Website van Cees Hagenbeek
Hadewig
Hadewig .

tr.
met

Albert I van Kuyc ridder, van Cuyk, zn. van Hendrik van Herpen, heer van Herpen, ovl. circa 1288, Hij krijgt geen kinderen.

Albert I van Kuyc ridder.
vermeld 1228-1308.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna     
Albert II  †1313   
Rutger     
Maria     


Albert van Herpen
Albert van Herpen, Domkannunik te Munster 1278, ovl. in 1279.

Albert van Herpen.
vermeld 1268-1279.


Gerard van Loon
Gerard (Gerhard) van Loon (van Herlaer1, Gerard van Werence-van Loon en Ammerzoden) ridder (van Loon heer van Herlaer).

Gerard van Loon ridder.
vermeld 1306-1315, heer van Herlaer, Ameide en Ammerzoden, Zuilichem, Berkel en Rodichem.
17 april 1307: De officiaal van Leodium bericht aan de diaken van het dekenaat van Beke (Hilvarenbeek), dat naar aanleiding van de aanklacht van Lambertus, investiet van Hedichusen, dat nl. Gerardus van Herlaer, ridder, en zijn medeplichtigen zich de novale tienden in Buchoven wederrechtelijk hebben toegeëigend, dat hij, de officiaal, beveelt in het dekenaat over hen de excommunicatie af te kondigen, op alle zondagen en feestdagen, met brandende kaarsen en klokgelui, en bij volharding langer dan 14 dagen ook hun echtgenoten en gezinnen uit de kerk te weren.
1 september 1309: Gerard van Loon, heer van Herlaer verkoopt met toestemming van zijn vrouw Aleid, zijn oudste zoon Gerard, ridder, en zijn erfgenamen aan Reinoud graaf van Gelre tegen een zekere som geld zijn rechten die hij heeft te Zuilichem, Driel en Mook.
Gerard van Loon verkoopt op 30 maart 1314 het goed van Herlaer aan Heer Geraert van Hoerne, van Altena en Perwijs.119 Gerard van Hoerne doet in 1315 leenverhef te Brussel voor de bisschop van Luik van de heerlijkheid, de hoge en lage justitie van de huizen Herlaer en Outherlaer met de daarbij behorende villis.

tr. circa 1272
met

Aleid van Herlaer (Berthout gezegd van Berlaer2), dr. van Dirck van Herlaer.

Aleid van Herlaer.
Aleid, vrouwe van Herlaar, en Gerard van Loon, ridder, haar man en voogd, verlenen aan Otto van Wendenburg (=Wadenborch?), geheten Otto van Heukelom, het recht de Dommel te mogen bevissen vanaf het Budelbroek tot de grote weg van St.-Michielsgestel, alsook het recht om op zijn leengronden de bijvank te mogen voleteren perdriseren.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk*1273  †1341  68



Bronnen:
1.De oudste generaties van Herlaer (B 036), Type: boek, Schrijver: N.L. van Dinther, Uitgegeven: 2020 (blz. 30)
2.Gens Nostra (GN), veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging, plaats: Amsterdam, datum: van 1946 tot 1995

Aleid van Herlaer
Aleid van Herlaer (Berthout gezegd van Berlaer1).

Aleid van Herlaer.
Aleid, vrouwe van Herlaar, en Gerard van Loon, ridder, haar man en voogd, verlenen aan Otto van Wendenburg (=Wadenborch?), geheten Otto van Heukelom, het recht de Dommel te mogen bevissen vanaf het Budelbroek tot de grote weg van St.-Michielsgestel, alsook het recht om op zijn leengronden de bijvank te mogen voleteren perdriseren.

tr. circa 1272
met

Gerard (Gerhard) van Loon (van Herlaer3, Gerard van Werence-van Loon en Ammerzoden) ridder (van Loon heer van Herlaer).

Gerard van Loon ridder.
vermeld 1306-1315, heer van Herlaer, Ameide en Ammerzoden, Zuilichem, Berkel en Rodichem.
17 april 1307: De officiaal van Leodium bericht aan de diaken van het dekenaat van Beke (Hilvarenbeek), dat naar aanleiding van de aanklacht van Lambertus, investiet van Hedichusen, dat nl. Gerardus van Herlaer, ridder, en zijn medeplichtigen zich de novale tienden in Buchoven wederrechtelijk hebben toegeëigend, dat hij, de officiaal, beveelt in het dekenaat over hen de excommunicatie af te kondigen, op alle zondagen en feestdagen, met brandende kaarsen en klokgelui, en bij volharding langer dan 14 dagen ook hun echtgenoten en gezinnen uit de kerk te weren.
1 september 1309: Gerard van Loon, heer van Herlaer verkoopt met toestemming van zijn vrouw Aleid, zijn oudste zoon Gerard, ridder, en zijn erfgenamen aan Reinoud graaf van Gelre tegen een zekere som geld zijn rechten die hij heeft te Zuilichem, Driel en Mook.
Gerard van Loon verkoopt op 30 maart 1314 het goed van Herlaer aan Heer Geraert van Hoerne, van Altena en Perwijs.119 Gerard van Hoerne doet in 1315 leenverhef te Brussel voor de bisschop van Luik van de heerlijkheid, de hoge en lage justitie van de huizen Herlaer en Outherlaer met de daarbij behorende villis.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk*1273  †1341  68



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging, plaats: Amsterdam, datum: van 1946 tot 1995
2.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883
3.De oudste generaties van Herlaer (B 036), Type: boek, Schrijver: N.L. van Dinther, Uitgegeven: 2020 (blz. 30)

Arnold van Herlaer
Arnold van Herlaer, ovl. voor 13 sep 1298.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck  †1324   



Bronnen:
1.De oudste generaties van Herlaer (B 036), Type: boek, Schrijver: N.L. van Dinther, Uitgegeven: 2020 (blz. 19)
2.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Type: boek, Schrijver: Dr. A.W.E. Dek, Uitgever: Europese Bibliotheek, Plaats: Zaltbommel, Uitgegeven: 1969 (blz. 22)

Sophie van Stein
Sophie van Stein (van Uitwijk1).

tr. (Dirk ongeveer 34 jaar oud) circa 1252
met

Dirk (Theodoricus) (Dirck) van Herlaer2 (Herlaer van Ameide, van), zn. van Dirck V van Herlaer en Petronella vrouwe van Poederlee (Vrouwe van Herlaar), geb. circa 1218, Hij krijgt geen kinderen.

Dirk (Theodoricus) van Herlaer.
vermeld 1246-1282.
Heer van Herlaar en Ameide, .
ridder, voogd abdij van Echternach te Waalre etc. en Voogd van de bisschop van Luik te Herlaer etc,.
\Op 24 juni 1243 verkoopt Diederik, heer van Herlaar, zijn voogdij over de curia en de villa van Berlicum en al wat hij daar aan cijnzen en anderszins bezit, uitgezonderd zijn ministerialen, aan de  abdij Berne, genoemd wordt zijn broer Godfried.
Hendrik II, hertog van Brabant, Diederik, heer van Herlaar, en Anselm, proost van Aldeneik, begevers van de prebenden van het kapittel van Hilvarenbeek, komen op 27 maart 1246 overeen dat het aantal prebenden gaandeweg beperkt zal worden tot negen en dat zij de openvallende prebenden bij .
toerbeurt zullen vergeven; zij geven verder voorschriften aangaande wijdingen en residentieplicht.
In augustus 1255 stelt Hendrik (van Gelre), elect van Luik, naar aanleiding van een visitatierapport een reeks statuten op voor het kapittel van Hilvarenbeek. Genoemd wordt Dirck heer van Herlaar.
Op 22 augustus 1258 wijst Dirck oudste zoon van Kleef, Dirck van Herlaer een leen van 10 pond op zijn tol van Nijmegen toe.
Het kapittel van Sint Marie te Utrecht en Dirk heer van Herlaar, ridder, dragen op 6 augustus 1266 de beslechting van hun geschil over twaalf hoeven tussen Ameide en Meerkerk met tienden, gerecht en toebehoren op aan Engelbert deken van Sint Marie en Arnout van Foreest kanunnik van Sint Jan te .
Utrecht.
1267: Diederik, heer van Heeswijk en zijn broer Richold treden het scheidsrechterlijk vonnis (van 31 oktober) bij, aangaande de tienden en de kerk Hupertingen en de abdij Herckenrode. Medezegelaars naast Dirck van Heeswijk zijn Rutger van Herpen en Dirk van Herlaer.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnt     
Arnold  †1298   
Agnes*1285  †1340  55



Bronnen:
1.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Type: boek, Schrijver: Dr. A.W.E. Dek, Uitgever: Europese Bibliotheek, Plaats: Zaltbommel, Uitgegeven: 1969 (blz. 22)
2.De oudste generaties van Herlaer (B 036), Type: boek, Schrijver: N.L. van Dinther, Uitgegeven: 2020 (blz. 19)

Willempje Jans
Willempje Jans.

tr. te Moordrecht op 9 mrt 1653
met

Abraham Gerretsz Bijlevelt.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Martijntje~1654  †1660  5
Gerrit~1656 Moordrecht †1658  1
Erckje~1658 Moordrecht †1667  8
Gerrit~1658 Moordrecht    
Marritjen~1659 Moordrecht    
Martijntje~1664 Moordrecht    
Erckje*1667 Moordrecht    



Bronnen:
1.Trouwboek Moordrecht (T 250), Type: trouwboek, Archiefnaam: Nat. Arch. Archief: DTB Moordrecht, Inventarisnr.: 13, Gezindte: Geref. trouwplaats: Moordrecht, periode: van 2 feb 1648 tot 3 aug 1669  (9 mrt 1653 blz. 15)

Arnt de Rover
Arnt de Rover ridder, geb. circa 1320, schepen in 1349, 1353, 1355, 1371 en 1378 van te 's-Hertogenbosch, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te 's-Hertogenbosch in 1384.

Arnt de Rover ridder.
Aernt die Roever was ridder en schepen van Den Bosch in de jaren 1349, 1353, 1355, 1371 en 1378. Hij is overleden in 1384. Aernt erfde van Willem van den Bosch de tiende van Hilvarenbeek en wordt als eigenaar vermeld in het leenboek van hertog Jan III van Brabant. Aernt die Roever was een zoon van Dieric die Roever, ridder en in 1315-1328 Hoogschout van Den Bosch en van Juutta die Cock Van Weerdenburch. Dierck en zijn broer ridder Edmond de Roever (schepen van Den Bosch in 1320-1328) die door Willem van den Bosch testamentair als zijn erfgenamen waren aangewezen waren zonen van ridder Aert de Roever, schepen van Den Bosch in 1277-1297. De tiende van Hilvarenbeek viel na het overlijden van Arnt Rover (1384) in drie delen uiteen. In het hertogelijke leenboek van 1440 worden als leenhouders Willem van den Rode, Aert van Vorsselare en het kapittel van Hilvarenbeek genoemd, elk voor een deel. Aert van Vorsselare had zijn deel in 1406 of 1407 verworven van zijn vader Jan bastaard Gerarts van Vorselaar en Willem van Roede had zijn part verworven van zijn grootmoeder Aleyt Rover (Sroevers), dochter van Arnt Rover uit zijn eerste huwelijk. Hoewel de leenboeken anders suggereren waren de drie parten niet even groot. Het kapittel en Jan van Vorselaar bezaten elk een derdedeel, maar Aleyt Sroevers en haar nakomelingen bezaten slechts een kwart. Het resterende twaalfdedeel duikt pas op in 1469, als de Bossche koopman en schepen Arnt Stamelaert Henricx van Uden het nalaat aan de tafel van de Heilige Geest te Hilvarenbeek.
Arnt (ThK een andere Aernt dus, een zoon?) had in 1442 van Willem Bruystens van Langelaer een ander deel van de tiende gekocht. Een memorie "aengaende den Xde van Beeck" van rond 1500 zegt duidelijk dat de riddertiende was verdeeld in twee delen. De helft was nog in particuliere handen en had de naam riddertiende aangenomen. Van de rest was een kwart van de cantor en bezaten de heilige-geesttafel van Hilvarenbeek en de kerkfabriek van de Sint-Janskerk te Den Bosch elk een achtste deel. Deze verhoudingen wijken af van wat in de leenboeken is geregistreerd. Om het nog ingewikkelder te maken waren de onderhoudslasten van kerk en toren van Hilvarenbeek weer anders verdeeld: de proost, de kapitteldeken met de plebaan en het kapittel van Hilvarenbeek moesten elk 20% opbrengen, de eigenaars van de riddertiende eveneens 20%, de cantor van Hilvarenbeek 10% en de Sint-Jansfabriek en de Beekse armentafel elk 5%. De dekanale tienden waarvan ook de plebaan profiteerde, waren echter de nieuwe tienden. Er werd dan ook veel geruziet tussen de eigenaars van de tienden over hun bijdragen aan het kerkonderhoud.

tr. (1)
met

Catharina van Berlaer, dr. van Lodewijk III Berthout gezegd van Berlaer (Heer van Helmond (1328-1346), Heer van Keerbergen) en Johanna van Dinter-Benthem.

Uit dit huwelijk een kind.

tr. (2)
met

Maria Gerrits van Leyenberg.


Catharina van Berlaer
Catharina van Berlaer.

tr.
met

Arnt de Rover ridder, zn. van Dirck (Arentsz Jansz) ridder de Roever (heer van Aerle Rixtel, Beek en Stiphout) en Jutta de Cocq van Waardenburg, geb. circa 1320, schepen in 1349, 1353, 1355, 1371 en 1378 van te 's-Hertogenbosch, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te 's-Hertogenbosch in 1384, tr. (2) met Maria Gerrits van Leyenberg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Arnt de Rover ridder.
Aernt die Roever was ridder en schepen van Den Bosch in de jaren 1349, 1353, 1355, 1371 en 1378. Hij is overleden in 1384. Aernt erfde van Willem van den Bosch de tiende van Hilvarenbeek en wordt als eigenaar vermeld in het leenboek van hertog Jan III van Brabant. Aernt die Roever was een zoon van Dieric die Roever, ridder en in 1315-1328 Hoogschout van Den Bosch en van Juutta die Cock Van Weerdenburch. Dierck en zijn broer ridder Edmond de Roever (schepen van Den Bosch in 1320-1328) die door Willem van den Bosch testamentair als zijn erfgenamen waren aangewezen waren zonen van ridder Aert de Roever, schepen van Den Bosch in 1277-1297. De tiende van Hilvarenbeek viel na het overlijden van Arnt Rover (1384) in drie delen uiteen. In het hertogelijke leenboek van 1440 worden als leenhouders Willem van den Rode, Aert van Vorsselare en het kapittel van Hilvarenbeek genoemd, elk voor een deel. Aert van Vorsselare had zijn deel in 1406 of 1407 verworven van zijn vader Jan bastaard Gerarts van Vorselaar en Willem van Roede had zijn part verworven van zijn grootmoeder Aleyt Rover (Sroevers), dochter van Arnt Rover uit zijn eerste huwelijk. Hoewel de leenboeken anders suggereren waren de drie parten niet even groot. Het kapittel en Jan van Vorselaar bezaten elk een derdedeel, maar Aleyt Sroevers en haar nakomelingen bezaten slechts een kwart. Het resterende twaalfdedeel duikt pas op in 1469, als de Bossche koopman en schepen Arnt Stamelaert Henricx van Uden het nalaat aan de tafel van de Heilige Geest te Hilvarenbeek.
Arnt (ThK een andere Aernt dus, een zoon?) had in 1442 van Willem Bruystens van Langelaer een ander deel van de tiende gekocht. Een memorie "aengaende den Xde van Beeck" van rond 1500 zegt duidelijk dat de riddertiende was verdeeld in twee delen. De helft was nog in particuliere handen en had de naam riddertiende aangenomen. Van de rest was een kwart van de cantor en bezaten de heilige-geesttafel van Hilvarenbeek en de kerkfabriek van de Sint-Janskerk te Den Bosch elk een achtste deel. Deze verhoudingen wijken af van wat in de leenboeken is geregistreerd. Om het nog ingewikkelder te maken waren de onderhoudslasten van kerk en toren van Hilvarenbeek weer anders verdeeld: de proost, de kapitteldeken met de plebaan en het kapittel van Hilvarenbeek moesten elk 20% opbrengen, de eigenaars van de riddertiende eveneens 20%, de cantor van Hilvarenbeek 10% en de Sint-Jansfabriek en de Beekse armentafel elk 5%. De dekanale tienden waarvan ook de plebaan profiteerde, waren echter de nieuwe tienden. Er werd dan ook veel geruziet tussen de eigenaars van de tienden over hun bijdragen aan het kerkonderhoud.

Uit dit huwelijk een kind.


Lodewijk III Berthout gezegd van Berlaer
Lodewijk III Berthout gezegd van Berlaer (Berlaer, van), geb. circa 1306, Heer van Helmond (1328-1346), Heer van Keerbergen, ovl. (ongeveer 40 jaar oud) te Roosendaal in 1346.

tr. (resp. ongeveer 14 en ongeveer 23 jaar oud) in 1320
met

Johanna van Dinter-Benthem, van Benthem, dr. van Walraven van Benthem en Agnes van Heeswijk, geb. circa 1297, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) circa 1357.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina     
Walram*1328  †1362  34



Bronnen:
1.Trouwboek Hazerswoude (T 407), Type: trouwboek, Archiefnaam: Nat. Arch. Archief: DTB Hazerswoude, Inventarisnr.: 9.IV, Gezindte: RK, trouwplaats: Hazerswoude, periode: van 1748 tot 1811 (29 mei 1785 blz. 28)

Johanna van Dinter-Benthem
Johanna van Dinter-Benthem, van Benthem, geb. circa 1297, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) circa 1357.

tr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 14 jaar oud) in 1320
met

Lodewijk III Berthout gezegd van Berlaer (Berlaer, van), zn. van Jan I Jr Berthout gezegd van Berlaer (heer van Helmond en Keerbergen) en Elisabeth van den Berghe, geb. circa 1306, Heer van Helmond (1328-1346), Heer van Keerbergen, ovl. (ongeveer 40 jaar oud) te Roosendaal in 1346.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina     
Walram*1328  †1362  34


Edmond de Rover
Edmond de Rover (Roever), schepen van den Bosch in 1277-1297.


Johan IV van Berlaer
Johan IV van Berlaer, ovl. in 1425.


Adelheid de Guines
Adelheid de Guines.

tr.
met

Wouter V 'de Grote' Berthout Heer van Mechelen, zn. van Walther IV Berthout Heer van Mechelen en Adelheid d'Enghien, ovl. in 1285.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wouter VII  †1288 Worringen  
Jan  †1304 Mechelen [België]  


Jan I Jr Berthout gezegd van Berlaer
Jan I Jr (Jan II) Berthout gezegd van Berlaer (Berthot van Berlaer), geb. te Mechelen [België] in 1284, 1, heer van Helmond en Keerbergen, ovl. (ongeveer 44 jaar oud) in 1328, begr. te Binderen [België] in de Abdij in 1328.

Jan I Jr Berthout gezegd van Berlaer.
Het geslacht Berthout van Berlaer, later kortweg Van Berlaer genoemd, stamde af van hoge Brabantse adel met bezittingen in de omgeving van Mechelen en Lier. In 1314 schonk hertog Jan III van Brabant de heerlijkheid Helmond, die tot dat moment eigendom was van de hertog, aan Jan I Berthout van Berlaer in ruil voor een aantal bezittingen in de buurt van Lier. Hiertoe behoorde ook een groot aantal cijnsinkomsten op goederen in Peelland. Verreweg de meeste van deze cijnzen waren ontstaan door het uitgeven van oorspronkelijk tot de gemene gronden behorende stukken land door de hertog.
Deze ruil was opmerkelijk omdat deze Lierse bezittingen bij lange na niet de waarde hadden van de Helmondse goederen. De reden voor deze schenking moet gezocht worden in de strijd om de macht aan het hertogelijk hof. Hertog Jan II was in oktober 1312 gestorven en zijn zoon Jan III was nog minderjarig zodat regenten het bestuur waarnamen. Eén van deze regenten was Floris Berthout, een verwant van Jan Berthout. In zijn positie van regent heeft Floris Berthout de jonge hertog kunnen bewegen tot deze, voor de hertog onvoordelige ruil, waarbij het Floris zal zijn gegaan om Jan Berthout aan zich te binden. Helaas voor Floris heeft deze manoeuvre echter niet kunnen verhinderen dat hij kort daarna als regent werd vervangen.
Jan III van Berlaer werd in 1361 op ongeveer elfjarige leeftijd heer van Helmond. Wel stond hij aanvankelijk onder voogdij van een familielid die ook Jan van Berlaer heette.
Jan I volgde zijn vader op en werd oa Heer van Berlaar; hij had ook enkele bezittingen bij Mechelen en bij Lier.

Op 5 juli 1314 ruilt hertog Jan III van Brabant met Jan II Berthout van Berlaar de heerlijkheid Helmond tegen een aantal renten die hij in leen hield van hertog Jan in de streek van Lier.

Enkele dagen later wordt Jan II dan beleend met de heerlijkheid Helmond, die een heerlijkheid werd en het zou blijven tot in 1425, bij de dood van de laatste afstammeling Jan IV.

Het oudste zegel van de schepen van Keerbergen dagtekent van 1308 en draagt een schild met drie palen met de tekst: "scabinorum de Kerberghe". Het was het wapen van de Heren van Berthout van Berlaer. De Raad van Adel heeft in 1955 vastgesteld dat de gemeente bewezen heeft dat haar schepenen het gevraagde wapen onder het ancien régime hebben gebruikt en dat aan het verzoek (om het wapen te gebruiken als gemeentewapen) waarvan sprake, een gunstig gevolg kan worden voorbehouden.

Jan II werd begraven in de Abdij van Binderen. (de Abdij van Binderen was een abdij in Helmond die rond 1244 werd gesticht door Maria van Brabant).

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 34 jaar oud) circa 1304 (circa 1300)
met

Elisabeth van den Berghe, dr. van Arnoud van Amstel ridder (heer van Bensschop en IJsselstein) en Johanna van Zuijlen van IJsselstein, geb. circa 1270, ovl. (minstens 47 jaar oud) na 1317.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lodewijk III*1306  †1346 Roosendaal 40



Bronnen:
1.Trouwboek Hazerswoude (T 407), Type: trouwboek, Archiefnaam: Nat. Arch. Archief: DTB Hazerswoude, Inventarisnr.: 9.IV, Gezindte: RK, trouwplaats: Hazerswoude, periode: van 1748 tot 1811 (29 mei 1785 blz. 28)

Walraven van Benthem
Walraven van Benthem.

Walraven van Benthem.
Op 17 september 1284 schonken Walraven van Benthem en zijn vrouw.
Agnes, dochter en wettige erfgenaam van de edelman ridder Dirk, heer van Heeswijk, het patronaatsrecht van de kerk van Heeswijk aan de abdij Berne (ONBr. dl.I, nr. 401 en 402).
Getuigen bij deze handelingen waren:.
domini Hartberni de Haestrecht avunculi,.
Johannis domini de Arckel,.
Johannis de Huseden,.
domini Theoderici de Oudehuseden, militum.
consanguineorum nostrorum, et Hugonis dicti Boeter famuli.

tr.
met

Agnes van Heeswijk.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan     
Johanna*1297  †1357  60


Agnes van Heeswijk
Agnes van Heeswijk.

tr.
met

Walraven van Benthem, zn. van Otto II graaf van Bentheim (burggraaf Utrecht 1248-1277, graaf van Bentheim 1248, Tecklenburg 1264) en Helewigis van Tecklenburg.

Walraven van Benthem.
Op 17 september 1284 schonken Walraven van Benthem en zijn vrouw.
Agnes, dochter en wettige erfgenaam van de edelman ridder Dirk, heer van Heeswijk, het patronaatsrecht van de kerk van Heeswijk aan de abdij Berne (ONBr. dl.I, nr. 401 en 402).
Getuigen bij deze handelingen waren:.
domini Hartberni de Haestrecht avunculi,.
Johannis domini de Arckel,.
Johannis de Huseden,.
domini Theoderici de Oudehuseden, militum.
consanguineorum nostrorum, et Hugonis dicti Boeter famuli.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan     
Johanna*1297  †1357  60


Jan van Benthem
Jan van Benthem.

Jan van Benthem.
hij is vooral actief in Gelre (Nederbetuwe, Kleefse, Nijmeegse tol bij Griethuizen, Leuth, Spaldorp).


Catharina van Heukelom van Asperen
Catharina van Heukelom van Asperen, ovl. voor 1461.

tr. voor 1427
met

Wouter van Heemskerck, zn. van Herbaren van Heemskerck van der Woerd en Philippa Gijsbertsdr van Nijenrode, kastelein van Gorkum, drost van Arkel (1420).

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit     
Henrick     


Wouter van Heemskerck
Wouter van Heemskerck, kastelein van Gorkum, drost van Arkel (1420).

tr. voor 1427
met

Catharina van Heukelom van Asperen, dr. van Herbaren van Heukelom van Acquoy en Katharina van Cuijck, ovl. voor 1461.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit     
Henrick