Cees Hagenbeek
Johan Hillen Stevenss Vonck
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Johan Hillen Stevenss Vonck.

Johan Hillen Stevenss Vonck.
Johan Hillen Stevenss Vonck, buurmeester van Meerten 1457 en 1466, in 1453 leenman der Abdij van St. Paulus.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck     


Maria de Bruyn
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Maria de Bruyn1.

tr.
met

Dirck Pelgrumss Vonck1, zn. van Dirck Vonck van Lienden en Johanna Pelgromsdr de Kemp.

Dirck Pelgrumss Vonck.
Vermeld te Rhenen 1564-1573, procedeerde over jachtrecht 1574.


Bronnen:

1.CBG, Type: Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 125)

Dirck Pelgrumss Vonck
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Dirck Pelgrumss Vonck1.

Dirck Pelgrumss Vonck.
Vermeld te Rhenen 1564-1573, procedeerde over jachtrecht 1574.

tr.
met

Maria de Bruyn1, dr. van Dirck de Bruyn en Christina Lijsters.


Bronnen:

1.CBG, Type: Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 125)
2.Gens Nostra, datum: van 1946 tot 1995, plaats: Amsterdam, veld 1: Maandblad Jrg 80, nr.5 , sep 2025, veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging (GN) (blz/akte 106)

Boet Martijn Hendrik van der Linde
Boet Martijn Hendrik van der Linde, geb. op 28 aug 2025.

  • Vader:
    Frederik van der Linde, geb. op 11 mrt 1988, Sales Manager UK & Ireland, Damen Shipyards |, tr. met
 


Frederik van der Linde
 
Frederik van der Linde, geb. op 11 mrt 1988, Sales Manager UK & Ireland, Damen Shipyards |.

tr.
met

.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Boet*2025     
Yibbi*2023     


Yibbi Saskia Eveline van der Linde
Yibbi Saskia Eveline van der Linde, geb. op 4 jun 2023.

  • Vader:
    Frederik van der Linde, geb. op 11 mrt 1988, Sales Manager UK & Ireland, Damen Shipyards |, tr. met
 


Marloes van der Graaf
 
Marloes van der Graaf, geb. in 1989, Supply Chain Lead Bio-Energy, EMEA.

relatie
met

.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cato*2024     


Cato Irene Bekke van der Graaf
Cato Irene Bekke van der Graaf, geb. op 26 feb 2024.

 


Gerrit Schimmelpenninck
Gerrit Schimmelpenninck, geb. te Zutphen circa 1465.

tr. te Zutphen circa 1497
met

Elisabeth van Barmentlo van Hachmeulen, geb. te Zutphen in 1475.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mechtild     


Elisabeth van Barmentlo van Hachmeulen
Elisabeth van Barmentlo van Hachmeulen, geb. te Zutphen in 1475.

tr. te Zutphen circa 1497
met

Gerrit Schimmelpenninck, zn. van Gerrit Schimmelpenninck en Mechteld , geb. te Zutphen circa 1465.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mechtild     


Gerrit Schimmelpenninck
Gerrit Schimmelpenninck, geb. te Zutphen circa 1436.

tr.
met

Mechteld .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1465 Zutphen    


Mechteld
Mechteld .

tr.
met

Gerrit Schimmelpenninck, geb. te Zutphen circa 1436.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1465 Zutphen    


Alijt Neede de Campe
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Alijt Vrouwe Neede de Campe.

tr. te Zutphen circa 1517
met

Johan van Barmentlo, geb. te Neede circa 1496, ovl. in 1525, tr. (1) met NN van Bronckhorst. Uit dit huwelijk een dochter.

Johan van Barmentlo.
Johan kocht in 1518 in Zutphen een huis aan de Schupstoel.

De Van Barmentloo's werden als eigenaar van Huize de Kamp opgevolgd door de familie Gansneb, genaamd Tengnagel.

Johan is omstreeks 1496 gedoopt in Neede.

In 1506 was de familie bijna uitgestorven. Alle huidige leden van de familie Barmentloo stammen af van één ( 1) persoon: Jan Barm'tlo, Barmentloo.

Hij kwam vanuit Neede en na betaling liet hij zich in schrijven als burger van de stad Zutphen.

(Burgerboek van Zutphen, 9 december 1518, waaruit blijkt dat Johan van Barm’tloe, burger is geworden tegen betaling van de volle Jura). Dit betekent dat hij van buiten de stad kwam. (Neede, de Campe?).

Hiermede kwam een einde aan een periode van 300 jaar, waarin familie leden een relatief hoge positie hadden in het openbare leven binnen de bisdommen van Munster en Utrecht.

Hierna waren ze lange tijd actief als houtbewerkers: Kuipers, Hoepelmakers, en agrariers.

Ook zijn leden als kuiper en hoepelmaker vanuit het Geldersche vetrokken naar het westen van het Land. Zij vestigden zich omstreeks 1600 in de omgeving van Loosdrecht.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Andries*1517 Zutphen    
Barent     


Andries van Barmentloe
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Jhr. Andries van Barmentloe, geb. te Zutphen in aug 1517.


Barent van Barmentlo
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Barent van Barmentlo.


Anna Catharina Hoff
Anna Catharina Hoff, geb. te Leeuwarden op 11 nov 1814, 29 april 1877, ovl. te Utrecht.

tr. te Oirschot op 28 jul 1837
met

George Willem Vreede1, zn. van Paulus Vreede en Francoise Charlotte von Abel, geb. te Tilburg op 14 apr 1809, Advocaat, Historicus, Rechtshistoricus en Hoogleraar in het staatsrecht en het volkenrecht te Utrech, ovl. te Utrecht op 29 jun 1880.

George Willem Vreede.
Hij was de kleinzoon van de patriottenvoorman Pieter Vreede.

Levensloop Vreede, telg uit het geslacht Vreede, bezocht vanaf 1821 het gymnasium te Leiden. Hij liet zich in 1825 inschrijven als student in de rechtsgeleerdheid in Gent en in 1827 in Leuven, waar hij in 1830 doctoraalexamen deed. Na de Belgische Revolutie keerde hij terug en promoveerde op 25 maart 1831 cum laude in Leiden op een proefschrift over de historische ontwikkeling van de vrijheid van de Engelsen.

Hij vestigde zich als advocaat, eerst te Den Haag, waar zijn praktijk niet goed liep, en later te Gorinchem. Op 28 juni 1837 trouwde hij in Oirschot met Anna Catharina Hoff. Zij kregen negen kinderen, van wie Albert Cornelis Vreede een bekend Indoloog werd.

In 1841 werd hij benoemd tot hoogleraar te Utrecht, als opvolger van J.M.A. Birnbaum. Op 29 maart aanvaardde hij zijn ambt met een inaugurele rede over de verdiensten van de 17e-eeuwse hoogleraar Antonius Matthaeus II ten aanzien van het strafrecht. Vreede schreef een aantal meerdelige werken over de rechtsgeschiedenis en de geschiedenis van de diplomatie, zowel in het Frans als in het Nederlands. Tot zijn verbittering werd hij in 1879, na bijna 40 jaar, door de Utrechtse universiteit met emeritaat gestuurd. Een jaar later stierf hij. Nicolaas Beets sprak de grafrede uit. Zijn vrouw Anna overleefde hem.

Waardering Centraal in Vreedes historisch werk stond zijn opvatting dat geschiedenis nuttig moest zijn en dat men diende te leren van in het verleden gemaakte fouten. Zijn tijdgenoot Conrad Busken Huet oordeelde dat Vreede "een vernis van alledaagschheid" streek over het verleden: "niet de menschen van weleer leven voor ons bij hem, maar alleen de geleerde utrechtsche professor die een dik boek over hen schreef"[1]. Als hoogleraar was hij geliefd omdat hij hard werkte en op charismatische manier college gaf. Er was echter ook kritiek omdat men vond dat hij zich meer liet leiden door emoties dan door wetenschappelijke methode.

Ook op politiek gebied was Vreede actief. Hij verzette zich met felheid tegen de politiek van Koning Willem I. Ook de ideeën van Thorbecke, die in Gent zijn hoogleraar was geweest, heeft hij later hartstochtelijk bestreden, echter zonder dat hij een voet aan de grond kreeg.

Werken (selectie) De origine atque incrementis libertatis Anglorum. Dissertatie Leiden, 1831. Nederland en Zweden in staatkundige betrekking (1523-1611). Utrecht, 1841-1844. De regeering en de natie sedert 1672 tot 1795. Amsterdam, 1845. Bijdrage tot de geschiedenis der Omwenteling van 1795 tot 1798. Amsterdam, 1847-1851 (2 delen). Inleiding tot eene geschiedenis der Nederlandsche diplomatie. Utrecht, 1850-1865 (5 delen). Geschiedenis der Diplomatie van de Bataafsche Republiek. Utrecht, 1863-1865 (2 delen). Frederika Sophia Wilhelmina en L.P. van de Spiegel. Utrecht, 1868. Voorouderlijke wijsheid in hagchelijke tijden. Utrecht, 1872. Mr. Laurens Pieter van de Spiegel en zijne tijdgenooten, 1737-1800. Middelburg, 1874-1877, (4 delen). La Souabie, après la paix de Bâle. Recueil de documents diplomatiques et parlementaires. Utrecht, 1879. Levensschets van G.W. Vreede, naar zijn eigen handschrift uitgegeven. Leiden, 1883.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Albert*1840 Gorinchem †1908 Leiden 68



Bronnen:
1.Radicale Democratie, Uitgegeven: 2025, Plaats: Amsterdam, Type: Pieter Vreede en de Nederlandse Revolutie, Schrijver: Dr. Dirk Alkemade, Uitgever: Boom Uitgevers, ISBN nummer: 978 90 2447 244 4 (B 077) (blz. 25)

Albert Cornelis Vreede
Prof.dr. Albert Cornelis Vreede, geb. te Gorinchem op 29 jan 1840, ovl. te Leiden op 20 aug 1908, begr. te Leiden op 24 aug 1908.

Prof.dr. Albert Cornelis Vreede.
Docent in de Javaanse taal aan het Oost Indisch Instituut te Leiden (1882); hoogleraar (1883, 1906).

Vreede, telg uit het geslacht Vreede, werd in 1857 ingeschreven voor een studie rechten aan de Universiteit van Utrecht. Hij verving de propedeutische fase echter voor het kandidaatsexamen in de letteren dat hij in 1859 volbracht. Hij zou volgens planning daarna doorgaan met de studie rechten, maar in plaats daarvan richtte hij zich op de natuurkunde en later op medicijnen. In 1861 vertrok hij naar Nederlands-Indië. Daar ging hij aan het werk in een suikerfabriek op Oost-Java. Hier leerde hij het Madoerees, een op Madoera en Oost-Java gesproken taal. Tijdens zijn verblijf liep Vreede malaria op en moest hij terugkeren naar Nederland, waar hij in 1868 aankwam. Het jaar erop begon hij aan de Indische inrichting in Delft aan een opleiding. Hij legde aldaar in 1870 met goed gevolg het ambtenaarsexamen af. Hij wilde terugkeren naar Nederlands-Indië maar dit werd hem afgeraden. In plaats daarvan werd hij in 1870 als privaatdocent Javaans aangesteld aan de Rijksinstelling van Onderwijs in Indische Taal- en Letterkunde.

In 1872 trouwde hij met Cornelia Boot. Niet veel later werd zijn werk Handleiding tot de beoefening der Madoereesche taal gepubliceerd. Het eerste deel verscheen in 1874 en het tweede deel in 1875. In 1877 volgde zijn benoeming tot hoogleraar Javaanse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Leiden. De Indische vakken aan de Rijksinstelling van Onderwijs in Indische Taal- en Letterkunde waren daarheen overgeheveld. Zijn oratie was getiteld De beoefening der Javaansche taal aan de Rijksinstellingen van Indisch onderwijs, als grondslag voor de studie dier taal aan de Rijksuniversiteit.

Tijdens het collegejaar 1896-1897 vervulde hij de functie van rector magnificus. Als rector sprak hij de rede De oorspronklijke en figuurlijke beteekenissen der Javaansche woorden uit. In 1892 ontving hij een eredoctoraat van de Leidschen Senaat en in 1903 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ook was hij ridder in de Orde van de Poolster. Hij kwam op 20 augustus 1908 in Leiden te overlijden.

Albert Cornelis Vreede werd geboren op 29 januari 1840 als zoon van de in Gorinchem gevestigde advocaat en latere hoogleraar staats- en volkenrecht prof. mr. George Willem Vreede (1809-1880) en Anna Catharina Hoff (1818-1877), in een familie van Tilburgse lakenfabrikanten. Hij trouwde in 1872 met Cornelia Boot (1851-1878), dochter van politicus Cornelis Boot, met wie hij drie kinderen kreeg. In 1882 hertrouwde hij met Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee (1856-1943); met haar kreeg hij een zoon.

  • Moeder:
    Anna Catharina Hoff, geb. te Leeuwarden op 11 nov 1814, 29 april 1877, ovl. te Utrecht.

tr. (1) te Den Haag op 4 apr 1872
met

Cornelia Boot.

tr. (2) te Rotterdam op 6 jul 1882
met

Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee, geb. te Rotterdam op 2 dec 1856, ovl. te Leiden op 6 mrt 1943, begr. te Leiden op 11 mrt 1943.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mattheus*1883 Leiden    



Bronnen:
1.Radicale Democratie, Uitgegeven: 2025, Plaats: Amsterdam, Type: Pieter Vreede en de Nederlandse Revolutie, Schrijver: Dr. Dirk Alkemade, Uitgever: Boom Uitgevers, ISBN nummer: 978 90 2447 244 4 (B 077) (blz. 25)

Cornelia Boot
Cornelia Boot.

tr. te Den Haag op 4 apr 1872
met

Prof.dr. Albert Cornelis Vreede, zn. van George Willem Vreede (Advocaat, Historicus, Rechtshistoricus en Hoogleraar in het staatsrecht en het volkenrecht te Utrech) en Anna Catharina Hoff (29 april 1877), geb. te Gorinchem op 29 jan 1840, ovl. te Leiden op 20 aug 1908, begr. te Leiden op 24 aug 1908, tr. (2) met Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee. Uit dit huwelijk een zoon.

Prof.dr. Albert Cornelis Vreede.
Docent in de Javaanse taal aan het Oost Indisch Instituut te Leiden (1882); hoogleraar (1883, 1906).

Vreede, telg uit het geslacht Vreede, werd in 1857 ingeschreven voor een studie rechten aan de Universiteit van Utrecht. Hij verving de propedeutische fase echter voor het kandidaatsexamen in de letteren dat hij in 1859 volbracht. Hij zou volgens planning daarna doorgaan met de studie rechten, maar in plaats daarvan richtte hij zich op de natuurkunde en later op medicijnen. In 1861 vertrok hij naar Nederlands-Indië. Daar ging hij aan het werk in een suikerfabriek op Oost-Java. Hier leerde hij het Madoerees, een op Madoera en Oost-Java gesproken taal. Tijdens zijn verblijf liep Vreede malaria op en moest hij terugkeren naar Nederland, waar hij in 1868 aankwam. Het jaar erop begon hij aan de Indische inrichting in Delft aan een opleiding. Hij legde aldaar in 1870 met goed gevolg het ambtenaarsexamen af. Hij wilde terugkeren naar Nederlands-Indië maar dit werd hem afgeraden. In plaats daarvan werd hij in 1870 als privaatdocent Javaans aangesteld aan de Rijksinstelling van Onderwijs in Indische Taal- en Letterkunde.

In 1872 trouwde hij met Cornelia Boot. Niet veel later werd zijn werk Handleiding tot de beoefening der Madoereesche taal gepubliceerd. Het eerste deel verscheen in 1874 en het tweede deel in 1875. In 1877 volgde zijn benoeming tot hoogleraar Javaanse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Leiden. De Indische vakken aan de Rijksinstelling van Onderwijs in Indische Taal- en Letterkunde waren daarheen overgeheveld. Zijn oratie was getiteld De beoefening der Javaansche taal aan de Rijksinstellingen van Indisch onderwijs, als grondslag voor de studie dier taal aan de Rijksuniversiteit.

Tijdens het collegejaar 1896-1897 vervulde hij de functie van rector magnificus. Als rector sprak hij de rede De oorspronklijke en figuurlijke beteekenissen der Javaansche woorden uit. In 1892 ontving hij een eredoctoraat van de Leidschen Senaat en in 1903 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ook was hij ridder in de Orde van de Poolster. Hij kwam op 20 augustus 1908 in Leiden te overlijden.

Albert Cornelis Vreede werd geboren op 29 januari 1840 als zoon van de in Gorinchem gevestigde advocaat en latere hoogleraar staats- en volkenrecht prof. mr. George Willem Vreede (1809-1880) en Anna Catharina Hoff (1818-1877), in een familie van Tilburgse lakenfabrikanten. Hij trouwde in 1872 met Cornelia Boot (1851-1878), dochter van politicus Cornelis Boot, met wie hij drie kinderen kreeg. In 1882 hertrouwde hij met Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee (1856-1943); met haar kreeg hij een zoon.


Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee
Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee, geb. te Rotterdam op 2 dec 1856, ovl. te Leiden op 6 mrt 1943, begr. te Leiden op 11 mrt 1943.

tr. te Rotterdam op 6 jul 1882
met

Prof.dr. Albert Cornelis Vreede, zn. van George Willem Vreede (Advocaat, Historicus, Rechtshistoricus en Hoogleraar in het staatsrecht en het volkenrecht te Utrech) en Anna Catharina Hoff (29 april 1877), geb. te Gorinchem op 29 jan 1840, ovl. te Leiden op 20 aug 1908, begr. te Leiden op 24 aug 1908, tr. (1) met Cornelia Boot. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Prof.dr. Albert Cornelis Vreede.
Docent in de Javaanse taal aan het Oost Indisch Instituut te Leiden (1882); hoogleraar (1883, 1906).

Vreede, telg uit het geslacht Vreede, werd in 1857 ingeschreven voor een studie rechten aan de Universiteit van Utrecht. Hij verving de propedeutische fase echter voor het kandidaatsexamen in de letteren dat hij in 1859 volbracht. Hij zou volgens planning daarna doorgaan met de studie rechten, maar in plaats daarvan richtte hij zich op de natuurkunde en later op medicijnen. In 1861 vertrok hij naar Nederlands-Indië. Daar ging hij aan het werk in een suikerfabriek op Oost-Java. Hier leerde hij het Madoerees, een op Madoera en Oost-Java gesproken taal. Tijdens zijn verblijf liep Vreede malaria op en moest hij terugkeren naar Nederland, waar hij in 1868 aankwam. Het jaar erop begon hij aan de Indische inrichting in Delft aan een opleiding. Hij legde aldaar in 1870 met goed gevolg het ambtenaarsexamen af. Hij wilde terugkeren naar Nederlands-Indië maar dit werd hem afgeraden. In plaats daarvan werd hij in 1870 als privaatdocent Javaans aangesteld aan de Rijksinstelling van Onderwijs in Indische Taal- en Letterkunde.

In 1872 trouwde hij met Cornelia Boot. Niet veel later werd zijn werk Handleiding tot de beoefening der Madoereesche taal gepubliceerd. Het eerste deel verscheen in 1874 en het tweede deel in 1875. In 1877 volgde zijn benoeming tot hoogleraar Javaanse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Leiden. De Indische vakken aan de Rijksinstelling van Onderwijs in Indische Taal- en Letterkunde waren daarheen overgeheveld. Zijn oratie was getiteld De beoefening der Javaansche taal aan de Rijksinstellingen van Indisch onderwijs, als grondslag voor de studie dier taal aan de Rijksuniversiteit.

Tijdens het collegejaar 1896-1897 vervulde hij de functie van rector magnificus. Als rector sprak hij de rede De oorspronklijke en figuurlijke beteekenissen der Javaansche woorden uit. In 1892 ontving hij een eredoctoraat van de Leidschen Senaat en in 1903 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ook was hij ridder in de Orde van de Poolster. Hij kwam op 20 augustus 1908 in Leiden te overlijden.

Albert Cornelis Vreede werd geboren op 29 januari 1840 als zoon van de in Gorinchem gevestigde advocaat en latere hoogleraar staats- en volkenrecht prof. mr. George Willem Vreede (1809-1880) en Anna Catharina Hoff (1818-1877), in een familie van Tilburgse lakenfabrikanten. Hij trouwde in 1872 met Cornelia Boot (1851-1878), dochter van politicus Cornelis Boot, met wie hij drie kinderen kreeg. In 1882 hertrouwde hij met Johanna Geertruida Adriana van Oosterzee (1856-1943); met haar kreeg hij een zoon.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mattheus*1883 Leiden    


Mattheus Henricus Cornelis Vreede
Ir. Mattheus Henricus Cornelis Vreede, geb. te Leiden op 30 mei 1883, Ingenieur; algemeen vertegenwoordiger petroleummij (1933).

  • Vader:
    Prof.dr. Albert Cornelis Vreede, zn. van George Willem Vreede (Advocaat, Historicus, Rechtshistoricus en Hoogleraar in het staatsrecht en het volkenrecht te Utrech) en Anna Catharina Hoff (29 april 1877), geb. te Gorinchem op 29 jan 1840, ovl. te Leiden op 20 aug 1908, begr. te Leiden op 24 aug 1908, tr. (1) met Cornelia Boot. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) te Rotterdam op 6 jul 1882 met

tr. te Vrijenban op 1 dec 1908
met

Johanna Henrietta Everts, geb. te Groningen op 29 aug 1888, ovl. te Zeist op 3 aug 1971.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Albert*1909 Amsterdam