Cees Hagenbeek
Aeltje Ariensdr Gravendeel
Aeltje Ariensdr Gravendeel, ged. Puttershoek op 13 jan 1669.

tr. Puttershoek op 13 feb 1697
met

Lauwerens Ariens de Kievit, zn. van Arie (Adriaen Cornelisz) de Kievit en Stijntje Cornelisdr, ged. Dubbeldam op 21 feb 1672, ovl. Heinenoord in 1713.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Stijntje~1697 Puttershoek †1752 Charlois 54


Arie Leendertsz Gravendeel
Arie Leendertsz Gravendeel, geb. Klaaswaal circa 1630, ovl. Puttershoek in 1677.

tr. Puttershoek op 8 sep 1657
met

Lijntje Ariens Knoeijer, dr. van Arie Jans Knoeijer en Aaltje Hendriks Post, ged. Puttershoek op 29 apr 1639, ovl. aldaar in 1676.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aeltje~1669 Puttershoek    


Lijntje Ariens Knoeijer
Lijntje Ariens Knoeijer, ged. Puttershoek op 29 apr 1639, ovl. aldaar in 1676.

tr. Puttershoek op 8 sep 1657
met

Arie Leendertsz Gravendeel, zn. van Leendert Gravendeel en Leendertgen Cornelisse, geb. Klaaswaal circa 1630, ovl. Puttershoek in 1677.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aeltje~1669 Puttershoek    


Arie Jans Knoeijer
Arie Jans Knoeijer.

tr. Puttershoek op 4 jul 1638
met

Aaltje Hendriks Post.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lijntje~1639 Puttershoek †1676 Puttershoek 37


Aaltje Hendriks Post
Aaltje Hendriks Post.

tr. Puttershoek op 4 jul 1638
met

Arie Jans Knoeijer.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lijntje~1639 Puttershoek †1676 Puttershoek 37


Leendert Gravendeel
Leendert Gravendeel, geb. Klaaswaal circa 1600, ovl. aldaar circa 1660.

tr.
met

Leendertgen Cornelisse.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arie*1630 Klaaswaal †1677 Puttershoek 47


Leendertgen Cornelisse
Leendertgen Cornelisse.

tr.
met

Leendert Gravendeel, geb. Klaaswaal circa 1600, ovl. aldaar circa 1660.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arie*1630 Klaaswaal †1677 Puttershoek 47


Adriaen Cornelisz de Kievit
Arie (Adriaen Cornelisz) de Kievit, ged. Dubbeldam op 28 feb 1644, ovl. aldaar op 19 mei 1716.

tr. Dubbeldam op 22 jul 1668
met

Stijntje Cornelisdr, geb. Dubbeldam circa 1644.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lauwerens~1672 Dubbeldam †1713 Heinenoord 41


Stijntje Cornelisdr
Stijntje Cornelisdr, geb. Dubbeldam circa 1644.

tr. Dubbeldam op 22 jul 1668
met

Arie (Adriaen Cornelisz) de Kievit, zn. van Cornelis Ariens de Kievit en Grietien Laurensdr, ged. Dubbeldam op 28 feb 1644, ovl. aldaar op 19 mei 1716.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lauwerens~1672 Dubbeldam †1713 Heinenoord 41


Cornelis Ariens de Kievit
Cornelis Ariens de Kievit, geb. Dubbeldam circa 1605.

tr. Dubbeldam op 7 mei 1630
met

Grietien Laurensdr.

Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arie~1644 Dubbeldam †1716 Dubbeldam 72


Grietien Laurensdr
Grietien Laurensdr.

tr. Dubbeldam op 7 mei 1630
met

Cornelis Ariens de Kievit, geb. Dubbeldam circa 1605.

Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arie~1644 Dubbeldam †1716 Dubbeldam 72


Claes Cornelisse Ketting
Claes Cornelisse Ketting, geb. Charlois circa 1660.

tr. Charlois op 30 mei 1683
met

Marij Machielse van Cleef, dr. van Cornelis Jansen Kock en Lijntje Jacobs van Cleef, geb. Charlois circa 1660.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Michiel~1689 Charlois †1747 Charlois 57


Marij Machielse van Cleef
Marij Machielse van Cleef, geb. Charlois circa 1660.

tr. Charlois op 30 mei 1683
met

Claes Cornelisse Ketting, zn. van Cornelis Ketting en Lijsbeth Haal, geb. Charlois circa 1660.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Michiel~1689 Charlois †1747 Charlois 57


Cornelis Jansen Kock
Cornelis Jansen Kock.

tr.
met

Lijntje Jacobs van Cleef, dr. van Jacob Jacobsz van Cleef en Neeltje Dircksdr Burger, geb. Charlois circa 1633, begr. aldaar op 29 sep 1671.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marij*1660 Charlois    


Lijntje Jacobs van Cleef
Lijntje Jacobs van Cleef, geb. Charlois circa 1633, begr. aldaar op 29 sep 1671.

tr.
met

Cornelis Jansen Kock.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marij*1660 Charlois    


Jacob Jacobsz van Cleef
Jacob Jacobsz van Cleef, geb. Charlois circa 1607, begr. aldaar op 7 mrt 1668.

Jacob Jacobsz van Cleef.
Op de rechtdag 15 Mei 1649 werd, op verzoek van haar vader Jacob Jacobsen de Jonge van Cleef,Cornelis Jansen Cock gedagvaard om reden dat hij met zijn dochter Lijntge Jacobs van Cleef "vleyselijcke conversatie" had gehad,"daer seyt bevrucht te sijn". Cock verklaarde echter reeds verloofd te zijn met Machteltge Cornelis. Kennelijk was deze verklaring afdoende,want er was geen vervolg.
Niettemin is het waarschijnlijk dat hieruit het dochtertje Marij is voortgekomen. Voor zover bekend had Lijntje met Michiel Verschoor drie kinderen,waarvan er twee gedoopt zijn op 05-10-1670 (geb.resp.1658 Neeltje en 1662 Willem) met de aantekening "dese kinderen syn door nalatigheyt der ouders in haer jeugt versuymt,sy beloven nu beter opsicht". Gelet op het vorenstaande is Marij niet gedoopt.

  • Vader:
    Jacob Jacobsz de oude van Cleef, geb. Charlois circa 1584, snijder, kleermaker, ovl. Charlois op 10 aug 1653, begr. aldaar op 10 aug 1653 Jacob is begraven in de kerk "ondert cruijswerck", tr. waarschijnlijk Charlois in 1605 met

tr. waarschijnlijk Charlois circa 1630
met

Neeltje Dircksdr Burger, geb. circa 1608.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lijntje*1633 Charlois 1671 Charlois 38


Neeltje Dircksdr Burger
Neeltje Dircksdr Burger, geb. circa 1608.

tr. waarschijnlijk Charlois circa 1630
met

Jacob Jacobsz van Cleef, zn. van Jacob Jacobsz de oude van Cleef (snijder, kleermaker) en Adriaentge Adriaensdr Klou, geb. Charlois circa 1607, begr. aldaar op 7 mrt 1668.

Jacob Jacobsz van Cleef.
Op de rechtdag 15 Mei 1649 werd, op verzoek van haar vader Jacob Jacobsen de Jonge van Cleef,Cornelis Jansen Cock gedagvaard om reden dat hij met zijn dochter Lijntge Jacobs van Cleef "vleyselijcke conversatie" had gehad,"daer seyt bevrucht te sijn". Cock verklaarde echter reeds verloofd te zijn met Machteltge Cornelis. Kennelijk was deze verklaring afdoende,want er was geen vervolg.
Niettemin is het waarschijnlijk dat hieruit het dochtertje Marij is voortgekomen. Voor zover bekend had Lijntje met Michiel Verschoor drie kinderen,waarvan er twee gedoopt zijn op 05-10-1670 (geb.resp.1658 Neeltje en 1662 Willem) met de aantekening "dese kinderen syn door nalatigheyt der ouders in haer jeugt versuymt,sy beloven nu beter opsicht". Gelet op het vorenstaande is Marij niet gedoopt.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lijntje*1633 Charlois 1671 Charlois 38


Jacob Jacobsz de oude van Cleef
Jacob Jacobsz de oude van Cleef, geb. Charlois circa 1584, snijder, kleermaker, ovl. Charlois op 10 aug 1653, begr. aldaar op 10 aug 1653 Jacob is begraven in de kerk "ondert cruijswerck".

Jacob Jacobsz de oude van Cleef.
op 5 Mei 1606 koopt Jacop Jacopsen van Cleeff een perseel van Pieter Ghijsen Cortpenning,dat grenst aan het huis van Michgiel Willemsz.Verschoor.
Jacop Jacopsen snijder van Cleeff, verklaart 694 carolus gulden schuldig te zijn aan Frans Adrijaensen Brouwer te Delft, vanwege de koop van huis en erf te Charlois van Pieter Ghijsz Cortpennink,waarbij het huis als zekerheid gesteld wordt,beleend noord aan Michiel Willemsz zuid aan huis en erf van Adrijaen Dirck Ellerts.
10 Mei 1659; Jacob Jacobs van Cleeff, Arij Jacobs van Cleef en Claes Bastiaens Gelder, getrouwd met Aeltge Jacobs Van Cleef, kinderen en erfgenamen van wijlen oude Jacob Jacobs Van Cleeff, transporteren een huis en erf op het dorp Charlois "opten buijtenkant van den zeedick"voor 475 gulden aan Pieter Claesen Schuijer.

tr. waarschijnlijk Charlois in 1605
met

Adriaentge Adriaensdr Klou (Clou), dr. van Adriaen Leendertsz Klou en Pleuntie Ariens Bestevaer, ged. Barendrecht op 21 jun 1608, ovl. Charlois op 4 jun 1633.

Adriaentge Adriaensdr Klou.
Geslacht waarschijnlijk afkomstig uit Land van Kleef.

Voor de eerste maal vond ik Jacob vermeld in een akte van 5-5-1606 toen hij als Jacop Jacopsen van Cleeff een perceel te Charlois bleek te hebben gekocht van Pieter Ghijsen Cortp(ennin)g, hetwelk grensde aan het huis van Michgiel Willemsz.Verschoor.

In een diezelfde dag opgemaakte akte verklaarde Jacop Jacopsen Snijder van Cleeff 694 Car. gld. schuldig te zijn aan Frans Adryaensen Brouwer te Delft en dat vanwege de koop van een huis en erf te Charlois van Pieter Ghijsz. Cortpen(nink). Jacob droeg genoemde Brouwer vervolgens op om Cortpennink dit bedrag te betalen, waarbij hij het huis als zekerheid stelde. Dit was noordelijk belend aan Michgiel Willemsz. en zuidelijk aan het huis en erf van Adryaen Dirck Ellerts.

Op 12-7-1617.
werd Jacob van Cleeff door de dijkgraaf en heemraden te Charlois beboet omdat hij ‘een dijck tegen sijn erfff niet gebloot’ had.

Al bijna vier eeuwen zijn in het voormalige dorp Charlois leden van het geslacht Van Kleef woonachtig. De oudste bekende vermelding van dit geslacht dateert uit 1606, toen stamvader Jacob Jacobsz. van Cleeff aldaar een huis kocht. Jacob was snijder ofwel kleermaker van beroep en behoorde wellicht tot de grote groep van uitgewekenen die zich in de decennia rond 1600 in de Noordelijke Nederlanden vestigden. De naam Van Cleeff moet dan wel duiden op herkomst uit de stad of het Land van Kleef.In de zeventiende en achttiende eeuw behoorde de familie in het Charloisse tot de kringen der handwerkslieden en boeren en vermaagschapte zich onvermijdelijk met lokale families. Een kleinzoon van de voornoemde stamvader vestigde zich kort na het midden van de zeventiende eeuw te Rotterdam en zijn nageslacht ging aldaar tot de gegoede burgerij behoren. Deze in de negentiende eeuw uitgestorven tak is onderwerp van studie van een collega en is in dit artikel niet verder uitgewerkt. Naast de takken te Charlois en Rotterdam kwam er in achttiende eeuw tevens een tak te Heinenoord en omgeving tot bloei. Naast de plaatselijke familie Van Cleeff te Charlois werd in de archivalia van die jurisdictie enkele malen een Abraham van Cleef vermeld gevonden. Deze Schiedamse burgemeester en thesaurier en hoogheemraad van Schieland verkreeg op 27-5-1652 4 morgen 480 roeden weiland in Charlois (ORA Charlois 16, fol. 117 e.v.), die hij op 21-6-1660 (ORA Charlois 17, fol. 137v e.v.) weer van de hand deed. Er werd geen relatie gevonden met de familie Van Cleeff te Charlois, wat - gezien het grote verschil in maatschappelijke status - ook wat minder voor de hand leek te liggen. Evenmin kon verwantschap worden aangetoond met een familiegroep Van Kleef die rond 1700 te Meerdervoort en Zwijndrecht leefde. De familienaam Van Kleef, met alle mogelijke variaties in de schrijfwijze, kwam in vroeger eeuwen dan ook alom in den lande al zeer frequent voor. In dit artikel is voor wat betreft de hier behandelde oudere generaties de meest voorkomende schrijfwijze ‘Van Cleeff’ aangehouden. Een familiewapen is in deze groep uit Charlois niet aangetroffen.

De familie van Cleef door K.J. Slijkerman.
Voor de eerste maal vond ik Jacob vermeld in een akte van 5-5-1606 toen hij als Jacop Jacopsen van Cleeff een perceel te Charlois bleek te hebben gekocht van Pieter Ghijsen Cortp(ennin)g, hetwelk grensde aan het huis van Michgiel Willemsz.Verschoor. In een diezelfde dag opgemaakte akte verklaarde Jacop Jacopsen Snijder van Cleeff 694 Car. gld. schuldig te zijn aan Frans Adryaensen Brouwer te Delft en dat vanwege de koop van een huis en erf te Charlois van Pieter Ghijsz. Cortpen(nink). Jacob droeg genoemde Brouwer vervolgens op om Cortpennink dit bedrag te betalen, waarbij hij het huis als zekerheid stelde. Dit was noordelijk belend aan Michgiel Willemsz. en zuidelijk aan het huis en erf van Adryaen Dirck Ellerts. Op 12-7-1617 werd Jacob van Cleeff door de dijkgraaf en heemraden te Charlois beboet omdat hij ‘een dijck tegen sijn erfff niet gebloot’ had. Op een op 16-6-1619 te Charlois gehouden verkoping van door de kleermaker Cornells Dircxen nagelaten kleding stelde o.a. Jacob van Cleeff zich als borg. In het kohier van het hoofdgeld over Charlois van 1623 staat Jacob Jacobssen van Cleeff den oude geboekt voor 3 ponden, welke betaling op 15-8-1623 werd verricht. Jacob Jacopsen van Cleeff den ouden, inwoner van Charlois, transporteerde op 29-4-1632, met akte van procuratie van d.d. 28-4-1632 van Adriaen van der Dussen te Delft, welke was gepasseerd voor notaris J. van Zeelant, voor 325 gld, waarvan 250 gld. met een schuldbrief, een huis met erf op het dorp Charlois aan (zijn schoonzoon) Claes Bastiaensz. Gelder. Dit huis was zuidelijk belend aan Jacop Jorissen c.s. Adriaen Pietersen Cortpen(ning), inwoner van Charlois, transporteerde bij akte van 5-6-1632 aan zijn dorpsgenoot Jacop Jacopsen van Cleeff een huis aldaar, zuidelijk belend aan Pieter Gijsen Timmerman.7 In het Charloisse kohier van het schoorsteengeld van 1644 werd de ouden Jacob van Cleeff genoteerd voor een schoorsteen. Jacob Jacobsen van Cleeff, inwoner van Charlois en oud omtrent 60 jaren, attesteerde op 20-7-1647 met de omtrent 59-jarige Charloisse korenmolenaar Huych Pietersen over een zekere manslag die een dag eerder had plaatsgevonden toen zij vanuit de Nieuwe Haven van Rotterdam de rivier overstaken naar Charlois. In een akte van 19-7-1649 is sprake van ‘het gemeenlants slop’ tussen den ouden Jacob Jacobsen van Cleeff en Jacob Cornelisz. van Wtrecht. Op 10-5-1659 transporteerden Jacob Jacobs van Cleeff, Arij Jacobs van Cleeff en Claes Bastiaen Gelder, getrouwd met Aeltge Jacobs van Cleeff, kinderen en erfgenamen van wijlen oude Jacob Jacobs van Cleeff, een huis en erf op het dorp Charlois ‘opten buytenkant van den zeedick’ voor 475 gld. aan Pieter Claesen Schuyer. Gezien de belendingen moet dit het huis zijn dat in 1632 door Jacob werd aangekocht. Aangezien er in de voornoemde akte met geen woord gerept werd over de vrouw van Van Cleeff, moet zij toen inmiddels ook gestorven zijn. Haar identiteit tot op heden niet  vastgesteld.

Bronnen: K.J. Slijkerman.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1607 Charlois 1668 Charlois 60
Aaltje*1605  †1672 Charlois 67
Adriaen*1606 Charlois †1666 Charlois 60


Adriaentge Adriaensdr Klou
Adriaentge Adriaensdr Klou (Clou), ged. Barendrecht op 21 jun 1608, ovl. Charlois op 4 jun 1633.

Adriaentge Adriaensdr Klou.
Geslacht waarschijnlijk afkomstig uit Land van Kleef.

Voor de eerste maal vond ik Jacob vermeld in een akte van 5-5-1606 toen hij als Jacop Jacopsen van Cleeff een perceel te Charlois bleek te hebben gekocht van Pieter Ghijsen Cortp(ennin)g, hetwelk grensde aan het huis van Michgiel Willemsz.Verschoor.

In een diezelfde dag opgemaakte akte verklaarde Jacop Jacopsen Snijder van Cleeff 694 Car. gld. schuldig te zijn aan Frans Adryaensen Brouwer te Delft en dat vanwege de koop van een huis en erf te Charlois van Pieter Ghijsz. Cortpen(nink). Jacob droeg genoemde Brouwer vervolgens op om Cortpennink dit bedrag te betalen, waarbij hij het huis als zekerheid stelde. Dit was noordelijk belend aan Michgiel Willemsz. en zuidelijk aan het huis en erf van Adryaen Dirck Ellerts.

Op 12-7-1617.
werd Jacob van Cleeff door de dijkgraaf en heemraden te Charlois beboet omdat hij ‘een dijck tegen sijn erfff niet gebloot’ had.

Al bijna vier eeuwen zijn in het voormalige dorp Charlois leden van het geslacht Van Kleef woonachtig. De oudste bekende vermelding van dit geslacht dateert uit 1606, toen stamvader Jacob Jacobsz. van Cleeff aldaar een huis kocht. Jacob was snijder ofwel kleermaker van beroep en behoorde wellicht tot de grote groep van uitgewekenen die zich in de decennia rond 1600 in de Noordelijke Nederlanden vestigden. De naam Van Cleeff moet dan wel duiden op herkomst uit de stad of het Land van Kleef.In de zeventiende en achttiende eeuw behoorde de familie in het Charloisse tot de kringen der handwerkslieden en boeren en vermaagschapte zich onvermijdelijk met lokale families. Een kleinzoon van de voornoemde stamvader vestigde zich kort na het midden van de zeventiende eeuw te Rotterdam en zijn nageslacht ging aldaar tot de gegoede burgerij behoren. Deze in de negentiende eeuw uitgestorven tak is onderwerp van studie van een collega en is in dit artikel niet verder uitgewerkt. Naast de takken te Charlois en Rotterdam kwam er in achttiende eeuw tevens een tak te Heinenoord en omgeving tot bloei. Naast de plaatselijke familie Van Cleeff te Charlois werd in de archivalia van die jurisdictie enkele malen een Abraham van Cleef vermeld gevonden. Deze Schiedamse burgemeester en thesaurier en hoogheemraad van Schieland verkreeg op 27-5-1652 4 morgen 480 roeden weiland in Charlois (ORA Charlois 16, fol. 117 e.v.), die hij op 21-6-1660 (ORA Charlois 17, fol. 137v e.v.) weer van de hand deed. Er werd geen relatie gevonden met de familie Van Cleeff te Charlois, wat - gezien het grote verschil in maatschappelijke status - ook wat minder voor de hand leek te liggen. Evenmin kon verwantschap worden aangetoond met een familiegroep Van Kleef die rond 1700 te Meerdervoort en Zwijndrecht leefde. De familienaam Van Kleef, met alle mogelijke variaties in de schrijfwijze, kwam in vroeger eeuwen dan ook alom in den lande al zeer frequent voor. In dit artikel is voor wat betreft de hier behandelde oudere generaties de meest voorkomende schrijfwijze ‘Van Cleeff’ aangehouden. Een familiewapen is in deze groep uit Charlois niet aangetroffen.

De familie van Cleef door K.J. Slijkerman.
Voor de eerste maal vond ik Jacob vermeld in een akte van 5-5-1606 toen hij als Jacop Jacopsen van Cleeff een perceel te Charlois bleek te hebben gekocht van Pieter Ghijsen Cortp(ennin)g, hetwelk grensde aan het huis van Michgiel Willemsz.Verschoor. In een diezelfde dag opgemaakte akte verklaarde Jacop Jacopsen Snijder van Cleeff 694 Car. gld. schuldig te zijn aan Frans Adryaensen Brouwer te Delft en dat vanwege de koop van een huis en erf te Charlois van Pieter Ghijsz. Cortpen(nink). Jacob droeg genoemde Brouwer vervolgens op om Cortpennink dit bedrag te betalen, waarbij hij het huis als zekerheid stelde. Dit was noordelijk belend aan Michgiel Willemsz. en zuidelijk aan het huis en erf van Adryaen Dirck Ellerts. Op 12-7-1617 werd Jacob van Cleeff door de dijkgraaf en heemraden te Charlois beboet omdat hij ‘een dijck tegen sijn erfff niet gebloot’ had. Op een op 16-6-1619 te Charlois gehouden verkoping van door de kleermaker Cornells Dircxen nagelaten kleding stelde o.a. Jacob van Cleeff zich als borg. In het kohier van het hoofdgeld over Charlois van 1623 staat Jacob Jacobssen van Cleeff den oude geboekt voor 3 ponden, welke betaling op 15-8-1623 werd verricht. Jacob Jacopsen van Cleeff den ouden, inwoner van Charlois, transporteerde op 29-4-1632, met akte van procuratie van d.d. 28-4-1632 van Adriaen van der Dussen te Delft, welke was gepasseerd voor notaris J. van Zeelant, voor 325 gld, waarvan 250 gld. met een schuldbrief, een huis met erf op het dorp Charlois aan (zijn schoonzoon) Claes Bastiaensz. Gelder. Dit huis was zuidelijk belend aan Jacop Jorissen c.s. Adriaen Pietersen Cortpen(ning), inwoner van Charlois, transporteerde bij akte van 5-6-1632 aan zijn dorpsgenoot Jacop Jacopsen van Cleeff een huis aldaar, zuidelijk belend aan Pieter Gijsen Timmerman.7 In het Charloisse kohier van het schoorsteengeld van 1644 werd de ouden Jacob van Cleeff genoteerd voor een schoorsteen. Jacob Jacobsen van Cleeff, inwoner van Charlois en oud omtrent 60 jaren, attesteerde op 20-7-1647 met de omtrent 59-jarige Charloisse korenmolenaar Huych Pietersen over een zekere manslag die een dag eerder had plaatsgevonden toen zij vanuit de Nieuwe Haven van Rotterdam de rivier overstaken naar Charlois. In een akte van 19-7-1649 is sprake van ‘het gemeenlants slop’ tussen den ouden Jacob Jacobsen van Cleeff en Jacob Cornelisz. van Wtrecht. Op 10-5-1659 transporteerden Jacob Jacobs van Cleeff, Arij Jacobs van Cleeff en Claes Bastiaen Gelder, getrouwd met Aeltge Jacobs van Cleeff, kinderen en erfgenamen van wijlen oude Jacob Jacobs van Cleeff, een huis en erf op het dorp Charlois ‘opten buytenkant van den zeedick’ voor 475 gld. aan Pieter Claesen Schuyer. Gezien de belendingen moet dit het huis zijn dat in 1632 door Jacob werd aangekocht. Aangezien er in de voornoemde akte met geen woord gerept werd over de vrouw van Van Cleeff, moet zij toen inmiddels ook gestorven zijn. Haar identiteit tot op heden niet  vastgesteld.

Bronnen: K.J. Slijkerman.

tr. waarschijnlijk Charlois in 1605
met

Jacob Jacobsz de oude van Cleef, geb. Charlois circa 1584, snijder, kleermaker, ovl. Charlois op 10 aug 1653, begr. aldaar op 10 aug 1653 Jacob is begraven in de kerk "ondert cruijswerck".

Jacob Jacobsz de oude van Cleef.
op 5 Mei 1606 koopt Jacop Jacopsen van Cleeff een perseel van Pieter Ghijsen Cortpenning,dat grenst aan het huis van Michgiel Willemsz.Verschoor.
Jacop Jacopsen snijder van Cleeff, verklaart 694 carolus gulden schuldig te zijn aan Frans Adrijaensen Brouwer te Delft, vanwege de koop van huis en erf te Charlois van Pieter Ghijsz Cortpennink,waarbij het huis als zekerheid gesteld wordt,beleend noord aan Michiel Willemsz zuid aan huis en erf van Adrijaen Dirck Ellerts.
10 Mei 1659; Jacob Jacobs van Cleeff, Arij Jacobs van Cleef en Claes Bastiaens Gelder, getrouwd met Aeltge Jacobs Van Cleef, kinderen en erfgenamen van wijlen oude Jacob Jacobs Van Cleeff, transporteren een huis en erf op het dorp Charlois "opten buijtenkant van den zeedick"voor 475 gulden aan Pieter Claesen Schuijer.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1607 Charlois 1668 Charlois 60
Aaltje*1605  †1672 Charlois 67
Adriaen*1606 Charlois †1666 Charlois 60


Cornelis van Hoeken
Cornelis van Hoeken, geb. circa 1842.

tr. Leiden op 14 okt 1874
met

Pieternella Tisseur, dr. van Johannes Franciscus Tisseur en Pieternella Koet, geb. circa 1852.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucretia*1884 Zoeterwoude †1955 Voorschoten 70