Cees Hagenbeek
Cornelis Franszn Vaandrager
Cornelis Franszn Vaandrager, ged. Barendrecht op 29 okt 1690, landbouwer, begr. West-Barendrecht op 11 jan 1779.

tr. Barendrecht op 27 jan 1715
met

Teuna Arijsdr Vermeulen (in 't Veld), dr. van Arij Gerritsz Vermeulen en Teuntje Egondsdr Cranendonck, ged. Barendrecht op 3 mei 1691, begr. aldaar op 20 feb 1746.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje~1719 Barendrecht 1810 West-Barendrecht 91


Teuna Arijsdr Vermeulen
Teuna Arijsdr Vermeulen (in 't Veld), ged. Barendrecht op 3 mei 1691, begr. aldaar op 20 feb 1746.

tr. Barendrecht op 27 jan 1715
met

Cornelis Franszn Vaandrager, zn. van Frans Corneliszn Vaandrager en Grietje Teunisdr van der Vliet, ged. Barendrecht op 29 okt 1690, landbouwer, begr. West-Barendrecht op 11 jan 1779.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje~1719 Barendrecht 1810 West-Barendrecht 91


Frans Corneliszn Vaandrager
Frans Corneliszn Vaandrager, ged. Barendrecht op 24 okt 1660, ovl. Oost-Barendrecht op 24 nov 1737.

tr. Barendrecht op 27 sep 1682
met

Grietje Teunisdr van der Vliet, dr. van Teunis Gerritszn van der Vliet en Lijsbeth Pietersdr. Pieters, ged. Barendrecht op 9 mrt 1659, ovl. Oost-Barendrecht op 24 jul 1699.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis~1690 Barendrecht 1779 West-Barendrecht 88


Grietje Teunisdr van der Vliet
Grietje Teunisdr van der Vliet, ged. Barendrecht op 9 mrt 1659, ovl. Oost-Barendrecht op 24 jul 1699.

tr. Barendrecht op 27 sep 1682
met

Frans Corneliszn Vaandrager, zn. van Cornelis Fransz Vaandrager (landbouwer, Oost Barendrecht) en Lijntje-Cornelisdr in 't Veld, ged. Barendrecht op 24 okt 1660, ovl. Oost-Barendrecht op 24 nov 1737.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis~1690 Barendrecht 1779 West-Barendrecht 88


Teunis Gerritszn van der Vliet
Teunis Gerritszn van der Vliet, ged. Barendrecht op 4 jun 1621, ovl. aldaar op 19 jul 1681.

tr. Oost-Barendrecht in 1664
met

Lijsbeth Pietersdr. (Leijbetie) Pieters, geb. Barendrecht in 1635, ovl. in 1700.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje~1659 Barendrecht †1699 Oost-Barendrecht 40


Lijsbeth Pietersdr. Pieters
Lijsbeth Pietersdr. (Leijbetie) Pieters, geb. Barendrecht in 1635, ovl. in 1700.

tr. Oost-Barendrecht in 1664
met

Teunis Gerritszn van der Vliet, zn. van Gerrit Theuniszn van der Vliet en Adriaantje Arijsdr Droogendijck, ged. Barendrecht op 4 jun 1621, ovl. aldaar op 19 jul 1681.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje~1659 Barendrecht †1699 Oost-Barendrecht 40


Gerrit Theuniszn van der Vliet
Gerrit Theuniszn van der Vliet, geb. circa 1600, ovl. in 1659.

tr. (1)
met

Adriaantje Arijsdr Droogendijck, dr. van Adriaen Hendricksz Droogendijck alias van Hoogvliet en Maritge Hendrickse Dijkgraeff, geb. circa 1600, ovl. voor 22 mei 1655.

Adriaantje Arijsdr Droogendijck.
fol. 1, 22 febr. 1657:.
Comp. Gerrit Theunisz. van der Vliet, won. te Barendrecht, en g.g.a. de kinderen en erfgenamen van zal. Huijbrecht van der Meer, won. te Rotterdam, van wiens wegen Arnout van Os, rentmeester van de goederen van voors. kinderen, het transport accepteert van 4 gem. weiland, gelegen in ’t Oudeland van Poortugaal in de polder genaamd de Roon omtrent de woninge van Jacob Leendertsz. van der Laen. Belend N. de Droogendijk of avelinge, van voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, O. de voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, Z. de gemene landswatering, W. Bastiaen Cornelisz. Centen. Vrij en onbelast patrimoniaal land, hem aangekomen als erfenis door het overlijden van zijn eerste huisvrouws moeder Maertjen Heijndricx, zal. en voorts bij cavelinge met de andere kinderen en erfgenamen in het voorjaar van 1656. Voor 1400 Car. gld.

Antonissen Groenneworff, wonende in de Group annex de Westmaas, als oom en bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Geerit Antonnissen van derVliet (beide akten van d.d. 23-11-1660). Zij allen transporteerden voor 2706 Car. gld. aan de heer Jacob Muen, wonende te Enkhuizen, 4 morgen 306 roeden zaailand in de Zuidpolder van West-Barendrecht, 'met den slicken ten diepte toe. Voornoemde Heyndrick, Antonis, Adriaen en Willem Gerritsen van Vliet en Bastiaen Verhuel transporteerden op 9-5-1661 aan Neltie Geeritsdr. (een inwoonster van Dordrecht) voor 4500 Car. gld. 7 morgen 300 roeden in het Oude Land van Camisse121. De in Rhoon wonende Herber Pietersen Risdijck, als voogd van Berber Claes, de weduwe van Geerit Antonnissen van Vliet, Antonnis, Heyndrick, Arien en Willems Geeritsen Van Vliet en Bastiaen Adriaensen Verhuel en Bastiaen Antonnissen Groenneworff, als bestorven bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Geerit, deden op 9-5-1661 transport aan de in Camisse wonende Bastiaen Lauwerissen van 8 morgen 110 roeden in het Buitenland onder Camisse, waarvoor hij 5612 gld. 19 st. neertelde122. Die dag deden de voornoemde personen tevens nog transport aan de in Camisse woonachtige Adriaen Geeritsen van der Vliet van de vaderlijke hofstede in het Oude Land van Camisse; te weten 2 morgen 459 roeden met 'de huysinge, bergh, ceeten daer op staende'. Tevens nog 1 morgen 510 roeden aldaar, gemeen liggend met 1½ morgen van de heer van Doom, en nog de helft van de naast de woning gelegen 'bosem'. Dit alles voor 2500 Car. gld.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Teunis~1621 Barendrecht †1681 Barendrecht 60

tr. (2) Barendrecht op 22 mei 1655
met

Barber Claes, geb. Rhoon in 1632.


Adriaantje Arijsdr Droogendijck
Adriaantje Arijsdr Droogendijck, geb. circa 1600, ovl. voor 22 mei 1655.

Adriaantje Arijsdr Droogendijck.
fol. 1, 22 febr. 1657:.
Comp. Gerrit Theunisz. van der Vliet, won. te Barendrecht, en g.g.a. de kinderen en erfgenamen van zal. Huijbrecht van der Meer, won. te Rotterdam, van wiens wegen Arnout van Os, rentmeester van de goederen van voors. kinderen, het transport accepteert van 4 gem. weiland, gelegen in ’t Oudeland van Poortugaal in de polder genaamd de Roon omtrent de woninge van Jacob Leendertsz. van der Laen. Belend N. de Droogendijk of avelinge, van voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, O. de voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, Z. de gemene landswatering, W. Bastiaen Cornelisz. Centen. Vrij en onbelast patrimoniaal land, hem aangekomen als erfenis door het overlijden van zijn eerste huisvrouws moeder Maertjen Heijndricx, zal. en voorts bij cavelinge met de andere kinderen en erfgenamen in het voorjaar van 1656. Voor 1400 Car. gld.

Antonissen Groenneworff, wonende in de Group annex de Westmaas, als oom en bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Geerit Antonnissen van derVliet (beide akten van d.d. 23-11-1660). Zij allen transporteerden voor 2706 Car. gld. aan de heer Jacob Muen, wonende te Enkhuizen, 4 morgen 306 roeden zaailand in de Zuidpolder van West-Barendrecht, 'met den slicken ten diepte toe. Voornoemde Heyndrick, Antonis, Adriaen en Willem Gerritsen van Vliet en Bastiaen Verhuel transporteerden op 9-5-1661 aan Neltie Geeritsdr. (een inwoonster van Dordrecht) voor 4500 Car. gld. 7 morgen 300 roeden in het Oude Land van Camisse121. De in Rhoon wonende Herber Pietersen Risdijck, als voogd van Berber Claes, de weduwe van Geerit Antonnissen van Vliet, Antonnis, Heyndrick, Arien en Willems Geeritsen Van Vliet en Bastiaen Adriaensen Verhuel en Bastiaen Antonnissen Groenneworff, als bestorven bloedvoogd van de nagelaten weeskinderen van Geerit, deden op 9-5-1661 transport aan de in Camisse wonende Bastiaen Lauwerissen van 8 morgen 110 roeden in het Buitenland onder Camisse, waarvoor hij 5612 gld. 19 st. neertelde122. Die dag deden de voornoemde personen tevens nog transport aan de in Camisse woonachtige Adriaen Geeritsen van der Vliet van de vaderlijke hofstede in het Oude Land van Camisse; te weten 2 morgen 459 roeden met 'de huysinge, bergh, ceeten daer op staende'. Tevens nog 1 morgen 510 roeden aldaar, gemeen liggend met 1½ morgen van de heer van Doom, en nog de helft van de naast de woning gelegen 'bosem'. Dit alles voor 2500 Car. gld.

tr.
met

Gerrit Theuniszn van der Vliet, zn. van Anthonis (Theunis) Geemansz (armmeester) en Neeltje Joppen, geb. circa 1600, ovl. in 1659, tr. (2) met Barber Claes. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Teunis~1621 Barendrecht †1681 Barendrecht 60


Anthonis (Theunis) Geemansz
Anthonis (Theunis) Geemansz, geb. circa 1565, armmeester, ovl. op 24 sep 1620.

Anthonis (Theunis) Geemansz.
fol. 24.23-11-1614:.
Antonis Geemensz. als last en procuratie hebbende van de erfgenamen van zal. Arien Antonisse verkoopt aan Fop Dircksz, timmerman te West Barendrecht een huis aan ‘s herendijk te West Barendrecht, geerfd van Arien Antonisse, belent rondom gemenelandsdijk, West: Kuyn Toonisse.

(De relatie met Arien Anthonise Outraet is me niet geheel duidelijk IK).

Bronnen: OUTRAET, EEN SCHOUTENGESLACHT TE BARENDRECHT door Mr. G. van Niekerken, Gens Nostra 1991 vanaf pag.166.
--- :Vermelding.
Op basis van deze akte heb ik vader Geeman Sijmons (eerder Cornelis) verwijderd, Anthonis wordt niet genoemd.
Op 14-4-1597 procedeerde Pieter Dirckx. uit West-Barendrecht voor het Hof van Holland tegen Comelis Elantsz. als voogd van Bastiaen Geenen, Ploentgen Geenendr, Dirck Geenen en Neeltgen Geenendr, kinderen van zaliger Geen Symonsz, inzake een akkoord op 12-2-1597 gemaakt voor schepenen van het Land van Charlois.

Mogelijk was Anthonis volwassen en had zodoende geen voogd, maar aangezien ik nergens anders bewijs vond dat dit zijn vader zou zijn, gok er maar niet op.

Bronnen: https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2021/02/OV_628_december_2010.pdf.
--- :Vermelding.
Id. R.A. West Barendrecht nr. 1, fol. 85, 15-11-1625:.
Adriaen Heyndricksz. Outraet, schout, procuratie hebbend van zijn broeder Pieter Heyndricksz, verleend bij akte voor notaris Silvester Aerens te Zwijndrecht dd. 3-6-1625, transporteert aan de 5 nagelaten weeskinderen van zal. Antonis Gheemens en Neeltje Joppendr. de helft van de aanwas tegen 2 morgen 450 roe binnenbedijkt land in West Barendrecht gemeen liggend met de voorn. 5 kinderen.

Bronnen: Id. R.A. West Barendrecht nr. 1, fol. 85, 15-11-1625 Gens Nostra 1991 pag 172.
--- :Vermelding.
Antonis (Theunis) Geemansz. (Ghenis), geb. naar schatting ca. 1565, boer in het Binnenland van Carnisse, diakonie-armmeester (1615-1616), waarsman (16161618) van Barendrecht, overl. (voor 23-3) 1619, tr. naar schatting ca. 1590 Neeltje Joppen, geb. naar schatting ca. 1570, overl. voor 24- 9-1620, dochter van Jop Aertsz, boer te West-Barendrecht, heemraad, hoogdijkheemraad van West-Barendrecht en Carnisse, en Trijntje Cleysdr.
Antonis Geemansz. dient niet verward te worden, zoals wel gedaan is in Ons Voorgeslacht jrg. 1970, blz. 8 23, met zijn tijdgenoot Antonis Geenen (Gheemensz.) te Sandelingenambacht, getrouwd met Pieterken Cornelisdr. Van Driel.

Op 1-7-1613 transporteerden de erfgenamen van Maritgen Jans aan Antonis Geemensen 7 morgen in het Binnenland van Carnis en nog de woning 'getimmert van huyssen, berch, schuur' staande op de landen van jonker Frans van Beeckesteyn, en dat alles volgens 'den wettighe wt spraecke' van 3 januari dat jaar. Antonis Geemensen, wonende te West-Barendrecht en (of) Carnisse, deed op 23- 11-1613, met last en procuratie van de erfgenamen van Arien Antonissen, transport van een boerderij aan 'sHeerendijck'in West-Barendrecht aan Fop Dircxen Timmerman. Deze hoeve was de verkopers 'gecoomen ende geerft' van deze Arien Antonissen. Genoemde Fop, inmiddels te 's-Gravendeel woonachtig en getrouwd met een dochter van Heyndrick Adriaensz. Outraet, schout van West-Barendrecht en Carnisse, van wie vermoed wordt dat hij ook nauw verwant was aan erflater Adriaen Anthonisz. Sijbrants (Zivarts), deed deze boerderij op 5-6-1627 over aan Arien Coornelis Ariensen, inmiddels getrouwd met een dochter van Antonis Geemensz. (zie gen. II-5).

Het is enigszins opmerkelijk dat Antonis Geemensz, die geen zitting had in het dorpsbestuur van Barendrecht waardoor zijn optreden als gevolmachtigde voor vreemden meer verklaarbaar zou zijn, optrad uit naam van de erfgenamen van deze Adriaen Anthonisz. Sijbrants (Zivarts), bij leven o.a. schout en dijkgraaf van Oost Barendrecht. Dit kan een aanwijzing zijn voor een familieband met deze kennelijk kinderloos gestorven schout. Mede omdat hij door koop diens hofstede en ook een stuk huurland verkreeg, waardoor dit dan in de familiekring zou zijn gebleven. Opmerkelijk is ook het feit dat Lenaert Foppen Van Driel in 1612 doopgetuige was van bij een kind van Antonis Geemensz. Deze Van Driel was getrouwd met Marijcken Cornelisdr, dochter van de Rijsoordse schout Cornelis Thonisz, een broer van de voornoemde overleden Adriaen Antonisz. Sijbrants. Vanwege zijn vrouw was Van Driel tevens mede-erfgenaam van laatstgenoemde.
Met Kerstmis 1613 betaalde Antonis aan de armmeester van Barendrecht 12 gld. voor een jaar rente van hetgeen (de voorgenoemde) Arien Antonissen aan de Armen vermaakt had. Zoals uit latere rekeningen blijkt betrof het hier een op 1150 roeden land rustende rente.
Leendert Leendertsen, Coornelis Aertsen en Leendert Aertsen, allen wonende te Heinenoord, deden op 25-5-1615 transport aan Antonis Geemensen van 3 morgen 300 roeden in het Oudeland van WestBarendrecht. Dit land werd in noorden belend door 'den Smeetslantsen dijck' en zuidelijk door 'den Ouden Barendrechtsen Dijck'.

In 1615/1616 moet Antonis armmeester van Barendrecht zijn geweest. Dit blijkt uit de rekening van de diakonie-armmeester lopende van medio 1616 tot medio 1617, waarin staat dat hij het voorgaande jaar van zijn rekening aan de Armen 118 gld. 4 stuivers ten achteren was. De rekening uit 1615/1616 is niet bewaard gebleven. Een akte van 20-11-1616 noemt Antonis Gheemensen als belender van land in het Oude Land van Carnis.
Op 18-6-1617 was Tunis Geemensen als gebuur aanwezig bij het afhoren van de diakonierekening van Barendrecht over 1616/1617.
In 1618 nam Thonis Ghenis de pacht over van 8 hond land van de kerk te Ridderkerk, dat voorheen door de eerder genoemde Arien Thonis, schout van Oost-Barendrecht, en Dirck Cornelisz. gezamenlijk was gebruikt.

In het voorjaar van 1619 zal Antonis Geemensz. zijn overleden. Op 23-3-1619 namelijk leverde zijn zoon Ghemen Anthonisen de rekening over die zijn vader Anthonis Ghemensen, in leven waarsman van Barendrecht, over het jaar 1618 had gemaakt. Ghemen ofGeeman deed dit namens de erfgenamen van zijn vader. Anthonis was ook in de jaren 1616 en 1617 waarsman geweest. In een van 24-9-1620 daterende akte worden de niet bij name genoemde kinderen van Antonis Gheemensen en Neeltghen Joppendochter vermeldals belenders van land in het Oude Land van Carnis34, terwijl een akte van 15-5-1625 spreekt van de erfgenamen van zaliger Antonis Gheemens als belenders aldaar.
In het Barendrechtse kohier der 1000e penning over 1626 zijn de vijf kinderen van zaliger Anthonisse Geemans aangeslagen voor maar liefst 12 pond; dus voor een grondbezit van 12.000 pond. Tussen 1625 en 1634 is er in tal van akten nog sprake van niet bij name genoemde kinderen van dit echtpaar. Zo transporteerden op 21-5-1625 Fop Dirxen en Arien Coornelis Joppen, timmerluiden in Barendrecht, aan de vijf, niet bij name genoemde, nagelaten kinderen van Antonis Gheemensen en Neeltgen Joppendochter, een van de verkopers hun schoonvader (= Heyndrick Adriaensz. Outraet, schout van West-Barendrecht en Carnisse) afkomstige aanwas of uitergors buiten 'de Nieuwendijck' van West-Barendrecht, gelegen tegen 11 hond binnenbedijkt land en gemeen bezit met hun zwager Pieter Heyndrixen Outraet en de heer van Matenes.

Op 10-11-1625 transporteerde schout Adriaen Heyndrixen Outraet uit naam van zijn broeder Pieter diens deel in de voornoemde aanwas aan de vijf weeskinderen van Antoonis en Neeltgen en op 27-9-1630 transporteerde de in Carnisse woonachtige Leendert Pluenen aan de drie jongste kinderen van Antonis Gheemensen en Neeltghen Joppendochter zijn aan de westzijde van de voornoemde aanwas van de kinderen belende aanwas of uitergors.
In een akte van 24-5-1634 worden de drie jongste, ook weer niet bij name genoemde, kinderen vermeld met hun aanwas als belenders, terwijl een akte van 19-7-1634 als zodanig weer spreekt van de, niet bij name genoemde, kinderen van Antonis en Neeltgen.

Opmerkelijk is dat diverse stukken naast elkaar gelegen aanwas uit de familie Outraet afkomstig waren. Dit kan mettertijd door erfenissen versnipperd goed geweest zijn. Overigens moeten er toentertijd tenminste negen kinderen in leven zijn geweest, maar het is onbekend of zij allen Neeltgen Joppendr. tot moeder hadden.

Bronnen: DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT MET DE TAKKEN HOOGEWERFF, VAN DER VLIET, STREVELSHOUCK, VAN DER WILT EN GROENEWERF UIT BARENDRECHT door K.J. Slijkerman* OV 2000, juni.

tr. Barendrecht in 1590
met

Neeltje Joppen, dr. van Jop Aertsz en Treyntje Cleysdr.

Uit dit huwelijk 11 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1600  †1659  59


Neeltje Joppen
Neeltje Joppen.

tr. Barendrecht in 1590
met

Anthonis (Theunis) Geemansz, geb. circa 1565, armmeester, ovl. op 24 sep 1620.

Anthonis (Theunis) Geemansz.
fol. 24.23-11-1614:.
Antonis Geemensz. als last en procuratie hebbende van de erfgenamen van zal. Arien Antonisse verkoopt aan Fop Dircksz, timmerman te West Barendrecht een huis aan ‘s herendijk te West Barendrecht, geerfd van Arien Antonisse, belent rondom gemenelandsdijk, West: Kuyn Toonisse.

(De relatie met Arien Anthonise Outraet is me niet geheel duidelijk IK).

Bronnen: OUTRAET, EEN SCHOUTENGESLACHT TE BARENDRECHT door Mr. G. van Niekerken, Gens Nostra 1991 vanaf pag.166.
--- :Vermelding.
Op basis van deze akte heb ik vader Geeman Sijmons (eerder Cornelis) verwijderd, Anthonis wordt niet genoemd.
Op 14-4-1597 procedeerde Pieter Dirckx. uit West-Barendrecht voor het Hof van Holland tegen Comelis Elantsz. als voogd van Bastiaen Geenen, Ploentgen Geenendr, Dirck Geenen en Neeltgen Geenendr, kinderen van zaliger Geen Symonsz, inzake een akkoord op 12-2-1597 gemaakt voor schepenen van het Land van Charlois.

Mogelijk was Anthonis volwassen en had zodoende geen voogd, maar aangezien ik nergens anders bewijs vond dat dit zijn vader zou zijn, gok er maar niet op.

Bronnen: https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2021/02/OV_628_december_2010.pdf.
--- :Vermelding.
Id. R.A. West Barendrecht nr. 1, fol. 85, 15-11-1625:.
Adriaen Heyndricksz. Outraet, schout, procuratie hebbend van zijn broeder Pieter Heyndricksz, verleend bij akte voor notaris Silvester Aerens te Zwijndrecht dd. 3-6-1625, transporteert aan de 5 nagelaten weeskinderen van zal. Antonis Gheemens en Neeltje Joppendr. de helft van de aanwas tegen 2 morgen 450 roe binnenbedijkt land in West Barendrecht gemeen liggend met de voorn. 5 kinderen.

Bronnen: Id. R.A. West Barendrecht nr. 1, fol. 85, 15-11-1625 Gens Nostra 1991 pag 172.
--- :Vermelding.
Antonis (Theunis) Geemansz. (Ghenis), geb. naar schatting ca. 1565, boer in het Binnenland van Carnisse, diakonie-armmeester (1615-1616), waarsman (16161618) van Barendrecht, overl. (voor 23-3) 1619, tr. naar schatting ca. 1590 Neeltje Joppen, geb. naar schatting ca. 1570, overl. voor 24- 9-1620, dochter van Jop Aertsz, boer te West-Barendrecht, heemraad, hoogdijkheemraad van West-Barendrecht en Carnisse, en Trijntje Cleysdr.
Antonis Geemansz. dient niet verward te worden, zoals wel gedaan is in Ons Voorgeslacht jrg. 1970, blz. 8 23, met zijn tijdgenoot Antonis Geenen (Gheemensz.) te Sandelingenambacht, getrouwd met Pieterken Cornelisdr. Van Driel.

Op 1-7-1613 transporteerden de erfgenamen van Maritgen Jans aan Antonis Geemensen 7 morgen in het Binnenland van Carnis en nog de woning 'getimmert van huyssen, berch, schuur' staande op de landen van jonker Frans van Beeckesteyn, en dat alles volgens 'den wettighe wt spraecke' van 3 januari dat jaar. Antonis Geemensen, wonende te West-Barendrecht en (of) Carnisse, deed op 23- 11-1613, met last en procuratie van de erfgenamen van Arien Antonissen, transport van een boerderij aan 'sHeerendijck'in West-Barendrecht aan Fop Dircxen Timmerman. Deze hoeve was de verkopers 'gecoomen ende geerft' van deze Arien Antonissen. Genoemde Fop, inmiddels te 's-Gravendeel woonachtig en getrouwd met een dochter van Heyndrick Adriaensz. Outraet, schout van West-Barendrecht en Carnisse, van wie vermoed wordt dat hij ook nauw verwant was aan erflater Adriaen Anthonisz. Sijbrants (Zivarts), deed deze boerderij op 5-6-1627 over aan Arien Coornelis Ariensen, inmiddels getrouwd met een dochter van Antonis Geemensz. (zie gen. II-5).

Het is enigszins opmerkelijk dat Antonis Geemensz, die geen zitting had in het dorpsbestuur van Barendrecht waardoor zijn optreden als gevolmachtigde voor vreemden meer verklaarbaar zou zijn, optrad uit naam van de erfgenamen van deze Adriaen Anthonisz. Sijbrants (Zivarts), bij leven o.a. schout en dijkgraaf van Oost Barendrecht. Dit kan een aanwijzing zijn voor een familieband met deze kennelijk kinderloos gestorven schout. Mede omdat hij door koop diens hofstede en ook een stuk huurland verkreeg, waardoor dit dan in de familiekring zou zijn gebleven. Opmerkelijk is ook het feit dat Lenaert Foppen Van Driel in 1612 doopgetuige was van bij een kind van Antonis Geemensz. Deze Van Driel was getrouwd met Marijcken Cornelisdr, dochter van de Rijsoordse schout Cornelis Thonisz, een broer van de voornoemde overleden Adriaen Antonisz. Sijbrants. Vanwege zijn vrouw was Van Driel tevens mede-erfgenaam van laatstgenoemde.
Met Kerstmis 1613 betaalde Antonis aan de armmeester van Barendrecht 12 gld. voor een jaar rente van hetgeen (de voorgenoemde) Arien Antonissen aan de Armen vermaakt had. Zoals uit latere rekeningen blijkt betrof het hier een op 1150 roeden land rustende rente.
Leendert Leendertsen, Coornelis Aertsen en Leendert Aertsen, allen wonende te Heinenoord, deden op 25-5-1615 transport aan Antonis Geemensen van 3 morgen 300 roeden in het Oudeland van WestBarendrecht. Dit land werd in noorden belend door 'den Smeetslantsen dijck' en zuidelijk door 'den Ouden Barendrechtsen Dijck'.

In 1615/1616 moet Antonis armmeester van Barendrecht zijn geweest. Dit blijkt uit de rekening van de diakonie-armmeester lopende van medio 1616 tot medio 1617, waarin staat dat hij het voorgaande jaar van zijn rekening aan de Armen 118 gld. 4 stuivers ten achteren was. De rekening uit 1615/1616 is niet bewaard gebleven. Een akte van 20-11-1616 noemt Antonis Gheemensen als belender van land in het Oude Land van Carnis.
Op 18-6-1617 was Tunis Geemensen als gebuur aanwezig bij het afhoren van de diakonierekening van Barendrecht over 1616/1617.
In 1618 nam Thonis Ghenis de pacht over van 8 hond land van de kerk te Ridderkerk, dat voorheen door de eerder genoemde Arien Thonis, schout van Oost-Barendrecht, en Dirck Cornelisz. gezamenlijk was gebruikt.

In het voorjaar van 1619 zal Antonis Geemensz. zijn overleden. Op 23-3-1619 namelijk leverde zijn zoon Ghemen Anthonisen de rekening over die zijn vader Anthonis Ghemensen, in leven waarsman van Barendrecht, over het jaar 1618 had gemaakt. Ghemen ofGeeman deed dit namens de erfgenamen van zijn vader. Anthonis was ook in de jaren 1616 en 1617 waarsman geweest. In een van 24-9-1620 daterende akte worden de niet bij name genoemde kinderen van Antonis Gheemensen en Neeltghen Joppendochter vermeldals belenders van land in het Oude Land van Carnis34, terwijl een akte van 15-5-1625 spreekt van de erfgenamen van zaliger Antonis Gheemens als belenders aldaar.
In het Barendrechtse kohier der 1000e penning over 1626 zijn de vijf kinderen van zaliger Anthonisse Geemans aangeslagen voor maar liefst 12 pond; dus voor een grondbezit van 12.000 pond. Tussen 1625 en 1634 is er in tal van akten nog sprake van niet bij name genoemde kinderen van dit echtpaar. Zo transporteerden op 21-5-1625 Fop Dirxen en Arien Coornelis Joppen, timmerluiden in Barendrecht, aan de vijf, niet bij name genoemde, nagelaten kinderen van Antonis Gheemensen en Neeltgen Joppendochter, een van de verkopers hun schoonvader (= Heyndrick Adriaensz. Outraet, schout van West-Barendrecht en Carnisse) afkomstige aanwas of uitergors buiten 'de Nieuwendijck' van West-Barendrecht, gelegen tegen 11 hond binnenbedijkt land en gemeen bezit met hun zwager Pieter Heyndrixen Outraet en de heer van Matenes.

Op 10-11-1625 transporteerde schout Adriaen Heyndrixen Outraet uit naam van zijn broeder Pieter diens deel in de voornoemde aanwas aan de vijf weeskinderen van Antoonis en Neeltgen en op 27-9-1630 transporteerde de in Carnisse woonachtige Leendert Pluenen aan de drie jongste kinderen van Antonis Gheemensen en Neeltghen Joppendochter zijn aan de westzijde van de voornoemde aanwas van de kinderen belende aanwas of uitergors.
In een akte van 24-5-1634 worden de drie jongste, ook weer niet bij name genoemde, kinderen vermeld met hun aanwas als belenders, terwijl een akte van 19-7-1634 als zodanig weer spreekt van de, niet bij name genoemde, kinderen van Antonis en Neeltgen.

Opmerkelijk is dat diverse stukken naast elkaar gelegen aanwas uit de familie Outraet afkomstig waren. Dit kan mettertijd door erfenissen versnipperd goed geweest zijn. Overigens moeten er toentertijd tenminste negen kinderen in leven zijn geweest, maar het is onbekend of zij allen Neeltgen Joppendr. tot moeder hadden.

Bronnen: DE OUDERE GENERATIES VAN HET GESLACHT MET DE TAKKEN HOOGEWERFF, VAN DER VLIET, STREVELSHOUCK, VAN DER WILT EN GROENEWERF UIT BARENDRECHT door K.J. Slijkerman* OV 2000, juni.

Uit dit huwelijk 11 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1600  †1659  59


Jop Aertsz
Jop Aertsz.

tr.
met

Treyntje Cleysdr.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltje     11 


Treyntje Cleysdr
Treyntje Cleysdr.

tr.
met

Jop Aertsz.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltje     11 


Barber Claes
Barber Claes, geb. Rhoon in 1632.

tr. Barendrecht op 22 mei 1655
met

Gerrit Theuniszn van der Vliet, zn. van Anthonis (Theunis) Geemansz (armmeester) en Neeltje Joppen, geb. circa 1600, ovl. in 1659.


Adriaen Hendricksz Droogendijck alias van Hoogvliet
Adriaen Hendricksz Droogendijck alias van Hoogvliet, geb. Hoogvliet circa 1560, ovl. voor 17 dec 1621.

tr. Poortugaal op 11 jul 1589
met

Maritge Hendrickse Dijkgraeff, geb. Poortugaal.

Maritge Hendrickse Dijkgraeff.
Maertje Hendrick genoemd.
fol. 1, 22 febr. 1657:.
Comp. Gerrit Theunisz. van der Vliet, won. te Barendrecht, en g.g.a. de kinderen en erfgenamen van zal. Huijbrecht van der Meer, won. te Rotterdam, van wiens wegen Arnout van Os, rentmeester van de goederen van voors. kinderen, het transport accepteert van 4 gem. weiland, gelegen in ’t Oudeland van Poortugaal in de polder genaamd de Roon omtrent de woninge van Jacob Leendertsz. van der Laen. Belend N. de Droogendijk of avelinge, van voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, O. de voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, Z. de gemene landswatering, W. Bastiaen Cornelisz. Centen. Vrij en onbelast patrimoniaal land, hem aangekomen als erfenis door het overlijden van zijn eerste huisvrouws moeder Maertjen Heijndricx, zal. en voorts bij cavelinge met de andere kinderen en erfgenamen in het voorjaar van 1656. Voor 1400 Car. gld.

Bronnen: Oud Rechterlijk Archief Poortugaal, inv.nr. 1 door J.J. Vervloet via Hogenda.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaantje*1600  †1655  54
Trijntje*1587 Poortugaal †1630 Poortugaal 42


Maritge Hendrickse Dijkgraeff
Maritge Hendrickse Dijkgraeff, geb. Poortugaal.

Maritge Hendrickse Dijkgraeff.
Maertje Hendrick genoemd.
fol. 1, 22 febr. 1657:.
Comp. Gerrit Theunisz. van der Vliet, won. te Barendrecht, en g.g.a. de kinderen en erfgenamen van zal. Huijbrecht van der Meer, won. te Rotterdam, van wiens wegen Arnout van Os, rentmeester van de goederen van voors. kinderen, het transport accepteert van 4 gem. weiland, gelegen in ’t Oudeland van Poortugaal in de polder genaamd de Roon omtrent de woninge van Jacob Leendertsz. van der Laen. Belend N. de Droogendijk of avelinge, van voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, O. de voors. Jacob Leendertsz. van der Laen, Z. de gemene landswatering, W. Bastiaen Cornelisz. Centen. Vrij en onbelast patrimoniaal land, hem aangekomen als erfenis door het overlijden van zijn eerste huisvrouws moeder Maertjen Heijndricx, zal. en voorts bij cavelinge met de andere kinderen en erfgenamen in het voorjaar van 1656. Voor 1400 Car. gld.

Bronnen: Oud Rechterlijk Archief Poortugaal, inv.nr. 1 door J.J. Vervloet via Hogenda.

tr. Poortugaal op 11 jul 1589
met

Adriaen Hendricksz Droogendijck alias van Hoogvliet, zn. van Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck en Trijntje Jorisse, geb. Hoogvliet circa 1560, ovl. voor 17 dec 1621.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaantje*1600  †1655  54
Trijntje*1587 Poortugaal †1630 Poortugaal 42


Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck
Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck, geb. in de omgeving van Hoogvliet circa 1522, ovl. voor 28 mrt 1615.

Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck.
zijn Zoon Bastiaen verklaard in 1639, not. akte (zie daar) dat zijn vader 93 jaar is geworden.

Heyndrick Ariens Florisz, geb. ca. 1523,10 overl. vóór 28-3-1615, heemraad van het gemene land van Poortugaal, tr. vóór 16-1-1555 Trijntgen Jorisdr, overl. na 19-4-1594,11 dr. van Jorijs Claesz, ‘scuytvuerder’ te Schiedam, overl. tussen 16-9-1537 en 25-10-1538 en van N.N. Hij is van 9-6-1579 tot 28-3-1615 beleend met 9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegaal (leen 58 K, leenkamer Holland/Putten) en van 26-7-1593 resp. 16-6-1600 tot 28-3-1615 met onderscheidenlijk 2 lijn land en 8 lijn 20 roede land in het Rughesant van Pernis (leen 58-I enleen 58-J, leenkamer Holland/Putten).
Een Heynrick Ariaensz. wordt op 20-11-1523 vermeld als belender ten westen van 8 gemet land, gelegen over Maze in Poortegaale. Misschien is deze Heynrick identiek met Henrick Ariensz. van der Hoeve, die na het overlijden van zijn vader, Ariën Dircksz. van der Hoeve op 16-2-1523 wordt beleend met 5 morgen land in Vlaardingerambach.

tr.
met

Trijntje Jorisse, dr. van Joris Claes (‘scuytvuerder’ te Schiedam), ovl. na 19 apr 1594.

Trijntje Jorisse.
Hij is van 9-6-1579 tot 28-3-1615 beleend met 9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegaal (leen 58 K, leenkamer Holland/Putten) en van 26-7-1593 resp. 16-6-1600 tot 28-3-1615 met onderscheidenlijk 2 lijn land en 8 lijn 20 roede land in het Rughesant van Pernis (leen 58-I en leen 58-J, leenkamer Holland/Putten).13.
Een Heynrick Ariaensz. wordt op 20-11-1523 vermeld als belender ten westen van 8 gemet land, gelegen over Maze in Poortegaale.14 Misschien is deze Heynrick identiek met Henrick Ariensz. van der Hoeve, die na het overlijden van zijn vader, Ariën Dircksz. van der Hoeve op 16-2-1523 wordt beleend met 5 morgen land in Vlaardingerambacht.15.

Bronnen: STAMREEKS DROOGENDIJK door Ing. H. den Boer † en Mr. J. J. F. Lots Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 33 (1978).
Huwelijk (met Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck).
Bronnen: STAMREEKS DROOGENDIJK door Ing. H. den Boer † en Mr. J. J. F. Lots Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 33 (1978).

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaen*1560 Hoogvliet †1621  61


Trijntje Jorisse
Trijntje Jorisse, ovl. na 19 apr 1594.

Trijntje Jorisse.
Hij is van 9-6-1579 tot 28-3-1615 beleend met 9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegaal (leen 58 K, leenkamer Holland/Putten) en van 26-7-1593 resp. 16-6-1600 tot 28-3-1615 met onderscheidenlijk 2 lijn land en 8 lijn 20 roede land in het Rughesant van Pernis (leen 58-I en leen 58-J, leenkamer Holland/Putten).13.
Een Heynrick Ariaensz. wordt op 20-11-1523 vermeld als belender ten westen van 8 gemet land, gelegen over Maze in Poortegaale.14 Misschien is deze Heynrick identiek met Henrick Ariensz. van der Hoeve, die na het overlijden van zijn vader, Ariën Dircksz. van der Hoeve op 16-2-1523 wordt beleend met 5 morgen land in Vlaardingerambacht.15.

Bronnen: STAMREEKS DROOGENDIJK door Ing. H. den Boer † en Mr. J. J. F. Lots Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 33 (1978).
Huwelijk (met Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck).
Bronnen: STAMREEKS DROOGENDIJK door Ing. H. den Boer † en Mr. J. J. F. Lots Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 33 (1978).

  • Vader:
    Joris Claes, ‘scuytvuerder’ te Schiedam, ovl. voor 25 okt 1538.

tr.
met

Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck, zn. van Arent Florisz Droogendijck en Margriet Cossens, geb. in de omgeving van Hoogvliet circa 1522, ovl. voor 28 mrt 1615.

Heijndrick Ariens Florisz Droogendijck.
zijn Zoon Bastiaen verklaard in 1639, not. akte (zie daar) dat zijn vader 93 jaar is geworden.

Heyndrick Ariens Florisz, geb. ca. 1523,10 overl. vóór 28-3-1615, heemraad van het gemene land van Poortugaal, tr. vóór 16-1-1555 Trijntgen Jorisdr, overl. na 19-4-1594,11 dr. van Jorijs Claesz, ‘scuytvuerder’ te Schiedam, overl. tussen 16-9-1537 en 25-10-1538 en van N.N. Hij is van 9-6-1579 tot 28-3-1615 beleend met 9½ lijn land in de Stiefmoeder in Poortegaal (leen 58 K, leenkamer Holland/Putten) en van 26-7-1593 resp. 16-6-1600 tot 28-3-1615 met onderscheidenlijk 2 lijn land en 8 lijn 20 roede land in het Rughesant van Pernis (leen 58-I enleen 58-J, leenkamer Holland/Putten).
Een Heynrick Ariaensz. wordt op 20-11-1523 vermeld als belender ten westen van 8 gemet land, gelegen over Maze in Poortegaale. Misschien is deze Heynrick identiek met Henrick Ariensz. van der Hoeve, die na het overlijden van zijn vader, Ariën Dircksz. van der Hoeve op 16-2-1523 wordt beleend met 5 morgen land in Vlaardingerambach.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaen*1560 Hoogvliet †1621  61


Joris Claes
Joris Claes, ‘scuytvuerder’ te Schiedam, ovl. voor 25 okt 1538.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje  †1594   


Arent Florisz Droogendijck
Arent Florisz Droogendijck, geb. vermoedelijk Poortugaal.

Arent Florisz Droogendijck.
mogelijk schepen van Poortugaal 1507, tr. Margriet Cossendr. Zij testeren 6 augustus 1512 te Poortugaal en zij stellen daarbij in een eeuwig zingende mis ‘des dynsdachs van Sinte Anna in de weecke, binnen die kercke van Poortugael’. Dezemis is verzekerd op 4 gemeeten lants geleegen bij Strijtwael in Oude Parnis aen de wech bij dat cleyn heuiltgen aan de westzijde daerof’. Zij stichten ook een memorie ‘op vier lijne lants geleegen aen de Koddewech bij de Slaeck aengelant de kercke van Poortugael aen de suytzijde; met 10 st. aen broot den armen te deelen, 1 pont was de kercke’.
Ook in memorie 121 wordt een Arien Flooris vermeld ‘dese memorie sijn affgecoft aen den H. Geest van Arien Flooris ter presentie van de pastoor, dijckgraeff ende scheepenen’. Op Aerent Floorisz. staat de memorie van zijn vader.
Mogelijk is hij identiek met Aert Florisz, die van 15 nov. 1540 tot 3 nov. 1542 is beleend met 1½ gemet 70 roede land in Koddehoeck in Poortugael (leen 65 - leenkamer Holland/Putten).
Uit het kohier van de 10e penning van Poortugaal 1543 blijkt, dat een Aerent Florijsz. aan land 150 r (oen) den hoop om bezit.
Kennelijk is hij niet dezelfde als Adriaen Floren, die eveneens in voormeld kohier voorkomt met 4 gemeten land, tmet om 2 £ oftewel £ 8-0-0 en met een huurwaarde van een huis staande binnen het ambacht van Poortugaal ten belope van £ 2-0-0.3.
Ook is er nog sprake van een Adriaen Floren, die in 1543 te ‘s-Gravenambacht land bezit t.w. 29 met, een quartier tmet om 30 s(chellingen).

tr.
met

Margriet Cossens.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heijndrick*1522 Hoogvliet †1615  92


Margriet Cossens
Margriet Cossens.

tr.
met

Arent Florisz Droogendijck, geb. vermoedelijk Poortugaal.

Arent Florisz Droogendijck.
mogelijk schepen van Poortugaal 1507, tr. Margriet Cossendr. Zij testeren 6 augustus 1512 te Poortugaal en zij stellen daarbij in een eeuwig zingende mis ‘des dynsdachs van Sinte Anna in de weecke, binnen die kercke van Poortugael’. Dezemis is verzekerd op 4 gemeeten lants geleegen bij Strijtwael in Oude Parnis aen de wech bij dat cleyn heuiltgen aan de westzijde daerof’. Zij stichten ook een memorie ‘op vier lijne lants geleegen aen de Koddewech bij de Slaeck aengelant de kercke van Poortugael aen de suytzijde; met 10 st. aen broot den armen te deelen, 1 pont was de kercke’.
Ook in memorie 121 wordt een Arien Flooris vermeld ‘dese memorie sijn affgecoft aen den H. Geest van Arien Flooris ter presentie van de pastoor, dijckgraeff ende scheepenen’. Op Aerent Floorisz. staat de memorie van zijn vader.
Mogelijk is hij identiek met Aert Florisz, die van 15 nov. 1540 tot 3 nov. 1542 is beleend met 1½ gemet 70 roede land in Koddehoeck in Poortugael (leen 65 - leenkamer Holland/Putten).
Uit het kohier van de 10e penning van Poortugaal 1543 blijkt, dat een Aerent Florijsz. aan land 150 r (oen) den hoop om bezit.
Kennelijk is hij niet dezelfde als Adriaen Floren, die eveneens in voormeld kohier voorkomt met 4 gemeten land, tmet om 2 £ oftewel £ 8-0-0 en met een huurwaarde van een huis staande binnen het ambacht van Poortugaal ten belope van £ 2-0-0.3.
Ook is er nog sprake van een Adriaen Floren, die in 1543 te ‘s-Gravenambacht land bezit t.w. 29 met, een quartier tmet om 30 s(chellingen).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heijndrick*1522 Hoogvliet †1615  92