Website van Cees Hagenbeek
Dirck Pieters van Leyden gezegd van der Werve
Dirck Pieters van Leyden gezegd van der Werve (Pieters1), geb. circa 1365, ovl. (ongeveer 52 jaar oud) in 1417.

Dirck Pieters van Leyden gezegd van der Werve.
Tarwehandelaar, schepen van Leiden 1378-1379, burgemeester van Leiden 1400-1401.

tr.
met

Luytgaert Heerman (van der Made2), dr. van Gerijt Heerman en Ermgaert ver Lizebett, geb. circa 1370, ovl. (ongeveer 39 jaar oud) circa 1409.


Bronnen:

1.CBG (CBG 005), Type: boek, Titel: Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 82)
2.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883

Jan Anthonisz Brasser
Jan Anthonisz Brasser, baljuw van Naaldwijk.

tr.
met

Geertje Dircksdr, geb. te Naaldwijk in 1560, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 1625, tr. (1) met Joost Jacobsz Vercrocht. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Cornelis Jansz. van der Croft
Cornelis Jansz. van der Croft (Vercroft), ovl. tussen 23 jul 1522 en 5 nov 1525 .

Cornelis Jansz. van der Croft.
Kreeg op 21-5-1506 van zijn broer Dirck (IIa) het leen van Hontshol in Naaldwijk overgedragen; op 5-11-1525 volgde zijn zoon Adriaan; op 31-5-1518 deed hij ‘pantleringe’ tegen Dirck Symonsz, ambachtsbewaarder van Delfland, op 23-7-1522 werd een geschil tussen hem en Huych Jansz. voor de heemraden van Delfland behandeld.

tr.
met

Adriaentgen Pietersdr, ovl. tussen 16 apr 1540 en 27 jul 1548 .

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1523 Naaldwijk †1599  75


Adriaentgen Pietersdr
Adriaentgen Pietersdr, ovl. tussen 16 apr 1540 en 27 jul 1548 .

tr.
met

Cornelis Jansz. van der Croft (Vercroft), zn. van Jan Dirxz van der Croft en Barbara Coppairtsdochter, ovl. tussen 23 jul 1522 en 5 nov 1525 .

Cornelis Jansz. van der Croft.
Kreeg op 21-5-1506 van zijn broer Dirck (IIa) het leen van Hontshol in Naaldwijk overgedragen; op 5-11-1525 volgde zijn zoon Adriaan; op 31-5-1518 deed hij ‘pantleringe’ tegen Dirck Symonsz, ambachtsbewaarder van Delfland, op 23-7-1522 werd een geschil tussen hem en Huych Jansz. voor de heemraden van Delfland behandeld.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1523 Naaldwijk †1599  75


Jan Dirxz van der Croft
Jan Dirxz van der Croft.

Jan Dirxz van der Croft.
Vermeld sedert 1471 tot en met 1493 als pachter van grafelijke tienden te Maasland en Schipluiden,  overl. voor 21-5-1506, verm. tussen 27-7-1496 en 20-12-1505. .
Hij getuigde op 21-10-1483 voor Delfland;  op 5-2-1485 werd een zaak behandeld betreffende Jan van Crofte;  op 15-10-1490 kreeg hij een leen van 5 hond land bij de Broekweg in Naaldwijk overgedragen van Pieter Willemsz.  Hij bezat een huis bij het Marktveld te Naaldwijk, waar hij op 27-7-1496 als belender vermeld wordt.

tr. circa 1450
met

Barbara Coppairtsdochter, dr. van Coppairt Henrycxz.

Barbara Coppairtsdochter.
Op 19-3-1492 verklaarden Coppairt Heynrycsz, zijn schoonzoons en zijn dochter Barbara dat Jan van der Croft Dircxz. een stuk land zou krijgen als betaling voor het bij .
huwelijkse voorwaarden toegezegde bedrag. In 1505 kreeg het Sint Ursulaconvent te Schiedam van Coppert Heynricksz. een stuk land, gedeeltelijk gemeen met hemzelf en met de .
kleinkinderen van Jan Vercroft. Op 3-3-1508 worden Jan van Crocht en kinderen vermeld als erfgenamen van Coppert Heynriksz.
Het is niet bewezen dat de Naaldwijkse Jan Dircxz. van .
der Croft en de echtgenoot van Barbara dezelfde persoon zijn. Wanneer het zo is, dan moet of het huwelijk omstreeks 1450 plaatsgevonden hebben, of moet er sprake zijn van een tweede huwelijk.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis  †1522   


Barbara Coppairtsdochter
Barbara Coppairtsdochter.

Barbara Coppairtsdochter.
Op 19-3-1492 verklaarden Coppairt Heynrycsz, zijn schoonzoons en zijn dochter Barbara dat Jan van der Croft Dircxz. een stuk land zou krijgen als betaling voor het bij .
huwelijkse voorwaarden toegezegde bedrag. In 1505 kreeg het Sint Ursulaconvent te Schiedam van Coppert Heynricksz. een stuk land, gedeeltelijk gemeen met hemzelf en met de .
kleinkinderen van Jan Vercroft. Op 3-3-1508 worden Jan van Crocht en kinderen vermeld als erfgenamen van Coppert Heynriksz.
Het is niet bewezen dat de Naaldwijkse Jan Dircxz. van .
der Croft en de echtgenoot van Barbara dezelfde persoon zijn. Wanneer het zo is, dan moet of het huwelijk omstreeks 1450 plaatsgevonden hebben, of moet er sprake zijn van een tweede huwelijk.

tr. circa 1450
met

Jan Dirxz van der Croft.

Jan Dirxz van der Croft.
Vermeld sedert 1471 tot en met 1493 als pachter van grafelijke tienden te Maasland en Schipluiden,  overl. voor 21-5-1506, verm. tussen 27-7-1496 en 20-12-1505. .
Hij getuigde op 21-10-1483 voor Delfland;  op 5-2-1485 werd een zaak behandeld betreffende Jan van Crofte;  op 15-10-1490 kreeg hij een leen van 5 hond land bij de Broekweg in Naaldwijk overgedragen van Pieter Willemsz.  Hij bezat een huis bij het Marktveld te Naaldwijk, waar hij op 27-7-1496 als belender vermeld wordt.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis  †1522   


Coppairt Henrycxz
Coppairt Henrycxz, geb. te Kethel.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Barbara     


Maertge Woutersdr Verduijn de Jonge
Maertge Woutersdr Verduijn de Jonge (Verduijn), geb. te Charlois in 1586, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) te Charlois op 14 apr 1646.

Maertge Woutersdr Verduijn de Jonge.
woont op tolhuys te Katendrecht 1645.

tr. (1)
met

Leendert Leendertsz Smeer, zn. van Leendert Meusz Smeer en Barbara Jacobs, geb. in 1550, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 1615.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maertge*1569  1648 Charlois 79

tr. (ongeveer 29 jaar oud) (2) circa 1615
met

Huijbert Jansz Ruijter, ovl. voor 25 apr 1638.

Huijbert Jansz Ruijter.
na 2 november 1627 :.
Huybert Jansz Ruyter, gemachtigde van Meeus Leendertsz Smeer, Cornelis Leendertsz Smeer, oom en voogd van Crijntgen, Adriaentgen en Neeltgen Leendertsdr, en namens Isaac Leendertsz Prost, man van Leentgen Leendertsdr, en Barent Jorisz, man van Maycken Leendertsdr, tezamen erfgenamen in de nalatenschap van Leendert Leendertsz Smeer, verklaart ontvangen te hebben van Willem Robrechts, man van Lybeth Burchts, weduwe van Leendert Leendertsz Smeer wonende in Princelant, de somma van 200 gulden.

na 18 juni 1630 .
huibert heeft een broer Aelbert, zij stellen zich borg voor hendrick Jan Ingens (ook in de stamboom).
Henrick Jonge Jan Ingensz. verklaarde bij akte van 18-6-1630 gekocht en ontvangen te hebben van Dirck Jansz. Claer zeker ‘rootblest merrypaert’ van omtrent een jaar oud. Echter was de betaling, die reeds lang verricht had moeten zijn, nog steeds niet gedaan, ‘tselve niet wel en heeft connen bij brengen, gelijck hij alsnoch de betalinge niet en can gedaen’. Henrick had Claer er toe kunnen be wegen om hem toe te staan om ter voldoening hiervan op de eerstkomende Kerstdag de betaling met 34 schepelen en achtendelen tarwe of 50 ponden vlaams te voldoen. Als Henrick’s borgen stelden zich de gebroeders Huijbert Jansz. Ruijter en Aelbert Jansz. Ruijter, die mede compareerden.

Huijbert Jansz. (de) Ruijter, wonende te Rotterdam, ter ene zijde, en Henrick Jan Ingensz, wonende in Charlois, ter andere zijde, gaven op 18-8-1634 te kennen dat (De) Ruijter tot laste van Henrick Jansz. als principaal en P(iet)r Schout als borg, te vorderen had de som van 218 gld. 10 stuivers, waarvan ten laste van Henrick voor schepenen van Charlois akte was gemaakt. De Ruijter (Ruitter) nu had deze schuld van Henrick en diens borg door Daniël van Leeuwen, exploiter van den Hove (van Holland ?), laten executeren. Daar Henrick echter ook enige schulden van (De) Ruijter te vorderen had, kwamen zij nu beiden tot akkoord en liquidatie van hun wederzijdse vorderingen.
Allerlei posten zijn genoemd, waaronder een obligatie, beesten, landbouwproducten en ook een post aan ‘Henrick Jansz. vrou’.

tr. (resp. ongeveer 19 en ongeveer 30 jaar oud) (3) circa 1605
met

Japhet Cornelisz Westduel (Westduul, Westduyl), zn. van Cornelis Japhetsz Westduel in 't Veld en NN Florisdochter Verschoor, geb. circa 1575, begr. te Charlois in 't hoochkoor op 3 okt 1644.

Japhet Cornelisz Westduel.
schepen 1611 en kerkmeester 1620-1622, te Charlois, gegoed aldaar.

Een vooraanstaande boerenfamilie te Charlois was het geslacht Westduel. De genealogie vangt aan met de omstreeks 1550 geboren Cornelis Jaephetsz. Mogelijk was hij verwant aan Raes Claesen, die in de eerste helft der 17e eeuw te Poortugaal leefde. Raes voerde een identiek wapen (een hooivork) met de familie Westduel.
1 In de tweede generatie wordt voor de eerste maal melding gemaakt van de familienaam. Deze zal ontleend zijn aan het vijfde tiendblok in de polder Charlois: ‘den Westduyl’, alwaar de familie grondbezit had.
2 Het geslacht heeft te Charlois een belangrijke plaats ingenomen. Het toppunt van het maatschappelijk aanzien werd in 1731 bereikt, toen de 23jarige Cornelis Westduel de ambachtsheerlijkheid Charlois aankocht. Hij overleed 10 jaar later als laatste van zijn geslacht.

Charlois Periode/jaartal: 1594-1664 Bron type: Oud rechterlijk archief Omschrijving: Openbare verkopingen en verpachtingen, Charlois, ORA inv. nr. 28 Auteur(s): E. Karsseboom, M. Ball.
No. 24 Ewout Wouterse Verduijn, Dirk Wouterse Verduijn, Willem Wouterse Verduijn, Cornelis Wouterse Verduijn, Japhet Cornelisse als getrouwd hebbende Marigje Wouterse jongen, Pieter Janse de Raet als getrouwd hebbende Elisabeth Wouterse, Adriaan Lenertse Smitshoek als getrouwd hebbende Lijgje Wouterse, Juibert Janse Ruiter als getrouwd hebbende Marigje Wouterse ouden, Joop Pieterse als getrouwd hebbende de dochter van Nelletje Wouterse, Krijn Hendrikse, Abraham Hendrikse, Isaak Hendrikse en Dammis Pieterse als getrouwd hebbende Marigje Hendrikse, kinderen van Hendrik Wouterse Verduijn, allen erfgenamen van Wouter Hendrikse Verduijn en Maartje Cornelisse verkopen te velde staand gewas in Varkensoord, karnemelksland in het griffioenblok, het struisblok, de lage boezem en in de hoge boezem. 29 juli 1626.

na 25 april 1637 :.
Not akte Charlois fol. 273 d.d. 25-4-1637: .
Maertgen Woutersdr (de oude, IK). weduwe van Huijbert Jansz. Ruijter wonende tot Rotterdam voor de ene helft, Wessel Egbertsz. van der Huel als bij de heren schepenen van Rotterdam voor en vanwege de erfgenamen van de voorn. Huijbert Jansz. Ruijter geauthoriseerd zijnde blijkens akte van authorisatie d.d. 13-12-1636, mitsgaders Cornelis Lenertsz. Smeer en Lenert Woutersz. Grawert als geordonneerde voogden over de weeskinderen van Aelbert Jansz. Ruijter en Neeltgen Lenertsdr. beide zaliger mede erfgenamen van dezelve Huijbert Jansz. Ruijter die hier mede zijn comparerende voor zoveel het nodig mocht zijn voor de andere helft, hebben getransporteerd aan Jaeffhet Cornelisz. wonende in Katendrecht omtrent 1700 roeden vrije vronen teelland gelegen in Charlois in het Vrijeblok in kamp no. 144.

na 5 juni 1660 :Vermelding.
97 boedelrekening 5-jun-1660.
Voorafgaand aan de akte staat de afrekening, debet en credit, voor de erfgenamen van wijlen Maertgen Wouters, in haar leven weduwe van Japhet Cornelisz.

De erfgenamen, kinderen en kleinkinderen, zijn:.
Cornelis Japhetsz, Schout van Catendrecht; Leendert Cornelisz de Groot te Poortugael, man van Dingetgen Japhets; Pieter Cornelisz Couwenhoven te Hoogvliet, die getrouwd was met Leentgen Japhets; Aert Verstolck, getrouwd met Lideweij (=Hadeweij) Cornelis van Driel, dochter van wijlen Hadeweij Japhets.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis  †1670 Charlois  
Leentgen*1608 Charlois †1702  94



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196 (blz. 111)

Huijbert Jansz Ruijter
Huijbert Jansz Ruijter, ovl. voor 25 apr 1638.

Huijbert Jansz Ruijter.
na 2 november 1627 :.
Huybert Jansz Ruyter, gemachtigde van Meeus Leendertsz Smeer, Cornelis Leendertsz Smeer, oom en voogd van Crijntgen, Adriaentgen en Neeltgen Leendertsdr, en namens Isaac Leendertsz Prost, man van Leentgen Leendertsdr, en Barent Jorisz, man van Maycken Leendertsdr, tezamen erfgenamen in de nalatenschap van Leendert Leendertsz Smeer, verklaart ontvangen te hebben van Willem Robrechts, man van Lybeth Burchts, weduwe van Leendert Leendertsz Smeer wonende in Princelant, de somma van 200 gulden.

na 18 juni 1630 .
huibert heeft een broer Aelbert, zij stellen zich borg voor hendrick Jan Ingens (ook in de stamboom).
Henrick Jonge Jan Ingensz. verklaarde bij akte van 18-6-1630 gekocht en ontvangen te hebben van Dirck Jansz. Claer zeker ‘rootblest merrypaert’ van omtrent een jaar oud. Echter was de betaling, die reeds lang verricht had moeten zijn, nog steeds niet gedaan, ‘tselve niet wel en heeft connen bij brengen, gelijck hij alsnoch de betalinge niet en can gedaen’. Henrick had Claer er toe kunnen be wegen om hem toe te staan om ter voldoening hiervan op de eerstkomende Kerstdag de betaling met 34 schepelen en achtendelen tarwe of 50 ponden vlaams te voldoen. Als Henrick’s borgen stelden zich de gebroeders Huijbert Jansz. Ruijter en Aelbert Jansz. Ruijter, die mede compareerden.

Huijbert Jansz. (de) Ruijter, wonende te Rotterdam, ter ene zijde, en Henrick Jan Ingensz, wonende in Charlois, ter andere zijde, gaven op 18-8-1634 te kennen dat (De) Ruijter tot laste van Henrick Jansz. als principaal en P(iet)r Schout als borg, te vorderen had de som van 218 gld. 10 stuivers, waarvan ten laste van Henrick voor schepenen van Charlois akte was gemaakt. De Ruijter (Ruitter) nu had deze schuld van Henrick en diens borg door Daniël van Leeuwen, exploiter van den Hove (van Holland ?), laten executeren. Daar Henrick echter ook enige schulden van (De) Ruijter te vorderen had, kwamen zij nu beiden tot akkoord en liquidatie van hun wederzijdse vorderingen.
Allerlei posten zijn genoemd, waaronder een obligatie, beesten, landbouwproducten en ook een post aan ‘Henrick Jansz. vrou’.

tr. (Maertge ongeveer 29 jaar oud) circa 1615
met

Maertge Woutersdr Verduijn de Jonge (Verduijn), dr. van Wouter Heijndricks Verduijn (schepen van Charlois 1582-1604) en Maartje Cornelisdr Valkenoord, geb. te Charlois in 1586, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) te Charlois op 14 apr 1646, tr. (1) met Leendert Leendertsz Smeer. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (3) met Japhet Cornelisz Westduel. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Maertge Woutersdr Verduijn de Jonge.
woont op tolhuys te Katendrecht 1645.


NN Florisdochter Verschoor
NN Florisdochter Verschoor, geb. te Charlois, begr. te Charlois in 1656.

NN Florisdochter Verschoor.
Het verloren gaan van het dorpsarchief van Katendrecht van vóór 1676 bemoeilijkt ten zeerste onderzoek naar inwoners van die heerlijkheid in de eerste helft van de zeventiende eeuw en daarvoor, waaronder ook de hier te behandelen Cornelis Japhetsz. Een akte van 13-1-1603 noemt Cornelis Jaeffitsen als belender van land in het ‘Catendrechtse block’ in Charlois. Bastiaen Flooris, als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Ingeltgen Floren, zijn zuster, en Cornelis Adriaensz, zoon van de voomoemde Ingeltgen, als zijnde tot mondigheid gekomen, transporteerden op 17-12-1603 aan Cornelis Jaeffetsz. een stuk land dat de kinderen en erfgenamen bij dode van Ingeltgen aanbestorven was, gemeen liggend met Cornelis Jaeffetsz. in een perceel van IV2 morgen 9 roede in het ‘Catendrechtse block’ in Charlois. Dit perceel werd aan de oost- en zuidzijde belend door Cornelis Cornelisz. Neef (die dit bij akte van 4-1-1603 door overdracht verkregen had78), westelijk door Melissant tot Rotterdam, en noordelijk door ‘den Catendrechtsen Dijck’. Dit aan de jurisdictie van Katendrecht grenzende gemeenschappelijk grondbezit van Ingeltgen Florisdr. en Cornelis Jaephetsz, en het feit dat Cornelis Japhetsz. een kleinzoon Floris had, zouden aanwijzingen kunnen zijn dat Cornelis met een zuster van Ingeltgen en Bastiaen getrouwd was, personen die ik meen te kunnen plaatsen in een familiegroep Verschoor, waarover t.z.t. wordt gepubliceerd.

tr.
met

Cornelis Japhetsz Westduel in 't Veld, zn. van Japhet Andriesz in 't Veld (boer op pachthoeve in de 14e Houve te Oost-IJsselmonde) en Sebastiaantgen Cornelisdr Cranendonck, geb. te Rotterdam circa 1550, begr. te Charlois in 1638.

Cornelis Japhetsz Westduel in 't Veld.
Vóór omstreeks 1800 werd het gebied nabij de. dorpen Charlois, Rhoon, Poortugaal, Hoogvliet en Pernis als het ware geregeerd door een groep van welvarende boerengeslachten, welke vrijwel alle op één of andere wijze aan elkaar geparenteerd waren. Aangezien zij de belangrijkste landeigenaren waren in die streek, lag het voor de hand, dat uit hun kring de personen werden gekozen voor het dorps-, polder- en kerkbestuur. Het kwam nogal eens voor, dat bepaalde funkties lange tijd ,,in de familie” bleven. In hoeverre deze families ten eigen bate munt hebben geslagen uit deze machtsposities, valt moeilijk vast te stellen. Sommige geslachten kwamen - mede door het volgen van een bepaalde huwelijkspolitiek - tot grote welstand. Geheel volgens de geest van die tijd, huwde men doorgaans met partners van ,,gelijke stand”. Een vooraanstaande boerenfamilie te Charlois was het geslacht Westduel. De genealogie vangt aan met de omstreeks 1550 geboren Cornelis Jaephetsz. Mogelijk was hij verwant aan Raes Claesen, die in de eerste helft der 17e eeuw te Poortugaal leefde. Raes voerde een identiek wapen (een hooivork) met de familie Westduel. In de tweede generatie wordt voor de eerste maal melding gemaakt van de familienaam. Deze zal ontleend zijn aan het vijfde tiendblok in de polder Charlois: ,,den Westduyl”, alwaar de familie grondbezit had. Het geslacht heeft te Charlois een belangrijke plaats ingenomen. Het toppunt van het maatschappelijk aanzien werd in 1731 bereikt, toen de 23jarige Cornelis Westduel de ambachtsheerlijkheid Charlois aankocht. Hij overleed 10 jaar later als laatste van zijn geslacht.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Japhet*1575  1644 Charlois 69


Maritge Cornelisdr
Maritge Cornelisdr, ovl. na 27 apr 1573.

tr.
met

Floris Diercxz van Schoer, zn. van Dirck Jacobsz van Schoer (schepen van Charlois,vermelding 1484 en 1498) en Hadewij Aertsdr van Driel, geb. te Ridderkerk in 1480, ged. te Charlois, begr. te Charlois in 1543.

Floris Diercxz van Schoer.
Mogelijk een zoon Dirc Florisz de oude.
Vanaf 1517 tot in 15566 is Floris (Floer) Dircxz. veelvuldig genoemd als koper van korentienden van diverse blokken in het Land van Charlois. Zo kocht hij vanaf 1519 tienden van het tweede blok,7 die tussen 1493 en 1499 diverse malen gekocht waren door Dirck Jacopsz, zijn veronderstelde vader.
Tussen 1524 en 1554 kocht Floris ook enige malen korentienden in Katendrecht.
Blijkens de 10e penning van Charlois van 1543 gebruikte Florys Dircxz. in de polder Charlois 2 morgen 5½ hond en in het Charloisse gedeelte van de polder Dirk Smeetsland nog eens 7 morgen Als Floer Dircxz. is hij dan in de polder De Hillen geboekt voor 12 morgen. Tevens is hij voor een huis in Charlois.
aangeslagen.
Op 27 april 1573 procedeerde een groot aantal landgebruikers in de Charloisse polder Robbenoord tegen de eigenaren van die polder. Onder die gebruikers is genoemd Maritgen Cornelisdr, weduwe van Floer Dirckx, die gezamenlijk op de 25e april dat jaar voor de schout en schepenen van Charlois akte van procuratie hadden verleend.
Er zijn geen akten bekend waaruit zonneklaar zijn kinderschaar blijkt. Gezien het grote leeftijdsverschil tussen diverse door mij aan hem toegekende kinderen, moet hij bij meerdere echtgenoten kinderen hebben gehad.

Alvorens deze te behandelen wil ik eerst nog melding maken van de persoon van Dirck Florisz. den ouden, die mede een zoon zou kunnen zijn geweest van de hier te behandelen Florys Diercx. Hij was waarschijnlijk boer in de jurisdictie van Katendrecht en aldaar schepen in 154311 en 1547.12.
Helaas is er van hem geen zegel bekend, waarmee zekerheid zou kunnen zijn verkregen of hij inderdaad een Verschoor zou zijn geweest.
Blijkens de 10e penning van Charlois van 1543 gebruikte Dirck Florysz. in de polder Charlois 2 morgen, alsmede in de polder Robbenoord 4 morgen.
In 1542 gebruikte Dirck Florysz. 7½ morgen in Katendrecht en op 24 september 1543 ondertekende hij als schepen dit 10e penningkohier.14 Ik meen althans dat dit landgebruik geen betrekking heeft op Dirck Florisz. den jongen, die na zijn huwelijk met een boerendochter van de Hordijck in Barendrecht zich vestigde op een hoeve aan de Hordijck in de polder Dirk Smeetsland onder de jurisdictie van West IJsselmonde.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck*1510 Charlois †1571 IJsselmonde 61
NN Charlois 1656 Charlois  


Agnes van Herlaer
Agnes van Herlaer, geb. circa 1285, ovl. (ongeveer 55 jaar oud) circa 1340.

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 40 jaar oud) circa 1305
met

Herberen van Arkel van Heukelom, zn. van Otto I bastaard van Arkel ridder (heer van Heukelom en Asperen) en NN Jansdr van Heusden van Asperen, geb. circa 1265, heer van Ackoy 1340, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) circa 1333, tr. (ongeveer 60 jaar oud) (1) in 1325 met Agnes van Mirlaer. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Herberen van Arkel van Heukelom.
Otto Herbarensz van Heuckelom, geb. ± 1300, ovl. voor 3 mei 1384.
Heer van Acquoy 1333-1359. Hij stond in 1333 onder voogdij van zijn oom Otto, heer van Asperen, daarna van zijn stiefvader. Hij werd 28 Mei 1353 beleend met 6 morgen in het gericht van Beeds en werd op 11 Nov 1363 door Otto, heer van Arkel, beleend met tienden te Borchmalsen en Buurmalsen. Op 1 Sep 1365 wordt hij vermeld als ridder en op 30 Jun 1369 als leenman van de vrouwe van Valkenburg. Godevaert van Loon, heer van Heijnsberg, verkocht hem op 15 Aug 1371 de heerlijkheid Acquoy. Hij zegeldeop 1 Mrt 1381 met de Arkelfiguur en een mereltje in het schildhoofd.
2) Laurens Herbaren van Heuckelom, geb. voor 1306, ovl. na 1339.
"Laurentius, filius Herberti de Hoeclem", Vermeld 1329 en 1339, gegoed te Roemde bij Acquoy, leenman van Voorne, liet het ambacht Kijfhoek bedijken.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Laurens*1300  †1339  39



Bronnen:
1.De oudste generaties van Herlaer (B 036), Type: boek, Schrijver: N.L. van Dinther, Uitgegeven: 2020 (blz. 19)
2.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Type: boek, Schrijver: Dr. A.W.E. Dek, Uitgever: Europese Bibliotheek, Plaats: Zaltbommel, Uitgegeven: 1969 (blz. 22)

Jan Vincenten
Jan Vincenten, ovl. op 5 mrt 1626.

tr. voor 30 apr 1589
met

Fijtgen Maertensdr, dr. van Maerten Pietersz ter Bregge en Aeltge Cornelisdr, ovl. voor 31 aug 1602.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertjen*1585     


Fijtgen Maertensdr
Fijtgen Maertensdr, ovl. voor 31 aug 1602.

tr. voor 30 apr 1589
met

Jan Vincenten, ovl. op 5 mrt 1626.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertjen*1585     


Maerten Pietersz ter Bregge
Maerten Pietersz ter Bregge.

tr.
met

Aeltge Cornelisdr.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fijtgen  †1602   


Aeltge Cornelisdr
Aeltge Cornelisdr.

tr.
met

Maerten Pietersz ter Bregge.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fijtgen  †1602   


Jan Floris
Jan Floris.

Jan Floris.
Eigenaar van land in Langeweide vanaf 1536.
Het land was in 1599 in bezit van Floris Jansz, vermoedelijk zijn zoon.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Floris*1525  †1606  80


Jan Wit Ver Lizebeth
Jan Wit Ver Lizebeth.



Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196

Costijn Heerman
Costijn Heerman.



Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196

Aelwijn Heerman
Aelwijn Heerman.



Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196