• Vader:
  mr. Adriaen Aerntsz van der Goes, zn. van Aert Wittesz van der Goes (Landsadvocaat) en Margaret van Banchem, geb. Delft circa 1495, Landsadvocaat (1543-1560), raadspensionaris advocaat voor de Grote Raad van Mechelen, ovl. Den Haag op 5 nov 1560, tr. Den Haag op 29 okt 1530 met

• Moeder:
  Anna Lourensdr van Spangen, dr. van Louris Pieterszn (Caescoper) van Spangen (baljuw van Vlaardingen en kaashandelaar te Delft) en Maria Christiaen Gerritsdr Goudt, geb. Utrecht circa 1505, ovl. Den Haag op 14 apr 1548.

tr. circa 1550
met

Eeuwout Dircksz Verschoor¹, zn. van Dirck Eeuwoutsz Verschoor (schepen van Charlois 1543, gegoed in de Hillen), geb. Charlois circa 1525, landbouwer te Charlois, bouwman te Charlois, ovl. Charlois tussen 1569 en 1578.

Eeuwout Dircksz Verschoor.
Woont Charlois. Koopt, blijkens rekeningen van de rentmeester van het domein Putten, tienden te Charlois in 1566 en 1569. Volgens het zesde weesboek van Rotterdam ontvangt men in 1572 een obligatie op Eeuwout van 27 gulden en 6 stuivers.

Hadewij was gegoed te Charlois en koopt in 1578 en 1582, blijkens rekeningen van de rentmeester van het Domein Putten, tienden onder Charlois. In 1580 geeft Hadewij, als één der belanghebbenden, de dijkgraaf toestemming tot het afdammen van het riviertje de Koedood.

Eeuwout-Dircxsz. Verschoor, geboren rond 1525, overleden na 1569 maar voor 1578, minstens 44 jaar oud, zoon van Dirck-Eeuwoutsz. Verschoor Eeuwout-Dircxsz. is getrouwd rond 1550 voor de kerk, op ongeveer 25-jarige leeftijd met Hadewy Aertsdr. (ongeveer 20 jaar oud), geboren rond 1530, overleden in het jaar 1598, ongeveer 68 jaar oud.
Hadewy was later gehuwd met Aelbrecht Pouwelsz. .

Na 3 maart 1553 :.
Rekeningen van de hoge waardsman, rekeningen van de rentmeester etc.
Rekeningen van de hoge waardsman van West-IJsselmonde, Smeetsland en de kleine Nieuwlanden (1486- 1577), rekening van 3 maart 1553 tot 3 maart 1554, blz. 13: ,,die xxve bestedinge hee’ft aangenomen Eewout Dircxx, die roede om xlviij schellinck ende es lanck x roe iij voet”.
Rekeningen van de rentmeester van het Domein Putten, nr. 2526 (over 1566), fol. 37 verso (onder het hoofd ,,Thienden in Charlois”) : ,,Den tweeden block genoempt Struysblock, houdende beslaeyt xxvi margen, gecosft by Eeuwoudt Dircxss. om lIIJ L”,.
idem nr 2529 (over 1569), fol. 41: (onder hetzelfde hoofd) : ,,Den tweeden block genoempt Struysblock, houdende besaeyt xxviij margen, drie hondt, gecolft by Eeuwout Dircss. om XXX L”.

Rechterlijk Archief Charlois, inv. nr. 13, minuten van opdracht- en hypotheekbrieven (1612-1628), fol. 223 recto et verso, acte d.d. 16 januari 1627: Voor schout en schepenen van Charlois compareren ,,Eeuwout, Dirck, Willem ende Cornelis Wouterszonen Verduyn, Jaephet Cornelisz. als man ende voocht van Jonge Maertgen Woutersdr, Pieter Jansz. de Raet als man ende voocht van Lysbet Wouters, Adriaen Lenertsx. Smitshouck als man ende voocht van Lea Wouters, alle kinderen ende erfgenamen van Wouter Heyndrickxs Verduyn ende Lyntgen Eeuwouts syne tweede huyslvrouw’e, beyde saliger gedachten; Huybert Jan.sx. Ruyter als getrout hebbende Oude Maertge Wouters, Dammis Pietersx. als getrout hebbende Maertgen Heyndrickx voor helm selven ende noch als procuratie hebbende van Cryn Heyndrickxx, syn huys’vrouwen broeder, gepasseert voor Bastiaen Pietersx. ende Adriaen Lenertsx. Pars, schepenen van Charlois voors. in date den vyfftienden october xvjc sesslentwintich, ons schoudt ende schepenen voornoemt vertoont ende gebleken, ende ijder vervangende IJsaack Heyndrickx, syn huysvrouwen broeder, ende noch als actie ende transport hebbende van Abraham Heyndrickx, ,mede syn huysvpouwen broeder, alle kinderen van Heyndrick Woutersx. Verduyn, ende Joost Pieters. als man ende voocht van Neeltgen Willems, naergelaten dochter van Nelletgen Wouters, dye een voorkynt was van de voornoemde Wouter Heyndrickx Verduyn ende geteelt by Maertgen Cornelis, syne eelrste huysvrouw, beneffens de voornoemde Oude Maertge ende Heyndrick Wouterskinderen, ende oversulx mede erfgenamen van den voornoemden Wouter Heyndrickx Verduyn, ende bekenden den boedel by den voornoemden Wouter Heyndrickx ende Lyntgen Eeuwouts naergelaten, gheschift ende gescheyden te hebben” - etc. (Op fol. 227 wordt bij de belendingen genoemd de weduwe van Aert Eeuwoutsx, in de polder Varckensoort en in het Struysblock.).
idem, nr. 17, fol. 229, acte d.d. 28 juli 1662: Cornelis Wouters. Verduyn, zoon van Wouter Heyndricksz. Verduyn, verklaart dat zijn vader door zijn huwelijk met Lyntgen Eeuwoutsdr. land aangekomen was van ,,Hadewytgen Aerts, syn huysvrouw moeder za(liger)“.
Er is geen direct bewijs dat Aert Eeuwoutsx. Verschoor en Adriaen Eeuwoutsx. zonen van Eeuwout Dircxz. en Hadewey Aertsdr. zijn, wel dat zij broers zijn. Beiden hebben echter een dochter Hadewij (een naam die te Charlois alleen in de geslachten Verschoor en Verduyn voorkomt) en een zoon Eeuwout. Aert Eeuwoutsx. heeft bovendien een zoon Dirck. Eeuwout Dircxx. en Hadewy Aertsdr. kopen steeds en uitsluitend de korentienden van het tweede tiendblok, het Struysblock, waarin later het land van Aert Eeuwoutsz. ligt.
Zesde Weesboek van Rotterdam (1561-1581) (zie het artikel van Mr. 0. A. van der Meer in Ons Voorgeslacht nr. 199, mei 1971, blz. 144-184), fol. 99, op 4 februari 1572 wordt ter weeskist gebracht een obligatie op Eeuwout Dircxx. te Oharlois, groot 27 gulden 6 stuivers. Rekeningen van de rentmeester van het DomeinPutten, nr. 2538 (over 1578), fol. 39 verso (onder het hoofd ,,Thienden in Charlois”): ,,Den tweeden block genoempt ‘t Struysblock, houdende besaeyt xx margen, gecoft by Hadewye Aertsdochter om lx L”.
idem nr. 2542 (over 1582), fol. 39 (onder hetzelfde hoofd) : ,,Den tweeden black genoempt ‘t Struyslblock, houdende besaeyt xxvj merghen, drie hont, gecoft. by Haddewie Aertsdr. om cviij L”.

Archief van de Grondheerlijkheid Charlois, inv. nr. 81,.
,,Resolutieboek van Heeren dijkgraaf en hoogheemraden van Charlois”, etc, 1567-1713. fol. 111, copie zonder jaartal van de secretaris van Charlois, Leendert Harmensx. van der Schoor, van een overeenkomst d.d. 23 januari 1580, waarbij belanghebbenden, o.a. ,,Hadewy Aertsdochter, wedueë van Aelbrecht Pouwekz.“, hun toestemming geven tot het afdammen van het riviertje de Koedood.
Archief van de Hervormde Ge,meente te Charlois, inv. nr. 426, rekeningen van de kerkmeesters 1583-1662, de rekening over 1588: ,,Noch ontfanghen van Hadewy Aertsdochter van dat Dirck Eeuwoutsz. haren soon, in ‘t hoochkoor begraven leyt, iiij Lx s.“, idem, rekening over 1593: ,,Noch ontfanghen van goetsgelt van ‘t arffhuys van Hadewy Aerts vij L”, idem, rekening over 1598: ,,Noch ontfanghen van Aert Eeuwoutsx. van ‘dat z ynne moeder in de carck begraven leyt, IIIJ LX s.“. ,,Nosch ontfanghen van Aert Eeuwoutsx. van dat zij ‘t baercleet op zynne moeders lijck ghehadt hebben x s”.

Uit dit huwelijk een dochter: