Cees Hagenbeek
Truijcken Herbertsdr van Houwelingen
Truijcken Herbertsdr van Houwelingen, geb. circa 1535.

 

tr.
met

Cornelis Anthoniszoon Sijbrants (Cornelis Anthoniszoon) van Oistendam (van Oostend), zn. van Anthonis Adriaens Sijbrants (waersman) en Jannechien Sijbrants Nieuwenboer, geb. circa 1535, schout van Rijsoord, ovl. op 2 feb 1602.

Cornelis Anthoniszoon Sijbrants van Oistendam (van Oostend).
Herberts dochter Truycken  wordt genoemd als landeigenaresse in Ridderkerk en waardinne te Oostendam, ze trouwt (2) met Cornelis Anthonisz Sijbrants alias Oistendam, o.a. schout van Rijsoord, zie ook onder Adriaen Herbarensz.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marijken*1570 Rijsoord †1651 Rijsoord 80


Herbaren Willemsz van Houwelingen
 
Herbaren Willemsz van Houwelingen, geb. Hardinxveld circa 1485, Leenman van de hofstad Arkel met grond in Hardinxveld, ovl. op 6 okt 1564.

tr. (1) in 1543
met

Elisabeth Thomasdr.


tr. (3)
met

Huibertje Jans Doyensdr, dr. van Jan Doeijens, geb. circa 1490, ovl. in nov 1541.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Truijcken*1535     
Willem*1535     


Elisabeth Thomasdr
Elisabeth Thomasdr.

tr. in 1543
met

Herbaren Willemsz van Houwelingen, zn. van Willem Adriaens van Houwelingen (Leenman van de hofstad Arkel met grond in Hardinxveld), geb. Hardinxveld circa 1485, Leenman van de hofstad Arkel met grond in Hardinxveld, ovl. op 6 okt 1564, Hij krijgt geen kinderen.

 


Fop Claesz van Driel
Fop Claesz van Driel, geb. Ridderkerk circa 1525, ovl. Heinenoord op 1 apr 1590.

Fop Claesz van Driel.
Omdat Dirck Claesz reeds op relatief jonge leeftijd overleed, is van hem weinig bekend. In 1542 werd hij samen met zijn vader aangeslagen voor 11 1/2 morgen land in Oost Barendrecht. In 1559 werd dit land onder Oost-Barendrecht gebruikt door zijn broer Fop Cleys Dircxz : "ses mergen toecomende Aert Pietersz erffgenaemen, IIIJ 1/2 mergen eygen lants zelver bruyckende toebehorende de Barendrechtse kerck " Fop van Driel was voogd van Joris Dirksz, het weeskind van Dirck Claesz, zodat niet uitgesloten moet worden dat hij dit land gedeeltelijk namens het weeskind gebruikte. Op 18 juni 1550 trad Claes van Driel Dircxz, grootvader, op als momber en bestorven voogd van het onmondige kind van zaliger Dirck Cleijsz. De naam van dit weeskind is bekend uit een akte van 12 nov 1559, op welke datum Vop van Driel Claesz, als momber en bestorven voogd van Joris Diercxz, een jaarlijkse rente van 6 Rijnsgulden kocht. Blijkbaar was de voogdij na het overlijden van de grootvader Claes van Driel Dircksz ca. 1552 overgegaan op Fop Claesz van Driel, de oom van het weeskind.
Boer te Ridderkerk, dijkgraaf van de polders Oud en Nieuw-Reijerwaard ca.1572-87, Rentmeester van de Heerlijkheden Ridderkerk en IJsselmonde 1580-81. Heemraad 1559-60 en Schout 1560-87 van Ridderkerk. Het familiewapen vertoont een rode, tweekoppige adelaar in goud.

Het geboortejaar van Fop Claesz. van Driel is af te leiden uit diverse akten waarin zijn leeftijd wordt gemeld: hij was 40 jaar op 19 april 1564, 43 jaar op 15 maart 1566 (= 1567) en "omtrent" 55 jaar op 12 juli 1577. Zijn overlijdensdatum laat zich indirekt reconstrueren: op 12 april 1590 werd te Ridderkerk een kind Fop gedoopt, zoon van Fop Claeijsz. en Leentijen Aertsdr. Gelet op het feit dat het kind vernoemd werd naar de vader, is zeer wel denkbaar dat deze op de doopdatum reeds was overleden: al op 1 april 1590 had Daniel Foppen "sijn voechtdichscap opgeseijt Cleijs Foppen van Driel", die dit blijkbaar korte tijd over Daniel had uitgeoefend. Fop Claesz. van Driel was ca. 1552 enig mannelijk erfgenaam van zijn vader: zijn (oudere) broer Dirck Claesz. was reeds enkele jaren eerder overleden. Het is daarom begrijpelijk, dat hij in de daarop volgende jaren werd genoemd als voogd over de weeskinderen van zijn broer Dirck Claesz. (1559), zijn zuster Anneken Claesdr. (1560) en zijn zuster Daentge Claesdr. (1571). Veel minder duidelijk is een vermelding uit 1559, waarin hij werd genoemd als "bestorven voogt" van Dierck Ariaensz, het onmondige weeskind van Ariaen Woutersz. zaliger, dat in 1563 in Zevenbergen verbleef. Evenmin is duidelijk wat de familierelatie was met het weeskind van Cornelis Jan Huigen te Zevenbergen, waarvan Fop van Driel in 1578 als bloedvoogd van grootvaderswege werd genoemd. Jan Huijgen, grootvader van het weeskind, had in 1560 een huis te Zevenbergen gekocht en was aldaar overleden voor 6 maart 1573. Wellicht was deze Jan Huijgen een familielid van de nog onbekende moeder van Fop Claesz. van Driel. Opmerkelijk is, dat op 3 januari 1581 als voogd van het weeskind van Comelis Jan Huijgensz. werd genoemd een Lenaert Phoppens, terwijl in de boedel van het weeskind een schuldbekentenis van Fop van Dniel voorkwam. Uit bovenstaande voogdijstellingen en latere vestiging aldaar van twee kleinkinderen van Fop van Driel blijkt een connectie met familieleden in Zevenbergen die nog niet verklaard is. Frappant is in dat verband het grondbezit in Zevenbergen van de Antwerpse lakenkoopman Leendert van Driel, die omstreeks 1563 bankroet was gegaan. Vanaf 1553/1554 wordt in de polderrekeningen van Nieuw-Reijerwaard een bepaald dijkvak omschreven als: "den dijck tot Vop Cleijsz. toe", resp. "van Vop Cleijsz. of'. Hoewel de rekeningen over de jaren 1543 t/m 1552 ontbreken, is duidelijk dat dit hetzelfde dijkvak is dat tot in 1542 werd aangeduid als "den dijck van Cleys Dirckss off, resp. "tot Cleijs Dirckss. toe". Fop Cleijsz. was blijkbaar, net als zijn vader Cleijs Dircksz, gevestigd aan de dijk aan de westzijde van de polder Nieuw-Reijerwaard: de Hordijk. Fop Claesz. van Driel werd enige malen vermeld als heemraad van Ridderkerk (1559-1560), maar werd reeds in 1560 door de rentmeester van de ambachtsheer aangesteld als schout. Fop van Driel vervulde deze functie, die eerder bekleed was door zijn vader, gedurende vele jaren (1560-1587) tijdens een roerige periode in de geschiedenis. Ondanks het feit dat tijdens zijn arnbtstermijn de overgang plaatsvond naar de reformatie, is geen enkele aanwijzing gevonden dat Fop van Driel, als .n van de vertegenwoordigers van het "oude regime", moeite heeft gehad zijn positie vast te houden. Integendeel: hij wist meer belangrijke plaatselijke functies te verwerven. Vanaf ca. 1572 was hij dijkgraaf van de polders Oud- en Nieuw~Reijerwaard (ca. 1572-1587) en in 1580 en 1581 werd hij vermeld als rentmeester van de heerlijkheden Ridderkerk en Ijsselmonde. Na het overlijden van zijn vader ca. 1552, nam Fop van Driel het huis met de bijbehorende landerijen in Cornelisland en omgeving over: reeds in 1552 werd hij belast wegens de helft van het "huys daer die helft met dat lant off an gebrocht is". Bij dit grondbezit behoorden, enige percelen land gelegen onder Oost-IJsselmonde, juist aan de andere zijde van het oude (Willaerts)dijkje. Er is daarbij sprake van een perceel van 5 morgen in het vijfde hoef (vermeld vanaf 1557) en van een perceel van 5 (later: 7) hont in de tweede hoef, dat volgens een akte uit 1556 gekocht was in 1546. Opmerkelijk is, dat het perceel in de vijfde hoef grensde aan landerijen die toebehoorden aan andere leden van het oude geslacht Van Driel: Comelis Claesz. van Driel (1556), Adriaen Anthoenis van Driel en Pieterije Comelisdr. van Driel (1583), Nieske Cornelisdr. van Driel en Hendrick de Raedt, echtgenoot van Hildegond Cornelisdr. van Driel (1587). Wellicht waren deze landerijen afkomstig uit het patrimoniale bezit van Cornelis Dircksz. van Driel. In de loop der jaren breidde Fop van Driel het vaderlijk erfgoed gestaag uit. Er zijn vele transacties bekend, waarbij door hem percelen land werden gekocht, o.a. in Ridderkerk (tien aankopen tussen 1562 en 1581) en in Oost-IJsselmonde (1563, 1575). Slechts zeer incidenteel (in 1579 en 1587) werd door hem land (in Oost-IJsselmonde) van de hand gedaan, en dit lijkt eerder samen te hangen met efficiente bedrijfsvoering dan met geldgebrek. Wat dit laatste betreft, moet gesproken worden van het tegendeel, want uit diverse door hem verstrekte leningen blijkt een behoorlijke welstand. Fop van Driel verstrekte deze leningen door verkoop van rentebrieven (1558, 1563, 1572); slechts eenmaal staat hij te boek als koper van een rentebrief (1583). Het uitgebreide landbezit van Fop van Driel blijkt duidelijk uit een tweetal kohieren uit 1575/1577 van resp. Ridderkerk en Usselmonde. Hierin komt hij naar voren als eigenaar van acht percelen land met een totaal oppervlakte van 33 morgen 2 1/2 hont, terwijl hij bovendien ruim 28 1/2 morgen gebruikte van andere eigenaars, verdeeld over acht percelen. Verder is bekend, dat hij nog diverse landerijen onder Barendrecht bezat, zodat Fop van Driel zonder meer kan worden aangeduid als "herenboer". Na zijn overlijden verbrokkelde dit landbezit, want het moest worden verdeeld onder acht kinderen en de weduwe. Desondanks behoorden de zoons van Fop van Driel tot de welvarende ingezetenen van Ridderkerk en omgeving. In 1591 voerde zoon Cleijs Foppen van Driel diverse zaken voor het gerecht van Ridderkerk, die alle betrekking hadden op achterstallige betalingen. Al deze vorderingen hadden betrekking op bedragen die zijn vader Fop Cleijsz. van Driel nog tegoed had: wellicht had deze in de laatste jaren van zijn leven de administratie enigszins verwaarloosd. Zo eiste Cleijs Foppen op 17 december 1591 betaling van 10 pond 7 stuivers van Sebastiaen Adrijaen Vuijck, vanwege geleverde gerst "wutwijssende het boeck van Fop C.

tr.
met

Margriet (Grietje) Lenaertsdr Cranendonck, dr. van Lenert Gerritsz Cranendonck en Mariken Woutersdr, geb. Ridderkerk in 1526, ovl. aldaar in apr 1581.

Uit dit huwelijk 3 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lenaert*1563 Ridderkerk †1635 Rijsoord 71
Daniël*1568 Ridderkerk    
Cleijs*1560  †1628  68


Margriet (Grietje) Lenaertsdr Cranendonck
Margriet (Grietje) Lenaertsdr Cranendonck, geb. Ridderkerk in 1526, ovl. aldaar in apr 1581.

tr.
met

Fop Claesz van Driel, zn. van Claes Dircksz van Driel en Nelleke (Niesje) Schouten, geb. Ridderkerk circa 1525, ovl. Heinenoord op 1 apr 1590.

Fop Claesz van Driel.
Omdat Dirck Claesz reeds op relatief jonge leeftijd overleed, is van hem weinig bekend. In 1542 werd hij samen met zijn vader aangeslagen voor 11 1/2 morgen land in Oost Barendrecht. In 1559 werd dit land onder Oost-Barendrecht gebruikt door zijn broer Fop Cleys Dircxz : "ses mergen toecomende Aert Pietersz erffgenaemen, IIIJ 1/2 mergen eygen lants zelver bruyckende toebehorende de Barendrechtse kerck " Fop van Driel was voogd van Joris Dirksz, het weeskind van Dirck Claesz, zodat niet uitgesloten moet worden dat hij dit land gedeeltelijk namens het weeskind gebruikte. Op 18 juni 1550 trad Claes van Driel Dircxz, grootvader, op als momber en bestorven voogd van het onmondige kind van zaliger Dirck Cleijsz. De naam van dit weeskind is bekend uit een akte van 12 nov 1559, op welke datum Vop van Driel Claesz, als momber en bestorven voogd van Joris Diercxz, een jaarlijkse rente van 6 Rijnsgulden kocht. Blijkbaar was de voogdij na het overlijden van de grootvader Claes van Driel Dircksz ca. 1552 overgegaan op Fop Claesz van Driel, de oom van het weeskind.
Boer te Ridderkerk, dijkgraaf van de polders Oud en Nieuw-Reijerwaard ca.1572-87, Rentmeester van de Heerlijkheden Ridderkerk en IJsselmonde 1580-81. Heemraad 1559-60 en Schout 1560-87 van Ridderkerk. Het familiewapen vertoont een rode, tweekoppige adelaar in goud.

Het geboortejaar van Fop Claesz. van Driel is af te leiden uit diverse akten waarin zijn leeftijd wordt gemeld: hij was 40 jaar op 19 april 1564, 43 jaar op 15 maart 1566 (= 1567) en "omtrent" 55 jaar op 12 juli 1577. Zijn overlijdensdatum laat zich indirekt reconstrueren: op 12 april 1590 werd te Ridderkerk een kind Fop gedoopt, zoon van Fop Claeijsz. en Leentijen Aertsdr. Gelet op het feit dat het kind vernoemd werd naar de vader, is zeer wel denkbaar dat deze op de doopdatum reeds was overleden: al op 1 april 1590 had Daniel Foppen "sijn voechtdichscap opgeseijt Cleijs Foppen van Driel", die dit blijkbaar korte tijd over Daniel had uitgeoefend. Fop Claesz. van Driel was ca. 1552 enig mannelijk erfgenaam van zijn vader: zijn (oudere) broer Dirck Claesz. was reeds enkele jaren eerder overleden. Het is daarom begrijpelijk, dat hij in de daarop volgende jaren werd genoemd als voogd over de weeskinderen van zijn broer Dirck Claesz. (1559), zijn zuster Anneken Claesdr. (1560) en zijn zuster Daentge Claesdr. (1571). Veel minder duidelijk is een vermelding uit 1559, waarin hij werd genoemd als "bestorven voogt" van Dierck Ariaensz, het onmondige weeskind van Ariaen Woutersz. zaliger, dat in 1563 in Zevenbergen verbleef. Evenmin is duidelijk wat de familierelatie was met het weeskind van Cornelis Jan Huigen te Zevenbergen, waarvan Fop van Driel in 1578 als bloedvoogd van grootvaderswege werd genoemd. Jan Huijgen, grootvader van het weeskind, had in 1560 een huis te Zevenbergen gekocht en was aldaar overleden voor 6 maart 1573. Wellicht was deze Jan Huijgen een familielid van de nog onbekende moeder van Fop Claesz. van Driel. Opmerkelijk is, dat op 3 januari 1581 als voogd van het weeskind van Comelis Jan Huijgensz. werd genoemd een Lenaert Phoppens, terwijl in de boedel van het weeskind een schuldbekentenis van Fop van Dniel voorkwam. Uit bovenstaande voogdijstellingen en latere vestiging aldaar van twee kleinkinderen van Fop van Driel blijkt een connectie met familieleden in Zevenbergen die nog niet verklaard is. Frappant is in dat verband het grondbezit in Zevenbergen van de Antwerpse lakenkoopman Leendert van Driel, die omstreeks 1563 bankroet was gegaan. Vanaf 1553/1554 wordt in de polderrekeningen van Nieuw-Reijerwaard een bepaald dijkvak omschreven als: "den dijck tot Vop Cleijsz. toe", resp. "van Vop Cleijsz. of'. Hoewel de rekeningen over de jaren 1543 t/m 1552 ontbreken, is duidelijk dat dit hetzelfde dijkvak is dat tot in 1542 werd aangeduid als "den dijck van Cleys Dirckss off, resp. "tot Cleijs Dirckss. toe". Fop Cleijsz. was blijkbaar, net als zijn vader Cleijs Dircksz, gevestigd aan de dijk aan de westzijde van de polder Nieuw-Reijerwaard: de Hordijk. Fop Claesz. van Driel werd enige malen vermeld als heemraad van Ridderkerk (1559-1560), maar werd reeds in 1560 door de rentmeester van de ambachtsheer aangesteld als schout. Fop van Driel vervulde deze functie, die eerder bekleed was door zijn vader, gedurende vele jaren (1560-1587) tijdens een roerige periode in de geschiedenis. Ondanks het feit dat tijdens zijn arnbtstermijn de overgang plaatsvond naar de reformatie, is geen enkele aanwijzing gevonden dat Fop van Driel, als .n van de vertegenwoordigers van het "oude regime", moeite heeft gehad zijn positie vast te houden. Integendeel: hij wist meer belangrijke plaatselijke functies te verwerven. Vanaf ca. 1572 was hij dijkgraaf van de polders Oud- en Nieuw~Reijerwaard (ca. 1572-1587) en in 1580 en 1581 werd hij vermeld als rentmeester van de heerlijkheden Ridderkerk en Ijsselmonde. Na het overlijden van zijn vader ca. 1552, nam Fop van Driel het huis met de bijbehorende landerijen in Cornelisland en omgeving over: reeds in 1552 werd hij belast wegens de helft van het "huys daer die helft met dat lant off an gebrocht is". Bij dit grondbezit behoorden, enige percelen land gelegen onder Oost-IJsselmonde, juist aan de andere zijde van het oude (Willaerts)dijkje. Er is daarbij sprake van een perceel van 5 morgen in het vijfde hoef (vermeld vanaf 1557) en van een perceel van 5 (later: 7) hont in de tweede hoef, dat volgens een akte uit 1556 gekocht was in 1546. Opmerkelijk is, dat het perceel in de vijfde hoef grensde aan landerijen die toebehoorden aan andere leden van het oude geslacht Van Driel: Comelis Claesz. van Driel (1556), Adriaen Anthoenis van Driel en Pieterije Comelisdr. van Driel (1583), Nieske Cornelisdr. van Driel en Hendrick de Raedt, echtgenoot van Hildegond Cornelisdr. van Driel (1587). Wellicht waren deze landerijen afkomstig uit het patrimoniale bezit van Cornelis Dircksz. van Driel. In de loop der jaren breidde Fop van Driel het vaderlijk erfgoed gestaag uit. Er zijn vele transacties bekend, waarbij door hem percelen land werden gekocht, o.a. in Ridderkerk (tien aankopen tussen 1562 en 1581) en in Oost-IJsselmonde (1563, 1575). Slechts zeer incidenteel (in 1579 en 1587) werd door hem land (in Oost-IJsselmonde) van de hand gedaan, en dit lijkt eerder samen te hangen met efficiente bedrijfsvoering dan met geldgebrek. Wat dit laatste betreft, moet gesproken worden van het tegendeel, want uit diverse door hem verstrekte leningen blijkt een behoorlijke welstand. Fop van Driel verstrekte deze leningen door verkoop van rentebrieven (1558, 1563, 1572); slechts eenmaal staat hij te boek als koper van een rentebrief (1583). Het uitgebreide landbezit van Fop van Driel blijkt duidelijk uit een tweetal kohieren uit 1575/1577 van resp. Ridderkerk en Usselmonde. Hierin komt hij naar voren als eigenaar van acht percelen land met een totaal oppervlakte van 33 morgen 2 1/2 hont, terwijl hij bovendien ruim 28 1/2 morgen gebruikte van andere eigenaars, verdeeld over acht percelen. Verder is bekend, dat hij nog diverse landerijen onder Barendrecht bezat, zodat Fop van Driel zonder meer kan worden aangeduid als "herenboer". Na zijn overlijden verbrokkelde dit landbezit, want het moest worden verdeeld onder acht kinderen en de weduwe. Desondanks behoorden de zoons van Fop van Driel tot de welvarende ingezetenen van Ridderkerk en omgeving. In 1591 voerde zoon Cleijs Foppen van Driel diverse zaken voor het gerecht van Ridderkerk, die alle betrekking hadden op achterstallige betalingen. Al deze vorderingen hadden betrekking op bedragen die zijn vader Fop Cleijsz. van Driel nog tegoed had: wellicht had deze in de laatste jaren van zijn leven de administratie enigszins verwaarloosd. Zo eiste Cleijs Foppen op 17 december 1591 betaling van 10 pond 7 stuivers van Sebastiaen Adrijaen Vuijck, vanwege geleverde gerst "wutwijssende het boeck van Fop C.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lenaert*1563 Ridderkerk †1635 Rijsoord 71
Daniël*1568 Ridderkerk    
Cleijs*1560  †1628  68


Claes Dircksz van Driel
Claes Dircksz van Driel, geb. in 1485, ovl. Ridderkerk in 1552.

tr.
met

Nelleke (Niesje) Schouten, geb. Ridderkerk in 1490, ovl. aldaar in 1552.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fop*1525 Ridderkerk †1590 Heinenoord 64


Nelleke (Niesje) Schouten
Nelleke (Niesje) Schouten, geb. Ridderkerk in 1490, ovl. aldaar in 1552.

tr.
met

Claes Dircksz van Driel, zn. van Dirck Cornelisz van Driel, geb. in 1485, ovl. Ridderkerk in 1552.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fop*1525 Ridderkerk †1590 Heinenoord 64


Dirck Cornelisz van Driel
Dirck Cornelisz van Driel, geb. Oud-Reijerwaard in 1450, ovl. Ridderkerk in 1484.

 
  • Moeder:
    Niesje (Niesje Cornelisdr) (Cornelis Dirckszn) van de Hordijk (Driel, van), geb. IJsselmonde circa 1420, ovl. aldaar, Zij krijgt geen kinderen.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claes*1485  †1552 Ridderkerk 67


Ingen Hordijk
Ingen Hordijk, geb. Barendregt circa 1640, ovl. in 1696.

tr.
met

Aaltje .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter~1669 Barendregt †1736  66


Aaltje
Aaltje .

tr.
met

Ingen Hordijk, zn. van Pieter Hordijk en Maritje , geb. Barendregt circa 1640, ovl. in 1696.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter~1669 Barendregt †1736  66


Pieter Hordijk
Pieter Hordijk, geb. Barendregt circa 1606.

tr.
met

Maritje .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingen*1640 Barendregt †1696  56


Maritje
Maritje .

tr.
met

Pieter Hordijk, zn. van Inge Hordijk en Neeltje Maartensdr, geb. Barendregt circa 1606.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingen*1640 Barendregt †1696  56


Inge Hordijk
Inge Hordijk, geb. Barendregt circa 1570, ovl. aldaar circa 1617.

tr. in 1593
met

Neeltje Maartensdr.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1606 Barendregt    
Gerrit*1602  †1652 Piershil 49


Neeltje Maartensdr
Neeltje Maartensdr.

tr. in 1593
met

Inge Hordijk, zn. van Adriaen Jacobsz Hordijk (landbouwer aan Hordijk, penningmeester Dirk Smeetsland, heemraad Oost Barendrecht & Ziedewij) en Grieten (Margarethe Japhetsdr) in 't Veld, geb. Barendregt circa 1570, ovl. aldaar circa 1617.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1606 Barendregt    
Gerrit*1602  †1652 Piershil 49


Mariken Lambrechts Willemsdr
Mariken Lambrechts Willemsdr, geb. Sandelingen Ambacht circa 1490, ovl. aldaar voor 23 feb 1520.

Mariken Lambrechts Willemsdr.
--- :Vermelding.
Levensloop.
CORNELIS GERRITSZ.
Geboren naar schatting rond 1480, mogelijk te Ridderkerk, overleden ca.1556, vermoedelijk in zijn woonplaats Sandelingenambacht. In 1520 werd hij vermeld als voogd voor zijn onmondige zoon Gerrit, die na het overlijden van zijn moeder beleend werd met een hofstede tussen de weg en de Waal onder Sandelingenambacht. Uit Ridderkerkse bronnen blijkt dat Cornelis Gerritsz. twee percelen land bezat in Oud-Reijerwaard: het eerste gelegen tussen de zeedijk en de tiendweg (vermeld vanaf 1544), het tweede gelegen tussen de Drogendijk en de tiendweg (vermeld vanaf 1547). Het bezit van land onder Ridderkerk kan er op wijzen, dat hij afkomstig was uit die contreien, waarbij wat betreft zijn voorgeslacht vermoedelijk gezocht moet worden binnen de Reijerwaardse familiegroep (zie inleiding). Bij de aanduiding van het land wordt vanaf 1557 nadrukkelijk vermeld, dat de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. onder Hendrik Ido Ambacht woonden. Volgens de taxaties uit 1557 en 1561 ging het bij dit land om twee percelen met een totale oppervlakte van 6 morgen 4 hond 30 roeden (=4030 roeden, ruim 40 hond). Zeer opmerkelijk is, dat de stamvader van een ander geslacht Cranendonck, nl. Pauwel Adriaensz, in 1557 al het land in Oud-Reijerwaard van de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. in gebruik had! Uit een akte van 1558 blijkt, dat Pauwel Adriaensz. recht had op 1/10 deel van dit land, zijnde 4 hond 3 voet, en dat hij bovendien eigenaar was van 820 roeden (ca.2/10 deel)! Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden, dat Pauwel Adriaensz, wellicht door zijn (eerste?) echtgenote, één van de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. Cranendonck geweest is. Merkwaardig is, dat dit land in 1561 weer onverdeeld werd aangeduid als eigendom van de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn, dat Pauwel Adriaensz, na het overlijden van zijn vrouw, wellicht doordat er huwelijkse voorwaarden van kracht waren, niet langer was gerechtigd in de boedel van Cornelis Gerritsz. Enkele andere erfgenamen van Cornelis Gerritsz. zijn bekend door akten van later datum: in 1563 bezat een zekere Pieter Claesz, kleinzoon van Cornelis Gerritsz, ca.8 hond (1/5 deel), terwijl zoon Arij Cornelis Gerritsz. rond 1575 eveneens ruim 8 hond (1/5 deel) in eigendom had. Het land in Oud-Reijerwaard is dus lange tijd onverdeeld gebleven en omdat de erfgenamen niet met name werden genoemd is het onduidelijk wie de resterende 3/5 delen bezaten, al lijkt het waarschijnlijk dat de weeskinderen van Gerrit Cornelisz. ook wel hun 1/5 deel geërfd zullen hebben. Na 1570 is het grootste perceel in bezit van ene Arijen Hendricksz, schipper, die het vermoedelijk door koop zal hebben verkregen. Het tweede (kleinere) perceel land, dat nog lang de naam “Cornelis Gerritsz. 8 hont 20 roeden” droeg, was tot ca.1570 eigendom van zoon Arij Cornelis Gerritsz. Vanaf ca.1575 werd hier als eigenaar vermeld Aert Cornelisz, schipper aan de Oostendam, waarbij opmerkelijk is, dat deze Aert Cornelisz. schipper ook gebruiker is van een perceel land dat precies half zo groot is (“Daen Wynter 4 mergen 10 roeden”), dat eigendom is van Jacob van Poelgeest, de echtgenoot van Adriana van Cranendonck!.
Hij huwde le:.
Mariken Lambrecht Willemsdr.
Geboren te Sandelingenambacht, overleden vóór 23-02-1520, vermoedelijk aldaar. Zij was een dochter van Lambrecht Willemsz, leenman van de Lek en Polanen, na wiens dood zij met een hofstad met huis en boomgaard en 4 morgen land tussen de weg en de Waal onder Sandelingenambacht beleend werd. Dit leen kwam in 1520 aan haar minderjarige zoon Gerrit Cornelisz.

tr. circa 1510
met

Cornelis Gerritsz Cranendonck, zn. van Gerrit Roelofsz Cranendonck (landbouwer, heemraad van Oud- en Nieuw-Reijerwaard (1497)) en Beatrijs , geb. Ridderkerk circa 1480, ovl. Sandelingen-Ambacht circa 1556.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sebastiaantgen*1519 Sandelingen Ambacht †1567  47


Adriaan Gerritsz Hordijk
Adriaan Gerritsz Hordijk, geb. IJsselmonde circa 1470, 1587-1595 Boer, Heemraad 1587-1595, ovl. Oost-Barendrecht circa 1535.

Adriaan Gerritsz Hordijk.
Waarsman van Oud-Reijerwaard 1510-1511, heemraad van Dirk Smeetsland 1532.

  • Vader:
    Gerrit Hordijk, geb. waarschijnlijk IJsselmonde circa 1450.

tr.
met

Jannetje .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1510 IJsselmonde †1575 Oost Barendrecht 65


Jannetje
Jannetje .

tr.
met

Adriaan Gerritsz Hordijk, zn. van Gerrit Hordijk, geb. IJsselmonde circa 1470, 1587-1595 Boer, Heemraad 1587-1595, ovl. Oost-Barendrecht circa 1535.

Adriaan Gerritsz Hordijk.
Waarsman van Oud-Reijerwaard 1510-1511, heemraad van Dirk Smeetsland 1532.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1510 IJsselmonde †1575 Oost Barendrecht 65


Gerrit Hordijk
Gerrit Hordijk, geb. waarschijnlijk IJsselmonde circa 1450.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan*1470 IJsselmonde †1535 Oost-Barendrecht 65


Ariaantje de Hoog
Ariaantje de Hoog1, ged. Delft (Nieuwe Kerk) op 12 mrt 1705, ovl. Abtsrecht op 5 sep 1769.

otr. Delft (Oude Kerk) op 19 apr 1732, tr.
met

Dirck Dirck Ariensz van Noort1, zn. van Dirk Ariense van Noort (bouwman) en Betje Pieters Cole, ged. Kethel op 7 apr 1707, ovl. Abtsrecht op 29 nov 1766.


Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Deel XVI (blz. 16)

Aart Aartszn Kock
Aart Aartszn Kock, geb. circa 1647, begr. Pernis op 7 okt 1728.

tr. Pernis op 22 jan 1679
met

Trijntje Jansdr Vrijland, dr. van Jan Jansz Comejan Vrijland (bouwman) en Neeltge Leendertsdr Welhoeck, geb. circa 1651, begr. Pernis op 7 feb 1735.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neetje*1683  1768 Pernis 85
Aert~1692 Pernis †1754 Pernis 61