Cees Hagenbeek
Franciscus Gomarus
Prof.dr. Franciscus Gomarus, geb. Brugge [België] op 30 jan 1563, hoogleraar theologie universiteit van Leiden, ovl. Groningen op 11 jan 1641.

Prof.dr. Franciscus Gomarus.
Hij was van 1594 tot 1611 hoogleraar in de theologie aan de Universiteit Leiden, en werd vooral bekend als voorman van de contraremonstranten.

In 1586 werd hij predikant in een gemeente van Nederlandse vluchtelingen in Frankfurt am Main, vanwaar hij in de winter van 1593-1594 halsoverkop moest vertrekken. Officieel, omdat hij met een vrouw 'van buiten' in het huwelijk was getreden, maar in werkelijkheid omdat de vluchtelingengemeente waar hij als predikant aan verbonden was, belaagd werd door fanatieke lutherse predikanten.

De ruzie met zijn Leidse collega Jacobus Arminius, voorman van de remonstranten, draaide vooral om de vragen in hoeverre sprake is van predestinatie en of Gods besluiten afhankelijk zijn van het doen en laten van de mens - Gomarus geloofde van niet, Arminius van wel. Gomarus stelde dat Gods besluiten 'soeverein' zijn, dat wil zeggen dat God zijn besluiten niet laat afhangen van wat de mens doet. Toch vermeed Gomarus determinisme. Hij handhaafde de menselijke verantwoordelijkheid en het belang van het metterdaad geloven in Christus.

Het conflict met Arminius leidde tot grote politieke spanningen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Prins Maurits koos openlijk partij voor Gomarus. Ook een meerderheid van de gereformeerden was het eens met de leer van de contraremonstranten.

Na de arrestatie en executie van Johan van Oldenbarnevelt (die zich onder meer voor tolerantie voor de remonstranten in de publieke kerk had ingezet) en de Synode van Dordrecht werd het pleit definitief in het voordeel van de contraremonstranten beslecht.

Na een periode in Middelburg (1611-1615) en Saumur (1615-1618), was Gomarus vanaf 1618 tot aan zijn dood hoogleraar in Groningen. Hij werd begraven in een graf in het koor van de Martinikerk, waar ook zijn vrouw rustte.

tr. (1) Frankfurt am Main [Duitsland] in 1588
met

Emerentia Muijsenhol, ovl. eind 1592.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1592     

tr. (2) Frankfurt am Main [Duitsland] in 1593
met

Maria l'Hermite.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Francois*1595     
Johannes*1599     

tr. (3) Middelburg in 1622
met

Anna Maria de Lannoy.


Johannes Gomarus
Johannes Gomarus, geb. circa 1599.


Francois Gomarus
Francois Gomarus, geb. circa 1595.


Maria Gomarus
Maria Gomarus, geb. circa 1592.


Jacob Gomarus
Jacob Gomarus, ged. Leiden op 16 dec 1636 (getuigen: Matthijs Willems van Tol en Maria Craen).



Bronnen:

1.K.O. register L Leiden (T 150), RA Leiden, DTB Leiden, L 11, Leiden, van 1633 tot 1637 (1 apr 1636 blz. 159)

François Gomaer
François Gomaer, waard in herberg De Sterre.

tr.
met

Johanna Moermans.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob  †1617 Leiden  
Franciscus*1563 Brugge [België] †1641 Groningen 77


Johanna Moermans
Johanna Moermans.

tr.
met

François Gomaer, waard in herberg De Sterre.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob  †1617 Leiden  
Franciscus*1563 Brugge [België] †1641 Groningen 77


Emerentia Muijsenhol
Emerentia Muijsenhol, ovl. eind 1592.

tr. Frankfurt am Main [Duitsland] in 1588
met

Prof.dr. Franciscus Gomarus, zn. van François Gomaer (waard in herberg De Sterre) en Johanna Moermans, geb. Brugge [België] op 30 jan 1563, hoogleraar theologie universiteit van Leiden, ovl. Groningen op 11 jan 1641, tr. (3) Middelburg in 1622 met Anna Maria de Lannoy. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Prof.dr. Franciscus Gomarus.
Hij was van 1594 tot 1611 hoogleraar in de theologie aan de Universiteit Leiden, en werd vooral bekend als voorman van de contraremonstranten.

In 1586 werd hij predikant in een gemeente van Nederlandse vluchtelingen in Frankfurt am Main, vanwaar hij in de winter van 1593-1594 halsoverkop moest vertrekken. Officieel, omdat hij met een vrouw 'van buiten' in het huwelijk was getreden, maar in werkelijkheid omdat de vluchtelingengemeente waar hij als predikant aan verbonden was, belaagd werd door fanatieke lutherse predikanten.

De ruzie met zijn Leidse collega Jacobus Arminius, voorman van de remonstranten, draaide vooral om de vragen in hoeverre sprake is van predestinatie en of Gods besluiten afhankelijk zijn van het doen en laten van de mens - Gomarus geloofde van niet, Arminius van wel. Gomarus stelde dat Gods besluiten 'soeverein' zijn, dat wil zeggen dat God zijn besluiten niet laat afhangen van wat de mens doet. Toch vermeed Gomarus determinisme. Hij handhaafde de menselijke verantwoordelijkheid en het belang van het metterdaad geloven in Christus.

Het conflict met Arminius leidde tot grote politieke spanningen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Prins Maurits koos openlijk partij voor Gomarus. Ook een meerderheid van de gereformeerden was het eens met de leer van de contraremonstranten.

Na de arrestatie en executie van Johan van Oldenbarnevelt (die zich onder meer voor tolerantie voor de remonstranten in de publieke kerk had ingezet) en de Synode van Dordrecht werd het pleit definitief in het voordeel van de contraremonstranten beslecht.

Na een periode in Middelburg (1611-1615) en Saumur (1615-1618), was Gomarus vanaf 1618 tot aan zijn dood hoogleraar in Groningen. Hij werd begraven in een graf in het koor van de Martinikerk, waar ook zijn vrouw rustte.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1592     


Maria l'Hermite
Maria l'Hermite.

tr. Frankfurt am Main [Duitsland] in 1593
met

Prof.dr. Franciscus Gomarus, zn. van François Gomaer (waard in herberg De Sterre) en Johanna Moermans, geb. Brugge [België] op 30 jan 1563, hoogleraar theologie universiteit van Leiden, ovl. Groningen op 11 jan 1641, tr. (3) Middelburg in 1622 met Anna Maria de Lannoy. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Prof.dr. Franciscus Gomarus.
Hij was van 1594 tot 1611 hoogleraar in de theologie aan de Universiteit Leiden, en werd vooral bekend als voorman van de contraremonstranten.

In 1586 werd hij predikant in een gemeente van Nederlandse vluchtelingen in Frankfurt am Main, vanwaar hij in de winter van 1593-1594 halsoverkop moest vertrekken. Officieel, omdat hij met een vrouw 'van buiten' in het huwelijk was getreden, maar in werkelijkheid omdat de vluchtelingengemeente waar hij als predikant aan verbonden was, belaagd werd door fanatieke lutherse predikanten.

De ruzie met zijn Leidse collega Jacobus Arminius, voorman van de remonstranten, draaide vooral om de vragen in hoeverre sprake is van predestinatie en of Gods besluiten afhankelijk zijn van het doen en laten van de mens - Gomarus geloofde van niet, Arminius van wel. Gomarus stelde dat Gods besluiten 'soeverein' zijn, dat wil zeggen dat God zijn besluiten niet laat afhangen van wat de mens doet. Toch vermeed Gomarus determinisme. Hij handhaafde de menselijke verantwoordelijkheid en het belang van het metterdaad geloven in Christus.

Het conflict met Arminius leidde tot grote politieke spanningen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Prins Maurits koos openlijk partij voor Gomarus. Ook een meerderheid van de gereformeerden was het eens met de leer van de contraremonstranten.

Na de arrestatie en executie van Johan van Oldenbarnevelt (die zich onder meer voor tolerantie voor de remonstranten in de publieke kerk had ingezet) en de Synode van Dordrecht werd het pleit definitief in het voordeel van de contraremonstranten beslecht.

Na een periode in Middelburg (1611-1615) en Saumur (1615-1618), was Gomarus vanaf 1618 tot aan zijn dood hoogleraar in Groningen. Hij werd begraven in een graf in het koor van de Martinikerk, waar ook zijn vrouw rustte.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Francois*1595     
Johannes*1599     


Anna Maria de Lannoy
Anna Maria de Lannoy.

tr. Middelburg in 1622
met

Prof.dr. Franciscus Gomarus, zn. van François Gomaer (waard in herberg De Sterre) en Johanna Moermans, geb. Brugge [België] op 30 jan 1563, hoogleraar theologie universiteit van Leiden, ovl. Groningen op 11 jan 1641.

Prof.dr. Franciscus Gomarus.
Hij was van 1594 tot 1611 hoogleraar in de theologie aan de Universiteit Leiden, en werd vooral bekend als voorman van de contraremonstranten.

In 1586 werd hij predikant in een gemeente van Nederlandse vluchtelingen in Frankfurt am Main, vanwaar hij in de winter van 1593-1594 halsoverkop moest vertrekken. Officieel, omdat hij met een vrouw 'van buiten' in het huwelijk was getreden, maar in werkelijkheid omdat de vluchtelingengemeente waar hij als predikant aan verbonden was, belaagd werd door fanatieke lutherse predikanten.

De ruzie met zijn Leidse collega Jacobus Arminius, voorman van de remonstranten, draaide vooral om de vragen in hoeverre sprake is van predestinatie en of Gods besluiten afhankelijk zijn van het doen en laten van de mens - Gomarus geloofde van niet, Arminius van wel. Gomarus stelde dat Gods besluiten 'soeverein' zijn, dat wil zeggen dat God zijn besluiten niet laat afhangen van wat de mens doet. Toch vermeed Gomarus determinisme. Hij handhaafde de menselijke verantwoordelijkheid en het belang van het metterdaad geloven in Christus.

Het conflict met Arminius leidde tot grote politieke spanningen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Prins Maurits koos openlijk partij voor Gomarus. Ook een meerderheid van de gereformeerden was het eens met de leer van de contraremonstranten.

Na de arrestatie en executie van Johan van Oldenbarnevelt (die zich onder meer voor tolerantie voor de remonstranten in de publieke kerk had ingezet) en de Synode van Dordrecht werd het pleit definitief in het voordeel van de contraremonstranten beslecht.

Na een periode in Middelburg (1611-1615) en Saumur (1615-1618), was Gomarus vanaf 1618 tot aan zijn dood hoogleraar in Groningen. Hij werd begraven in een graf in het koor van de Martinikerk, waar ook zijn vrouw rustte.


Vader Visser
Vader Visser.


Hij krijgt 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabet*1681 Amsterdam 1739 Amsterdam 57
Jan     
Pieternella*1688 Amsterdam    


Jan Visser
Jan Visser.


Pieternella Visser
Pieternella Visser (Visscher), geb. Amsterdam 1688 of 1689.

otr. Amsterdam op 20 dec 1714 (getuige: haar bekende Trijntje Houthuijsen), tr.
met

Jurgen Ladiges.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabethe~1719 Amsterdam (Lutherse kerk)    


Jurgen Ladiges
Jurgen Ladiges.

otr. Amsterdam op 20 dec 1714 (getuige: haar bekende Trijntje Houthuijsen), tr.
met

Pieternella Visser (Visscher), dr. van Vader Visser, geb. Amsterdam 1688 of 1689.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabethe~1719 Amsterdam (Lutherse kerk)    


Elisabethe Ladiges
Elisabethe Ladiges, ged. Amsterdam (Lutherse kerk) op 18 mei 1719 (getuigen: Jan Visser en Elisabet Visser).

  • Vader:
    Jurgen Ladiges, otr. Amsterdam op 20 dec 1714 (getuige: haar bekende Trijntje Houthuijsen), tr. met


Elisabeth Schröder
Elisabeth Schröder, ged. EL Amsterdam op 24 dec 1737 (getuigen: Hans Adolph Koning en Elisabeth Visser).

  • Vader:
    Dirk Schröder, zn. van Balthazar Schröder (koopman) en Engeltje Reijke, ged. EL Amsterdam op 8 jun 1694, commissaris, ovl. tussen jul 1752 en 1 jan 1753 , tr. (2) met Anna Rosekrans. Uit dit huwelijk geen kinderen, otr. (1) Amsterdam op 21 nov 1732 (getuige: haar vader Hans Adolff Koningh), tr. met


Johann Casper Pfingsten
Johann Casper Pfingsten, geb. Herdecke [Duitsland] op 13 nov 1735, ovl. aldaar op 6 jul 1782.

tr. Herdecke [Duitsland] op 7 nov 1765
met

Francisca Maria (Francisca Maria Ferdinandina) Ferdinanse Straeter (Sträter), dr. van Johann Wilhelm Straeter en Anna Catharina von Künßberg, ged. Dortmund [Duitsland] op 25 okt 1741, begr. Herdecke [Duitsland] op 13 feb 1817.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Carel*1782 Herdecke [Duitsland] †1850 Amsterdam 67
Georg~1771 Herdecke [Duitsland]    
Johanna*1779 Herdecke [Duitsland]    


Francisca Maria Straeter
Francisca Maria (Francisca Maria Ferdinandina) Ferdinanse Straeter (Sträter), ged. Dortmund [Duitsland] op 25 okt 1741, begr. Herdecke [Duitsland] op 13 feb 1817.

tr. Herdecke [Duitsland] op 7 nov 1765
met

Johann Casper Pfingsten, zn. van Johann Elbert Pfingsten en Anna Gerdrauth Nehm, geb. Herdecke [Duitsland] op 13 nov 1735, ovl. aldaar op 6 jul 1782.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Carel*1782 Herdecke [Duitsland] †1850 Amsterdam 67
Georg~1771 Herdecke [Duitsland]    
Johanna*1779 Herdecke [Duitsland]    


Gerrit Boele
Gerrit Boele, geb. Oldenburg [Duitsland] 1752 of 1753, ovl. Amsterdam op 7 jul 1820.

otr. Amsterdam op 25 jan 1782, tr.
met

Margaretha Sijmense, dr. van Johannes Sijmense en Sibilla Scholte, ged. Amsterdam op 22 sep 1762, ovl. aldaar op 27 apr 1841.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1794     


Margaretha Sijmense
Margaretha Sijmense, ged. Amsterdam op 22 sep 1762, ovl. aldaar op 27 apr 1841.

otr. Amsterdam op 25 jan 1782, tr.
met

Gerrit Boele, zn. van Jan Boele, geb. Oldenburg [Duitsland] 1752 of 1753, ovl. Amsterdam op 7 jul 1820.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1794