Cees Hagenbeek
Foelcke Reinders
Foelcke Reinders, geb. voor 1608.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Icke*1623     


Johan Arents
Johan Arents, geb. circa 1575.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grete*1607 Beerta †1633  26


Jan Arents
Jan Arents, geb. circa 1607.

tr. voor 1628
met

Grete Jansen, dr. van Johan Arents, geb. Beerta circa 1607, ovl. in 1633, tr. (3) met Jan Meertens. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Jan Meertens
Jan Meertens, geb. circa 1622.

tr.
met

Grete Jansen, dr. van Johan Arents, geb. Beerta circa 1607, ovl. in 1633, tr. (2) met Jan Arents. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Albert Hillebrants
Albert Hillebrants, geb. circa 1528.

tr.
met

Foske .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje*1565 Bunde †1622  57


Foske
Foske .

tr.
met

Albert Hillebrants, geb. circa 1528.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje*1565 Bunde †1622  57


Phebe Herens
Phebe Herens, geb. Wagenborgen circa 1500, Dijkrechter en kerkvoogd, Kerkvoogd te Wagenborgen, ovl. in 1576.

tr. circa 1523
met

Mene Autkens, dr. van Autke Hermans en Frouwe , geb. voor 1508, ovl. na 1530.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reenke*1530  †1563  33


Mene Autkens
Mene Autkens, geb. voor 1508, ovl. na 1530.

  • Moeder:
    Frouwe , geb. circa 1483.

tr. circa 1523
met

Phebe Herens, geb. Wagenborgen circa 1500, Dijkrechter en kerkvoogd, Kerkvoogd te Wagenborgen, ovl. in 1576.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reenke*1530  †1563  33


Autke Hermans
Autke Hermans, geb. circa 1477.

tr.
met

Frouwe , geb. circa 1483.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mene*1508  †1530  22


Frouwe
Frouwe , geb. circa 1483.

tr.
met

Autke Hermans, geb. circa 1477.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mene*1508  †1530  22


Foppe Wijpkens
Foppe Wijpkens, geb. circa 1475.

Foppe Wijpkens.
Oldambster Warfsminuten nr. 297 - "Wij borgermesteren ende raedt der stadt Groeningen doen kudt ende betugen midts desen, also de erntfeste Albert Eeldtz onse amptman in den Woldtoldenampte seecker kenninge (hijr angehecht) gegeven tusschen Rotger Hijnricks eens ende den arffgenamen zaligen Foppo Wijpkens anderdeels, de gedachte Rotger an ons beropen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemeldt na guedtlick verhoer beijder parten de voerschreven kenninge guedt ende de beropinge quaeth gekandt. Actum den XIIIIden januarij anno XV ses ende tachtentich. Oerkunde wij mit onsen upgedruckten signete". In rechterbovenhoek foliering: 566. In margine: 1586 januarij 14 R.F. 1586.34 Children of Foppe Wijpkens and N. N. are: i. Wypcko Foppens, born Abt. 1502; died Bef. January 1585/86; married Anna (Wypkens) N. Abt. 1540; born Abt. 1510 in Noordbroek; died Abt. April 1599 in Oostwold. Notes for Wypcko Foppens: Wijpcko is eerder gehuwd geweest in 1527 met aan voor ons onbekende vrouw en hieruit in iedergeval een zoon zijnde: Joachim Wypckens, geb. rond 1528 in Eexta en gehuwd aan Haijcke Jurjens rond 1550. Vanaf 1541 staat te zijnen name een rente van 12 Rijder gl. ten laste van de stad Groningen.In 1543 wordt de rente uitbetaald aan de -niet met name genoemde- zoon van Wybcko Foppens. Op 17 sept. 1561 komt Wypko Foppens voor als gewezen voormond over de vrouw van Eggerick Tiabbes (die 25 sept. 1571 als dijkrichter te Eexta vermeld wordt). Wijkcko was kerkvoogd van de Rooms Katholieke kerk in Noordbroek. ---GAG IIIe* - 2 mei 1563 - fol.14 - Wij ut supra [Burgemeesters en raad van Groningen] in der schelinghe tusschen Joachim, Foppe ende Tijacko Wijpkens gebroederen clagheren eens ende Tijacko Doedens ende Luwert Doedens voermunderen tot salighe Eppo Tijackens kijnderen verantwoerders anderdeels, heerkomende dat Joachim, Foppe ende Tijacko voergenoemd sprekende weren up Menso Tijabbens als een bruecker der landen up den principalen heerdt in de Exst, daer he nu ter tijdt up woent, sijnde XII ackeren breet, met noch X ackeren meetlandes, noch achte ackeren ende voert mit alle sijn thobehoer etcetera, welcker landen meet aifflick gedeelt solden sijn. Daer de hoechgeleerde ende erbare doctor Albert Wiifferingk unse amptman der beijden Olden Ampten eenen doem van ghegeven, den Tijacko ende Luwert voergenoemd vanwegen als voer an ons beropen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemelt na guetlick verhoer beijder parten den voergenoemde doem gueth ende de beroepinghe quaeth gekant. Actum den tweden dach maij anno XV LXIIII. Dat. oerkunde. ----GAG me* -9 januari 1585 -fol.8v -Wij borgermesteren ende raedt der stadt Groeningen doen kundt ende betugen midts desen dat wij in een gemene Oldtampster warff, geholden upten raedthuse binnen onser stadt, in der schelinge tusschen Menso ende Tiaert Tijabbens gebroederen mit hoer adherentenl als kijnder ende arffgenamen tho saligen Tijabbo Mensens/ eens ende Tijacko Wijpkens van wegen ende in de stede sijns saligen vaders Wijbko Foppens anderdeels. Daer de erbare Doedo Tijarcks onse verordente richter in der tijdt in den Woldt Olden Ampte, eenen doem ghegeven in data den XXIIsten decembris anno LXXVI, den Tijacko Wijpkens voergeroerd an ons beropen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemeldt (na guedtlick verhoer beijder parten) den voerschreven doem guedt ende de beropinge quaeth gekandt. Actum den IXden januarij anno XV vijff ende tachtentich. Dat oerkunde wij mit onsen upgedruckten signete. In margine: 28.blader de doem grot ; II breven In margine: 1585 januarij 9 : R.F. 1585.40 16 juli 1610 - Scheemda - Hierin vermeld scheidbrief van de nalatenschap wijlen Wijpko Foppens, d.d. 2 januari 1586. Notes for Anna (Wypkens) N.: Zij trouwde later rond 1540 met Wypcko Foppens (voorheen gehuwd aan Toncko Eggens), overl. na 17 sept. 1561. Kerkvoogd te Noordbroek. Haar twee huwelijken blijken o.m. uit het volgende: op 21 april 1599 scheiden de erfgenamen van Taecke Tunckens de hun van hun bestemoeder aangeërfde goederen, Taecke was dus een zoon van haar. Wypko Hittiens noemt 28 oktober 1633 Anna Wypkens hun vaders moeder; zijn vader Hittio Wypkens was dus eveneens een zoon. Anna wordt naar haar tweede man Wypko Foppens steeds Wypkens genoemd. ---Op 7 september 1612 verklaren Ds. Joannes Lolingius, predikant te Noordbroek, Hindirck Eltkens, Haycko Tammens en Tyabbe Peters dat kwestie is gerezen tussen de erfgenamen van wijlen Anna Wypcken. Gerefereerd wordt aan een niet overgeleverde scheidbrief van 1 februari 1579, doch dat er kwestie is over de "oude landen" (de binnen de toenmalige Dollarddijken gelegen landen). Partijen hebben daarover geprocedeerd waarop Burgemeesteren en Raad van Groningen op 23 december 1606 uitspraken dat de zaak door arbiters moet worden beslecht. Deze hebben 19 december 1607 zich over de zaak uitgesproken waarna op 22 augustus 1609 de landerijen zijn gemeten en daarop is vastgesteld in wlke mate over- en onderbedeling heeft plaatsgevonden. De totale waarde van het "oude land" wordt vastgesteld op 11.084 dlr, te verdelen in tien parten. Daarvan genieten de broers dubbelpart. ---Op 19 november 1634 gaan de erfgenamen van Hewo Tonckens met luitenant Wypcko Hittiens, caverende voor de erfgenamen van Hittio Wypckens, een erfwissel aan van nieuw land van wijlen Anna Wypckens, partijen toekomende volgens de uitspraak van 5 september 1611 en verzegeling van 7 september 1612. Wijlen Wypcko Hittiens had een broederpart en Hemme Knotte, dochter van wijlen Hiske Tonckens, een zusterpart in de te wisselen landen. Op 12 november 1635 wijzen de gezamenlijke erfgenamen van Hewo Tonckens land te Midwolda toe aan de erven van Tako Tonckens, terwijl 4 augustus 1640 de van Anna Wypkens op Hewo Tonckens en Iggo Tonckens vererfde goederen door de erfgenamen worden gescheiden. Op 7 september 1612 verklaren Ds. Joannes Lolingius, predikant te Noordbroek, Hindirck Eltkens, Haycko Tammens en Tyabbe Peters dat kwestie is gerezen tussen de erfgenamen van wijlen Anna Wypcken. Gerefereerd wordt aan een niet overgeleverde scheidbrief van 1 februari 1579, doch dat er kwestie is over de "oude landen" (de binnen de toenmalige Dollarddijken gelegen landen). Partijen hebben daarover geprocedeerd waarop Burgemeesteren en Raad van Groningen op 23 december 1606 uitspraken dat de zaak door arbiters moet worden beslecht. Deze hebben 19 december 1607 zich over de zaak uitgesproken waarna op 22 augustus 1609 de landerijen zijn gemeten en daarop is vastgesteld in welke mate over- en onder- bedeling heeft plaatsgevonden. De totale waarde van het "oude land" wordt vastgesteld op 11.084 dlr, te verdelen in tien parten. Daarvan genieten de broers dubbelpart. Vastgesteld wordt dat de waarde van het destijds aan ieder toebedeelde bedraagt: Hewo Tonckens: 2167, te weinig 50. Tako Tonckens: 1465, te weinig 752. Iggo Toncknes: 1529, te weinig 689. (In 1607 nog in leven, nu voor hem opkomende Iggo Iggens) Hiske Tonckens, vrouw van Herman Tammens: 1502. (samen een broederpart, elk dus 1108 dlr. te weining 56) Hittio Wypckens: 3135, te veel 919. Tyacke Wypckens: 1734, te veel 626. (In 1607 nog in leven, thans de erfgenamen) De verschillen zullen worden geëgaliseerd.Uit het bovenstaande valt af te leiden dat Anna uit haar beide huwelijken 6 haar overlevende kinderen had. 34241 ii. Auke Foppens, born Abt. 1505 in Finsterwolde; died Bef. 01 June 1571; married Hille Aylens Abt. 1525 in ?. iii. Tiacke Foppens, born Unknown. iv. Wilcko Foppens, born Unknown. v. Tyabbe Foppens, born Abt. 1530; married Etye N. Abt. 1555.

Foppe Wijpkens: ----Oldambster Warfsminuten nr. 297 - "Wij borgermesteren ende raedt der stadt Groeningen doen kudt ende betugen midts desen, also de erntfeste Albert Eeldtz onse amptman in den Woldtoldenampte seecker kenninge (hijr angehecht) gegeven tusschen Rotger Hijnricks eens ende den arffgenamen zaligen Foppo Wijpkens anderdeels, de gedachte Rotger an ons beropen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemeldt na guedtlick verhoer beijder parten de voerschreven kenninge guedt ende de beropinge quaeth gekandt. Actum den XIIIIden januarij anno XV ses ende tachtentich. Oerkunde wij mit onsen upgedruckten signete". In rechterbovenhoek foliering: 566. In margine: 1586 januarij 14 R.F. 1586.34 Children of Foppe Wijpkens and N. N. are: i. Wypcko Foppens, born Abt. 1502; died Bef. January 1585/86; married Anna (Wypkens) N. Abt. 1540; born Abt. 1510 in Noordbroek; died Abt. April 1599 in Oostwold. Notes for Wypcko Foppens: Wijpcko is eerder gehuwd geweest in 1527 met aan voor ons onbekende vrouw en hieruit in iedergeval een zoon zijnde: Joachim Wypckens, geb. rond 1528 in Eexta en gehuwd aan Haijcke Jurjens rond 1550. Vanaf 1541 staat te zijnen name een rente van 12 Rijder gl. ten laste van de stad Groningen.In 1543 wordt de rente uitbetaald aan de -niet met name genoemde- zoon van Wybcko Foppens. Op 17 sept. 1561 komt Wypko Foppens voor als gewezen voormond over de vrouw van Eggerick Tiabbes (die 25 sept. 1571 als dijkrichter te Eexta vermeld wordt). Wijkcko was kerkvoogd van de Rooms Katholieke kerk in Noordbroek. ---GAG IIIe* - 2 mei 1563 - fol.14 - Wij ut supra [Burgemeesters en raad van Groningen] in der schelinghe tusschen Joachim, Foppe ende Tijacko Wijpkens gebroederen clagheren eens ende Tijacko Doedens ende Luwert Doedens voermunderen tot salighe Eppo Tijackens kijnderen verantwoerders anderdeels, heerkomende dat Joachim, Foppe ende Tijacko voergenoemd sprekende weren up Menso Tijabbens als een bruecker der landen up den principalen heerdt in de Exst, daer he nu ter tijdt up woent, sijnde XII ackeren breet, met noch X ackeren meetlandes, noch achte ackeren ende voert mit alle sijn thobehoer etcetera, welcker landen meet aifflick gedeelt solden sijn. Daer de hoechgeleerde ende erbare doctor Albert Wiifferingk unse amptman der beijden Olden Ampten eenen doem van ghegeven, den Tijacko ende Luwert voergenoemd vanwegen als voer an ons beropen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemelt na guetlick verhoer beijder parten den voergenoemde doem gueth ende de beroepinghe quaeth gekant. Actum den tweden dach maij anno XV LXIIII. Dat. oerkunde. ----GAG me* -9 januari 1585 -fol.8v -Wij borgermesteren ende raedt der stadt Groeningen doen kundt ende betugen midts desen dat wij in een gemene Oldtampster warff, geholden upten raedthuse binnen onser stadt, in der schelinge tusschen Menso ende Tiaert Tijabbens gebroederen mit hoer adherentenl als kijnder ende arffgenamen tho saligen Tijabbo Mensens/ eens ende Tijacko Wijpkens van wegen ende in de stede sijns saligen vaders Wijbko Foppens anderdeels. Daer de erbare Doedo Tijarcks onse verordente richter in der tijdt in den Woldt Olden Ampte, eenen doem ghegeven in data den XXIIsten decembris anno LXXVI, den Tijacko Wijpkens voergeroerd an ons beropen. Hebben wij borgermesteren ende raedt upgemeldt (na guedtlick verhoer beijder parten) den voerschreven doem guedt ende de beropinge quaeth gekandt. Actum den IXden januarij anno XV vijff ende tachtentich. Dat oerkunde wij mit onsen upgedruckten signete. In margine: 28.blader de doem grot ; II breven In margine: 1585 januarij 9 : R.F. 1585.40 16 juli 1610 - Scheemda - Hierin vermeld scheidbrief van de nalatenschap wijlen Wijpko Foppens, d.d. 2 januari 1586. Notes for Anna (Wypkens) N.: Zij trouwde later rond 1540 met Wypcko Foppens (voorheen gehuwd aan Toncko Eggens), overl. na 17 sept. 1561. Kerkvoogd te Noordbroek. Haar twee huwelijken blijken o.m. uit het volgende: op 21 april 1599 scheiden de erfgenamen van Taecke Tunckens de hun van hun bestemoeder aangeërfde goederen, Taecke was dus een zoon van haar. Wypko Hittiens noemt 28 oktober 1633 Anna Wypkens hun vaders moeder; zijn vader Hittio Wypkens was dus eveneens een zoon. Anna wordt naar haar tweede man Wypko Foppens steeds Wypkens genoemd. ---Op 7 september 1612 verklaren Ds. Joannes Lolingius, predikant te Noordbroek, Hindirck Eltkens, Haycko Tammens en Tyabbe Peters dat kwestie is gerezen tussen de erfgenamen van wijlen Anna Wypcken. Gerefereerd wordt aan een niet overgeleverde scheidbrief van 1 februari 1579, doch dat er kwestie is over de "oude landen" (de binnen de toenmalige Dollarddijken gelegen landen). Partijen hebben daarover geprocedeerd waarop Burgemeesteren en Raad van Groningen op 23 december 1606 uitspraken dat de zaak door arbiters moet worden beslecht. Deze hebben 19 december 1607 zich over de zaak uitgesproken waarna op 22 augustus 1609 de landerijen zijn gemeten en daarop is vastgesteld in wlke mate over- en onderbedeling heeft plaatsgevonden. De totale waarde van het "oude land" wordt vastgesteld op 11.084 dlr, te verdelen in tien parten. Daarvan genieten de broers dubbelpart. ---Op 19 november 1634 gaan de erfgenamen van Hewo Tonckens met luitenant Wypcko Hittiens, caverende voor de erfgenamen van Hittio Wypckens, een erfwissel aan van nieuw land van wijlen Anna Wypckens, partijen toekomende volgens de uitspraak van 5 september 1611 en verzegeling van 7 september 1612. Wijlen Wypcko Hittiens had een broederpart en Hemme Knotte, dochter van wijlen Hiske Tonckens, een zusterpart in de te wisselen landen. Op 12 november 1635 wijzen de gezamenlijke erfgenamen van Hewo Tonckens land te Midwolda toe aan de erven van Tako Tonckens, terwijl 4 augustus 1640 de van Anna Wypkens op Hewo Tonckens en Iggo Tonckens vererfde goederen door de erfgenamen worden gescheiden. Op 7 september 1612 verklaren Ds. Joannes Lolingius, predikant te Noordbroek, Hindirck Eltkens, Haycko Tammens en Tyabbe Peters dat kwestie is gerezen tussen de erfgenamen van wijlen Anna Wypcken. Gerefereerd wordt aan een niet overgeleverde scheidbrief van 1 februari 1579, doch dat er kwestie is over de "oude landen" (de binnen de toenmalige Dollarddijken gelegen landen). Partijen hebben daarover geprocedeerd waarop Burgemeesteren en Raad van Groningen op 23 december 1606 uitspraken dat de zaak door arbiters moet worden beslecht. Deze hebben 19 december 1607 zich over de zaak uitgesproken waarna op 22 augustus 1609 de landerijen zijn gemeten en daarop is vastgesteld in welke mate over- en onder- bedeling heeft plaatsgevonden. De totale waarde van het "oude land" wordt vastgesteld op 11.084 dlr, te verdelen in tien parten. Daarvan genieten de broers dubbelpart. Vastgesteld wordt dat de waarde van het destijds aan ieder toebedeelde bedraagt: Hewo Tonckens: 2167, te weinig 50. Tako Tonckens: 1465, te weinig 752. Iggo Toncknes: 1529, te weinig 689. (In 1607 nog in leven, nu voor hem opkomende Iggo Iggens) Hiske Tonckens, vrouw van Herman Tammens: 1502. (samen een broederpart, elk dus 1108 dlr. te weining 56) Hittio Wypckens: 3135, te veel 919. Tyacke Wypckens: 1734, te veel 626. (In 1607 nog in leven, thans de erfgenamen) De verschillen zullen worden geëgaliseerd.Uit het bovenstaande valt af te leiden dat Anna uit haar beide huwelijken 6 haar overlevende kinderen had.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Auke*1504 Finsterwolde †1571  67


Fopke
Fopke , geb. voor 1483.

tr.
met

Ayele Etekes, zn. van Elteko Ubbens, geb. Beerta circa 1471, landbouwer te Beerta.

Ayele Etekes.
Hij komt voor in een geschil tussen Nomno Hillens en het Armhuiszittendconvent te Groningen uit 1603. Uit een stuk in het archief van dit convent kan worden geconcludeerd dat Ayule Eltekens de vader was van Hille Aylens en de grootvader van Nomno Hillens. In een document van 6 juni 1544 (GAG stukken Rood voor de Reductie, no 983) verklaren de broers Haycko en Eltko Fresens dat zij "voer wal 5 off 6 yaers Edze en Ayle Eltekens gebroeder in hoegen olders gekomen mit gewelt en mit bloete degens de budell genomen hadden.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hille*1500 Beerta †1569 Finsterwolde 69


Ebbo Hemmens
Ebbo Hemmens.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hemmo*1543 Midwolda 1603 Midwolda 59


Phebe Brungers
Phebe Brungers, geb. circa 1577.

tr. Midwolda op 19 dec 1602
met

Emme Hemmes, dr. van Hemmo Ebbens (landbouwer, Kerkvoogd te Midwolda) en Rewen .


Anna Freijs
Anna Freijs, geb. circa 1574.

tr. Scheemda op 13 dec 1636
met

Harmen Gouckens (Goeckes, Goeckens, Gockes), zn. van Goecke Rengers en Esse Houwerda, geb. Winschoten in 1578, smid, ovl. circa 1638.


Claes Claessens
Claes Claessens, geb. Wagenborgen circa 1545.

tr. circa 1570
met

Grete Jans, geb. circa 1550.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frouwe*1574 Wagenborgen †1618  44


Grete Jans
Grete Jans, geb. circa 1550.

tr. circa 1570
met

Claes Claessens, geb. Wagenborgen circa 1545.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frouwe*1574 Wagenborgen †1618  44


Goecke Rengers
Goecke Rengers, geb. Appingedam circa 1545.

tr. circa 1570
met

Esse Houwerda, dr. van Menne Houwerda van Menckema (hoofdeling te Damme, redger (rechter) te Farmsum) en Essa Mennes Poppinga, geb. circa 1550.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harmen*1578 Winschoten †1638  60


Esse Houwerda
Esse Houwerda, geb. circa 1550.

 
  • Moeder:
    Essa Mennes Poppinga (Terborch), geb. circa 1530, ovl. Larrelt [Duitsland] op 21 sep 1597 In 1597 stierf in Larrelt Esse Popinga, echtgenote van de hoofdeling Menno Houwerda. In 1568 moesten ze vanuit de Groningen vluchten naar Larrelt. Essa stamde echter blijkbaar niet af van de Brokmer Poppinga, maar van de familie van Tyddo Poppingha, burgemeester van Appingedam . Dit gezin gaat vermoedelijk terug naar Tyde Poppinge, die rond 1450 boer was in Grolloo ( Drenthe ). Interessant is hier het wapen van de familie Houwerda: In het rode veld een zilveren leeuw (vergelijkbaar met het wapen van Poppinga).

tr. circa 1570
met

Goecke Rengers, geb. Appingedam circa 1545.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harmen*1578 Winschoten †1638  60


Menne Houwerda van Menckema
 
Menne (Menno) Houwerda van Menckema, geb. Appingedam, hoofdeling te Damme, redger (rechter) te Farmsum, ovl. voor 1569.


Menne Houwerda van Menckema.
Hij is in 1536 na de verovering van Appingedam door de troepen van Karel V met diens tegenstander Meindert van Ham meegetrokken. In 1536 namelijk, viel Meindert van Ham Groningen binnen namens Denemarken en Karel Hertog van Gelre. Nederland behoorde toen toe aan de Habsburgers [ergo Karel V]. Bij Heiligerlee werd een veldslag gehouden en van Ham werd verslagen. Menne zat in het leger van van Ham en vluchtte met hem mee. Hij kwam echter weer terug en is van 1539 tot 1568 hoofdeling van Appingedam.

  • Vader:
    Snelger Mennos Houwerda (van Appingedam), zn. van Menno Houwerda (Van Appingedam) (Hoofdeling van Appingedam) en NN Popinga, geb. circa 1475, Hoofdeling van Appingedam, ovl. circa 23 okt 1523 onder schelinge tusschen denn Erbaren Eggherick Ripperda hovetlinck toe Wytwerth eens unnde Evert Ripperda hovetlinck toe Godlynse myt synen susteren Eggericks voerbenoempten kynderen anderdeels hebben wy Johan van Buckhorst toe Buxbergen Junckheren unnd Boelo Ripperda provest hovetlinck toe Fermpsum unnd ten Damme van weghen Egghericks vorscr. unnd Mester Bewo Mensumma Cureet toe Godlynse unnd Snelger Houwerda hovetlinck ten Damme unnd Droste toe Oterdum van wegen Everds myt synen susteren sampt entlike volmechtige vruntschappes dedinges luden stede unnd vast toe holden uutghesproken dat alle schelinge voer dessen dage van up boeren unnd uutgheven als unnd alss wat schelinge se ghehat hebben sal wesen doet Beholtlick dat Eggerick vorbenoempt sal bruken dat part van Herman Tettens heert toe Leermens (welck he unnd syn selige huusfrouwe to samen gekoft hebben) syn levent lanck unnd daer na sal dat arvent up synen eersten kynderen ghelijck dat ander toeghekofte guet unnd nicht up den lesten kynderen unnd de eerste kynderen vorscr. sullen bruken de ander goeder als se sus lange gedaen hebben. Oeck alle de schulde de in de mande bij desser kynder moeder unde grotemoeder seliger dechtnissen tyden angelecht synt sullen se samptlick betalen Alle argelist uutghe sproken To orkunde der waerheyt hebben wy dedingeslude upgenompt unse Seghelen beneden an dessen breeff gehangen Gheven inden Jare ons heren dusent vyffhondert unnd elvenn des neghesten dages na der gebuerten unser lever vrouwen, tr. met
 
 

tr. Appingedam circa 1550
met

Essa Mennes Poppinga (Terborch), geb. circa 1530, ovl. Larrelt [Duitsland] op 21 sep 1597 In 1597 stierf in Larrelt Esse Popinga, echtgenote van de hoofdeling Menno Houwerda. In 1568 moesten ze vanuit de Groningen vluchten naar Larrelt. Essa stamde echter blijkbaar niet af van de Brokmer Poppinga, maar van de familie van Tyddo Poppingha, burgemeester van Appingedam . Dit gezin gaat vermoedelijk terug naar Tyde Poppinge, die rond 1450 boer was in Grolloo ( Drenthe ). Interessant is hier het wapen van de familie Houwerda: In het rode veld een zilveren leeuw (vergelijkbaar met het wapen van Poppinga).

Essa Mennes Poppinga.
1543 Februari 19: Menno Houwerda, hoofdling en redger ten Damme, verklaart, dat Egge Sijnekens te Zuetbroeck heeft verkocht en overgedragen aan zijn zoon Ipe Egges en Ursele diens vrouw eenig land onder ten Post. Gegeven in den jaere uns Heren dusent vijffhondert drie unde veertich Maendage na Reminiscere in der vasten.

Menno Houwerda hoeffelinck unnd Redger ten Damme etc. doe konde unnd bekenne myt dessen mynen openen besegelden brieve voer alswem dat voer my in eegener persoenen koemen unnd erscheenen is Eggo Synekes kersspelsman tho Suydtbroeke unnd bekande myt vryen wylle voerbedacht unnd beraede moede voer hem unnd synen aerff genaemen unnd naekoemelinge dat hee heffet verkoefft upgedraegen unnd aevergegeven droge up ende gaff aever in krafft desses breeves in eenen steeden vasten aerffkoep ewentlicken unnd aerfflicken Ursele Boeckholts ten Damme saligen Ipo Eggens naegelaeten weduwe unnd hoeren aerffgenaemen ses graese landes liggende onversceyden inden herdt tho Poste die salige Iohan Rentkes soene Tamme genoempt nu tertydt is gebruickende daer vorscr. Ursule selvest noch beth myt veer graese landes oick onverscheyden inden voerbenoemden herdt is gelandet unnd geswettet unnd Egge vorscr. geloeveth Ursulen vorscr. unnd hoeren aerffge naemen die vorscr. ses graesen myt allen oeren egendoem unnd heerlicheiden unnd thobehoeren die daer upvallen moegen vry to waeren unnd tho leveren voer alle aenspraeke in allen rechten van alswem unde dat voer eene summa van pennongen als naemptlicken een ijder graesen voer vyfftich enckelde bescheedene embder gulden die guedt unnd onstraffelicken synnen offtet dertich groenyn ger stuver voer eenen yderen gulden gerekenth unnd tbetaelen daer tho dree ellen engelse laekens vanden beesten boenen allen den benoemden pennongen vorscr, die Egge vorscr. alle bekande hem vull all deger den lesten pennong mytten eersten tot syner vuller benoegen waell betaelt weren unnd bedanckten der Ursulen vorscr. Gueder betaelonge Alsoe dat Ursule vorscr. die vorscr. ses graese landes mach verkoepen versetten verwesselen verhueren Aerven hoeren rechten aerffgenaemen unnd allen hoeren vryen wyllen daer mede tho doen unnd tho laeten sunder Egge vorscr, offte synen aerffgenaemen straffinge unnd wederseggen unde dyt Bunder alle argelist nye vunden daermen dessen koepbrieff meede straffen muychte desses thoorkunde der waerheit byn nen hyr meede by aever unde aen gewest als tugesluede daer tho geropen unnd gebeeden Henrick Jacobs upt Sandt unnd Roleff Smydt unde omme meere bevestenisse der waerheit hebbe ick Menno Houwerda hoeffelinge ende Redger upgenoempt dorch begerten Egges unnd Ursule vorscr. myn Segell witlicken aen dessen brieff gehangen Gegeven inden Jaeren uns heeren dusenth vyffhunderth unnd veer unnd veertich up maenen daege nae den sonnendage oculi inder vasten.

Na hem komt weer een Menno. Van hem is bekend, dat hij in 1536 na de verovering van Appingedam door de troepen van Karel V met diens tegenstander Meinert van Ham is meegetrokken. Weldra kwam hij echter terug. Tot 1568 komt hij voor als hoofdeling te Appingedam. Zijn sterftejaar is niet bekend. Zijn vrouw Essa Poppinga wordt in 1576 weduwe genoemd. Zij stierf in 1597 te Larrelt in Oost-Friesland, waar zij ook begraven is. Ook zij moet dus zeer oud geworden zijn. Haar zoon Snelger Houwerda stierf jong, in 1579. Zijn zuster Jetske was toen reeds getrouwd met Pibe (Philippus) van Meckama. Door dit huwelijk kwam Snelgersmaaan de familie Meckama. Philippus van Meckama stierf in 1606 en werd te Appingedam begraven. Hij was een stil zedich man, seer geneicht tot spaersaemheit, dan voorts godtsvresent.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Esse*1550