Cees Hagenbeek
Dideric van Brabant
Dideric van Brabant1 (Diedeboeye Florenszone van Brabant).

Dideric van Brabant.
neef van ridder Jan van Polanen.

Op 28 april 1341 beleende "ick Jan van Pollanen, ridder [...] Diedeboeye  Florenszone van Brabant [...] mijnen neve" # 61640 met een huis en hofstede in Katwijk aan den Rijn en drie morgen land in Valkenburgerbroek, geheten "tsGoithuys made", waarvan deze de eigendom tevoren aan hem had afgestaan - een transactie die wel meer 5 voorkwam. Wel zouden bij ontstentenis van wettige nakomelingen "dese vors. huysinge, hofstede ende lant vors. comen up den nagelnaest [de naaste verwant] die van Florys lijve van Brabant van wittachtiger boerte [van wettige geboorte] comen ware, Diedeboys vader vors. [...]". "Dirc van Brabant" wordt op 10 augustus 1342 als belending te 's-Gravenzande genoemd. In zijn functie van schout van Katwijk 6 bekrachtigde hij verscheidene oorkonden, b.v. als "Diddeboy" op 2 januari 1336 en als "Dirc Floryssoen" op 21 december 1348. Op 15 7 maart 1366 beleende "Dirc van Wassenair, borchgraef van Leyden, ridder [...] Dirc Floryssoen van Brabant minen neve" met een kampje lands ter grootte van drie morgen, geheten Anneboeys weer, gelegen in de ban van Maasland. In de kantlijn is vermeld: "Diddeboey van Catwijc". Als "Dirc Floryssoen van Brabant" en "Dirc Diddeboey" komt 8 hij in 1368 als schepen van Leiden voor. 9 Van Kan rekent de geslachten Van Brabant en Van Catwijck tot de riddermatige; hiervoor pleit de vermelding van "Diddeboey van 10 Catwijc", heemraad van Rijnland, als "knape" in twee oorkonden van 4 augustus 1363 en van zijn zoon Heynric als "knape" op 13 augustus 11 1365.

De naam Van Catwijc is overigens afgeleid van het zowel door 12 Dideric / Dirc / Diddebo(e)y Florensz. als zijn zoon Heynric vervulde ambt van schout van Katwijk. Diddebo(e)y was behalve in Katwijk aan den Rijn, 's-Gravenzande en Maasland ook in Monster gegoed: aldaar is in 1378 sprake van "Diddeboys erffname van Catwijc" en van "Diddeboys lant van Catwijck". Hoewel hij op 15 december 1375 nog als heemraad van 13 Rijnland in functie was, leefde hij dus in 1378 niet meer. Hij is in 14 de St. Pieterskerk te Leiden begraven; op zijn graf werden jaarlijks diensten gehouden voor de "memorie Diddeboys, sijns vaders ende sijns moeders ende Heynric sijns soens" .

tr.
met

Badeloge van Wassenaer, dr. van Philips III / IV van Wassenaer en Elisabeth van der Dussen, tr. (2) voor 29 jun 1372 met Willem Smeder, schout van Leiden. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Badeloge van Wassenaer.
Zij was een achterkleindochter van de Leidse 18 burggraaf Hendrik (van Kuik), die in 1304 Florens van Brabant onsen lieven neve genoemd had, en was dus in de verte verwant met haar man. Over een legaat van haar vader Philips van Wassenaar ontstond een geschil tussen Heynric Diddebo(e)ysz. en haar broer Dirk van Wassenaar, burggraaf van Leiden, dat op 28 juni 1369 werd bijgelegd. 19 Blijkens een boedelscheiding tussen jonkvrouwe Badeloghe en haar kinderen is Heynric Diddebo(e)ysz. vóór 12 november 1371 overleden, 20 - betrekkelijk jong, hetgeen zijn vermelding bij de memoriediensten voor zijn vader en diens ouders verklaart.


Bronnen:

1.Van Brabant (Leiden en Westland) (B 032), Drs. Johannes Friedrich Jacobs, De Nederlandsche Leeuw, Den Haag, 2001 (blz. 1)

Anton van Alphen de Veer
mr Toni (Anton) van Alphen de Veer, geb. Batavia [Indonesië] op 16 jun 1915, ovl. Zutphen op 22 okt 1990.

tr.
met

Jeanne (Jeanne Frederique Marie) Einthoven, dr. van Emile Einthoven (Controleur, Resident van Rembang) en Jeanne Frederique Marie Gutteling, geb. Semarang (IND) [Indonesië] op 6 apr 1916.


Walter van Alphen de Veer
Walter van Alphen de Veer, geb. Batavia [Indonesië] op 5 jun 1917.


Boet van Alphen de Veer
Boet van Alphen de Veer, bosbouwer.


Max Richard van Alphen de Veer
Max Richard van Alphen de Veer, geb. Utrecht op 15 sep 1901.

tr. Den Haag op 18 dec 1928
met

Geertruida Hermina Margaretha Petronella Hoogveldt, geb. Culemborg op 22 sep 1902.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Geertruida Hermina Margaretha Petronella Hoogveldt
Geertruida Hermina Margaretha Petronella Hoogveldt, geb. Culemborg op 22 sep 1902.

tr. Den Haag op 18 dec 1928
met

Max Richard van Alphen de Veer, zn. van Antonius Hendrikus van Alphen de Veer (2e luitenant) en Anna Maria Elisabeth Fles, geb. Utrecht op 15 sep 1901.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Jan van Brabant
Jan van Brabant.

tr.
met

Alijd .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Floris     


Badeloge van Wassenaer
Badeloge van Wassenaer.

Badeloge van Wassenaer.
Zij was een achterkleindochter van de Leidse 18 burggraaf Hendrik (van Kuik), die in 1304 Florens van Brabant onsen lieven neve genoemd had, en was dus in de verte verwant met haar man. Over een legaat van haar vader Philips van Wassenaar ontstond een geschil tussen Heynric Diddebo(e)ysz. en haar broer Dirk van Wassenaar, burggraaf van Leiden, dat op 28 juni 1369 werd bijgelegd. 19 Blijkens een boedelscheiding tussen jonkvrouwe Badeloghe en haar kinderen is Heynric Diddebo(e)ysz. vóór 12 november 1371 overleden, 20 - betrekkelijk jong, hetgeen zijn vermelding bij de memoriediensten voor zijn vader en diens ouders verklaart.

tr. (1)
met

Dideric van Brabant5 (Diedeboeye Florenszone van Brabant), zn. van Floris van Brabant.

Dideric van Brabant.
neef van ridder Jan van Polanen.

Op 28 april 1341 beleende "ick Jan van Pollanen, ridder [...] Diedeboeye  Florenszone van Brabant [...] mijnen neve" # 61640 met een huis en hofstede in Katwijk aan den Rijn en drie morgen land in Valkenburgerbroek, geheten "tsGoithuys made", waarvan deze de eigendom tevoren aan hem had afgestaan - een transactie die wel meer 5 voorkwam. Wel zouden bij ontstentenis van wettige nakomelingen "dese vors. huysinge, hofstede ende lant vors. comen up den nagelnaest [de naaste verwant] die van Florys lijve van Brabant van wittachtiger boerte [van wettige geboorte] comen ware, Diedeboys vader vors. [...]". "Dirc van Brabant" wordt op 10 augustus 1342 als belending te 's-Gravenzande genoemd. In zijn functie van schout van Katwijk 6 bekrachtigde hij verscheidene oorkonden, b.v. als "Diddeboy" op 2 januari 1336 en als "Dirc Floryssoen" op 21 december 1348. Op 15 7 maart 1366 beleende "Dirc van Wassenair, borchgraef van Leyden, ridder [...] Dirc Floryssoen van Brabant minen neve" met een kampje lands ter grootte van drie morgen, geheten Anneboeys weer, gelegen in de ban van Maasland. In de kantlijn is vermeld: "Diddeboey van Catwijc". Als "Dirc Floryssoen van Brabant" en "Dirc Diddeboey" komt 8 hij in 1368 als schepen van Leiden voor. 9 Van Kan rekent de geslachten Van Brabant en Van Catwijck tot de riddermatige; hiervoor pleit de vermelding van "Diddeboey van 10 Catwijc", heemraad van Rijnland, als "knape" in twee oorkonden van 4 augustus 1363 en van zijn zoon Heynric als "knape" op 13 augustus 11 1365.

De naam Van Catwijc is overigens afgeleid van het zowel door 12 Dideric / Dirc / Diddebo(e)y Florensz. als zijn zoon Heynric vervulde ambt van schout van Katwijk. Diddebo(e)y was behalve in Katwijk aan den Rijn, 's-Gravenzande en Maasland ook in Monster gegoed: aldaar is in 1378 sprake van "Diddeboys erffname van Catwijc" en van "Diddeboys lant van Catwijck". Hoewel hij op 15 december 1375 nog als heemraad van 13 Rijnland in functie was, leefde hij dus in 1378 niet meer. Hij is in 14 de St. Pieterskerk te Leiden begraven; op zijn graf werden jaarlijks diensten gehouden voor de "memorie Diddeboys, sijns vaders ende sijns moeders ende Heynric sijns soens" .

tr. (2) voor 29 jun 1372
met

Willem Smeder, schout van Leiden.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 86)
3.Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 204)
4.Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 205)
5.Van Brabant (Leiden en Westland) (B 032), Drs. Johannes Friedrich Jacobs, De Nederlandsche Leeuw, Den Haag, 2001 (blz. 1)

Willem Smeder
Willem Smeder, schout van Leiden.

tr. voor 29 jun 1372
met

Badeloge van Wassenaer, dr. van Philips III / IV van Wassenaer en Elisabeth van der Dussen, tr. (1) met Dideric van Brabant. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Badeloge van Wassenaer.
Zij was een achterkleindochter van de Leidse 18 burggraaf Hendrik (van Kuik), die in 1304 Florens van Brabant onsen lieven neve genoemd had, en was dus in de verte verwant met haar man. Over een legaat van haar vader Philips van Wassenaar ontstond een geschil tussen Heynric Diddebo(e)ysz. en haar broer Dirk van Wassenaar, burggraaf van Leiden, dat op 28 juni 1369 werd bijgelegd. 19 Blijkens een boedelscheiding tussen jonkvrouwe Badeloghe en haar kinderen is Heynric Diddebo(e)ysz. vóór 12 november 1371 overleden, 20 - betrekkelijk jong, hetgeen zijn vermelding bij de memoriediensten voor zijn vader en diens ouders verklaart.


Bronnen:

1.Van Brabant (Leiden en Westland) (B 032), Drs. Johannes Friedrich Jacobs, De Nederlandsche Leeuw, Den Haag, 2001 (blz. 1)

Jan van Brabant
Jan van Brabant1.

Jan van Brabant.
woonde in Leiden.

Jan van Brabant had eigen grondbezit in Valkenburg, en wel drie morgen land genaamd Heykenwere, die hij op 23 juli 1327 afstond aan graaf Willem III van Holland om er vervolgens door deze weer mee beleend te worden. Eenentwintig jaar later, op 8 juli 1348, verzocht 30 Jan van Brabant # 61649 dit leen over te mogen dragen aan zijn zoon Jan Baertout # 61650, hetgeen werd toegestaan, terwijl bij diezelfde gelegenheid 31 Jan Baertout de gunst verkreeg dat zijn vrouw Alijd Hughendr. van den Bosch levenslang het vruchtgebruik van het land zou genieten. Jan van Brabant is na 16 september 1370 overleden. 33 Ook Jan Baertout was schepen van Leiden en wij kennen eveneens zijn schepenzegel, dat nu geen Leidse sleutel, maar een familiewapen vertoont. Het is het wapen dat wij al van zijn oom Dideric / Dirc / Diddebo(e)y Florensz. kennen: een dwarsbalk met erboven twee handen en eronder een hamer. Jan Baertout komt niet voor met de naam Van Brabant. Hij is dus vernoemd naar een Jan Baertout, mogelijk een verwant van moederskant. Zijn huwelijk is (dan wel: zijn beide 34 huwelijken zijn) kinderloos gebleven - reden waarom hij in 1378 beschikkingen heeft getroffen over de vererving van zijn leenbezit, met name van de vier morgen in Wateringen die hij van de Leidse burggraaf in leen had en die al van zijn overgrootmoeder Alijd waren geweest. De aanhef van de desbetreffende oorkonde, van 16 augustus 1378, uitgevaardigd door de burggraaf, luidde aldus: "Wi Dirc van 35 Wassenair, burchgrave van Leyden, ridder, doe cond allen luden dat ic verlient hebbe ende verliene Jan Bertout onsen neve [...] vier morghen lands die gheleghen sijn in den ambocht van der Weteringhe". Het betrof dus de vier morgen in Naaldwijkerbroek in het ambacht Wateringen, die in 1304 door burggraaf Hendrik (van Kuik) aan zijn lieven neve Florens van Brabant waren toegezegd. In de akte is de opvolging voor het Wateringse leen van Jan Baertout heel precies geregeld: "Wair dat Jan Bertout voirs. storve sonder wittachtighe blikende boirt [ware het dat Jan Bertout zou sterven zonder wettige nakomelingen], so souden dese vier morghen voirs. comen aen Florys van Brabant Heynricszoen sinen neve of op sijn trouwede kinder, ende storve Florys sonder wittachtighe boirt, so souden se comen aen Hasekijn Florysdochter Janssoen van Brabant, ende storve Hasekijn sonder wittachtighe boirt, so souden se comen op den naghelnaesten [de naaste verwant] die ghecomen is van Florys van Brabant Jan Bertouts oudevader [grootvader] die ghecomen is van wittachtigher boirt ende die man voirt wijf dair si beyde even na sijn." De opvolging is dus zo geregeld dat bij kinderloos overlijden van Jan Baertout zijn neef Florys van Brabant Heynricsz. beleend zou worden. Mocht ook deze zonder wettige nakomelingschap overlijden, dan volgt "Hasekijn Florysdochter Janssoen van Brabant" [Hasekijn, Hase, dochter van Florys, die een zoon was van Jan van Brabant]. De akte lijkt te impliceren dat Jan Baertout twee broers heeft gehad, die beiden in 1378 al overleden waren: Heynric [Jansz.], nalatende een zoon Florys Heynricsz, en Florys Jansz, nalatende een dochter Hasekijn. Als ook Hasekijn zonder nageslacht zou overlijden, zouden de mogelijkheden van vererving onder de nakomelingen van Jan van Brabant uitgeput zijn en zou men moeten nagaan, wie onder de nakomelingen van diens vader - Jan Baertouts grootvader - Florys van Brabant de naastgerechtigde was. Opmerkelijk is dat toen Jan Baertout in 1393 overleden was , noch 36 zijn neef Florys Heynricsz, noch Hasekijn hem in zijn leenbezit is opgevolgd. Beiden waren reeds overleden. Het memorieboek van het St. Catharinagasthuis vermeldt de "jarichtijt Jan Bartouds, sijns vader, sijnre moeder, Alijt sijns wijfs, Alijt sijnre suster ende Florys van Brabant sijns neven" . Van Hasekijn is bekend dat zij in 1383 is 37 overleden. 38 Weliswaar is er geen belening met het burggrafelijke leen in Wateringen na de dood van Jan Baertout bekend, maar wel die met het andere leen in Valkenburg, Heykenwere, dat hij van zijn vader gekregen had en dat een leen was van de Hollandse graaf. Met dit leen nu werd op 24 augustus 1393 beleend "Hughe Andries Severytsz[oens]z[oen]"; de akte vermeldt nog dat dit leen "hem aenquam van Jan Baertout Jan van Brabants z[oen] sinen oem". Met het 39 burggrafelijke leen in Wateringen is Hughe Andriesz. pas op 12 mei 1421 beleend. 40 Doch wie was Hughe Andries Severytsz.z.? Van Kan houdt hem voor een zoon van Andries Geryt Zeverytsz.z, uit een vooraanstaande Leidse familie afstammend van Andries' grootvader Zeveryt Gerytsz. Wij kennen het schepenzegel van Hughe Andriesz, waarop als wapen is afgebeeld: drie palen, de rechtse boven beladen met een vijfpuntig sterretje. Men moet dus concluderen dat de beide lenen van Jan 41 Baertout in het bezit van een ander geslacht zijn overgegaan. Toch wordt in de leenakte van 1393 Jan Baertout als oem van Hughe Andries Severytsz.z. aangeduid, zodat er althans een verwantschapsrelatie in vrouwelijke lijn moet zijn geweest.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan     



Bronnen:
1.Van Brabant (Leiden en Westland) (B 032), Drs. Johannes Friedrich Jacobs, De Nederlandsche Leeuw, Den Haag, 2001 (blz. 1)

Jan van Brabant
Jan van Brabant.



Bronnen:

1.Van Brabant (Leiden en Westland) (B 032), Drs. Johannes Friedrich Jacobs, De Nederlandsche Leeuw, Den Haag, 2001 (blz. 1)

Claes van Hoeylede
Claes van Hoeylede, geb. circa 1260.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Muys*1295     


Dideric Haren Niclaisz van Hoghelede
Dideric Haren Niclaisz van Hoghelede, geb. circa 1230.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claes*1260     


Heer Niclaes
Heer Niclaes, geb. circa 1210.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dideric*1230     


Dideric van Hoilede
Dideric van Hoilede.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heer*1210     


Gradus Nicolaas van Alphen de Veer
Gradus Nicolaas van Alphen de Veer, geb. op 5 mei 1858.

tr. Batavia [Indonesië] op 4 jul 1900
met

Anna Wilhelmina Adriana Matthijsen, geb. Den Haag op 11 okt 1864.


Anna Wilhelmina Adriana Matthijsen
Anna Wilhelmina Adriana Matthijsen, geb. Den Haag op 11 okt 1864.

tr. Batavia [Indonesië] op 4 jul 1900
met

Gradus Nicolaas van Alphen de Veer, zn. van Hendrik van Alphen de Veer (eerste luitenant bij de Infanterie 1856) en Adriana Johanna van der Beek, geb. op 5 mei 1858.


Karel Johan van Alphen de Veer
Karel Johan van Alphen de Veer, geb. op 1 mrt 1861, militair.

tr. Nijmegen op 3 aug 1887
met

Wilhelmina Juliana Anna Louiza Elizabeth WellanWilhelmina Juliana Anna Louiza Elizabeth, geb. Breda in 1864, ovl. Haarlem op 3 jul 1951.


Wilhelmina Juliana Anna Louiza Elizabeth WellanWilhelmina Juliana Anna Louiza Elizabeth
Wilhelmina Juliana Anna Louiza Elizabeth WellanWilhelmina Juliana Anna Louiza Elizabeth, geb. Breda in 1864, ovl. Haarlem op 3 jul 1951.

tr. Nijmegen op 3 aug 1887
met

Karel Johan van Alphen de Veer, zn. van Hendrik van Alphen de Veer (eerste luitenant bij de Infanterie 1856) en Adriana Johanna van der Beek, geb. op 1 mrt 1861, militair.


Johannes Adrianus van Alphen de Veer
Johannes Adrianus van Alphen de Veer, geb. in 1862, 1e luitenant der Artillerie, ovl. Nunspeet op 7 feb 1924.

tr. Wageningen op 8 okt 1891
met

Brem, dr. van Richard Brem (koopvaardijkapitein) en Samuëla Bodde, geb. Batavia [Indonesië] op 14 mei 1862, ovl. op 7 jul 1936.