Website van Cees Hagenbeek
Predslava van Kiev
Predslava (Predslawa Swjatopolkowna) van Kiev (Nowgorodskaja ?).

tr. (Almos ongeveer 36 jaar oud) in 1104
met

Almos (Almus) Prins van Hongarije Hertog van Kroatië, zn. van Geisa I van Hongarije (koning van Hongarije) en Synadene Synademos, geb. in 1068, hertog van Kroatië, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) in 1129, tr. (1) met Sophie von Looz en. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Almos Prins van Hongarije Hertog van Kroatië.
c.1089 Herzog v.Slavonien, 1102 Herzog v.Ungarn.
Álmos (in Croatian and Slovak Almoš) (died 1129) was a Hungarian prince, the son of King Géza I of Hungary, brother of King Kálmán. He held several governmental posts in the Kingdom of Hungary. Between 1084 and 1091 he was the duke of Slavonia; between 1091 and 1095 he was named King of Slavonia (eastern Croatia). In 1095 Kálmán dethroned Álmos, making him the duke of the apanage Nitrian duchy (Tercia pars regni) instead. Álmos, supported by Germany and Bohemia, came in conflict with Kálmán in 1098, after Kálmán had declared himself the king of the whole of Croatia in 1097 (crowned in 1102). On August 21, 1104 Álmos married Predslava, the daughter of Svyatopolk II of Kiev. Kálmán made peace with Álmos in 1108, but only to have Álmos and his son Béla imprisoned in 1108 or 1109 and then blinded to prevent them from becoming the future king. After this he went on to live in seclusion at the monastery of Dömös founded by himself until his death, but his son would succeed as king of Hungary. Álmos was the last duke of Nitra (in Hungarian Nyitra), his removal also marks the end of the Nitrian Frontier Duchy and thus a full integration of most of today's Slovakia into the Kingdom of Hungary.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bela II*1109  †1141  31


Svatopolk van Kiev
Svatopolk (Swjatopolk II Isjaslawitsch) van Kiev (Velikij Knjaz Nowgorodskij i Turowskij), geb. circa 1050, ovl. (ongeveer 62 jaar oud) op 16 apr 1113.

Svatopolk van Kiev.
Michail?, 1078-1088 in Novgorod, 1069-1071 in Polock, 1093 Grossfürst.

Svjatopolk II van Kiev, Svjatopolk Michail Izjaslavitsj (Russisch/Oekraiens: ????????? ?????????), (1050 – 16 april 1113) was de hoogste vorst van het Kievse Rijk van 1093 tot 1113.
Svjatopolk was de derde zoon van Izjaslav I van Kiev en Gertrude van Polen (ca. 1025 - 4 januari 1108), dochter van Mieszko II Lambert van Polen en Richeza van Lotharingen. Zijn doopnaam was Michael. Als derde zoon was hij geen serieuze kandidaat voor de troon in Kiev maar bekleedde hij bestuursfuncties in het Kievse Rijk namens zijn vader en daarna namens zijn oom Vsevolod I van Kiev. In 1059 werd hij benoemd tot prins van Polotsk, dat zijn vader had veroverd maar in 1071 weer moest opgeven. In 1078 werd hij prins van Veliki Novgorod tot 1088. In dat jaar werd hij benoemd tot prins van Turau - de Ostrogski-familie die van Svjatopolk afstamde zou dit gebied tot in de zeventiende eeuw besturen.
Na de dood van Vsevolod in 1093 werd Svjatopolk erkend als grootvorst. Na de dood van Vsevolod hadden de Koemanen plundertochten gehouden in het Kievse Rijk. Na de benoeming van Svjatopolk wilden de Koemanen over vrede onderhandelen en boden een schadevergoeding aan. Tegen de wensen van de andere prinsen besloot Svjatopolk tot oorlog maar het Kievse leger werd verslagen op 26 mei 1093 aan de Stuhna, een zijrivier van de Dnjepr (rivier). Svjatopolk werkte mee aan de politiek van Vladimir Monomach die was gericht op overleg en vrede tussen de prinsen van het Kievse Rijk. Aan de andere kant zette hij juist prinsen aan tot onderlinge oorlog.
Svjatopolk was drie maal getrouwd.

tr.
met

NN Polowzkaja, ovl. voor 1103.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Predslava     
Sbyslawa*1085  †1114  29


Geisa I van Hongarije
Geisa I (Geza I) van Hongarije (Kiraly), geb. op 27 jun 1040, koning van Hongarije, ovl. (36 jaar oud) op 24 apr 1077.

Geisa I van Hongarije.
Magnus, 1064-1074 Herzog, 1074 Kiraly.

Koning van Hongarije van 1074 tot 1077 en behoort tot het huis van Árpád.[1] Hij was een zoon van koning Béla I van Hongarije en Richezza van Polen. Zijn doopnaam was Magnus.

Jeugd.
Géza's ouders leefden in Polen omdat zijn grootvader Vazul een mislukte staatsgreep had gepleegd. Toen zijn oom Andreas koning werd, konden ze terugkeren naar Hongarije. Na ongeveer tien jaar kwam het tot een open conflict tussen Andreas en Béla over de troonopvolging. Béla vluchtte weer met zijn gezin naar Polen en versloeg Andreas met een Pools leger. Béla werd koning in 1060 en Géza werd zijn belangrijkste adviseur. Andreas' minderjarige zoon Salomo van Hongarije vluchtte naar Duitsland en werd door de keizer als koning erkend. Géza bezocht in 1063 het Duitse hof en zou daar getrouwd zijn met Sophia van Loon (ca. 1045 - ca. 1065, kleindochter van de burggraaf Giselbert van Loon). In 1063 werd een Duitse expeditie uitgezonden om Salomo op de troon te plaatsen maar Béla stierf kort daarvoor door een ongeluk. Géza bood aan om Salomo te erkennen als koning, als hij het oude hertogdom van zijn vader (tussen de Morava (Tsjechië) en de Hron) zou krijgen. De regenten van Salomo wezen dit voorstel af en Géza vluchtte weer naar Polen. Toen de Duitsers terugkeerden naar huis, kwam Géza met een Pools leger naar Hongarije. Uiteindelijk werd op 26 januari 1064 in Gyor een overeenkomst gesloten: Salomo werd erkend als koning en Géza en zijn broers kregen inderdaad het hertogdom van hun vader (ook wel "Tercia pars Regni", het derde deel van het koninkrijk, genoemd).

Hertog.
In 1064 vierden Salomo en zijn neven samen het paasfeest in Pécs. Er ontstond een brand in de gebouwen waar ze verbleven en beide partijen gaven elkaar de schuld maar de aanwezige bisschoppen konden de zaak sussen. In de volgende jaren werkten Géza en zijn broers goed samen met de koning. In 1067 namen de koning en zijn neven deel aan een veldtocht in Dalmatië tegen Venetië. Het volgende jaar versloegen ze de Petsjenegen in een veldslag bij Lechin?a (bij Bistri?a (stad)). In 1071 veroverden ze Belgrado op het Byzantijnse Rijk. Maar de Byzantijnse bevelhebber gaf zich over aan Géza, en niet aan Salomo. Géza onderstreepte dit door de buit niet met de koning te delen en de Byzantijnse gevangen vrij te laten zonder daarvoor toestemming aan Salomo te vragen. Rond deze tijd zou Géza met Synadene van Byzantium zijn getrouwd, als tweede vrouw.

Het Byzantijnse leger heroverde Belgrado in 1072. Géza en Salomo ondernamen een nieuwe veldtocht maar Géza liet zijn broers achter in hun hertogdom, om dat te beschermen tegen aanhangers van Salomo. Door hun wantrouwen konden Géza en Salomo niet goed samenwerken en mislukte de veldtocht.

Géza en Salomo besteedden het jaar 1073 om buitenlandse steun te zoeken voor de komende confrontatie. Salomo kreeg steun uit Duitsland en Géza uit Polen en Bohemen. Salomo had zijn leger als eerste verzameld en koos de aanval. Hij versloeg Géza op 26 februari 1074. Kort daarna kwamen Boheemse en Poolse troepen Géza te hulp, en op 14 maar 1074 versloeg hij Salomo bij Mogyoród. Salomo raakte bij de veldslag gewond en vluchtte naar Duitsland.

Koning.
Salomo kon het gezag houden over zijn meest westelijke provincies. Bovendien erkende hij keizer Hendrik IV als zijn leenheer. In ruil daarvoor stuurde Hendrik in augustus 1074 een legermacht die oprukte tot Vác. Maar toen Hendrik de opstand in Saksen niet onder controle kon krijgen, trok hij zijn leger terug.

Géza was door zijn aanhangers tot koning uitgeroepen en kon nu ook niet meer door Salomo worden bedreigd. Géza zocht internationale erkenning bij de paus en de keizer van het Byzantijnse Rijk. De paus vroeg in ruil om erkenning van de autoriteit van de paus over de koning, en Géza kon dat niet accepteren. Keizer Michaël VII Doukas erkende Géza wel, en stuurde hem een kroon omdat de oorspronkelijke Hongaarse kroon natuurlijk in handen was van Salomo. Beide kronen zouden later tot één kroon worden samengevoegd.

Géza stichtte de abdij van Hronský Benadik en voltooide de kathedraal van Vác. In 1076 liet hij zijn broer Ladislaus een veldtocht ondernemen tegen Salomo maar die had geen succes. Géza was inmiddels ziek en begon onderhandelingen met Salomo om af te treden en Salomo het koningschap terug te geven. De onderhandelingen mislukten echter en Géza werd na zijn dood in 1077 opgevolgd door Ladislaus. Géza werd begraven in Vác.

Huwelijken en kinderen.
In zijn eerste huwelijk (1063) was Géza getrouwd met Sophia van Loon. Zij kregen de volgende kinderen:[2].

Koloman van Hongarije (1065-1116).
vermoedelijk een dochter, gehuwd met een Hongaarse edelman, moeder van troonpretendent Ivan (ovl. ca. 1023) die werd onthoofd onder koning Stefanus II van Hongarije.
In zijn tweede huwelijk (ca. 1070) was Géza getrouwd met Synadene. Zij kregen de volgende kinderen:.

Álmos.
vermoedelijk een dochter, gehuwd met een heer van Miskolc, moeder van troonpretendent Boris die ca. 1023 door Stefanus II werd verbannen.

Géza I (Hungarian: I. Géza) (c. 1040 – 25 April 1077), King of Hungary (1074-1077). During King Solomon's rule he governed, as Duke, one third of the Kingdom of Hungary. Afterwards, Géza rebelled against his cousin's reign and his followers proclaimed him king. However, he never achieved to strengthen his position, because King Solomon could maintain his rule over the Western part of the kingdom. Early years Géza was the eldest son of the future King Béla I of Hungary and his wife Adelaide/Rixa of Poland. When Géza was born, his parents were living in the court of his mother's brother, King Casimir I of Poland, because Béla had been obliged to leave Hungary after his father made an unsuccessful attempt against his cousin, King Stephen, the first King of Hungary. Géza was probably his pagan name, because he was baptized Magnus. In 1048, the family moved to Hungary, where his father received as appanage one third of Hungary ("Tercia pars Regni") from his brother, King Andrew I of Hungary who had acquired the throne from King Peter after a pagan revolt. Following his accession, King Andrew I had to face the attacks of Henry III, Holy Roman Emperor whose supremacy had been acknowledged by King Peter. King Andrew I and Duke Béla cooperated closely against the German attacks and they could preserve Hungary's independence. However, they cooperation began to loosen from 1053 when the king fathered a son, Solomon, because from that time he wanted to ensure his son's inheritance against his brother, who pursuant to the old Hungarian costums, as the oldest member of the royal family, could lay claim to the throne in case of the king's death. In 1057, King Andrew I had Solomon crowned to ensure his accession, and Géza had to participate in the coronation together with his father and his brothers, Ladislaus and Lampert. However, Duke Béla and his sons left the country in 1059 and they returned with Polish troops in the next year. King Andrew I lost two battles against his brother and died, and after his death Béla was crowned on 6 December 1060. During his father's reign, Géza was his main adviser and after his father's fatal accident it was he who administered the defence of the country against the German troops which entered Hungary in order to ensure Solomon's rule who had escaped to Germany in 1060. After his father's death on 11 September 1063, Géza offered to accept's his cousin's rule if he received his father's former duchy. However, King Solomon refused the offer and the superiority of his troops obliged Géza and his brothers to leave Hungary and they went to Poland. However, after the withdrawal of the German army, they came back to Hungary followed by troops King Boleslaw II of Poland, their maternal cousin, provided them. The parties, however, wanted to avoid the civil war and therefore they accepted the mediation services of the bishops, and they made an agreement on 20 January 1064 in Gyor. Under the agreement Géza and his brothers accepted Solomon's rule, and they received their father's former duchy, i.e, the one third of Hungary. Duke of Tercia pars Regni After the conclusion of the peace, King Solomon and his three cousins celebrated Easter together in Pécs. However, when a fire broke out, the two parties accused the other's followers of incerdiarism. The bishops had to intervene again in order to appease the king and the dukes. At that time, Géza married Sophia who was probably a daughter of a German count. In the next years, Géza and his brothers collaborated successfully with the king. In 1067, they led an army together to provide assistance to Géza's brother-in-law, King Dmitar Zvonimir of Croatia against Venice. In 1068, when the Pechenegs had overrun the territories of Transylvania, Géza, his brothers and the king went together against them and they won a victory at Kerlés. In 1071, King Solomon and the dukes led a campaign against the Byzantine Empire and laid siege to the fortress of Belgrade. The siege lasted two months, and the Greek commander surrendered the fort to Géza not to the king. Moreover, Géza denied to hand over the king's share of the booty and set the Greek captives free without the king's permission. Having the Byzantine troops reoccupied Belgrade in the next year, Géza and King Solomon led their armies together against the Greeks, but Géza left his two brothers behind, because he was worrying about that the king's partisans would try to occupy their duchy during their absence. The campaign was a total failure, because the king and the duke were not able to cooperate during the siege any more. During 1073, both King Solomon and his cousins were preparing for the coming struggle. The king sent his envoys to his brother-in-law, King Henry IV of Germany, while Géza and his brothers were seeking the help of their Polish and Czech relatives. In the beginning of 1074, before the Polish and Czech troops arrived, King Solomon led his armies against the dukes' territory and defeated Géza's troops on 26 February at Kemej. However, after the arrival of the reinforcement from Poland and Bohemia, the dukes' armies started a counter-attack and they won a decisive victory over King Solomon's troops on 14 March in the Battle of Mogyoród. King of Hungary Following the Battle of Mogyoród, King Solomon ran to the Western borders of Hungary seeking help from King Henry IV, whose supremacy he accepted, while Géza was declared king by his followers. However, King Solomon could still maintain his rule over the Counties (megye) of Moson and Pozsony. In August 1074, the imperial troops invaded the Northern part of the kingdom and advanced till Vác, but the German king was obliged to return to his domain because of the Saxons' uprising. Géza tried to obtain the international acknowledgement of his rule; therefore he sent embassies to Pope Gregory VII, who was struggling against the German king, and to Michael VII, Emperor of the Byzantine Empire. The pope claimed the recognition of his supremacy over Hungary which Géza did not accept, but the Byzantine emperor sent a crown, that was later incorporated with the ancient crown of Hungary, to him and Géza was crowned by that crown because the ancient crown was in the possession of King Solomon. At this time, Géza married a niece of Michael VII's military commander Nikephoros Botaneiates. During his reign Géza set up the Abbey of Garamszentbenedek and finished the building of the cathedral of Vác. In 1076, he sent his troops led by his brother, Duke Ladislaus against Pozsony, but King Solomon could beat off the troops. After this failure, according to the chronicles, Géza, who had become more and more ill, was thinking of his abdication in favour of his opponent, but they did not reach an agreement. He was buried in the cathedral of Vác.

tr. (resp. minstens 25 en minstens 15 jaar oud) (1) na 1065
met

Synadene Synademos (van Byzantium), dr. van prins Theodulus Synademos (Byzantijns veldheer) en NN Botaneiata, geb. in 1050, ovl. (ongeveer 27 jaar oud) circa 1077.

Synadene Synademos.
dochter van Theodul Synadenos.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Almos*1068  †1129  61

tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 17 jaar oud) (2) in 1062
met

Sophie Polski (Sophie de Looz), geb. in 1045, ovl. (ongeveer 20 jaar oud) in 1065.


Synadene Synademos
Synadene Synademos (van Byzantium), geb. in 1050, ovl. (ongeveer 27 jaar oud) circa 1077.

Synadene Synademos.
dochter van Theodul Synadenos.

tr. (resp. minstens 15 en minstens 25 jaar oud) na 1065
met

Geisa I (Geza I) van Hongarije (Kiraly), zn. van Bela I koning van Hongarije (koning van Hongarije) en Richenza van Polen, geb. op 27 jun 1040, koning van Hongarije, ovl. (36 jaar oud) op 24 apr 1077, tr. (2) met Sophie Polski. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Geisa I van Hongarije.
Magnus, 1064-1074 Herzog, 1074 Kiraly.

Koning van Hongarije van 1074 tot 1077 en behoort tot het huis van Árpád.[1] Hij was een zoon van koning Béla I van Hongarije en Richezza van Polen. Zijn doopnaam was Magnus.

Jeugd.
Géza's ouders leefden in Polen omdat zijn grootvader Vazul een mislukte staatsgreep had gepleegd. Toen zijn oom Andreas koning werd, konden ze terugkeren naar Hongarije. Na ongeveer tien jaar kwam het tot een open conflict tussen Andreas en Béla over de troonopvolging. Béla vluchtte weer met zijn gezin naar Polen en versloeg Andreas met een Pools leger. Béla werd koning in 1060 en Géza werd zijn belangrijkste adviseur. Andreas' minderjarige zoon Salomo van Hongarije vluchtte naar Duitsland en werd door de keizer als koning erkend. Géza bezocht in 1063 het Duitse hof en zou daar getrouwd zijn met Sophia van Loon (ca. 1045 - ca. 1065, kleindochter van de burggraaf Giselbert van Loon). In 1063 werd een Duitse expeditie uitgezonden om Salomo op de troon te plaatsen maar Béla stierf kort daarvoor door een ongeluk. Géza bood aan om Salomo te erkennen als koning, als hij het oude hertogdom van zijn vader (tussen de Morava (Tsjechië) en de Hron) zou krijgen. De regenten van Salomo wezen dit voorstel af en Géza vluchtte weer naar Polen. Toen de Duitsers terugkeerden naar huis, kwam Géza met een Pools leger naar Hongarije. Uiteindelijk werd op 26 januari 1064 in Gyor een overeenkomst gesloten: Salomo werd erkend als koning en Géza en zijn broers kregen inderdaad het hertogdom van hun vader (ook wel "Tercia pars Regni", het derde deel van het koninkrijk, genoemd).

Hertog.
In 1064 vierden Salomo en zijn neven samen het paasfeest in Pécs. Er ontstond een brand in de gebouwen waar ze verbleven en beide partijen gaven elkaar de schuld maar de aanwezige bisschoppen konden de zaak sussen. In de volgende jaren werkten Géza en zijn broers goed samen met de koning. In 1067 namen de koning en zijn neven deel aan een veldtocht in Dalmatië tegen Venetië. Het volgende jaar versloegen ze de Petsjenegen in een veldslag bij Lechin?a (bij Bistri?a (stad)). In 1071 veroverden ze Belgrado op het Byzantijnse Rijk. Maar de Byzantijnse bevelhebber gaf zich over aan Géza, en niet aan Salomo. Géza onderstreepte dit door de buit niet met de koning te delen en de Byzantijnse gevangen vrij te laten zonder daarvoor toestemming aan Salomo te vragen. Rond deze tijd zou Géza met Synadene van Byzantium zijn getrouwd, als tweede vrouw.

Het Byzantijnse leger heroverde Belgrado in 1072. Géza en Salomo ondernamen een nieuwe veldtocht maar Géza liet zijn broers achter in hun hertogdom, om dat te beschermen tegen aanhangers van Salomo. Door hun wantrouwen konden Géza en Salomo niet goed samenwerken en mislukte de veldtocht.

Géza en Salomo besteedden het jaar 1073 om buitenlandse steun te zoeken voor de komende confrontatie. Salomo kreeg steun uit Duitsland en Géza uit Polen en Bohemen. Salomo had zijn leger als eerste verzameld en koos de aanval. Hij versloeg Géza op 26 februari 1074. Kort daarna kwamen Boheemse en Poolse troepen Géza te hulp, en op 14 maar 1074 versloeg hij Salomo bij Mogyoród. Salomo raakte bij de veldslag gewond en vluchtte naar Duitsland.

Koning.
Salomo kon het gezag houden over zijn meest westelijke provincies. Bovendien erkende hij keizer Hendrik IV als zijn leenheer. In ruil daarvoor stuurde Hendrik in augustus 1074 een legermacht die oprukte tot Vác. Maar toen Hendrik de opstand in Saksen niet onder controle kon krijgen, trok hij zijn leger terug.

Géza was door zijn aanhangers tot koning uitgeroepen en kon nu ook niet meer door Salomo worden bedreigd. Géza zocht internationale erkenning bij de paus en de keizer van het Byzantijnse Rijk. De paus vroeg in ruil om erkenning van de autoriteit van de paus over de koning, en Géza kon dat niet accepteren. Keizer Michaël VII Doukas erkende Géza wel, en stuurde hem een kroon omdat de oorspronkelijke Hongaarse kroon natuurlijk in handen was van Salomo. Beide kronen zouden later tot één kroon worden samengevoegd.

Géza stichtte de abdij van Hronský Benadik en voltooide de kathedraal van Vác. In 1076 liet hij zijn broer Ladislaus een veldtocht ondernemen tegen Salomo maar die had geen succes. Géza was inmiddels ziek en begon onderhandelingen met Salomo om af te treden en Salomo het koningschap terug te geven. De onderhandelingen mislukten echter en Géza werd na zijn dood in 1077 opgevolgd door Ladislaus. Géza werd begraven in Vác.

Huwelijken en kinderen.
In zijn eerste huwelijk (1063) was Géza getrouwd met Sophia van Loon. Zij kregen de volgende kinderen:[2].

Koloman van Hongarije (1065-1116).
vermoedelijk een dochter, gehuwd met een Hongaarse edelman, moeder van troonpretendent Ivan (ovl. ca. 1023) die werd onthoofd onder koning Stefanus II van Hongarije.
In zijn tweede huwelijk (ca. 1070) was Géza getrouwd met Synadene. Zij kregen de volgende kinderen:.

Álmos.
vermoedelijk een dochter, gehuwd met een heer van Miskolc, moeder van troonpretendent Boris die ca. 1023 door Stefanus II werd verbannen.

Géza I (Hungarian: I. Géza) (c. 1040 – 25 April 1077), King of Hungary (1074-1077). During King Solomon's rule he governed, as Duke, one third of the Kingdom of Hungary. Afterwards, Géza rebelled against his cousin's reign and his followers proclaimed him king. However, he never achieved to strengthen his position, because King Solomon could maintain his rule over the Western part of the kingdom. Early years Géza was the eldest son of the future King Béla I of Hungary and his wife Adelaide/Rixa of Poland. When Géza was born, his parents were living in the court of his mother's brother, King Casimir I of Poland, because Béla had been obliged to leave Hungary after his father made an unsuccessful attempt against his cousin, King Stephen, the first King of Hungary. Géza was probably his pagan name, because he was baptized Magnus. In 1048, the family moved to Hungary, where his father received as appanage one third of Hungary ("Tercia pars Regni") from his brother, King Andrew I of Hungary who had acquired the throne from King Peter after a pagan revolt. Following his accession, King Andrew I had to face the attacks of Henry III, Holy Roman Emperor whose supremacy had been acknowledged by King Peter. King Andrew I and Duke Béla cooperated closely against the German attacks and they could preserve Hungary's independence. However, they cooperation began to loosen from 1053 when the king fathered a son, Solomon, because from that time he wanted to ensure his son's inheritance against his brother, who pursuant to the old Hungarian costums, as the oldest member of the royal family, could lay claim to the throne in case of the king's death. In 1057, King Andrew I had Solomon crowned to ensure his accession, and Géza had to participate in the coronation together with his father and his brothers, Ladislaus and Lampert. However, Duke Béla and his sons left the country in 1059 and they returned with Polish troops in the next year. King Andrew I lost two battles against his brother and died, and after his death Béla was crowned on 6 December 1060. During his father's reign, Géza was his main adviser and after his father's fatal accident it was he who administered the defence of the country against the German troops which entered Hungary in order to ensure Solomon's rule who had escaped to Germany in 1060. After his father's death on 11 September 1063, Géza offered to accept's his cousin's rule if he received his father's former duchy. However, King Solomon refused the offer and the superiority of his troops obliged Géza and his brothers to leave Hungary and they went to Poland. However, after the withdrawal of the German army, they came back to Hungary followed by troops King Boleslaw II of Poland, their maternal cousin, provided them. The parties, however, wanted to avoid the civil war and therefore they accepted the mediation services of the bishops, and they made an agreement on 20 January 1064 in Gyor. Under the agreement Géza and his brothers accepted Solomon's rule, and they received their father's former duchy, i.e, the one third of Hungary. Duke of Tercia pars Regni After the conclusion of the peace, King Solomon and his three cousins celebrated Easter together in Pécs. However, when a fire broke out, the two parties accused the other's followers of incerdiarism. The bishops had to intervene again in order to appease the king and the dukes. At that time, Géza married Sophia who was probably a daughter of a German count. In the next years, Géza and his brothers collaborated successfully with the king. In 1067, they led an army together to provide assistance to Géza's brother-in-law, King Dmitar Zvonimir of Croatia against Venice. In 1068, when the Pechenegs had overrun the territories of Transylvania, Géza, his brothers and the king went together against them and they won a victory at Kerlés. In 1071, King Solomon and the dukes led a campaign against the Byzantine Empire and laid siege to the fortress of Belgrade. The siege lasted two months, and the Greek commander surrendered the fort to Géza not to the king. Moreover, Géza denied to hand over the king's share of the booty and set the Greek captives free without the king's permission. Having the Byzantine troops reoccupied Belgrade in the next year, Géza and King Solomon led their armies together against the Greeks, but Géza left his two brothers behind, because he was worrying about that the king's partisans would try to occupy their duchy during their absence. The campaign was a total failure, because the king and the duke were not able to cooperate during the siege any more. During 1073, both King Solomon and his cousins were preparing for the coming struggle. The king sent his envoys to his brother-in-law, King Henry IV of Germany, while Géza and his brothers were seeking the help of their Polish and Czech relatives. In the beginning of 1074, before the Polish and Czech troops arrived, King Solomon led his armies against the dukes' territory and defeated Géza's troops on 26 February at Kemej. However, after the arrival of the reinforcement from Poland and Bohemia, the dukes' armies started a counter-attack and they won a decisive victory over King Solomon's troops on 14 March in the Battle of Mogyoród. King of Hungary Following the Battle of Mogyoród, King Solomon ran to the Western borders of Hungary seeking help from King Henry IV, whose supremacy he accepted, while Géza was declared king by his followers. However, King Solomon could still maintain his rule over the Counties (megye) of Moson and Pozsony. In August 1074, the imperial troops invaded the Northern part of the kingdom and advanced till Vác, but the German king was obliged to return to his domain because of the Saxons' uprising. Géza tried to obtain the international acknowledgement of his rule; therefore he sent embassies to Pope Gregory VII, who was struggling against the German king, and to Michael VII, Emperor of the Byzantine Empire. The pope claimed the recognition of his supremacy over Hungary which Géza did not accept, but the Byzantine emperor sent a crown, that was later incorporated with the ancient crown of Hungary, to him and Géza was crowned by that crown because the ancient crown was in the possession of King Solomon. At this time, Géza married a niece of Michael VII's military commander Nikephoros Botaneiates. During his reign Géza set up the Abbey of Garamszentbenedek and finished the building of the cathedral of Vác. In 1076, he sent his troops led by his brother, Duke Ladislaus against Pozsony, but King Solomon could beat off the troops. After this failure, according to the chronicles, Géza, who had become more and more ill, was thinking of his abdication in favour of his opponent, but they did not reach an agreement. He was buried in the cathedral of Vác.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Almos*1068  †1129  61


NN Esterhazy
NN Esterhazy.

tr. te Mondsee (Salzkammergut) [Oostenrijk]
met

Prinz Johann von Lobkowicz, geb. tussen 1805 en 1815, Kammervorsteher Kaiser Franz-Joseph in 1833.


Hartnid de Ponthieu ?
Hartnid de Ponthieu ?, geb. voor 800.

  • Vader:
    Angilbert Comes de Ponthieu ?, geb. circa 750, abt van Saint-Riquier, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) op 18 feb 814, tr. met


Nithard de Ponthieu ?
Nithard de Ponthieu ?, geb. voor 800, ovl. (minstens 44 jaar oud) op 15 mei 845.

Nithard de Ponthieu ?.
maakte naam als geschiedschrijver, Karolinger? nicht EStt, G, seit Anfang 845 Laienabt von S.-Riquier, Geschichtschreiber, fällt im Kampf.

  • Vader:
    Angilbert Comes de Ponthieu ?, geb. circa 750, abt van Saint-Riquier, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) op 18 feb 814, tr. met


Lodewijk van Rennes
Lodewijk van Rennes, geb. circa 800, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) op 9 jan 867.


Gerberga van Lombardije
Gerberga (Gertrude) van Lombardije, geb. circa 726, begr. te Maine [Frankrijk].

Gerberga van Lombardije.
Dat ze van Frankische afkomst is, blijkt uit een brief van paus Stefanus III gericht aan Karel de Grote en aan Carloman kort na hun verheffing tot de troon in oktober 768. Daarin stond onder meer: ??“Dankzij de wil van uw vader Pépin le Bref, jullie zijn beiden verenigd door een huwelijk met twee mooie Frankische prinsessen. " Ze trouwde rond 768 met Carloman en uit deze verbintenis werden twee zonen, Pépin en Syagrius, geboren. Zodra haar man in december 771 stierf, annexeerde Karel de Grote de gebieden van zijn broer en, door zijn neven te onterven, werd hij de enige monarch van het Frankische koninkrijk. Gerberge, die hierin een bedreiging voor zijn kinderen ziet, vertrekt, vergezeld van enkele Frankische heren, om toevlucht te zoeken in Italië, met Didier van Lombardije. Deze vlucht naar Italië was een van de oorzaken van de oorlog tussen Karel de Grote en de Longobarden.

relatie
met

Karloman Karlmann II König v. Neustrien, zn. van Pippijn III de Korte (koning 751-768) en Bertrade van Laon (Koningin van Frankrijk), geb. in 751, ovl. (ongeveer 20 jaar oud) in 771.

 

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cunigunde*770 Aix-la-Chapelle †804  34
Ida*770  †825 Herzfeld [Duitsland] 55


Dirk Alras van Haestrecht
Dirk Alras van Haestrecht (Alras van Arkel) ridder1, geb. te Gorinchem in 1315, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) te Gorinchem in 1344.

 

tr.
met

Swanhilde van Haestrecht.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Paulus*1340 Haastrecht †1403  63



Bronnen:
1.Middeleeuwse Genealogie (A 010), veld 1: Bertha van Ochten, een omstreden voorouder, veld 2: Auteur Frans Roelvink, datum: 12 aug 2022
2.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Type: boek, Schrijver: Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Uitgever: Walburg Pers, Plaats: Zutphen, Uitgegeven: 2011 (blz. 34)

Adelheid
Adelheid (Ada) , non.

  • Vader:
    Pippijn III de Korte, zn. van Karel Martel d'Herstal (hofmeier 717-741) en Rotrud de Gellone vanTrier (Dame de Francie, Duchesse des Francs), geb. in 714, ged. te Utrecht, koning 751-768, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) op 24 sep 768, begr. te Saint Denis [Frankrijk], tr. (resp. minstens 29 en minstens 23 jaar oud) tussen 743 en 744 met


Rotheid
Rotheid .

  • Vader:
    Pippijn III de Korte, zn. van Karel Martel d'Herstal (hofmeier 717-741) en Rotrud de Gellone vanTrier (Dame de Francie, Duchesse des Francs), geb. in 714, ged. te Utrecht, koning 751-768, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) op 24 sep 768, begr. te Saint Denis [Frankrijk], tr. (resp. minstens 29 en minstens 23 jaar oud) tussen 743 en 744 met


Jannetje Staak
Jannetje Staak, ged. te Zwijndrecht op 22 mrt 1739.



Bronnen:

1.Doopboek Zwijndrecht (D 115), Type: doopboek, Archiefnaam: Nat. Arch. Archief: DTB Zwijndrecht, Inventarisnr.: 1, doopplaats: Zwijndrecht, periode: 1779 (18 feb 1703 blz. 9)
2.Trouwboek Zwijndrecht (T 059), Type: trouwboek, Archiefnaam: Nat. Arch. Archief: DTB Zwijndrecht, Inventarisnr.: 3, Gezindte: Ned. Herv. trouwplaats: Zwijndrecht, periode: van 1695 tot 1780 (8 jul 1724 blz. 40)

Hendrik van Virneburg
Hendrik graaf van Virneburg, geb. voor 1238, graaf von Virneburg 1241, vermeld 1238-89, (kanunnik te Karden 1238,) resigneert, ovl. (minstens 51 jaar oud) circa 1289.

Hendrik graaf van Virneburg.
1238 Canonicus zu Carden, 1241 weltlich, bei Oidtmann Sohn Robert I, 1254 mit Graf Godfried v.Sponheim gegen Erzbischof v.Trier, 1270 trägt er mit dem Sohn Ruprecht das Allod Welcherath dem Grafen Heinrich v.Luxemburg zu Lehen auf, 25.11.1275 Verkauf des Hofes zu Kell an das Kloster Laach, 7.4.1277 Beitritt zum Bündnis gegen den Erzbischof v.Köln, 1289 Helfer des Grafen v.Berg.

tr.
met

Ponzetta van Oberstein, vermeld 1275-78, ovl. na 1274.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ruprecht II*1270  †1308  38
Lisa  †1304   


Ruprecht III van Virneburg
Ruprecht III (Robert, Rupert) graaf van Virneburg, maarschalk van Westfalen, ovl. in 1355.

Ruprecht III graaf van Virneburg.
1310 Burgmann zu Lahnstein, 1319 versetzt er die Burg zu Nieder-Wied für 3368 1/2 Mark an das Haus Volmundstein, 1321-1328 Marschall und Landdrost in Westfalen, 1329 versetzt er Burg und Herrschaft Nieder-Wied für 2500 Mark an die Eheleute Meinfelder, 1346 Testament, 1347 Verkauf von Haus Frens.

  • Vader:
    Ruprecht II van Virneburg, zn. van Hendrik graaf van Virneburg (graaf von Virneburg 1241, vermeld 1238-89, (kanunnik te Karden 1238,) resigneert) en Ponzetta van Oberstein (vermeld 1275-78), geb. in 1270, graaf van Virneburg 1290, erfelijk burger van Keulen 1295, vermeld vanaf 1270, ovl. (ongeveer 38 jaar oud) in 1308, tr. (beiden hoogstens 25 jaar oud) voor 1295 met
 

tr.
met

Agnes van Westerburg-Runkel, ovl. in 1339.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heinrich II  †1338   


Dirk VII (IX) van Kleef
Dietrich (Dirk VII (IX)) graaf van Kleef, geb. in 1291, graaf van Kleef als opvolger van zijn broer Otto 1310, vermeld 1297-1347, graaf van Kleef 1311 als opvolger van zijn broer Otto, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) op 7 jul 1347, begr. te Kleef (Stiftskerk) [Duitsland].

Dietrich (Dirk VII (IX)) graaf van Kleef.
Ältester Sohn des Grafen Dietrich VII. von Kleve aus seiner 2. Ehe mit der Mathilde von Habsburg-Kiburg-Laufenburg, Tochter von Graf Eberhard I.
Dietrich VIII. folgte 1311 seinem Halbbruder Otto als Graf von Kleve, erbte 1332 Hülchrath von seinem Cousin Dietrich Luf III. und mußte es nach viel Streit mit Saffenberg an den Erzbischof von Köln verkaufen. Er war ein treuer Anhänger Kaiser Ludwigs IV. im Thronstreit und gründete 1334 das Kollegiatsstift Monterberg. Wie die Vorfahren stritt er viel, besonders mit Mark-Altena, Berg und den Erzbischöfen von Köln und behauptete weitestgehend die Positionen.

tr. (resp. ongeveer 13 en ongeveer 14 jaar oud) (1) in mei 1305
met

Margaretha van Gelre, dr. van Reinoud I graaf van Gelre (graaf van Gelre en Zutphen) en Margaretha van Vlaanderen-Dampierre, geb. circa 1290, vermeld 1297, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) op 26 jun 1333.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margarete*1320  †1348  28
Elisabeth  †1382 Spangenberg [Duitsland]  

tr. (resp. ongeveer 50 en 37 jaar oud) (2) in dec 1341
met

Marie von Jülich (van Gulik), dr. van Gerard V graaf van Gulik van Jülich (graaf van Jülich, graaf van Gulik 1297-1328, heer van Liedberg 1273, Kaster 1277, Grevenbroek 1307) en Elisabeth van Brabant-Aarschot (erfdochter van Sichem, vrouwe van Vierzon en Livry), geb. in nov 1304, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) in 1363, tr. (1) met Heinrich II Graf von Virneburg, zn. van Ruprecht III graaf van Virneburg (maarschalk van Westfalen) en Agnes van Westerburg-Runkel, ovl. in 1338. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (ongeveer 42 jaar oud) (3) circa 1347 met Konrad II von Saffenberg, zn. van Johann I von Saffenberg (Herr von Saffenberg) en Sophia van Heusden, Heer von Saffenberg, ovl. circa 1377. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196 (blz. 17)
2.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Type: boek, Schrijver: Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Uitgever: Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Plaats: Geldern, Uitgegeven: 2001 (blz. 34)

Margaretha van Gelre
Margaretha van Gelre, geb. circa 1290, vermeld 1297, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) op 26 jun 1333.

  • Vader:
    Reinoud I (Reinald I) graaf van Gelre1, zn. van Otto II 'de Lamme' van Gelre (graaf Gelre en Zutphen) en Philippa van Dammartin en Ponthieu, geb. 1271-1326, jure uxoris hertog van Limburg 1274 maar moest zijn aanspraken na de verloren slag bij Woeringen op 5 juni 1288 opgeven, door Rooms-koning Frederik 'de Schone' verheven tot rijksvorst 1317 circa 1255, graaf van Gelre en Zutphen, ovl. (ongeveer 71 jaar oud) te Montfoort op 9 okt 1326, begr. te Grafental klooster op 21 okt 1326, tr. (hoogstens 18 jaar oud) (2) voor 11 mrt 1274 met Irmgard gravin van Limburg. Uit dit huwelijk geen kinderen, otr. (1) op 21 apr 1286, tr. (resp. ongeveer 31 en ongeveer 20 jaar oud) te Namen [België] op 3 jul 1286 met

tr. (resp. ongeveer 14 en ongeveer 13 jaar oud) in mei 1305
met

Dietrich (Dirk VII (IX)) graaf van Kleef, zn. van Dirk VII graaf van Kleef en Margarethe von Habsburg-Kyburg (vrouwe van Duisburg -1312, van v), geb. in 1291, graaf van Kleef als opvolger van zijn broer Otto 1310, vermeld 1297-1347, graaf van Kleef 1311 als opvolger van zijn broer Otto, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) op 7 jul 1347, begr. te Kleef (Stiftskerk) [Duitsland], tr. (2) met Marie von Jülich. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Dietrich (Dirk VII (IX)) graaf van Kleef.
Ältester Sohn des Grafen Dietrich VII. von Kleve aus seiner 2. Ehe mit der Mathilde von Habsburg-Kiburg-Laufenburg, Tochter von Graf Eberhard I.
Dietrich VIII. folgte 1311 seinem Halbbruder Otto als Graf von Kleve, erbte 1332 Hülchrath von seinem Cousin Dietrich Luf III. und mußte es nach viel Streit mit Saffenberg an den Erzbischof von Köln verkaufen. Er war ein treuer Anhänger Kaiser Ludwigs IV. im Thronstreit und gründete 1334 das Kollegiatsstift Monterberg. Wie die Vorfahren stritt er viel, besonders mit Mark-Altena, Berg und den Erzbischöfen von Köln und behauptete weitestgehend die Positionen.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margarete*1320  †1348  28
Elisabeth  †1382 Spangenberg [Duitsland]  



Bronnen:
1.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Type: boek, Schrijver: Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Uitgever: Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Plaats: Geldern, Uitgegeven: 2001 (blz. 34)

Hendrik Flamens
Hendrik (Heinrich) Flamens1 (von Wassenberg?), geb. circa 1035, ovl. (hoogstens 47 jaar oud) voor 4 dec 1082.

tr.
met

Adelheid van Gelre, dr. van Wichard III van Gelre.

Adelheid van Gelre.
to: Wichard III, Vogt v.Geldern aus dem Hause der Herren von Pont.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerard IV*1060  †1129  68



Bronnen:
1.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Type: boek, Schrijver: Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Uitgever: Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Plaats: Geldern, Uitgegeven: 2001 (blz. 32)
2.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Type: boek, Schrijver: Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Uitgever: Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Plaats: Geldern, Uitgegeven: 2001 (blz. 31)

Johanna Margaretha Chaudron
 
Hannie (Johanna Margaretha) Chaudron, geb. te Leiden op 25 aug 1945, docente Nederlands Griftlandcollege, Soest, docente Nederlands van 1969 tot 2011.

tr. (resp. 27 en 25 jaar oud) te Alphen a/d Rijn op 12 apr 1973
met

Jan (Jan Jacob) van Hunen, zn. van Johannes Marinus van Hunen en Martha Anna Schut, geb. te Ede op 4 mrt 1948, leraar Griftlandcollege Soest.

 

Uit dit huwelijk 2 dochters:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonne*1976 Alphen a/d Rijn    
Eline*1977     


Johannes van Weeren
Johannes van Weeren, geb. te Leiden op 15 dec 1862.

  • Vader:
    Johannes van Weeren, zn. van Johannes van Weeren (vlaggedoekwever) en Elizabeth Laterveer (spinster), geb. te Leiden op 12 jul 1828, zwartverver, ouderling, ovl. (37 jaar oud) te Leiden op 5 jun 1866, tr. (resp. 24 en 25 jaar oud) te Leiden op 9 mrt 1853 met