Andries van der Veken
Andries van der Veken, geb. in 1387, ovl. in 1430.
tr.
met
NN Leengoed.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joos | *1412 | | | | | 1 | 2 |
Bronnen:
NN Leengoed
NN Leengoed.
tr.
met
Andries van der Veken, zn. van Willem Godevaertsz van der Veken en Agnes Godevaerts van den Assche, geb. in 1387, ovl. in 1430.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joos | *1412 | | | | | 1 | 2 |
tr. in 1365
met
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
Bronnen:
tr. in 1365
met
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
Bronnen:
tr. (1)
met
Griet .
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Agnes | *1350 | | | | | 1 | 3 |
Griet
Griet .
tr.
met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Agnes | *1350 | | | | | 1 | 3 |
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Nicolas | | | | | | 1 | 1 |
Christiaen van Obberge
Christiaen van Obberge, geb. circa 1450, ovl. circa 1508.
tr.
met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joannes | *1485 | Meise [België] | †1540 | Grimbergen [België] | 55 | 1 | 1 |
tr.
met
Christiaen van Obberge, zn. van Daneel van Obberge en Beatrijs de Houwere, geb. circa 1450, ovl. circa 1508.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Joannes | *1485 | Meise [België] | †1540 | Grimbergen [België] | 55 | 1 | 1 |
Daneel van Obberge
Daneel van Obberge, geb. circa 1415, ovl. circa 1481.
tr.
met
Beatrijs de Houwere, dr. van Merten de Houwere en Margriete van Beverhout.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Christiaen | *1450 | | †1508 | | 58 | 1 | 1 |
Beatrijs de Houwere
Beatrijs de Houwere.
tr.
met
Daneel van Obberge, geb. circa 1415, ovl. circa 1481.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Christiaen | *1450 | | †1508 | | 58 | 1 | 1 |
Merten de Houwere
Merten de Houwere.
tr.
met
Margriete van Beverhout.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Beatrijs | | | | | | 1 | 1 |
Margriete van Beverhout
Margriete van Beverhout.
tr.
met
Merten de Houwere.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Beatrijs | | | | | | 1 | 1 |
Cornelis van den Nieuwenhove
Cornelis van den Nieuwenhove, ovl. voor dec 1541.
tr. Brussel [België] op 17 sep 1530
met
Pieter 's Beer
| |
Pieter 's Beer, geb. na 1389, Grootbaljuw van Kortrijk. |
tr. voor 1422
met
Agnes van den Schrieck.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | *1450 | Grimbergen [België] | †1462 | | 12 | 1 | 1 |
Agnes van den Schrieck
Agnes van den Schrieck.
tr. voor 1422
met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | *1450 | Grimbergen [België] | †1462 | | 12 | 1 | 1 |
Jansz de Beer
| |
mr. Jansz de Beer, geb. Lendelede [België] in 1425, ovl. Gent [België] op 28 jun 1495. |
mr. Jansz de Beer.
Secretaris van hertog Karel de Stoute, zegelbewaarder, griffier van de Raad van Vlaanderen, Heer van Grammene & Lendelede, Hemride, Merckem, 't Halewijnse.
Heer van Merckem, Grammene, Lendelede, secretaris en toehoorder van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië de Baenst, fillia Guy, zijn wyf, die acht jaren ghehuwet sijnde starf in haer 21 jaer den 27 november 1483..
secretaris en toehoorder van Charles le Bold, hertog van Bourgondië Hier licht meestere Jan de Beer, secretaris ende audencier ons gheduchs heere, shertoghe van Bourgoigne, eraut van Vlaenderen, obiit 1495 de 28 wedemaent, ende joncvrauw Margriete de Baenst, fillia Guyf, zijn wyf , die acht jaren ghehuwet sijnde starf in haer 21 jaer den 27 november 1483 ..
Tussen het einde van de 15de en het einde van de 18de eeuw was de baronie van Meulebeke in het bezit van de familie de Beer. Jan de Beer, zegelbewaarder van hertog Karel de Stoute, was de eerste. De familie leefde in het kasteel van Ter Borcht. Hierdoor komt het ook dat Meulebeke een beer in zijn wapenschild heeft. Op het einde van de 15de eeuw komt de heerlijkheid in het bezit van het geslacht de Beer door huwelijk van Cornelia Veyse, dochter van Isabella Van der Douve en haar eerste echtgenoot Jan Veyse, met Jan de Beer. Deze is eerste secretaris van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, zegelbewaarder, griffier van de Raad van Vlaanderen en tevens heer van onder meer Merkem, Grammene en Lendelede. Zijn zoon Filips kan in 1515 de heerlijkheid definitief kopen van Joos Veyse, oom van Cornelia Veyse. De familie de Beer blijft bezitter van de heerlijkheid Meulebeke tot het einde van de 18de eeuw en zal een belangrijke stempel op de Meulebeekse geschiedenis drukken, zie onder meer het familiewapen dat in het gemeentewapen is opgenomen. In de middeleeuwen doet het hof Ter Borcht vooral dienst als buitenverblijf. De staat van goed van Charles de Beer († 1578) maakt melding van het "huys van playsantie upde mote vande heerlichede van Muelebeke ommebracht ende besloten met een walbrugghe". De kelders van het kasteel bevatten onder meer een "bottelrie", een keuken, een kleine bakkerij en kuipen om vlees te bewaren. Op het gelijkvloers bevinden zich onder meer een "salette" behangen met "tapitserie", een "garderobe" en "contoir". Op de verdieping zijn er verscheidene slaapkamers met ledikanten voorzien van "behancxsel [...] ghesteken ende gewrocht metter naelde [...]", een "cnechtencamer" en zolders. In 1580 komt Jan de Beer, woonachtig te Brugge waar hij schepen en korte tijd burgemeester is, zich in Meulebeke vestigen.
"Stads rekening van t' jaar 1475 getuigd daarvan en waar stads middelen anders op hoog bevel ook toe gebezigd werden, als men leest Achilles der Stede Clerck van dat hij bij Mevrouwe van der Veere gezonde was te Brugge om aldair te presenteren Meester Jan de Beer tot zynre brulocht met Guydo Baenst dochter , een vergulde..." dans Eenige Zeeuwsoudheden, uit echte stukken opgeheld en in het licht gebragt. p 36, 1790 par Jacobus Ermenius. "CHARLES, hertog van Bourgoingne, aan de stad Aern(em). Verzoek om zijn secretaris meester JEHAN DE VEERE ( lire de Beer) ter gelegenheid van diens huwelijk met MARGUERITE, dochter van GUY DE BAENST, raad en rentmeester van Zellande, alle eer te willen betuigen. date le 12 juillet en notre ville de Bruges, 1475." Charles duc de Bourgogne a la ville de Arnhem, demende de rendre hommage à son secrétaire Jehan de Veere (lire de Beer) à l'occasion de son mariage avec Marguerite fille de Guy de Baenst, conseiller et trésorier de Zélande. (source Archieven.nl).
Geschiedenis van de gemmenten der provinvie oost-vlaanderen door Frans de Potter en Jan Broeckaert ; Pagina 5/11.
"... Te rekenen van het laatste der XVe eeuw vinden wij Grammene in het bezit der edele familie De Beer. Jan de Beer, ridder, heer van Grammene, Lendelede, 't Halewijnsche, Hemsrode, Vossenhole, enz, zoon van Andries de Beer en van eene dochter Van de Woestijne, was secretaris van Karel den Stoute, griffier der raadskamer van Vlaanderen, en een der commissarissen, aangesteld door de drie Staten van Vlaanderen, om met Maximiliaan, koning der Romeinen, over den vrede te handelen, die den 30 October 1489 gesloten werd. Hij trad in den echt : 1e met Margareta de Baenst, die in 1483 kinderloos overleed, en 2´ met Cornelia Veyse, vrouw van Nieuwkerke en Meulebeke, die hem vijf zonen en twee dochters schonk. Hij ontsliep den 28 Juni 1495, en werd in het koor der Predikheerenkerk,te Gent, naast zijne eerste echtgenoote ter aarde besteld (*). Zijne weduwe stierf den 8 December 1532.
(*) "Hier licht meestere Jan de Beer, secretaris ende audencier ons geduchs heere, shertoghen van Bourgoigne [Charles le Hardi, duc de Bourgogne], ende grave van Vlaenderen, die starf in jaer 1495 den 28en dach van Wedemaent. Ende jonevrauwe Margriete de Baenst, fillia Guy, svoorseyts meester Jan wijf was, die, acht jaren ghehuwt sijnde, starf in haer 21 jaer den 27 november 1483.".
In 1433 eerste vermelding van de "muelene ter borch" die bij het kasteel hoort en gelegen is ten noorden ervan, op de hoek van de huidige Veldstraat en Spoorweglaan. Op het einde van de 15de eeuw komt de heerlijkheid in het bezit van het geslacht de Beer door huwelijk van Cornelia Veyse, dochter van Isabella Van der Douve en haar eerste echtgenoot Jan Veyse, met Jan de Beer. Deze is eerste secretaris van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, zegelbewaarder, griffier van de Raad van Vlaanderen en tevens heer van onder meer Merkem, Grammene en Lendelede. Zijn zoon Filips kan in 1515 de heerlijkheid definitief kopen van Joos Veyse, oom van Cornelia Veyse. De familie de Beer blijft bezitter van de heerlijkheid Meulebeke tot het einde van de 18de eeuw en zal een belangrijke stempel op de Meulebeekse geschiedenis drukken, zie onder meer het familiewapen dat in het gemeentewapen is opgenomen. In de middeleeuwen doet het hof Ter Borcht vooral dienst als buitenverblijf. De staat van goed van Charles de Beer († 1578) maakt melding van het "huys van playsantie upde mote vande heerlichede van Muelebeke ommebracht ende besloten met een walbrugghe". De kelders van het kasteel bevatten onder meer een "bottelrie", een keuken, een kleine bakkerij en kuipen om vlees te bewaren. Op het gelijkvloers bevinden zich onder meer een "salette" behangen met "tapitserie", een "garderobe" en "contoir". Op de verdieping zijn er verscheidene slaapkamers met ledikanten voorzien van "behancxsel [...] ghesteken ende gewrocht metter naelde [...]", een "cnechtencamer" en zolders. In 1580 komt Jan de Beer, woonachtig te Brugge waar hij schepen en korte tijd burgemeester is, zich in Meulebeke vestigen.
Hij droeg de meestertitel. Enig bewijs aangaande universitaire studies kon niet worden teruggevonden; een Johannes de Beer de Gandavo was ingeschreven aan de Leuvense universiteit, maar wel pas in 1507.
Carrière vóór griffiersfunctie: Jan de Beere was grafelijk secretaris onder Karel de Stoute en Maria van Bourgondië. Hij was voor een uiterst korte periode, van 20 tot 24 maart 1477, tevens audiëncier: hij volgde hierin Jean III Gros op en werd zelf opgevolgd door Anthoine de Halewyn op 26 maart 1477. Voor deze korte periode heeft hij toch een rekening ingediend .
Hij behoorde net als Jan Wielant* tot de groep secretarissen die, zij het minder frequent, werden opgeroepen om op te treden als commissarissen voor wetsvernieuwingen.
- Griffier van de Raad van Vlaanderen: Het griffierschap van de Beere kadert in de opstand die in Vlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder werd gevoerd tegen Maximiliaan van Oostenrijk. Hij verving vaste griffier Joris Baert* ? met uitzondering van een korte onderbreking tussen 1483 en 1485 in dienst sedert januari 1464 ? gedurende het verblijf van de instelling te Gent tot aan de Vrede van Tours (1490). Jan de Beere was overigens één van de commissarissen die door de Staten van Vlaanderen waren aangesteld om over het conflict te onderhandelen.
De uiterste data van zijn ambtstermijn waren mei 1488 tot januari 1490, toen de justitieraad zijn intrek nam in residentiestad Dendermonde. Hij legde bij de Rekenkamer een rekening neer van zijn activiteiten, waaronder ook de ontvangst van de zegelrechten, die liep tot 8 december 1489205 . De continuïteit van de dienst werd tijdens die periode verzekerd door notaris Ywein van Vaernewyc*, die vanaf 1482 die functie vervulde en die voorheen al lange tijd als klerk had gewerkt.
Carrière na griffiersfunctie: Vanaf het voorjaar van 1490 zette hij zijn carrière als secretaris gewoon verder. Vijf jaar later overleed hij.
tr.
met
Cornelia Veyse, dr. van Jan de Rechtvaardige Veyse en Isabelle de la Douve, geb. in 1468, ovl. in 1532.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | *1389 | | | | | 1 | 1 |
Cornelia Veyse
Cornelia Veyse, geb. in 1468, ovl. in 1532.
tr.
met
mr. Jansz de Beer.
Secretaris van hertog Karel de Stoute, zegelbewaarder, griffier van de Raad van Vlaanderen, Heer van Grammene & Lendelede, Hemride, Merckem, 't Halewijnse.
Heer van Merckem, Grammene, Lendelede, secretaris en toehoorder van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië de Baenst, fillia Guy, zijn wyf, die acht jaren ghehuwet sijnde starf in haer 21 jaer den 27 november 1483..
secretaris en toehoorder van Charles le Bold, hertog van Bourgondië Hier licht meestere Jan de Beer, secretaris ende audencier ons gheduchs heere, shertoghe van Bourgoigne, eraut van Vlaenderen, obiit 1495 de 28 wedemaent, ende joncvrauw Margriete de Baenst, fillia Guyf, zijn wyf , die acht jaren ghehuwet sijnde starf in haer 21 jaer den 27 november 1483 ..
Tussen het einde van de 15de en het einde van de 18de eeuw was de baronie van Meulebeke in het bezit van de familie de Beer. Jan de Beer, zegelbewaarder van hertog Karel de Stoute, was de eerste. De familie leefde in het kasteel van Ter Borcht. Hierdoor komt het ook dat Meulebeke een beer in zijn wapenschild heeft. Op het einde van de 15de eeuw komt de heerlijkheid in het bezit van het geslacht de Beer door huwelijk van Cornelia Veyse, dochter van Isabella Van der Douve en haar eerste echtgenoot Jan Veyse, met Jan de Beer. Deze is eerste secretaris van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, zegelbewaarder, griffier van de Raad van Vlaanderen en tevens heer van onder meer Merkem, Grammene en Lendelede. Zijn zoon Filips kan in 1515 de heerlijkheid definitief kopen van Joos Veyse, oom van Cornelia Veyse. De familie de Beer blijft bezitter van de heerlijkheid Meulebeke tot het einde van de 18de eeuw en zal een belangrijke stempel op de Meulebeekse geschiedenis drukken, zie onder meer het familiewapen dat in het gemeentewapen is opgenomen. In de middeleeuwen doet het hof Ter Borcht vooral dienst als buitenverblijf. De staat van goed van Charles de Beer († 1578) maakt melding van het "huys van playsantie upde mote vande heerlichede van Muelebeke ommebracht ende besloten met een walbrugghe". De kelders van het kasteel bevatten onder meer een "bottelrie", een keuken, een kleine bakkerij en kuipen om vlees te bewaren. Op het gelijkvloers bevinden zich onder meer een "salette" behangen met "tapitserie", een "garderobe" en "contoir". Op de verdieping zijn er verscheidene slaapkamers met ledikanten voorzien van "behancxsel [...] ghesteken ende gewrocht metter naelde [...]", een "cnechtencamer" en zolders. In 1580 komt Jan de Beer, woonachtig te Brugge waar hij schepen en korte tijd burgemeester is, zich in Meulebeke vestigen.
"Stads rekening van t' jaar 1475 getuigd daarvan en waar stads middelen anders op hoog bevel ook toe gebezigd werden, als men leest Achilles der Stede Clerck van dat hij bij Mevrouwe van der Veere gezonde was te Brugge om aldair te presenteren Meester Jan de Beer tot zynre brulocht met Guydo Baenst dochter , een vergulde..." dans Eenige Zeeuwsoudheden, uit echte stukken opgeheld en in het licht gebragt. p 36, 1790 par Jacobus Ermenius. "CHARLES, hertog van Bourgoingne, aan de stad Aern(em). Verzoek om zijn secretaris meester JEHAN DE VEERE ( lire de Beer) ter gelegenheid van diens huwelijk met MARGUERITE, dochter van GUY DE BAENST, raad en rentmeester van Zellande, alle eer te willen betuigen. date le 12 juillet en notre ville de Bruges, 1475." Charles duc de Bourgogne a la ville de Arnhem, demende de rendre hommage à son secrétaire Jehan de Veere (lire de Beer) à l'occasion de son mariage avec Marguerite fille de Guy de Baenst, conseiller et trésorier de Zélande. (source Archieven.nl).
Geschiedenis van de gemmenten der provinvie oost-vlaanderen door Frans de Potter en Jan Broeckaert ; Pagina 5/11.
"... Te rekenen van het laatste der XVe eeuw vinden wij Grammene in het bezit der edele familie De Beer. Jan de Beer, ridder, heer van Grammene, Lendelede, 't Halewijnsche, Hemsrode, Vossenhole, enz, zoon van Andries de Beer en van eene dochter Van de Woestijne, was secretaris van Karel den Stoute, griffier der raadskamer van Vlaanderen, en een der commissarissen, aangesteld door de drie Staten van Vlaanderen, om met Maximiliaan, koning der Romeinen, over den vrede te handelen, die den 30 October 1489 gesloten werd. Hij trad in den echt : 1e met Margareta de Baenst, die in 1483 kinderloos overleed, en 2´ met Cornelia Veyse, vrouw van Nieuwkerke en Meulebeke, die hem vijf zonen en twee dochters schonk. Hij ontsliep den 28 Juni 1495, en werd in het koor der Predikheerenkerk,te Gent, naast zijne eerste echtgenoote ter aarde besteld (*). Zijne weduwe stierf den 8 December 1532.
(*) "Hier licht meestere Jan de Beer, secretaris ende audencier ons geduchs heere, shertoghen van Bourgoigne [Charles le Hardi, duc de Bourgogne], ende grave van Vlaenderen, die starf in jaer 1495 den 28en dach van Wedemaent. Ende jonevrauwe Margriete de Baenst, fillia Guy, svoorseyts meester Jan wijf was, die, acht jaren ghehuwt sijnde, starf in haer 21 jaer den 27 november 1483.".
In 1433 eerste vermelding van de "muelene ter borch" die bij het kasteel hoort en gelegen is ten noorden ervan, op de hoek van de huidige Veldstraat en Spoorweglaan. Op het einde van de 15de eeuw komt de heerlijkheid in het bezit van het geslacht de Beer door huwelijk van Cornelia Veyse, dochter van Isabella Van der Douve en haar eerste echtgenoot Jan Veyse, met Jan de Beer. Deze is eerste secretaris van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, zegelbewaarder, griffier van de Raad van Vlaanderen en tevens heer van onder meer Merkem, Grammene en Lendelede. Zijn zoon Filips kan in 1515 de heerlijkheid definitief kopen van Joos Veyse, oom van Cornelia Veyse. De familie de Beer blijft bezitter van de heerlijkheid Meulebeke tot het einde van de 18de eeuw en zal een belangrijke stempel op de Meulebeekse geschiedenis drukken, zie onder meer het familiewapen dat in het gemeentewapen is opgenomen. In de middeleeuwen doet het hof Ter Borcht vooral dienst als buitenverblijf. De staat van goed van Charles de Beer († 1578) maakt melding van het "huys van playsantie upde mote vande heerlichede van Muelebeke ommebracht ende besloten met een walbrugghe". De kelders van het kasteel bevatten onder meer een "bottelrie", een keuken, een kleine bakkerij en kuipen om vlees te bewaren. Op het gelijkvloers bevinden zich onder meer een "salette" behangen met "tapitserie", een "garderobe" en "contoir". Op de verdieping zijn er verscheidene slaapkamers met ledikanten voorzien van "behancxsel [...] ghesteken ende gewrocht metter naelde [...]", een "cnechtencamer" en zolders. In 1580 komt Jan de Beer, woonachtig te Brugge waar hij schepen en korte tijd burgemeester is, zich in Meulebeke vestigen.
Hij droeg de meestertitel. Enig bewijs aangaande universitaire studies kon niet worden teruggevonden; een Johannes de Beer de Gandavo was ingeschreven aan de Leuvense universiteit, maar wel pas in 1507.
Carrière vóór griffiersfunctie: Jan de Beere was grafelijk secretaris onder Karel de Stoute en Maria van Bourgondië. Hij was voor een uiterst korte periode, van 20 tot 24 maart 1477, tevens audiëncier: hij volgde hierin Jean III Gros op en werd zelf opgevolgd door Anthoine de Halewyn op 26 maart 1477. Voor deze korte periode heeft hij toch een rekening ingediend .
Hij behoorde net als Jan Wielant* tot de groep secretarissen die, zij het minder frequent, werden opgeroepen om op te treden als commissarissen voor wetsvernieuwingen.
- Griffier van de Raad van Vlaanderen: Het griffierschap van de Beere kadert in de opstand die in Vlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder werd gevoerd tegen Maximiliaan van Oostenrijk. Hij verving vaste griffier Joris Baert* ? met uitzondering van een korte onderbreking tussen 1483 en 1485 in dienst sedert januari 1464 ? gedurende het verblijf van de instelling te Gent tot aan de Vrede van Tours (1490). Jan de Beere was overigens één van de commissarissen die door de Staten van Vlaanderen waren aangesteld om over het conflict te onderhandelen.
De uiterste data van zijn ambtstermijn waren mei 1488 tot januari 1490, toen de justitieraad zijn intrek nam in residentiestad Dendermonde. Hij legde bij de Rekenkamer een rekening neer van zijn activiteiten, waaronder ook de ontvangst van de zegelrechten, die liep tot 8 december 1489205 . De continuïteit van de dienst werd tijdens die periode verzekerd door notaris Ywein van Vaernewyc*, die vanaf 1482 die functie vervulde en die voorheen al lange tijd als klerk had gewerkt.
Carrière na griffiersfunctie: Vanaf het voorjaar van 1490 zette hij zijn carrière als secretaris gewoon verder. Vijf jaar later overleed hij.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | *1389 | | | | | 1 | 1 |
Jan de Rechtvaardige Veyse
Jan de Rechtvaardige Veyse.
Jan de Rechtvaardige Veyse.
= "Veische" Grootbaljuw van Veurne (1452) Heer van Nieuwkerke; baljuw van Veurne; schildknaap.
Baljuws in Vlaanderen : De Vlaamse baljuws verschilden in hun functie wel degelijk van de Franse koninklijke baljuws. Deze waren afgevaardigden van de Curia Regis, die groepsgewijs naar de verschillende provincies werden gezonden om er in naam van de koning het beheer van de provoosten te gaan controleren, om er onderzoeken in te stellen, klachten aan te horen en soms zelfs als rechters op te treden. Dat was niet zo in Vlaanderen, waar de baljuw alleen binnen zijn eigen rechtsgebied bevoegdheid had en er de graaf vertegenwoordigde. Jean Veyse, baljuw van Veurne en Veurne Ambacht, werd in 1453 ontslagen. Op zijn afspraak leende hij geld aan de hertog. In 1453 was de hertog hem nog steeds 2.833 pond parisis schuldig. Jacques de Drincham werd in zijn plaats tot deurwaarder aangesteld, hij nam de schuld op zich, maar betaalde niet de familie Veyse maar deponeerde de som bij de schepenen Veurne. Jean Veyse moest aan het einde van april 1460 de schepenen Veurne voor de Grote Raad toewijzen om een rechtvaardiging te krijgen voor het beheer van de gestorte som. De affaire was niet opgelost. De weduwe van Jean Veyse, Catherine de la Douve, moest tussenbeide komen om de som te krijgen. Door een akte gegeven te Brussel op 10 september 1462, beval Filips de Goede, het verzoek van de familie van Drincham, aan de schepenen van Veurne, om het bedrag aan de Drinchams te geven om het naar de weduwe van Jean Veyse te kunnen sturen.
Schildknaep, kamerling, raed van den goeden hertog Philips van Burgonje, verbeterde hoogbalju van Veurne en Veurnambacht Jean Veyse, deurwaarder van Veurne en Veurne Ambacht, werd in 1453 uit zijn functie ontslagen. Tijdens zijn aanstelling leende hij geld aan de hertog. In 1453 was de hertog hem nog 2.833 livres parisis schuldig. Jacques de Drincham werd in zijn plaats benoemd tot gerechtsdeurwaarder, hij nam de schuld over maar betaalde deze niet aan de familie Veyse maar deponeerde het bedrag bij de schepenen van Veurne.
Jean Veyse moest eind april 1460 de schepenen van Veurne voor de Grote Raad oproepen om verantwoording te krijgen voor het beheer van het gestorte bedrag. De kwestie was niet opgelost. De weduwe van Jean Veyse, Catherine de la Douve, moest nog tussenkomen om de som te bekomen. Bij akte gegeven te Brussel op 10 september 1462, beval Philippe le Bon, op verzoek van de familie van Drincham, de schepenen van Veurne om het bedrag aan de Drinchams te schenken om het naar de weduwe van Jean Veyse te kunnen sturen. bron: helene rouneau.
Baljuws in Vlaanderen.
De Vlaamse baljuws verschilden in hun functie wel degelijk van de Franse koninklijke baljuws. Deze waren afgevaardigden van de Curia Regis, die groepsgewijs naar de verschillende provincies werden gezonden om er in naam van de koning het beheer van de provoosten te gaan controleren, om er onderzoeken in te stellen, klachten te horen en soms zelfs ops al treden. Dat was niet zo in Vlaanderen, waar de baljuw alleen binnen zijn eigen rechtsgebied had en er de graaf vertegenwoordigde.
tr.
met
Isabelle de la Douve, dr. van Jan de la Douve (Heer van Nieuwkerke, 1399) en Agnes Berlettes, ovl. in 1509.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelia | *1468 | | †1532 | | 64 | 1 | 1 |
Isabelle de la Douve
Isabelle de la Douve, ovl. in 1509.
tr.
met
Jan de Rechtvaardige Veyse.
Jan de Rechtvaardige Veyse.
= "Veische" Grootbaljuw van Veurne (1452) Heer van Nieuwkerke; baljuw van Veurne; schildknaap.
Baljuws in Vlaanderen : De Vlaamse baljuws verschilden in hun functie wel degelijk van de Franse koninklijke baljuws. Deze waren afgevaardigden van de Curia Regis, die groepsgewijs naar de verschillende provincies werden gezonden om er in naam van de koning het beheer van de provoosten te gaan controleren, om er onderzoeken in te stellen, klachten aan te horen en soms zelfs als rechters op te treden. Dat was niet zo in Vlaanderen, waar de baljuw alleen binnen zijn eigen rechtsgebied bevoegdheid had en er de graaf vertegenwoordigde. Jean Veyse, baljuw van Veurne en Veurne Ambacht, werd in 1453 ontslagen. Op zijn afspraak leende hij geld aan de hertog. In 1453 was de hertog hem nog steeds 2.833 pond parisis schuldig. Jacques de Drincham werd in zijn plaats tot deurwaarder aangesteld, hij nam de schuld op zich, maar betaalde niet de familie Veyse maar deponeerde de som bij de schepenen Veurne. Jean Veyse moest aan het einde van april 1460 de schepenen Veurne voor de Grote Raad toewijzen om een rechtvaardiging te krijgen voor het beheer van de gestorte som. De affaire was niet opgelost. De weduwe van Jean Veyse, Catherine de la Douve, moest tussenbeide komen om de som te krijgen. Door een akte gegeven te Brussel op 10 september 1462, beval Filips de Goede, het verzoek van de familie van Drincham, aan de schepenen van Veurne, om het bedrag aan de Drinchams te geven om het naar de weduwe van Jean Veyse te kunnen sturen.
Schildknaep, kamerling, raed van den goeden hertog Philips van Burgonje, verbeterde hoogbalju van Veurne en Veurnambacht Jean Veyse, deurwaarder van Veurne en Veurne Ambacht, werd in 1453 uit zijn functie ontslagen. Tijdens zijn aanstelling leende hij geld aan de hertog. In 1453 was de hertog hem nog 2.833 livres parisis schuldig. Jacques de Drincham werd in zijn plaats benoemd tot gerechtsdeurwaarder, hij nam de schuld over maar betaalde deze niet aan de familie Veyse maar deponeerde het bedrag bij de schepenen van Veurne.
Jean Veyse moest eind april 1460 de schepenen van Veurne voor de Grote Raad oproepen om verantwoording te krijgen voor het beheer van het gestorte bedrag. De kwestie was niet opgelost. De weduwe van Jean Veyse, Catherine de la Douve, moest nog tussenkomen om de som te bekomen. Bij akte gegeven te Brussel op 10 september 1462, beval Philippe le Bon, op verzoek van de familie van Drincham, de schepenen van Veurne om het bedrag aan de Drinchams te schenken om het naar de weduwe van Jean Veyse te kunnen sturen. bron: helene rouneau.
Baljuws in Vlaanderen.
De Vlaamse baljuws verschilden in hun functie wel degelijk van de Franse koninklijke baljuws. Deze waren afgevaardigden van de Curia Regis, die groepsgewijs naar de verschillende provincies werden gezonden om er in naam van de koning het beheer van de provoosten te gaan controleren, om er onderzoeken in te stellen, klachten te horen en soms zelfs ops al treden. Dat was niet zo in Vlaanderen, waar de baljuw alleen binnen zijn eigen rechtsgebied had en er de graaf vertegenwoordigde.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelia | *1468 | | †1532 | | 64 | 1 | 1 |