. Dit land, in gebruik bij Wouter Pleunen, is voorheen eigendom geweest van Basteaen Basteaensz en is gelegen bij de Slijckerveersedijck tegen het huis van Aryaen Cornelisz Grootendorst. De eigenaar heeft altijd een stuk dijk onderhouden.
16 juli 1638 : Rotterdam.
Gerrit Leenderts Snoos, toesiender van de wagens, 74 jaar, Adryaen Hendericx, voerman, 42 jaar, en Pieter Corstiaens, rijdende voor Cornelis Speck, 18 jaar, leggen een verklaring af op verzoek van Willem Gijsberts Thoen, voerman. Op. Woensdagavond j.l. is Cornelis de Jongen Bals, voerman te Papendrecht, met zijn lege wagen, getrokken door een bruin en twee grauwe merriepaarden, bij de Oostpoort op het Dortse Veer gekomen. Hij kwam uit Amsterdam en was van plan met 4 personen naar Dordrecht te vertrekken. Volgens Teunis Evenquaet, voerman van Amsterdam, is hij met 2 coopluyden naar Amsterdam vertrokken (Bron: GA Rotterdam 18_390 Jacobus Delphius te Rotterdam, 01-Jan-1634 t/m 31-Dec-1640, inv.nr. 390, aktenr. 172, blz. 267).
17 april 1640 : Testament - Rotterdam.
Notaris: Jacobus Delphius Aktenummer: 293 Bladzijden: 873 t/m 875. Gerrit Leenderts Snoes, roeper van 't Goutse Veer, en zijn vrouw Aechgen Dammisdr benoemen elkaar tot erfgenaam met een bepaling t.a.v. hun kinderen (Bron: Toegangsnummer: 18 Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA) Inventarisnummer: 354.
10 juni 1640 : Rotterdam.
Aechgen Dammisdr, weduwe van Gerrit Leenderts Snoo, ter ene zijde, en Cornelis, Basteaen en Leendert Gerrits Snoo, zoons van Gerrit Leenderts Snoo, mede voor Arijen N.N, man van Grietgen Gerrits, Sijtgen en Marritgen Gerrits, hun ongehuwde zusters, ter andere zijde, allen erfgenamen Gerrit Leenders Snoo, sluiten een overeenkomst over de nalatenschap. Bron: Stadsarchief Rotterdam, 18-402, 274, blz. 547 t/m 548.
23 juli 1644 :.
Aechgen Dammis, laatst weduwe van Gerrit Leenderss Snoos, bekent 45 gulden schuldig te zijn aan Pieter Pieterss Clemens (Bron: GA Rotterdam, inv.nr. 372, aktenr. 175, blz. 304).
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Leendert | *1635 | Ridderkerk | 1705 | Heerjansdam | 69 | 1 | 7 |
tr. (1)
met
Cornelis Gerritsz de Snoo, zn. van Gerrit Leenderts de Snoo (landgebruiker in Nieuw Reijerwaard, Landeigenaar 1627) en Neeltje Cornelisdr Baele. van, ged. op 6 mrt 1603, ovl. in 1659, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Leendert | *1635 | Ridderkerk | 1705 | Heerjansdam | 69 | 1 | 7 |
tr. (2) te Poortugaal op 24 jul 1622
met
Arij Woutersz Reusel, geb. te Poortugaal circa 1595, ovl. te Bolnes in 1633, tr. met