Cees Hagenbeek
Philips de Saint-Pol
Philips de Saint-Pol1, geb. vermoedelijk Brussel [België] op 25 jul 1404, ovl. Leuven [België] op 4 aug 1430.

Philips de Saint-Pol.
Hij was de tweede zoon van Antoon van Bourgondië en Johanna van Saint-Pol, enige dochter van Walram III van Luxemburg-Ligny, graaf van Saint-Pol. Hij kreeg de bezittingen van zijn moeder als apanage, maar raakte precies hierdoor nauw betrokken bij de strijd tussen Bourguignons en Armagnacs in Frankrijk.[1].

Toen zijn broer Jan IV van Brabant in conflict kwam met zijn onderdanen, werd de zestienjarige Filips op 1 oktober 1420 door de Staten van Brabant als plaatsvervanger (ruwaard) aangesteld. In die hoedanigheid is hij erin geslaagd het overwicht van de patriciërs in het Brusselse stadsbestuur te breken. Aan zijn bewind kwam een einde op 4 mei 1421 doordat Jan IV toegaf aan de Staten en het Privilege van de Ruwaard uitvaardigde, waarmee hij zijn vervanging goedkeurde voor het verleden en wettig maakte voor de toekomst. Ondanks de verzoening tussen Jan IV en de Staten van Brabant bleef Saint-Pol zich tot 11 oktober 1421 als ruwaard gedragen.

In 1427 volgde hij zijn broer op als hertog van Brabant. Hij voerde toen door zijn toenaderingspogingen tot Frankrijk een zelfstandige politiek. Na zijn vroegtijdig overlijden ging het hertogdom naar zijn neef Filips de Goede, die hij in 1426 als erfgenaam had erkend. Op die manier verloor het hertogdom Brabant zijn feitelijke zelfstandigheid, en werd het deel van het Bourgondische Rijk.

relatie
met

Barbara Fierens3, dr. van Jan Fierens en Goedele .

Barbara Fierens.
Maîtresse van Philips bij wie hij kinderen had.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antoon*1429  †1498  69



Bronnen:
1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 231)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 580)
3.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 284)

Eleonora Cobham
Eleonora Cobham, geb. Starborough Castle [Groot Brittanië] circa 1400, Hertogin van Gloucester, ovl. Beaumaris Castle [Groot Brittanië] op 7 jul 1452.

Eleonora Cobham.
Een beeldschone dame uit het gevolg van zijn echtgenote Jacoba van Beieren.

Zij was eerst een minnares en daarna de tweede echtgenote van Humphrey van Gloucester. Op latere leeftijd werd ze beschuldigd van hekserij en necromantie, waarvoor ze in 1441 werd veroordeeld tot gevangenschap.

Eleanora bezocht astrologen en misschien ook waarzegsters om te proberen de toekomst te voorspellen. De astrologen Thomas Southwell en Roger Bolingbroke hadden bijvoorbeeld voorspeld dat Hendrik VI in 1441 een levensbedreigende ziekte zou krijgen. Hendrik VI ging erg gebukt onder deze geruchtenstroom en liet een aantal voorspellers oppakken. Bolingbroke noemde ook Eleanora als een van de medeplichtigen; deze ontkende alle aantijgingen, maar werd toch veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Het huwelijk met Humphrey werd na 1441 ontbonden. Ze overleed op 7 juli 1452 in gevangenschap.

tr.
met

Humphrey van Gloucester1, zn. van Hendrik IV van Lancaster (koning van Engeland) en Mary Bohun, geb. voor sep 1391, hertog van Gloucester, ovl. tussen 23 feb 1446 en 1447, tr. (1) in 1423 met Jacoba van Beieren2,1, dr. van Willem VI graaf van Oostervant (graaf van Holland en Zeeland, hertog van Beieren) en Margaretha van Bourgondië, geb. Compiègne [Frankrijk] op 25 jul 1401, gravin van Holland, ovl. Teylingen (bij Sassenheim) op 9 okt 1436. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 222)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 203)

Hendrik de Zeevaarder
Hendrik de Zeevaarder1, geb. Porto op 4 mrt 1394, ovl. Sagres [Portugal] op 13 nov 1460.

Hendrik de Zeevaarder.
Hendrik de Zeevaarder was de derde zoon van koning Johan I van Portugal en Filippa van Lancaster. Hoewel zijn bijnaam anders doet vermoeden, was hij zelf geen groot reiziger. Hij was de initiator en financier van veel reizen, die de aanzet gaven tot het Portugese wereldrijk. Zijn overzeese ambities waren divers en potentieel complementair: een kruistocht tegen de moslims in Marokko, exploratie van West-Afrika, verovering van de Canarische eilanden en kolonisatie van onbewoonde archipels in de Atlantische Oceaan. Zijn levenslange obsessies waren ridderschap en kruisvaart..

In 1415 onderscheidden Hendrik en zijn broers zich door de Portugese verovering van Ceuta, een Moorse stad in het noorden van het huidige Marokko. De stad was rijk geworden doordat zij het eindpunt was van handelskaravanen uit West-Afrika. Na de verovering door de christenen droogde deze bron op. Hendrik was van mening dat de Portugezen zelf naar de bronnen van het goud en de slaven moesten varen, om zo de handel in handen te krijgen. Een andere aansporing voor hem was het idee van een kruistocht tegen de moslims. Door zuidwaarts te gaan tot voorbij de islamitische gebieden, konden de christenen de moslims in de tang nemen. En wellicht zou hij erin slagen een verbond te sluiten met priester Johannes, een legendarische machtige christelijke priester-koning, waarvan men geloofde dat hij ergens in het binnenland van Afrika regeerde..

Hendrik werd grootmeester van de rijke Orde van Christus en vestigde in Sagres, nabij Kaap St. Vincent. Daar trok hij in 1419 de cartograaf Jehoeda Cresques aan. Vanuit Lagos werden expedities uitgezonden. Het onderzoeken van de Afrikaanse kust zuidwaarts bleek moeilijk. De Portugese zeevaarders hadden grote angst voor de zeeën voorbij Kaap Bojador, een landtong aan de kust van de Sahara 200 km zuidelijk van de Canarische Eilanden. Er deden allerlei verhalen de ronde: de kaap zou zich net onder de oppervlakte mijlenver in zee uitstrekken en het varen onmogelijk maken. Het land zou dor en levenloos zijn. En er waren geruchten dat de zee er kokend heet was. Veel van de door Hendrik uitgezonden expedities hadden een ander doel: kolonisatie op de Canarische Eilanden of kruistochten tegen de moslims in Noord-Afrika..

Toch brachten deze eerste jaren ontdekkingen: João Gonçalves Zarco en Tristão Vaz Teixeira herontdekten in 1418 Porto Santo, wat leidde tot Portugese kolonisatie van dit eiland en Madeira. Ook de Azoren werden, ergens in de jaren 30, door leden van Hendriks expedities ontdekt en gekoloniseerd..

In 1433 werd een dienaar van Hendrik, Gil Eanes, uitgezonden naar Kaap Bojador. Ook hij faalde, maar dit keer liet Hendrik het er niet bij zitten. Eanes werd uitgefoeterd voor het geloof in de diverse verhalen, en met de belofte van rijke beloning als hij zou slagen werd hij het volgende jaar opnieuw uitgezonden. Dit keer slaagde Eanes. Voorbij de kaap zag hij geen sporen van menselijke bewoning, maar nam wel enkele plantjes (roos van Jericho) mee terug naar Portugal..

Hiermee was de beslissende stap gezet, en in de volgende jaren kwamen Hendriks mannen stukje bij beetje steeds verder. Eanes en Afonso Gonçalves Baldaya kwamen in 1435 tot zo'n 200 km voorbij Kaap Bojador, in 1436 bereikte Baldaya Rio de Oro, en kwam tot 20°46' NB. Hierna kwam er echter een kink in de kabel. In 1437 ondernamen de Portugezen een militaire actie tegen Tanger. Deze verliep rampzalig. De Portugezen werden gedwongen Ceuta terug te geven en Hendriks jongste broer Fernando werd gevangengenomen als gijzelaar. De paus was echter van mening dat een christelijke stad (wat Ceuta geworden was) nooit aan ongelovigen kon worden teruggegeven, en Hendrik was ook niet geneigd de stad op te geven, met als gevolg dat Fernando in gevangenschap bleef tot hij in Fez overleed. Daarna overleed koning Duarte, Hendriks broer, en ontstonden er discussies over de vraag wie als regent voor diens minderjarige zoon Alfons zou optreden. Pas toen dat was opgelost, kon Hendrik zich weer met Afrika bezighouden. Door de nederlaag in Tanger kon hij alle aandacht daaraan wijden.[2].

In 1441 werden de expedities langs de kust van Afrika voortgezet. Antão Gonçalves en Nuño Tristão vingen een aantal inwoners van het land en brachten ze naar Portugal. Onder hen was een stamhoofd, Adahu die moslim was en de taal van de Moren sprak. Tristão voer hierna nog verder, en bereikte Branco. Adahu werd in 1443 teruggebracht en geruild tegen tien andere slaven. In datzelfde jaar bereikte Tristão het eiland Arguin, en ving nog meer slaven. Hiermee begon een bloeiende slavenhandel tussen Portugal en West-Afrika. In 1448 werd op Arguin een fort gebouwd, dat een centrum van de slavenhandel werd. Graan en stoffen werden geruild tegen slaven en goud..

Ook de ontdekkingsreizen gingen door. In 1445 bereikte Dinis Dias de Sénégal en Kaap Verde. In 1446 kwam Tristão tot aan de Geba, waarbij hij merkte dat het land weer vruchtbaarder werd dan de tot dan toe bevaren woestijnkust. Hij kwam om in een slavenjacht. Hetzelfde jaar bereikte Alvaro Fernandes het huidige Sierra Leone..

In 1448 kwam het tot een burgeroorlog in Portugal, tussen koning Alfons V en diens regent Peter van Portugal, neef en broer van Hendrik. Alfons wist deze te winnen, Hendrik hield zich afzijdig. Toen deze zaak was opgelost, was het vervolgens een strijd met Castilië over de Canarische Eilanden die verdere ontdekkingstochten onmogelijk maakte. Pas na 1455 was dit weer mogelijk..

Ten tijde van Hendriks dood in 1460 was, voor zover bekend, het verst bereikte punt Kaap Palmas bereikt door Diogo Gomes in 1458. Ook de eilanden van de archipel Kaapverdië werden rond 1455 ontdekt. Een verslag over de situatie in West-Afrika in deze laatste jaren van Hendrik de Zeevaarder werd geleverd door de Venetiaanse handelaar Alvise da Cadamosto.



Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 270)
2.Lines of Succession 2 (B 171), Jiri Louda & Michael Maclagan, Times Warner, 0-316-72428-9, Londen [Groot Brittanië], 2002

Marie van Crombrugghe
Marie van Crombrugghe1.

relatie
met

Philips de Goede van Bourgondië3,2 (Philips van Charolais), zn. van Jan zonder Vrees hertog van Bourgondië (hertog van Bourgondië) en Margaretha van Beieren, geb. Dijon [Frankrijk] op 31 jul 1396, ovl. Brugge [België] op 15 jun 1467, tr. (1) voor jan 1422 met zijn achternicht Michaela de Valois. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) Moulins-les-Engilbert [Frankrijk] op 30 nov 1424 met zijn aangetrouwd tante Glaudia (Bona) (Glaudia) van Heu (Bonne van Artesië). Uit dit huwelijk geen kinderen.


Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 278)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 220)
3.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 578)

Barbara Fierens
Barbara Fierens1.

Barbara Fierens.
Maîtresse van Philips bij wie hij kinderen had.

relatie
met

Philips de Saint-Pol2, zn. van Anton de Stoute hertog van Brabant en Limburg markgraaf van Antwerpen (hertog van Brabant) en Jeanne van Luxemburg Chatellaine de Lille, geb. vermoedelijk Brussel [België] op 25 jul 1404, ovl. Leuven [België] op 4 aug 1430.

Philips de Saint-Pol.
Hij was de tweede zoon van Antoon van Bourgondië en Johanna van Saint-Pol, enige dochter van Walram III van Luxemburg-Ligny, graaf van Saint-Pol. Hij kreeg de bezittingen van zijn moeder als apanage, maar raakte precies hierdoor nauw betrokken bij de strijd tussen Bourguignons en Armagnacs in Frankrijk.[1].

Toen zijn broer Jan IV van Brabant in conflict kwam met zijn onderdanen, werd de zestienjarige Filips op 1 oktober 1420 door de Staten van Brabant als plaatsvervanger (ruwaard) aangesteld. In die hoedanigheid is hij erin geslaagd het overwicht van de patriciërs in het Brusselse stadsbestuur te breken. Aan zijn bewind kwam een einde op 4 mei 1421 doordat Jan IV toegaf aan de Staten en het Privilege van de Ruwaard uitvaardigde, waarmee hij zijn vervanging goedkeurde voor het verleden en wettig maakte voor de toekomst. Ondanks de verzoening tussen Jan IV en de Staten van Brabant bleef Saint-Pol zich tot 11 oktober 1421 als ruwaard gedragen.

In 1427 volgde hij zijn broer op als hertog van Brabant. Hij voerde toen door zijn toenaderingspogingen tot Frankrijk een zelfstandige politiek. Na zijn vroegtijdig overlijden ging het hertogdom naar zijn neef Filips de Goede, die hij in 1426 als erfgenaam had erkend. Op die manier verloor het hertogdom Brabant zijn feitelijke zelfstandigheid, en werd het deel van het Bourgondische Rijk.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antoon*1429  †1498  69



Bronnen:
1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 284)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 231)

Antoon bastaard van Brabanbant
Antoon bastaard van Brabanbant, geb. in 1429, ridder, ovl. op 1 nov 1498.

Antoon bastaard van Brabanbant.
Was enige tijd voogd van Rotterdam en betrokken bij de Inname van Dordrecht..

Ridder Antoon, bastaard van Brabant, (1429 - 1 november 1498) was een bastaardzoon van Filips van Saint-Pol, hertog van Brabant en Limburg en Barbele Fierens. Hij wordt soms "de kleine bastaard" genoemd, om verwarring met de "grote bastaard", Antoon van Bourgondië te voorkomen..

Filips van Saint-Pol voorzag in het onderhoud van de bastaard en zijn moeder. Na diens dood in 1430, werden ze onderhouden door Filips de Goede. Tussen 1436 en 1446 volgde Antoon samen met andere bastaardkinderen een opleiding in Leuven. Vanaf 1447 trad hij in dienst van Filips de Goede en later Karel de Stoute als kapitein en aanvoerder tijdens verschillende militaire campagnes.[Hij zetelde tevens in de Raad van Brabant..

In 1452 werd hij heer van Meerbeke (Ninove). In 1465 deed Antoon afstand van zijn rechten in Meerbeke. Als vergoeding hiervoor, schonk Keizer Maximiliaan I hem in 1483 de heerlijkheid Kruibeke..

In 1459 kwam hij in het bezit van Kasteel Hemiksemhof en Vaarlaareike, waaraan ook beperkte heerlijke rechten verbonden waren. Over Hemiksemhof zouden met de erfgenamen van de vorige bezitter, de terechtgestelde Cornelis Sanders, nog rechtszaken volgen..

Matthijs Balen vermeldde hem als "voogd van Rotterdam" ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, aan de Kabeljauwse kant.[6] Later behoorde hij echter tot de tegenstanders van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk. Hierdoor verloor hij Kruibeke, Hemiksemhof en Vaarlaareike. In 1489 kwam hij terug in het bezit van de domeinen, maar de juridische moeilijkheden met Costen van Berchem, die de goederen in de tussentijd bezat, bleven duren tot aan Antoons dood..

Bij zijn overlijden in 1498 ging Kruibeke terug naar het Graafschap Vlaanderen. Hemiksemhof en Vaarlaareike gingen over op zijn zoon, eveneens Antoon genaamd. Hij werd begraven in een praalgraf in de Sint-Niklaaskerk te Hemiksem. Zijn tombe werd door Franse revolutionairen beschadigd, maar in 1842 hersteld op kosten van baron Diert en voorzien van een "schone ijzeren grille"..

In 2014 schonk de heemkring van Aartselaar aan het rijksarchief een document uit 1514 dat handelt over de verkoop van de eigendommen na Antoons dood.



Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 231)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 284)

Jan Fierens
Jan Fierens, ovl. in 1428.

Jan Fierens.
Wijngaardenier uit de Warande (Brussel).

tr.
met

Goedele .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Barbara     


Goedele
Goedele .

tr.
met

Jan Fierens, ovl. in 1428.

Jan Fierens.
Wijngaardenier uit de Warande (Brussel).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Barbara     


Jacqueline van Steenberghe
Jacqueline van Steenberghe.

relatie
met

Philips de Goede van Bourgondië2,1 (Philips van Charolais), zn. van Jan zonder Vrees hertog van Bourgondië (hertog van Bourgondië) en Margaretha van Beieren, geb. Dijon [Frankrijk] op 31 jul 1396, ovl. Brugge [België] op 15 jun 1467, tr. (1) voor jan 1422 met zijn achternicht Michaela de Valois. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) Moulins-les-Engilbert [Frankrijk] op 30 nov 1424 met zijn aangetrouwd tante Glaudia (Bona) (Glaudia) van Heu (Bonne van Artesië). Uit dit huwelijk geen kinderen, relatie (6) met Marie van Crombrugghe. Uit deze relatie geen kinderen.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna*1435  †1508  72



Bronnen:
1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 220)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 578)
3.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 278)

Anna van Bourgondië
Anna van Bourgondië, geb. circa 1435, ovl. op 15 jan 1508.

Anna van Bourgondië.
Anna groeide op aan het Bourgondische hof in de Nederlanden en werd gouvernante van de latere hertogin Maria van Bourgondië. In 1457 huwde ze met de Zeeuwse edelman Adriaan van Borselen, een bekwaam militair (geridderd in 1426) en kamerheer van de hertog[1]. Hij bezat tal van heerlijkheden op het Zeeuwse eiland Walcheren (Brigdamme, West-Souburg, Oost-Souburg, Sint Laurens, Popkensburg, Koudekerke, Zoutelande, Kleverskerke, Grijpskerke, Meliskerke, Ritthem). Het echtpaar bewoonde het kasteel van Souburg, dat aan de familie van Borssele toebehoorde..

In 1468 stierf haar man Adriaan zonder wettige kinderen na te laten. Anna erfde al zijn bezittingen. In 1470 hertrouwde ze met Adolf van Kleef, heer van Ravenstein en Wijnendale. Voortaan droeg ze de titel van vrouw van Ravenstein. Adolf was een dichte verwant van de hertogelijke familie en bevelhebber in het Bourgondische leger. Tussen 1475 en 1477 bereikte hij de top van zijn politieke carrière als stadhouder-generaal van de Nederlanden. In 1483 werd hij medelid van de regentschapsraad, die de Nederlanden bestuurde namens de minderjarige Filips de Schone. Adolf van Kleef was niet onbekend in Zeeland: hij had het Hof van Kleef bij Zierikzee bewoond en was ook heer van Dreischor en Breskenszand..

In 1498 droeg ze de ambachtsheerlijkheid Sint-Annaland, Hannevosdijk en Moggershil over aan haar stiefbroer Boudewijn van Bourgondië (1446-1508), eveneens een onwettig kind van Filips de Goede..

Behalve in Zeeland had ze ook in Brugge een eigendom. Kort na 1470 verwierf ze het Hof van Leffinge (in de Molenmeers), dat omgedoopt werd tot Hof van Ravenstein. Dat stadspaleis behield ze minstens tot 1501 en waarschijnlijk tot haar dood..

Ze overleed op 14 januari 1508. Haar hart werd begraven bij haar eerste man in de kerk van West-Souburg. Haar lichaam werd echter overgebracht naar de eerste, afgebroken Dominicanenkerk in Brussel en daar begraven bij het lichaam van haar tweede man..

Ze liet geen eigen kinderen na. Sinds haar tweede huwelijk was ze wel de stiefmoeder van Filips van Kleef en Jan van Kleef, bastaard van Ravenstein..

Het kasteel van Souburg en de Zeeuwse polders uit haar nalatenschap gingen na haar dood naar Filips van Bourgondië, een andere halfbroer van Anna, die in 1509 bisschop van Utrecht werd en stierf in 1514. De hiervoor genoemde Boudewijn van Bourgondië kreeg het Hof van Ravenstein (Hof van Leffinge) in Brugge, maar hij stierf nog hetzelfde jaar..

eerste man stichtte ze er dorpen en financierde ze de bouw van kerken, zoals Sommelsdijk (1464) en Bruinisse (1466). Hiervoor werd uiteraard ook samengewerkt met andere grondbezitters..

Samen met haar tweede man zette Anna haar inpolderingswerk in Zeeland voort. Ze gaf haar naam aan Sint-Annaland, een polder die ontstond in 1476 door het indijken van schorren en slikken die aan haar eerste man hadden toebehoord. Hiervoor had ze de toestemming verkregen van haar "neef" (zo noemde hij haar) Karel de Stoute. In 1486 was ook de bouw van een nieuwe kerk voltooid. Een jaar later dijkte ze alweer een nieuwe polder in: Sint Philipsland.



Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 220)
2.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 578)
3.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 278)

Anna van Bourgondië
Anna van Bourgondië1, geb. in 1404, Hertogin van Bedford, ovl. Parijs [Frankrijk] op 14 nov 1432.

Anna van Bourgondië.
Ze trouwde op 13 mei 1423[1] in de St. Janskerk in Troyes in Champagne met Jan van Lancaster, eerste hertog van Bedford, een zoon van Hendrik IV van Engeland naar aanleiding van het Verdrag van Amiens van 17 april 1423. Het huwelijk was bedoeld om de alliantie tussen de hertog van Bourgondië Filips de Goede, Annes broer, en de Engelsen te bevestigen en te verstevigen. Deze alliantie was essentieel voor de continuïteit van de Engelse successen in de Honderdjarige Oorlog. Jan van Bedford was benoemd tot regent van de Franse gebieden in het bezit van de Engelse kroon omwille van de minderjarigheid van Hendrik VI van Engeland die nauwelijks enkele maanden oud was. De vijandigheid tussen de Bourgondiërs en het huis Valois, was oorzaak geweest van een burgeroorlog in Frankrijk en had sterk bijgedragen tot de overwinningen van de Engelsen op de Fransen.

Het echtpaar had geen kinderen.

Ook al ging het hier om een politiek geïnspireerd huwelijk, de relatie tussen Anne en Jan was een succes ondanks het feit dat prinses Anne volgens tijdgenoten aartslelijk was.  Anne had een zonnig en vrolijk karakter en zij vergezelde Jan op al zijn reizen, wat voor die tijd op zijn zachtst uitgedrukt, ongewoon was.

Op de portretminiaturen van Jan en van Anne in het Bedford Getijdenboek staat een devies geschilderd, bij Jan luidt dat "A vous entier" (Helemaal de uwe) en bij Anne "J'en suis contente" (Ik ben er gelukkig mee).

Anne stierf tijdens de bevalling van haar eerste kind in het Hôtel de Bourgogne in Parijs en werd begraven in de kloosterkerk van de Celestijnen in Parijs. Anderen zeggen dan weer dat Anne stierf tijdens een epidemie. Ze zou arme zieken geholpen hebben in het Hôtel Dieu in Parijs. Haar graftombe werd ontworpen door Guillaume Veluten en was, volgens een historicus, een van de bijzonderste tombes uit de eerste helft van de 15e eeuw. Vandaag blijft alleen de gisant over die te zien is in het Louvre.

Annes dood leidde in de relaties tussen de Lancasters en Filips van Bourgondië een nieuwe periode in. In 1433 hertrouwde Jan van Lancaster met Jacquetta van Luxemburg tegen de zin van Filips. Van dan af bekoelde de relatie tussen beide hertogen en in 1434 startte Filips vredesgesprekken met Karel VII van Frankrijk. Datzelfde jaar nog verbrak Filips zijn alliantie met Engeland.

tr. Troyes [Frankrijk] op 13 mei 1423
met

John hertog of Lancaster Duke of Bedford Earl of Kendal Earl of Richmond5,1, zn. van Hendrik IV van Lancaster (koning van Engeland) en Mary Bohun, geb. op 20 jun 1389, hertog van Bedford, ovl. Rouen (F) op 15 sep 1435.

John hertog of Lancaster Duke of Bedford Earl of Kendal Earl of Richmond.
16.5.1414 Duke of Bedford, Grossadmiral of England, Regent de France. Feldherr und Staatsmann, die letzte Stütze der englischen Macht in Frankreich. Von seinem Vater zum Connetable von England und Gouverneur von Berwick, von seinem Bruder Heinrich V. zum Herzog von B. ernannt, wurde er während der Abwesenheit des letzteren in Frankreich Statthalter in England, schlug den Franzosen zur See bei Houthampton, nötigte die Schotten zur Aufhebung der Belagerung von Rorburgh, begab sich dann nach Frankreich und half seinem Bruder Melun zurückerobern. Nach dem Tode Heinrichs V. (1422) erhielt er die Regentschaft in Frankreich. Mit dem Herzögen von Burgund und Bretagne schloss er im April 1423 gegen Karl VII. von Frankreich ein Bündnis und brachte durch die Reihe glücklicher Kämpfe den grössten Teil Frankreichs in seine Gewalt. Aber infolge des Zerwürfnisses zwischen dem Herzog von Gloucester, Bedforts Bruder, und der Jungfrau von Orl'eans änderte sich die Lage der Dinge. Nachdem B. sich noch bis 1435 unter stetem Zurückweichen behauptet hatte. starb er während der Friedensunterhandlungen in Rouen 14. Sept. 1435, ein Mann, hervorragend durch politischen Scharfsinn, Energie und Aufopferungsfähigkeit.


Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 300)
2.Herfsttijd der Middeleeuwen (B 066), Geschiednis, Prof. dr. Johan Huizinga, Tjeenk Willink BV, ISBN nummer: 9789001409074, 1973 (blz. 10)
3.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 70)
4.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 578)
5.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 229)

Jan III de Lannoy
Jan III de Lannoy, geb. op 27 apr 1410, ovl. op 18 mrt 1493.

Jan III de Lannoy.
Vlaamse edelman uit het huis Lannoy, die verschillende functies vervulde in dienst van de Bourgondische hertogen.

Jan III in het wapenboek van de Orde van het Gulden Vlies.
In het begin was hij vooral als militair actief, hij nam diverse malen deel aan operaties zoals in 1430 (tegen Luik), 1436 (tegen de Engelsen), 1440 (tegen Lotharingen), 1447 (tegen de aartsbisschop van Keulen).

In 1448 werd hij door Filips de Goede benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland, hetgeen hij tot 1462 bleef. In 1459 werd hij ook stadhouder van Waals-Vlaanderen, wat hij tot 1463 bleef. In 1451 werd hij verkozen tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies. In 1452/53 nam hij nog deel aan het neerslaan van de Gentse Opstand.

In 1468 kwam hij in conflict met Karel de Stoute vanwege zijn goede contacten met het Franse hof. Hij moest vluchten, maar hij wist zich later weer met Karel te verzoenen.

In 1477 ging hij als kamerheer deel uitmaken van de hofhouding van Maximiliaan van Oostenrijk. Voor hem voerde hij diverse diplomatieke missies uit, onder andere naar Frankrijk in 1482, hetgeen uiteindelijk leidde tot de Vrede van Atrecht.

  • Moeder:
    Jeanne de Croy, geb. Tours-Sur-Marne [Frankrijk] circa 1366.

tr.
met

Jeanne de Baudimon.


Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 325)

Jeanne de Baudimon
Jeanne de Baudimon.

tr.
met

Jan III de Lannoy, zn. van Jean Franchimont II "le Ramager" de Lannoy en Jeanne de Croy, geb. op 27 apr 1410, ovl. op 18 mrt 1493.

Jan III de Lannoy.
Vlaamse edelman uit het huis Lannoy, die verschillende functies vervulde in dienst van de Bourgondische hertogen.

Jan III in het wapenboek van de Orde van het Gulden Vlies.
In het begin was hij vooral als militair actief, hij nam diverse malen deel aan operaties zoals in 1430 (tegen Luik), 1436 (tegen de Engelsen), 1440 (tegen Lotharingen), 1447 (tegen de aartsbisschop van Keulen).

In 1448 werd hij door Filips de Goede benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland, hetgeen hij tot 1462 bleef. In 1459 werd hij ook stadhouder van Waals-Vlaanderen, wat hij tot 1463 bleef. In 1451 werd hij verkozen tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies. In 1452/53 nam hij nog deel aan het neerslaan van de Gentse Opstand.

In 1468 kwam hij in conflict met Karel de Stoute vanwege zijn goede contacten met het Franse hof. Hij moest vluchten, maar hij wist zich later weer met Karel te verzoenen.

In 1477 ging hij als kamerheer deel uitmaken van de hofhouding van Maximiliaan van Oostenrijk. Voor hem voerde hij diverse diplomatieke missies uit, onder andere naar Frankrijk in 1482, hetgeen uiteindelijk leidde tot de Vrede van Atrecht.


Jean Franchimont II "le Ramager" de Lannoy
Jean Franchimont II "le Ramager" de Lannoy1, geb. in 1384, ovl. Azincourt [Frankrijk] op 25 okt 1415.

tr.
met

Jeanne de Croy, geb. Tours-Sur-Marne [Frankrijk] circa 1366.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan III*1410  †1493  82
Louis     



Bronnen:
1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 325)

Jeanne de Croy
Jeanne de Croy, geb. Tours-Sur-Marne [Frankrijk] circa 1366.

tr.
met

Jean Franchimont II "le Ramager" de Lannoy1, geb. in 1384, ovl. Azincourt [Frankrijk] op 25 okt 1415.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan III*1410  †1493  82
Louis     



Bronnen:
1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 325)

Louis de Lannoy
Louis de Lannoy1.

  • Moeder:
    Jeanne de Croy, geb. Tours-Sur-Marne [Frankrijk] circa 1366.



Bronnen:

1.De Bourgondiërs Aartsvaders van de Lage Landen (B 067), Bart van Loo, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024 (blz/akte 325)

Johannes Willem Simon de Groot
Wim (Johannes Willem Simon) de Groot, geb. Rotterdam op 2 sep 1877, kunstschilder, woont Blaricum tot 5 apr 1916, woont Lunteren op 6 apr 1916, ovl. aldaar op 3 feb 1956.

Wim (Johannes Willem Simon) de Groot.
Johannes Willem Simon de Groot (Rotterdam, 2 september 1877 - Lunteren, 3 februari 1956) was een Nederlandse schilder. Naast schilder was hij ook tekenaar, en lithograaf. Onderwerpen zijn onder andere interieur, landschap, portret en stillevens.

De Groot had les gehad van onder andere Alexander Henri Robert van Maasdijk en Jan Striening. Hij was bevriend met Edzard Koning en Jan van Vuuren.[1].

De Groot werkte in Rotterdam, Blaricum, Nunspeet, Heeze en Oirschot. Vanaf 1920 tot zijn dood woonde hij in Lunteren. Hij heeft studiereizen gemaakt naar Napels en Spanje. Zijn opleiding heeft hij gevolgd aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam, de Academie des Beaux-Arts in Brussel en de Academie des Beaux-Arts in Parijs.

Het Noord Veluws Museum heeft een belangrijke collectie schilderijen van De Groot. Ook Museum Kempenland heeft werken in haar collectie. De Groot was lid van Arti et Amicitiae en Sint Lucas Amsterdam.

tr. Gendringen op 2 jun 1920
met

Alida Hendrika Lang, dr. van Carl Harald Sebastian Lang en Margaretha van der Sluijs, geb. De Pol op 13 jan 1891, ovl. Ede op 29 jan 1959.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harold Lunteren    
Jan Lunteren    


Jan Louwrensz de Groot
Jan Louwrensz (Johannes, Jan Lourens) de Groot, geb. Rotterdam op 17 jul 1880, huisschilden.

tr. Rotterdam op 13 sep 1906
met

Maria Elizabeth Hoek, dr. van Johannes Hoek en Anna Helena Palick, geb. op 29 jun 1882, ovl. (79 jaar oud) Arnhem op 8 aug 1961.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1908 Rotterdam    
Anna*1911 Rotterdam    


Maria Elizabeth Hoek
Maria Elizabeth Hoek, geb. op 29 jun 1882, ovl. (79 jaar oud) Arnhem op 8 aug 1961.

tr. Rotterdam op 13 sep 1906
met

Jan Louwrensz (Johannes, Jan Lourens) de Groot, zn. van Jan Lourens de Groot en Margaretha Scheffer, geb. Rotterdam op 17 jul 1880, huisschilden.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1908 Rotterdam    
Anna*1911 Rotterdam    


Margaretha de Groot
Margaretha de Groot, geb. Rotterdam op 31 mei 1908.

tr. Rotterdam op 2 mei 1935
met

Willem Marius Emil Carl von Bose, geb. Nijmegen op 22 aug 1909.