Cees Hagenbeek
Stijntje Simonsdr Bruijn
Stijntje Simonsdr Bruijn, geb. circa 1635, ovl. Charlois op 2 aug 1674.

Stijntje Simonsdr Bruijn.
Op 2-2-1658 verklaarde Jan Claes Gelder, inwoner van Charlois, 165 gld. schuldig te zijn aan de boedel en gerechtigde crediteuren van Gerrit Corneliss. Mitsuyen en dat als restant van het bedrag van 265 gld. vanwege de koop van een huis met erf, (hooi)berg, schuur en beplanting aan ‘den charloischen hoogendijck tegenover het spuy’.
Op 28-4-1670 werden Jan Claesz. Gelder en Stijntje Simons ‘sijn vrouw’ lidmaten te Charlois.
Volgens een Charloisse diakonierekening werd op 27-7-1675 een obligatie gelost die ten laste stond van Jan Claessen Gelder en was gepasseerd op 15-6-1672.26.
Bastiaen Bruyn en Heyndrick Claes Gelder, als voogden van de weeskinderen van Jan Claes Gelder en Stijntie Symons, beiden zaliger, deden op 20-2-1677 aan Willem Symons Bruyn transport van een huisje en erfje aan "den charloisen hoogendijck”. Voldaan werd met het bedrag van 75 gld. en eendezelfde dag opgemaakte schepenschuldbrief van 321 gld.
De kinderen en erfgenamen van Pleuntie Comelis deden op 2-12-1676 transport van een huis en erf te Charlois. Haar kinderen waren Bastiaen, Anna, Cornelis, Isbrant en Willem Symons Bruyn, alsmede de nagelaten weeskinderen van haar dochter Stijntie Symons Bruyn bij wijlen Jan Claes Gelder, waarover Bastiaen Symons Bruyn en Heyndrick Claes Gelder als voogden stonden.
Op 26-11-1689 speelde voor het gerecht te Charlois een zaak tussen Henrick Clasen Gelder en Bastyaen Symonse Bruyn, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Clasen en Stijntje Symons Bruyn, in leven echtelieden, en Symon Claasen de Messenmaacker. De zaak handelde over door de Messenmaacker uit de weeskist gelicht geld betreffende een onderhandse obligatie groot 123 gld. 7 stuivers van d.d. 30-1-1677.
Dezelfde dag machtigden Gelder en Bruyn, als bloedvoogden van genoemde kinderen, de Rotterdamse procureur Daniel d’ Olyslager om hun belangen waar te nemen in de zaak voor het gerecht te Charlois tegen de aldaar woonachtige Symon Clasen de Messemaker.
Op 18-4-1690 compareerden Cornelis Jansen Gelder, Hendrick Clasen Gelder en Bastiaen Symonsen Bruyn, als voogden van Claas Jansen en Leentje Jans Gelder, kinderen en erfgenamen van Jan Clasen Gelder, en machtigden Daniel d’ Olislager, procureur te Rotterdam, om hun zaken waar te nemen tegen Reynier Cornelis en Maria de Messemaacker over zekere huursom van 85.
gld, welke na uitspraak voor het gerecht te Charlois van dd. 3-12-1689 voor 1-3-1690 betaald had moeten worden. Cornelis Jansen Gelder machtigde vervolgens Gijsbert Jacobsen van Vlieth.
om uit hun aller naam dit bedrag van Symon de Messemaacker te ontvangen. Cornelis en.
Hendrick Gelder plaatsten hun handmerkje onder de akte.84.
Cornelis Jansen Gelder, voor een derde part, en Bastyaen Symonsen Bruyn en Hendrick Claesen.
Gelder, als voogden over Claas Jansen Gelder en Leentje Jans Gelder, minderjarige kinderen van.
Jan Klaasen Gelder en Stijntje Symons Bruyn, beiden zaliger, samen voor twee derde parten,.
transporteerden op 11-10-1691 voor 175 gld. aan Symon IJsbrantsen Bruyn een huis met erf in.
den Suydhoeck van Charlois, hetwelk eigendom was geweest van wijlen Willem Symonsen.
Bruyn. De koper was gehouden (zijn nichtje = oomzegger) Leentje Jans Gelder twee jaar lang te.
verzorgen en zij zou hem in die tijd naar vermogen moeten dienen.

tr.
met

Jan Claesz Gelder, zn. van Claas Bastiaanse Gelder en Aaltje Jacobsdr van Cleef, geb. in 1630, ovl. Charlois op 10 sep 1674.

Jan Claesz Gelder.
De broers van Gelder.
De te Katendrecht wonende Maerten Krijnen eistte op 6-4-1656 voor het gerecht te Charlois dat Arien Claesen Gelder, Jan Claesen Gelder, Aernout Leendertsen, Dyngeman Bastiaensen Outraet, Maritje Jans, huisvrouw van Jan Cornelissen Groenenboom, allen wonende te Charlois, alsmede de te Katendrecht gedomicilieerde Clement Dircx, getuigenis onder ede zouden afleggen.Waarover blijkt niet. Volgens de kerkmeestersrekening van Charlois 1664 werd Ary Claes Gelder betaald voor ‘dat hij het kerck graft opgehaelt heeft’.
Op 15-5-1671 namen o.a. Jan, Bastiaen, Jacob en Ary Claesz. Gelder de besteding aan ‘tot verhoogen en verceelen van de molen caden in Robbenoort en De Plompert’. Mogelijk werkten de gebroeders Gelder in een soort compagnonschap met het verrichten van werkzaamheden aan sloten e.d.

Bronnen: DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT (VAN) GELDER UIT CHARLOIS door K.J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 53 (1998).

Op 2-2-1658 verklaarde Jan Claes Gelder, inwoner van Charlois, 165 gld. schuldig te zijn aan de boedel en gerechtigde crediteuren van Gerrit Corneliss. Mitsuyen en dat als restant van het bedrag van 265 gld. vanwege de koop van een huis met erf, (hooi)berg, schuur en beplanting aan ‘den charloischen hoogendijck tegenover het spuy’.
Op 28-4-1670 werden Jan Claesz. Gelder en Stijntje Simons ‘sijn vrouw’ lidmaten te Charlois.
Volgens een Charloisse diakonierekening werd op 27-7-1675 een obligatie gelost die ten laste stond van Jan Claessen Gelder en was gepasseerd op 15-6-1672.26.
Bastiaen Bruyn en Heyndrick Claes Gelder, als voogden van de weeskinderen van Jan Claes Gelder en Stijntie Symons, beiden zaliger, deden op 20-2-1677 aan Willem Symons Bruyn transport van een huisje en erfje aan "den charloisen hoogendijck”. Voldaan werd met het bedrag van 75 gld. en eendezelfde dag opgemaakte schepenschuldbrief van 321 gld.
De kinderen en erfgenamen van Pleuntie Comelis deden op 2-12-1676 transport van een huis en erf te Charlois. Haar kinderen waren Bastiaen, Anna, Cornelis, Isbrant en Willem Symons Bruyn, alsmede de nagelaten weeskinderen van haar dochter Stijntie Symons Bruyn bij wijlen Jan Claes Gelder, waarover Bastiaen Symons Bruyn en Heyndrick Claes Gelder als voogden stonden.
Op 26-11-1689 speelde voor het gerecht te Charlois een zaak tussen Henrick Clasen Gelder en Bastyaen Symonse Bruyn, als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Clasen en Stijntje Symons Bruyn, in leven echtelieden, en Symon Claasen de Messenmaacker. De zaak handelde over door de Messenmaacker uit de weeskist gelicht geld betreffende een onderhandse obligatie groot 123 gld. 7 stuivers van d.d. 30-1-1677.
Dezelfde dag machtigden Gelder en Bruyn, als bloedvoogden van genoemde kinderen, de Rotterdamse procureur Daniel d’ Olyslager om hun belangen waar te nemen in de zaak voor het gerecht te Charlois tegen de aldaar woonachtige Symon Clasen de Messemaker.
Op 18-4-1690 compareerden Cornelis Jansen Gelder, Hendrick Clasen Gelder en Bastiaen Symonsen Bruyn, als voogden van Claas Jansen en Leentje Jans Gelder, kinderen en erfgenamen van Jan Clasen Gelder, en machtigden Daniel d’ Olislager, procureur te Rotterdam, om hun zaken waar te nemen tegen Reynier Cornelis en Maria de Messemaacker over zekere huursom van 85.
gld, welke na uitspraak voor het gerecht te Charlois van dd. 3-12-1689 voor 1-3-1690 betaald had moeten worden. Cornelis Jansen Gelder machtigde vervolgens Gijsbert Jacobsen van Vlieth.
om uit hun aller naam dit bedrag van Symon de Messemaacker te ontvangen. Cornelis en.
Hendrick Gelder plaatsten hun handmerkje onder de akte.84.
Cornelis Jansen Gelder, voor een derde part, en Bastyaen Symonsen Bruyn en Hendrick Claesen.
Gelder, als voogden over Claas Jansen Gelder en Leentje Jans Gelder, minderjarige kinderen van.
Jan Klaasen Gelder en Stijntje Symons Bruyn, beiden zaliger, samen voor twee derde parten,.
transporteerden op 11-10-1691 voor 175 gld. aan Symon IJsbrantsen Bruyn een huis met erf in.
den Suydhoeck van Charlois, hetwelk eigendom was geweest van wijlen Willem Symonsen.
Bruyn. De koper was gehouden (zijn nichtje = oomzegger) Leentje Jans Gelder twee jaar lang te.
verzorgen en zij zou hem in die tijd naar vermogen moeten dienen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claas*1667 Charlois †1707  40
Leentje~1673 Charlois †1715  42


Simon IJsbrandsz Bruijn
Simon IJsbrandsz Bruijn, ged. Charlois op 8 mrt 1665 (getuigen: Anna Sijmen en Aert Aerjensz Decker), ovl. op 20 okt 1705, begr. aldaar.

tr.
met

Pleuntje Cornelisdr.


Pleuntje Cornelisdr
Pleuntje Cornelisdr.

tr.
met

Simon IJsbrandsz Bruijn, zn. van IJsbrand Simonsz Bruijn en Marijken Everts, ged. Charlois op 8 mrt 1665 (getuigen: Anna Sijmen en Aert Aerjensz Decker), ovl. op 20 okt 1705, begr. aldaar.


Claas Bastiaanse Gelder
Claas Bastiaanse Gelder, geb. Charlois in 1600, ovl. aldaar op 15 feb 1668.

Claas Bastiaanse Gelder.
Claes Bastiaens, sloter, woonde te Charlois, begr. Charlois 16-2-1668,39 tr. Aeltje Jacobsdr. van Cleeff, begr. Charlois 29-12-1672,40 dochter van Jacob Jacobsz. Snijder van Cleeff (den ouden), snijder/kleermaker te Charlois.
In het kohier van het hoofdgeld over Charlois van 1623 deed Claes Bastiaensz. Gelder op 9 aug. zijn betaling van 2 ponden.
De kerkrekening van Charlois over 1623 maakt melding van de volgende posten: ‘noch betaelt Claes Bastiaensen Gelder van arbeytsloon verdient aen den sloot aechter school’ en ‘betaelt Claes Bastiaensen Gelder van arbeytsloon verdient op t kerchoff bij ordonatie van de schout’. Het bedrag van 2 ponden werd doorgehaald en er werd bijgeschreven: ‘sy after opt school gestelt’.
Claes Bastiaensz. Gelder, wonende te Charlois, verklaarde op 25-3-1632 46 gld. schuldig te zijn aan de heilige-geestarmen van Charlois. Voor deze schuldbrief stelde hij zijn huis op het dorp.
Charlois als zekerheid. Dit huis, alwaar hij toen in woonde, was aan de westzijde belend aan ‘de wijck’. Dit huis kreeg Gelder evenwel pas op 29-4-1632 getransporteerd door (zijn schoonvader) Jacop Jacopsz. van Cleeff den ouden, als hiervoor procuratie hebbende van de te Delft wonende sr. Adriaen van der Dussen (akte van procuratie voor notaris Johan van Zeelant d.d. 28-4-1632). Gelder betaalde toen met 75 gld. gereed geld en met een schuldbrief van 250 gld, die dezelfde dag ten behoeve van Van der Dussen werd opgemaakt.
In het kohier van het schoorsteengeld over Charlois van 1644 staat Claes Bastiaens Gelder voor een schoorsteen genoteerd. Een kerkrekening over 1658 spreekt van een betaling aan Claes Gelder voor levering van riet ten behoeve van de kerk.
Op 23-11-1674 compareerden Heyndr(ick) en Jacob Claesen Gelder, Mayke Claes, weduwe van Willem Aryens Lange, voor hen zelf, en Bastiaen Bruyn, als voogd van de nagelaten weeskinderen van Claes Gelder, en Heyndr(ick) Claesen, als voogd van de nagelaten weeskinderen van Bastiaen Claesen Gelder, allen erfgenamen van Claes Gelder, en zij transporteren na openbare verkoop voor 350 Car. gld. aan Pleun Aryensen van Cleeff een huisje met erf op het dorp Charlois, hetwelk was belast met 46 gld. ten behoeve van de armen van Charlois en dat in mindering van de verkoopprijs werd gebracht.

Bronnen: DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT (VAN) GELDER UIT CHARLOIS door K.J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 53 (1998).

tr. circa 1630
met

Aaltje Jacobsdr van Cleef, dr. van Jacob Jacobsz de oude van Cleef (snijder, kleermaker) en Adriaentge Adriaensdr Klou, geb. circa 1605, ovl. Charlois op 29 dec 1672.

Aaltje Jacobsdr van Cleef.
Aeltge Jacobsdr. van Cleeff, begr. Charlois 29-12-1672, 10 tr. Claes Bastiaensz. Gelder, (o.a.?) sloter te Charlois, begr. Charlois 16-2-1668," zoon van Bastiaen Adriaensz. Gelderen Leentge Bastiaensdr.12 De kerkrekening van Charlois uit 1624 (over het jaar 1623) maakt melding van Claes Bastiaensen Gelder die arbeidsloon toekwam vanwege werkzaamheden aan een sloot en op het kerkhof aldaar.13 De te Charlois woonachtige Claes Bastiaensz. Gelder verklaarde op 25-3-1632 46 gld. schuldig te zijn aan de plaatselijke Heilige Geestmeesters. Voor deze geldlening stelde hij zijn huis op het dorp Charlois als zekerheid.14 Een akte gedateerd 28 10-1634 noemt Claes Bastiaensz. Gelder als zoon en erfgenaam van Leentge Bastiaens, weduwe vanBastiaen Adriaensz. Gelder.15 Op 23-11-1674 compareerden Heyndr(ick) en Jacob Claesen Gelder, Mayke Claes, weduwe van Willem Aryens Lange, voor hen zelf, en Bastiaen Bruyn als voogd van de.
nagelaten weeskinderen van Claes Gelder, en Heyndr(ick) Claesen, als voogd van de nagelaten weeskinderen van Bastiaen Claesen Gelder, allen erfgenamen van Claes Gelder, en zij transporteerden na openbare verkoop voor de som van 350 Car. gld. aan Pleun Aryensen van Cleef een huis met erf op het dorp Charlois, dat was belast van 46 gld. ten behoeve van de armen van Charlois en dat in mindering van de verkoopprijs zou worden gebracht.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1630  †1674 Charlois 44


Aaltje Jacobsdr van Cleef
Aaltje Jacobsdr van Cleef, geb. circa 1605, ovl. Charlois op 29 dec 1672.

Aaltje Jacobsdr van Cleef.
Aeltge Jacobsdr. van Cleeff, begr. Charlois 29-12-1672, 10 tr. Claes Bastiaensz. Gelder, (o.a.?) sloter te Charlois, begr. Charlois 16-2-1668," zoon van Bastiaen Adriaensz. Gelderen Leentge Bastiaensdr.12 De kerkrekening van Charlois uit 1624 (over het jaar 1623) maakt melding van Claes Bastiaensen Gelder die arbeidsloon toekwam vanwege werkzaamheden aan een sloot en op het kerkhof aldaar.13 De te Charlois woonachtige Claes Bastiaensz. Gelder verklaarde op 25-3-1632 46 gld. schuldig te zijn aan de plaatselijke Heilige Geestmeesters. Voor deze geldlening stelde hij zijn huis op het dorp Charlois als zekerheid.14 Een akte gedateerd 28 10-1634 noemt Claes Bastiaensz. Gelder als zoon en erfgenaam van Leentge Bastiaens, weduwe vanBastiaen Adriaensz. Gelder.15 Op 23-11-1674 compareerden Heyndr(ick) en Jacob Claesen Gelder, Mayke Claes, weduwe van Willem Aryens Lange, voor hen zelf, en Bastiaen Bruyn als voogd van de.
nagelaten weeskinderen van Claes Gelder, en Heyndr(ick) Claesen, als voogd van de nagelaten weeskinderen van Bastiaen Claesen Gelder, allen erfgenamen van Claes Gelder, en zij transporteerden na openbare verkoop voor de som van 350 Car. gld. aan Pleun Aryensen van Cleef een huis met erf op het dorp Charlois, dat was belast van 46 gld. ten behoeve van de armen van Charlois en dat in mindering van de verkoopprijs zou worden gebracht.

tr. circa 1630
met

Claas Bastiaanse Gelder, zn. van Bastiaen Adriaensz Gelder en Leentje Bastiaensdr, geb. Charlois in 1600, ovl. aldaar op 15 feb 1668.

Claas Bastiaanse Gelder.
Claes Bastiaens, sloter, woonde te Charlois, begr. Charlois 16-2-1668,39 tr. Aeltje Jacobsdr. van Cleeff, begr. Charlois 29-12-1672,40 dochter van Jacob Jacobsz. Snijder van Cleeff (den ouden), snijder/kleermaker te Charlois.
In het kohier van het hoofdgeld over Charlois van 1623 deed Claes Bastiaensz. Gelder op 9 aug. zijn betaling van 2 ponden.
De kerkrekening van Charlois over 1623 maakt melding van de volgende posten: ‘noch betaelt Claes Bastiaensen Gelder van arbeytsloon verdient aen den sloot aechter school’ en ‘betaelt Claes Bastiaensen Gelder van arbeytsloon verdient op t kerchoff bij ordonatie van de schout’. Het bedrag van 2 ponden werd doorgehaald en er werd bijgeschreven: ‘sy after opt school gestelt’.
Claes Bastiaensz. Gelder, wonende te Charlois, verklaarde op 25-3-1632 46 gld. schuldig te zijn aan de heilige-geestarmen van Charlois. Voor deze schuldbrief stelde hij zijn huis op het dorp.
Charlois als zekerheid. Dit huis, alwaar hij toen in woonde, was aan de westzijde belend aan ‘de wijck’. Dit huis kreeg Gelder evenwel pas op 29-4-1632 getransporteerd door (zijn schoonvader) Jacop Jacopsz. van Cleeff den ouden, als hiervoor procuratie hebbende van de te Delft wonende sr. Adriaen van der Dussen (akte van procuratie voor notaris Johan van Zeelant d.d. 28-4-1632). Gelder betaalde toen met 75 gld. gereed geld en met een schuldbrief van 250 gld, die dezelfde dag ten behoeve van Van der Dussen werd opgemaakt.
In het kohier van het schoorsteengeld over Charlois van 1644 staat Claes Bastiaens Gelder voor een schoorsteen genoteerd. Een kerkrekening over 1658 spreekt van een betaling aan Claes Gelder voor levering van riet ten behoeve van de kerk.
Op 23-11-1674 compareerden Heyndr(ick) en Jacob Claesen Gelder, Mayke Claes, weduwe van Willem Aryens Lange, voor hen zelf, en Bastiaen Bruyn, als voogd van de nagelaten weeskinderen van Claes Gelder, en Heyndr(ick) Claesen, als voogd van de nagelaten weeskinderen van Bastiaen Claesen Gelder, allen erfgenamen van Claes Gelder, en zij transporteren na openbare verkoop voor 350 Car. gld. aan Pleun Aryensen van Cleeff een huisje met erf op het dorp Charlois, hetwelk was belast met 46 gld. ten behoeve van de armen van Charlois en dat in mindering van de verkoopprijs werd gebracht.

Bronnen: DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT (VAN) GELDER UIT CHARLOIS door K.J. Slijkerman Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 53 (1998).

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1630  †1674 Charlois 44


Willem van Wijngaarden
Willem van Wijngaarden, schoolmeester in het Weeshuis van.

tr. de Meern op 27 mei 1781
met

Pieternela Maria Nederhouw, dr. van Lambertus Nederhouw (voorleeser in de Catharynekerk te Utrecht) en Maria van Breemen, ged. Utrecht op 21 jan 1753.


Christina Nederhouw
Christina Nederhouw.

tr. Utrecht op 3 mei 1795
met

Coenradus Meybergen.


Adriaen Leendertsz Klou
Adriaen Leendertsz Klou, geb. Carnisse circa 1570, ovl. Smitshoek voor 1637.

tr. circa 1593
met

Pleuntie Ariens (Pleuntje) Bestevaer, dr. van Arien Salomonsz Bestevaer en Marijke Heylke Pleunsdr Spruijt, geb. circa 1571, ovl. voor 1637.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaentge~1608 Barendrecht †1633 Charlois 24


Pleuntie Ariens Bestevaer
Pleuntie Ariens (Pleuntje) Bestevaer, geb. circa 1571, ovl. voor 1637.

tr. circa 1593
met

Adriaen Leendertsz Klou, geb. Carnisse circa 1570, ovl. Smitshoek voor 1637.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaentge~1608 Barendrecht †1633 Charlois 24


Arien Salomonsz Bestevaer
Arien Salomonsz Bestevaer, geb. 's-Gravendeel circa 1530, ovl. op 13 dec 1617.

tr. circa 1560
met

Marijke Heylke Pleunsdr Spruijt, geb. Barendrecht circa 1535, ovl. in 1617.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pleuntie*1571  †1637  66


Marijke Heylke Pleunsdr Spruijt
Marijke Heylke Pleunsdr Spruijt, geb. Barendrecht circa 1535, ovl. in 1617.

tr. circa 1560
met

Arien Salomonsz Bestevaer, zn. van Salomon Jansz Bestevaer en Marrigje Jans Bestemoer, geb. 's-Gravendeel circa 1530, ovl. op 13 dec 1617.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pleuntie*1571  †1637  66


Pleun Aerts Spruijt
Pleun Aerts Spruijt, geb. circa 1585, ovl. Oud Beijerland op 8 apr 1639.

Pleun Aerts Spruijt.
Hij was boer en huurde een hofstede met 17 morgen onder Oud-Beijerland tot in 1624, hij was gebruiker van ruim 26 morgen aldaar 1627 en nam bestedingen aan voor het schoonmaken van wateringen in de polder Nieuw-Beijerland 1633, 1634 en 1636.

  • Moeder:
    Teuntge (Teuntje) Sijmonsdr (Sijmons), geb. circa 1560, ged. Barendrecht op 25 mei 1624, ovl. West-Barendrecht op 24 mei 1624, begr. Barendrecht in de kerk met grafzerk.

tr. (1)
met

Teuntje Ariensdr Aendijk, geb. circa 1585, ovl. in 1631.

tr. (2) Oud Beijerland op 29 jun 1631
met

Cuniertje Willems Pluym, geb. Klaaswaal circa 1611, ovl. op 7 aug 1678.


Teuntje Ariensdr Aendijk
Teuntje Ariensdr Aendijk, geb. circa 1585, ovl. in 1631.

tr.
met

Pleun Aerts Spruijt, zn. van Aert Sebastiaensz Spruijt (nboer, heemraad, schepe) en Teuntge Sijmonsdr, geb. circa 1585, ovl. Oud Beijerland op 8 apr 1639, tr. (2) met Cuniertje Willems Pluym. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Pleun Aerts Spruijt.
Hij was boer en huurde een hofstede met 17 morgen onder Oud-Beijerland tot in 1624, hij was gebruiker van ruim 26 morgen aldaar 1627 en nam bestedingen aan voor het schoonmaken van wateringen in de polder Nieuw-Beijerland 1633, 1634 en 1636.


Salomon Jansz Bestevaer
Salomon Jansz Bestevaer, geb. 's-Gravendeel circa 1510.

tr.
met

Marrigje Jans Bestemoer, geb. circa 1510.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arien*1530 's-Gravendeel †1617  87


Marrigje Jans Bestemoer
Marrigje Jans Bestemoer, geb. circa 1510.

tr.
met

Salomon Jansz Bestevaer, geb. 's-Gravendeel circa 1510.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arien*1530 's-Gravendeel †1617  87


Bastiaen Adriaensz Gelder
Bastiaen Adriaensz Gelder, geb. circa 1565, ovl. in 1622.

Bastiaen Adriaensz Gelder.
Het leven van Bastiaen.
Voor de eerste maal werd Bastiaen Gelder in de bronnen vermeld gevonden op 18-1-1611, toen.
hij zich met Jan Ghijssen als borg stelde voor Jan Rutte.1.
Op 11-6-1611 werd Bastiaen Gelder genoemd als belender van een huis bezuiden de Kerkstraet te Charlois. Bij akte van 15-7-1612 verkocht Bastiaen Adriaensz. Gelder, inwoner van Charlois, een losrente van jaarlijks 3 gld. 2 st. over een hoofdsom van 50 Car. gld. aan de te Rotterdam wonende Cathrina Jansdr, weduwe van Harman Looft, en verzekerd op zijn huis en erf in de jurisdictie van Charlois, hetwelk aan de noordzijde belend is aan de Kerckstraet.
Blijkens enkele kerkrekeningen te Charlois was Bastiaen sloter. Een rekening over 1614 maakt melding van het volgende: ‘noch betaelt Bastiaen Gelder met sijn soon van de sloot aende predicants erff op te maecken en een rekening over 1617: ‘betaelt Bastiaen Adriaensen Gelder van de sloot aent school erff op te maecken tusschen schoolerff ende Egbert Aertsen’.
Een rekening over 1620 spreekt van ‘betaelt Bastiaen Adriaensen Gelder met sijn soon van XX roeden sloots te maecken aenden predicants erff met seecker buyten werck’.
Bastiaen Gelder of zijn weduwe komen niet voor in het kohier van het hoofdgeld over Charlois van 1623. Mogelijk waren beiden toen reeds overleden, hoewel de vrouw toen bij een van haar kinderen in huis kon zijn opgenomen en zodoende niet in het kohier voorkomt.
Op 28-10-1634 was Leentge Bastiaensdr. in ieder geval niet meer in leven. Toen transporteerden Leenart Bastiaens Gelder en Claes Bastiaens Gelder, elk voor zichzelf en mede voor hun zuster Adriaentge Bastiaens Gelder, weduwe van Jan Jans IJserman, en nog voor Dirck Ponts, als man en voogd van Lijntge Bastiaens Gelder, en voor Leenaert Aernouts, man en voogd van Neeltge Bastiaens Gelder, allen kinderen en erfgenamen van Leentge Bastiaens, weduwe van Bastiaen Adriaens Gelder, hun vader en moeder zaliger, aan Yssack Joosten Wever van IJsselmonde een huis, erf, etc. op het dorp Charlois ‘opt kerckelant aende Kerckstraet’. De koop werd voldaan met 100 gld. kontant en met een schuldbrief ter grootte van 375 gld, welke dezelfde dag is opgemaakt. De genoemde erfgenamen verklaarden op 22-1-1635 dat de schuldbrief voldaan was.

tr.
met

Leentje Bastiaensdr, geb. Charlois.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claas*1600 Charlois †1668 Charlois 67


Leentje Bastiaensdr
Leentje Bastiaensdr, geb. Charlois.

tr.
met

Bastiaen Adriaensz Gelder, geb. circa 1565, ovl. in 1622.

Bastiaen Adriaensz Gelder.
Het leven van Bastiaen.
Voor de eerste maal werd Bastiaen Gelder in de bronnen vermeld gevonden op 18-1-1611, toen.
hij zich met Jan Ghijssen als borg stelde voor Jan Rutte.1.
Op 11-6-1611 werd Bastiaen Gelder genoemd als belender van een huis bezuiden de Kerkstraet te Charlois. Bij akte van 15-7-1612 verkocht Bastiaen Adriaensz. Gelder, inwoner van Charlois, een losrente van jaarlijks 3 gld. 2 st. over een hoofdsom van 50 Car. gld. aan de te Rotterdam wonende Cathrina Jansdr, weduwe van Harman Looft, en verzekerd op zijn huis en erf in de jurisdictie van Charlois, hetwelk aan de noordzijde belend is aan de Kerckstraet.
Blijkens enkele kerkrekeningen te Charlois was Bastiaen sloter. Een rekening over 1614 maakt melding van het volgende: ‘noch betaelt Bastiaen Gelder met sijn soon van de sloot aende predicants erff op te maecken en een rekening over 1617: ‘betaelt Bastiaen Adriaensen Gelder van de sloot aent school erff op te maecken tusschen schoolerff ende Egbert Aertsen’.
Een rekening over 1620 spreekt van ‘betaelt Bastiaen Adriaensen Gelder met sijn soon van XX roeden sloots te maecken aenden predicants erff met seecker buyten werck’.
Bastiaen Gelder of zijn weduwe komen niet voor in het kohier van het hoofdgeld over Charlois van 1623. Mogelijk waren beiden toen reeds overleden, hoewel de vrouw toen bij een van haar kinderen in huis kon zijn opgenomen en zodoende niet in het kohier voorkomt.
Op 28-10-1634 was Leentge Bastiaensdr. in ieder geval niet meer in leven. Toen transporteerden Leenart Bastiaens Gelder en Claes Bastiaens Gelder, elk voor zichzelf en mede voor hun zuster Adriaentge Bastiaens Gelder, weduwe van Jan Jans IJserman, en nog voor Dirck Ponts, als man en voogd van Lijntge Bastiaens Gelder, en voor Leenaert Aernouts, man en voogd van Neeltge Bastiaens Gelder, allen kinderen en erfgenamen van Leentge Bastiaens, weduwe van Bastiaen Adriaens Gelder, hun vader en moeder zaliger, aan Yssack Joosten Wever van IJsselmonde een huis, erf, etc. op het dorp Charlois ‘opt kerckelant aende Kerckstraet’. De koop werd voldaan met 100 gld. kontant en met een schuldbrief ter grootte van 375 gld, welke dezelfde dag is opgemaakt. De genoemde erfgenamen verklaarden op 22-1-1635 dat de schuldbrief voldaan was.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claas*1600 Charlois †1668 Charlois 67


Pieter Bastiaan Cruijdenier
Pieter Bastiaan Cruijdenier, geb. Charlois circa 1650.

tr. Charlois op 18 okt 1693
met

Catalijna Danielsdr van der Horden, ged. Barendrecht op 6 mrt 1672.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Daniel~1695 Charlois †1778 Charlois 83


Catalijna Danielsdr van der Horden
Catalijna Danielsdr van der Horden, ged. Barendrecht op 6 mrt 1672.

tr. Charlois op 18 okt 1693
met

Pieter Bastiaan Cruijdenier, zn. van Bastiaan Cornelisz Cruijdenier en Neeltje Pietersdr, geb. Charlois circa 1650.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Daniel~1695 Charlois †1778 Charlois 83


Cleijs Cornelis van der Spuij
Cleijs Cornelis van der Spuij, geb. circa 1630.

tr.
met

Aerjaentje Cornelisdr Verschoor.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marijtje~1668 Charlois