Cees Hagenbeek
Jan Leendertse Patijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Jan Leendertse Patijn.

Jan Leendertse Patijn.
hij is weduwnaar als hij met Johanna Cleijn trouwt.

otr. te Schiedam op 3 nov 17082,1, tr. te Delft op 18 nov 1708
met

Johanna Cleijn (Anna Kleijn), geb. te Delft, tr. met


Johanna Cleijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Johanna Cleijn (Anna Kleijn), geb. te Delft.

otr. te Schiedam op 3 nov 17082,1, tr. te Delft op 18 nov 1708
met

Jan Leendertse Patijn, zn. van Leendert Jansz Patijn (smid) en Aaltgen Pietersdr van Hodenpijl, tr. met

Jan Leendertse Patijn.
hij is weduwnaar als hij met Johanna Cleijn trouwt.


Huijbrecht Leenderts Patijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Huijbrecht Leenderts Patijn http://stamboom.doevos.nl/getperson.php?personID=I1041526056&tree=doevos, geb. te Kethel in 1656, woont in te Kethel in 1702.

Huijbrecht Leenderts Patijn.
kan geen broer van de anderen zijn.
Maar... het is belast met een schuld van f. 200,00 aan de gereformeerde diaconie en f. 300,00 toekomend aan Heilige Geest armenfonds. Huybrecht trachtte de eindjes aan elkaar te smeden door nog meer geld-leningen.Vergeefs. In 1687 is het zo ver, de geabandoneerde ( failliete ) boedel wordt openbaar geveild en afgemijnd door zijn zwager Johannes Heckenhoeckten bedrage van f. 1150,00.de smid blijft er wonen en werken tot... Heckenhoeck het in 1695 aan Arent Huige van der Meer verkoopt. "Huijs en erve mitsgaders een smitswinckel, travaye en gereedschappen zoals blaesbalch, schrouff, slijpsteen, gereedschap voor beslaen, blockken, waterback enz."voor de lieve som vanf. 1650,00, boven 31 gulden en 10 stuijvers tot speldengeld".Nu helpt er geen moedertje-lief aan, nu moet Huybrecht het huis uit. Hijtrekt het zich zo aan, dat het hem blijkbaar in z'n bol slaat. Op 12 augustus 1695 getuigen, voor een notaris te Schiedam, onder anderen buurman Claes van den Tempel, "dat hij in een nacht in maert Pathijn vanuit de smitswinckel, dat aldernaest sijn huysinghe in de dorp staende is, hem menigmael hadden horen fulmeren ( razen ) en schelden omdat hij uijt het voorseijde huijs most vertrecken. Hem hooren en sien seggen dat hij de roon (rode ) haen daerin soude jagen. Denoteerende ( bedoelend ) 't voorseijdehuijs daer hij uijt most verhuijsen." Leendert Hoffwegh wist te vertellen "dat hij op dinsdagh voor Ketel kermis sijnde 2 augustus, des 's mergens half vier uur bij Gabriël van der Koij, herbergier ( in de VerguldeValck ) de smit heeft gezien, in de hant een soopje hebbend en als doen seergroffelijck en goddeloos swoer en vloekte en seij: "de duijvel heeft mij al wegh, daer quam per een in mijn deur, de Duijvel gaff mijn in dat ick hem soude dood steken; daer sit nog een duijvel in 't voorhuijs. Waerop gevraegt wie is dat, Pathijn antwoordde 't is Jan Marckenburgh, die sal ick mede doodsteken. de duijvel heeft mij ingegeven dat ick mijn handen in 't bloet van mijn vrunden ( familie ) sal wassen. Daarbij ook Johan Heckenhoeck bedoelende, en verder: " Ick ga met de duijvel reijsenm ick moet 12 uren van deze dagh met hem marcheren". Het welk Arij Jacobs Coppert ook getuigde. Terwijl Arent Huijgen van der Meer, smid in het dorp, verklaarde dat hij op 't kerckhoff heeft liggen een hoop koolasche enzagh dat op 9 augustus Huybrecht Pathijn daer eenighe van deselve koolassche wegh haelde. dat gethuige hem dat verbood, maer hij met wegh haelenoortgingh.Mogelijk bracht Pathijn "die koolassche"naar sijn huijs ( in de Dorpstraat ) zo pas gekocht met geld van zwager Johan; alwaar hij en zijn vrouw hun laatste levensjaren zouden slijten.

tr. te Schiedam op 13 mei 1676
met

Jannetje Heckenhoeck, tr. met

Uit dit huwelijk 4 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Leendert     
Elisabeth     
Trijntje     
Jan     


Jannetje Heckenhoeck
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Jannetje Heckenhoeck.

tr. te Schiedam op 13 mei 1676
met

Huijbrecht Leenderts Patijn http://stamboom.doevos.nl/getperson.php?personID=I1041526056&tree=doevos, zn. van Leendert Pieters Patijn en Jaepje Huybrechts van der Nol, geb. te Kethel in 1656, woont in te Kethel in 1702, tr. met

Huijbrecht Leenderts Patijn.
kan geen broer van de anderen zijn.
Maar... het is belast met een schuld van f. 200,00 aan de gereformeerde diaconie en f. 300,00 toekomend aan Heilige Geest armenfonds. Huybrecht trachtte de eindjes aan elkaar te smeden door nog meer geld-leningen.Vergeefs. In 1687 is het zo ver, de geabandoneerde ( failliete ) boedel wordt openbaar geveild en afgemijnd door zijn zwager Johannes Heckenhoeckten bedrage van f. 1150,00.de smid blijft er wonen en werken tot... Heckenhoeck het in 1695 aan Arent Huige van der Meer verkoopt. "Huijs en erve mitsgaders een smitswinckel, travaye en gereedschappen zoals blaesbalch, schrouff, slijpsteen, gereedschap voor beslaen, blockken, waterback enz."voor de lieve som vanf. 1650,00, boven 31 gulden en 10 stuijvers tot speldengeld".Nu helpt er geen moedertje-lief aan, nu moet Huybrecht het huis uit. Hijtrekt het zich zo aan, dat het hem blijkbaar in z'n bol slaat. Op 12 augustus 1695 getuigen, voor een notaris te Schiedam, onder anderen buurman Claes van den Tempel, "dat hij in een nacht in maert Pathijn vanuit de smitswinckel, dat aldernaest sijn huysinghe in de dorp staende is, hem menigmael hadden horen fulmeren ( razen ) en schelden omdat hij uijt het voorseijde huijs most vertrecken. Hem hooren en sien seggen dat hij de roon (rode ) haen daerin soude jagen. Denoteerende ( bedoelend ) 't voorseijdehuijs daer hij uijt most verhuijsen." Leendert Hoffwegh wist te vertellen "dat hij op dinsdagh voor Ketel kermis sijnde 2 augustus, des 's mergens half vier uur bij Gabriël van der Koij, herbergier ( in de VerguldeValck ) de smit heeft gezien, in de hant een soopje hebbend en als doen seergroffelijck en goddeloos swoer en vloekte en seij: "de duijvel heeft mij al wegh, daer quam per een in mijn deur, de Duijvel gaff mijn in dat ick hem soude dood steken; daer sit nog een duijvel in 't voorhuijs. Waerop gevraegt wie is dat, Pathijn antwoordde 't is Jan Marckenburgh, die sal ick mede doodsteken. de duijvel heeft mij ingegeven dat ick mijn handen in 't bloet van mijn vrunden ( familie ) sal wassen. Daarbij ook Johan Heckenhoeck bedoelende, en verder: " Ick ga met de duijvel reijsenm ick moet 12 uren van deze dagh met hem marcheren". Het welk Arij Jacobs Coppert ook getuigde. Terwijl Arent Huijgen van der Meer, smid in het dorp, verklaarde dat hij op 't kerckhoff heeft liggen een hoop koolasche enzagh dat op 9 augustus Huybrecht Pathijn daer eenighe van deselve koolassche wegh haelde. dat gethuige hem dat verbood, maer hij met wegh haelenoortgingh.Mogelijk bracht Pathijn "die koolassche"naar sijn huijs ( in de Dorpstraat ) zo pas gekocht met geld van zwager Johan; alwaar hij en zijn vrouw hun laatste levensjaren zouden slijten.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Leendert     
Elisabeth     
Trijntje     
Jan     


Leendert Huijbrechts Patijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Leendert Huijbrechts Patijn.


Elisabeth Huybrechtsdr Patijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Elisabeth Huybrechtsdr Patijn.

Elisabeth Huybrechtsdr Patijn.
Elysabeth Huybertsdochter Patijn, gehuwd met IJsaac Kool, mede namens Trijntje- en Jan Huyberts Patijn, met de helft van het leen op 4 aug 1727.

tr.
met

IJsaac Kool, tr. met


Trijntje Huybrechtsdr Patijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Trijntje Huybrechtsdr Patijn.


Jan Huybrechts Patijn
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Jan Huybrechts Patijn.


IJsaac Kool
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

IJsaac Kool.

tr.
met

Elisabeth Huybrechtsdr Patijn, dr. van Huijbrecht Leenderts Patijn en Jannetje Heckenhoeck, tr. met

Elisabeth Huybrechtsdr Patijn.
Elysabeth Huybertsdochter Patijn, gehuwd met IJsaac Kool, mede namens Trijntje- en Jan Huyberts Patijn, met de helft van het leen op 4 aug 1727.


Lijsbeth Leenderts Cool
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol

Lijsbeth Leenderts Cool, ged. te Overschie op 9 dec 1640 (getuigen: Laurents Jansen en Maertie Pieters).


Aryen Pietersz van Quant - van Noort
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis

Aryen Pietersz (Adriaen Pieters) van Quant - van Noort, geb. te Noordhoorn circa 1640, bouwman onder het Hof van Delft.

otr. te Delft op 22 nov 1664, tr. te Delft op 22 nov 1664
met

Maria Aryens (Maria Ariensdr) van den Berch, geb. te Hodenpijl circa 1642, ovl. na 1706, tr. met
Aryen Pietersz van Quant - van Noort en Maria Aryens van den Berch
trouwinschrijving man: Arijen Pietersz van Noort. Beide moet attestatie van Voorburg overleggen.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk*1665 Noordhoorn †1742 Vrijenban 7613 
Arij*1667 Pijnacker    


Maria Aryens van den Berch
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis

Maria Aryens (Maria Ariensdr) van den Berch, geb. te Hodenpijl circa 1642, ovl. na 1706.

otr. te Delft op 22 nov 1664, tr. te Delft op 22 nov 1664
met

Aryen Pietersz (Adriaen Pieters) van Quant - van Noort, zn. van Pieter Adriaensz van Quant - van Noort (gezworene van Hof van Delft 1639) en Leentje Jansdr van Leeuwen, geb. te Noordhoorn circa 1640, bouwman onder het Hof van Delft, tr. met
Aryen Pietersz van Quant - van Noort en Maria Aryens van den Berch
trouwinschrijving man: Arijen Pietersz van Noort. Beide moet attestatie van Voorburg overleggen.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk*1665 Noordhoorn †1742 Vrijenban 7613 
Arij*1667 Pijnacker    


Pieter Adriaensz van Quant - van Noort
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Pieter Adriaensz (Pieter Ariensz) van Quant - van Noort, gezworene van Hof van Delft 1639, ovl. voor 22 dec 1675.

Pieter Adriaensz van Quant - van Noort.
beleend met 2 morgen land 2 hond en 50 roeden land in de Poeldijk bij de Harnasmolen op 23 feb 1637.

tr. te Hillegersberg circa 12 jan 1636
met

Leentje Jansdr van Leeuwen, dr. van Jan Ariens van Leeuwen en Betgen Jans, ovl. na 18 mei 1677, tr. met

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aryen*1640 Noordhoorn    


Leentje Jansdr van Leeuwen
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Leentje Jansdr van Leeuwen, ovl. na 18 mei 1677.

tr. te Hillegersberg circa 12 jan 1636
met

Pieter Adriaensz (Pieter Ariensz) van Quant - van Noort, zn. van Adriaen Jacobsz Quant alias van Noort en Maertge Arijensdr, gezworene van Hof van Delft 1639, ovl. voor 22 dec 1675, tr. met

Pieter Adriaensz van Quant - van Noort.
beleend met 2 morgen land 2 hond en 50 roeden land in de Poeldijk bij de Harnasmolen op 23 feb 1637.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aryen*1640 Noordhoorn    


Adriaen Jacobsz Quant alias van Noort
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Adriaen Jacobsz Quant alias van Noort, geb. circa 1578, gezworene van het Hof van Delft op 5 jun 1611, ovl. voor 12 apr 1628.

Adriaen Jacobsz Quant alias van Noort.
beleend met 2 morgen land 2 hond en 50 roeden land in de Poeldijk bij de Harnasmolen op 26 maart 1618.

tr.
met

Maertge Arijensdr, ovl. na 7 mei 1636, tr. met

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter  †1675   


Maertge Arijensdr
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Maertge Arijensdr, ovl. na 7 mei 1636.

tr.
met

Adriaen Jacobsz Quant alias van Noort, zn. van Jacob Cornelis Quant alias van Noort en Geertgen Jans, geb. circa 1578, gezworene van het Hof van Delft op 5 jun 1611, ovl. voor 12 apr 1628, tr. met

Adriaen Jacobsz Quant alias van Noort.
beleend met 2 morgen land 2 hond en 50 roeden land in de Poeldijk bij de Harnasmolen op 26 maart 1618.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter  †1675   


Jan Ariens van Leeuwen
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Jan Ariens van Leeuwen, ovl. voor 9 aug 1651.

tr.
met

Betgen Jans, ovl. voor 9 aug 1651, tr. (2) met Dirck Claessen Roscam. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (1) met

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Leentje  †1677   


Jacob Cornelis Quant alias van Noort
in
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Boudewijn (Boudewijn Wilhemus Hyacinthus) Jansen
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Jacob Cornelis Quant alias van Noort, woont in de Schans bij de Quaeckelbrugge te te Kethel, ovl. voor 19 mrt 1608.

  • Vader:
    Cornelis Louris Quant, zn. van Louris Quant, geb. te Zoeterwoude circa 1520, woont ambacht te Zoeterwoude, woont te Leiden vanaf 1581, ovl. voor 18 jan 1587, tr. met

tr.
met

Geertgen Jans, dr. van Ouwe Jan Cornelisz en Meinsgen Theesdr, tr. met

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaen*1578  †1628  49


Geertgen Jans
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Boudewijn (Boudewijn Wilhemus Hyacinthus) Jansen
Kwartierstaat van Cees Pronk
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Kees van Spronsen
Kwartierstaat van Olga Broersma

Geertgen Jans.

tr.
met

Jacob Cornelis Quant alias van Noort, zn. van Cornelis Louris Quant en Neeltgen Jacobs, woont in de Schans bij de Quaeckelbrugge te te Kethel, ovl. voor 19 mrt 1608, tr. met

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaen*1578  †1628  49


Cornelis Louris Quant
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Boudewijn (Boudewijn Wilhemus Hyacinthus) Jansen
Kwartierstaat van Cees Pronk
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Kees van Spronsen
Kwartierstaat van Olga Broersma

Cornelis Louris Quant, geb. te Zoeterwoude circa 1520, woont ambacht te Zoeterwoude, woont te Leiden vanaf 1581, ovl. voor 18 jan 1587.

tr.
met

Neeltgen Jacobs, dr. van Jacob Florisz (kuiper) en Anna Claesdr Onderwater, ovl. voor 13 jan 1568, tr. met

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob  †1608   
Cornelis*1575  †1629  54