tr. Westergeest in 1635
met
Balling (Ballingh, Ballings, Ballingius) Feitsma (Phaesma, Faesma), zn. van Balling Feitsma en Engel Dercks Graverts, geb. Westergeest in 1600, boer op 't Veen, ovl. Westergeest in 1672.
Balling Feitsma.
In het floreencohier van 1700 wordt Else Ballings genoemd als eigenaar en bruiker van een plaats en landen gelegen op 't Veen o/ Westergeest geregistreerd onder nr. 19 en 20. Bovendien bezat hij in 1672 enig land op Swagermieden onder Kollumerzwaag, geërfd van zijn moeder. In het stemcohier van 1698 komt hij echter niet voor. De grondslag daarvoor was gelegd in het cohier van 1640. Toen was bepaald wie er mochten stemmen, slechts eigenaren van een aantal nauwkeurig omschreven bezittingen. Dat er sinds die tijd hier en daar verschuivingen hadden plaats gevonden, er waren boerderijen verdwenen en bijgekomen, deed er niet toe. Toen Else Ballings en nog twee anderen verzochten hen, gezien hun status van eigenaren, alsnog in het stemregister in te schrijven werd die aanspraak verachtelijk van de hand gewezen. 'Van nul en generlei waarde!' was de uitspraak. De grootgrondbezitters hadden van lieverlede al de stemhebbende bezittingen opgekocht en maakten de dienst uit.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Else | *1637 | Westergeest | †1703 | Zwagerveen | 66 | 1 | 1 |
tr. Kollum in 1600
met
Engel Dercks Graverts (Grauert) ]]https://gw.geneanet.org/rolfulbes?lang=nl&pz=sergio+martin&nz=woudwyk&p=engel+dercks&n=grauerts+graverts]], dr. van Derck Lieuwes Graverts en Wytscke Phaesma, geb. Kollum in 1580, ovl. Westergeest in 1604.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Balling | *1600 | Westergeest | †1672 | Westergeest | 72 | 1 | 2 |
tr. Kollum in 1600
met
Balling (Ballinck, Luels) Feitsma (Phaesma, Faesma), zn. van Luel Ballings Feitsma en Anna Herosdr van Eysma Sysma, geb. voor 1559, ovl. voor 1610.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Balling | *1600 | Westergeest | †1672 | Westergeest | 72 | 1 | 2 |
tr. Kollum in 1577
met
Wytscke Phaesma, geb. circa 1535.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Engel | *1580 | Kollum | †1604 | Westergeest | 24 | 1 | 2 |
tr. Kollum in 1577
met
Derck Lieuwes Graverts (Grauert, Gravert) [https://gw.geneanet.org/rolfulbes?lang=nl&pz=sergio+martin&nz=woudwyk&p=derck+dirck+lieuwes&n=grauerts+graverts+gravers]], zn. van Lieuwe Graverts, geb. Kollum in 1535, ovl. aldaar in 1604.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Engel | *1580 | Kollum | †1604 | Westergeest | 24 | 1 | 2 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Derck | *1535 | Kollum | †1604 | Kollum | 69 | 1 | 2 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lieuwe | *1510 | 1 | 1 |
tr. in 1535
met
Anna Herosdr (Anne) van Eysma Sysma (Heres, Herodr), dr. van Hero Bindert Jeldts van Eysma te Buren en Frouwe , geb. Kollum circa 1505, ovl. aldaar in 1553, tr. (2) met Botte Ballengha. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (3) Kollum in 1540 met Sije Wye Alma. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Anna Herosdr van Eysma Sysma.
Ripeke Aykama wordt genoemd in 1392 zonder aanduiding van woonplaats. In 1445-1447 komt Ile Aykema voor in het westerkwartier. In het begin van de 16e eeuw (1510-1527) zijn er veel Aykema's: Luel, Sicke, Focke, Ile, Take, Dhee en Melle. De meeste komen voor in Grijpskerk als richter of hoofdeling. Tjalling Aykema wordt bekend door zijn Cronijxke van die Ommelanden (1536-1552). De Aykemaheerd op de Ruigewaard is in 1495 in bezit van Focko, die de heerd bezwaarde (hypotheek) met een jaarrente van 6 rijnse guldens. De familie is al vroeg tot de hervorming overgegaan. In 1566 laat de weduwe van Luel (Luel is hoofdeling te Westerdijken) de beelden uit de kerk van Grijpskerk verwijderen, zo niet vernielen. De spanjaarden nemen wraak en verklaarden de goederen waaronder Aykemaheerd te Westerdijken verbeurd. Na de pacificatie van Gent zullen de goederen teruggegeven zijn.
Tussen 1580 en 1594 zijn er geen gegevens over de Aykema's. In 1596 en later worden de goederen van Hercke Aykema publiek verkocht. Ook komt Hylemaheerd op de Ruigewaard onder de hamer. Hylemaheerd is een borg met grachten, singel, gerechtigheden enz. Zou deze Hylemaheerd (die via de moeder van Hercke in de fafilie is gekomen) de latere Aykemaborg zijn? Er zijn sterke aanwijzingen voor, klauwboeken en het feit dat Hylemaheerd gekocht wordt in 1596 door ene Cornelis Verduntz, die ook de naam Blauweborg gebruikte voor de Hylemaheerd alias Aykemaborg. Op te merken valt dat er wel verschillende Aykemaheerden geweest zijn. In 1630 trouwt een dochter van Cornelis namelijk Maria Verduin (=Verduntz) met Ivo Auwema van Tolbert. Een dochter van dit echtpaar Ulcia Maria, trouwt in 1652 met Jan Remmert Clant. Daarna vestigtn zij zich op Aykema. Jan Remmert overlijdt in 1655, zijn vrouw een jaar later. Hun dochtertje Trudea (gedoopt in 1654), wordt opgevoed bij haar stiefgrootmoeder Etta Coenders, de tweede vrouw van Ivo Auwema. De blauwe borg wordt in tussentijd bewoond door Michael Wijncken en Rixte van Rensen. Trudea of Truda wordt geschaakt in 1667 op 13-jarige leeftijd door haar achterneef Lucas Clant.
Ze vestigt zich op Aykema. Lucas heeft zich sterk gemaakt voor een veerdienst op Groningen. In 1674 is de veerdienst een feit en de bewoners krijgen vrij vervoer. Lucas Clant en Trudea overlijden voor 1706. Bij de erfscheiding leven nog 6 van hun 18 kinderen. Allard Joost, de oudste, verkrijgt de borg. Ongehuwd overlijdt hij in 1722. Het goed gaat over op zijn broer Jan Remmert die ook ongehuwd sterft in 1726. De laatste broer Osebrand krijgt dan de borg.
Zijn zoon Lucas Jan erft de borg in 1736. Met Lucas Clant is het slecht afgelopen, hij wordt in 1752 onder curatele gesteld, omdat hij zich in zeer slechte toestand bevindt in Den Haag. In 1755 wordt de borg met rechten en 38 grazen land door zijn crediteurs gerechtelijk verkocht. Koper wordt Willem Willem baron van In- En Kniphuisen. Deze biedt de borg ter huur aan. In 1768 wordt de borg gesloopt. Het geboomte bracht meer op dan de borg zelf. 1167 gulden tegen 1000 gulden. Het schathuis en de schuur worden in 1771 op afbraak verkocht. In het groen zijn de sporen van de vroegere gracht nog zichtbaar. Op de plattegrond van 1783 zijn de laan en de buitensingels nog duidelijk aangegeven.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Balling | *1559 | †1610 | 51 | 1 | 2 |
tr. (1) in 1535
met
Luel Ballings Feitsma (Phaesma, Faesma), geb. Kollum circa 1510, ovl. aldaar in 1553.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Balling | *1559 | †1610 | 51 | 1 | 2 |
tr. (2)
met
Botte Ballengha (Ballinga, Ballyngha), geb. circa 1510, ovl. in 1564.
Uit dit huwelijk 2 kinderen.
tr. (3) Kollum in 1540
met
Sije Wye (Sye, Wije, Sijth, Louws) Alma (Allema, Allama), geb. Kollum circa 1493, ovl. in 1567, tr. (2) Kollum tussen 1530 en 1535 met IJth (Yth) van Aykama (van Aickema, Ayckema, Aickema, Aijkama, Aikema, Aykama, Aijkema), geb. circa 1505, ovl. in 1557. Uit dit huwelijk 2 kinderen.
tr.
met
Anna Herosdr (Anne) van Eysma Sysma (Heres, Herodr), dr. van Hero Bindert Jeldts van Eysma te Buren en Frouwe , geb. Kollum circa 1505, ovl. aldaar in 1553, tr. (3) met Sije Wye Alma. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Anna Herosdr van Eysma Sysma.
Ripeke Aykama wordt genoemd in 1392 zonder aanduiding van woonplaats. In 1445-1447 komt Ile Aykema voor in het westerkwartier. In het begin van de 16e eeuw (1510-1527) zijn er veel Aykema's: Luel, Sicke, Focke, Ile, Take, Dhee en Melle. De meeste komen voor in Grijpskerk als richter of hoofdeling. Tjalling Aykema wordt bekend door zijn Cronijxke van die Ommelanden (1536-1552). De Aykemaheerd op de Ruigewaard is in 1495 in bezit van Focko, die de heerd bezwaarde (hypotheek) met een jaarrente van 6 rijnse guldens. De familie is al vroeg tot de hervorming overgegaan. In 1566 laat de weduwe van Luel (Luel is hoofdeling te Westerdijken) de beelden uit de kerk van Grijpskerk verwijderen, zo niet vernielen. De spanjaarden nemen wraak en verklaarden de goederen waaronder Aykemaheerd te Westerdijken verbeurd. Na de pacificatie van Gent zullen de goederen teruggegeven zijn.
Tussen 1580 en 1594 zijn er geen gegevens over de Aykema's. In 1596 en later worden de goederen van Hercke Aykema publiek verkocht. Ook komt Hylemaheerd op de Ruigewaard onder de hamer. Hylemaheerd is een borg met grachten, singel, gerechtigheden enz. Zou deze Hylemaheerd (die via de moeder van Hercke in de fafilie is gekomen) de latere Aykemaborg zijn? Er zijn sterke aanwijzingen voor, klauwboeken en het feit dat Hylemaheerd gekocht wordt in 1596 door ene Cornelis Verduntz, die ook de naam Blauweborg gebruikte voor de Hylemaheerd alias Aykemaborg. Op te merken valt dat er wel verschillende Aykemaheerden geweest zijn. In 1630 trouwt een dochter van Cornelis namelijk Maria Verduin (=Verduntz) met Ivo Auwema van Tolbert. Een dochter van dit echtpaar Ulcia Maria, trouwt in 1652 met Jan Remmert Clant. Daarna vestigtn zij zich op Aykema. Jan Remmert overlijdt in 1655, zijn vrouw een jaar later. Hun dochtertje Trudea (gedoopt in 1654), wordt opgevoed bij haar stiefgrootmoeder Etta Coenders, de tweede vrouw van Ivo Auwema. De blauwe borg wordt in tussentijd bewoond door Michael Wijncken en Rixte van Rensen. Trudea of Truda wordt geschaakt in 1667 op 13-jarige leeftijd door haar achterneef Lucas Clant.
Ze vestigt zich op Aykema. Lucas heeft zich sterk gemaakt voor een veerdienst op Groningen. In 1674 is de veerdienst een feit en de bewoners krijgen vrij vervoer. Lucas Clant en Trudea overlijden voor 1706. Bij de erfscheiding leven nog 6 van hun 18 kinderen. Allard Joost, de oudste, verkrijgt de borg. Ongehuwd overlijdt hij in 1722. Het goed gaat over op zijn broer Jan Remmert die ook ongehuwd sterft in 1726. De laatste broer Osebrand krijgt dan de borg.
Zijn zoon Lucas Jan erft de borg in 1736. Met Lucas Clant is het slecht afgelopen, hij wordt in 1752 onder curatele gesteld, omdat hij zich in zeer slechte toestand bevindt in Den Haag. In 1755 wordt de borg met rechten en 38 grazen land door zijn crediteurs gerechtelijk verkocht. Koper wordt Willem Willem baron van In- En Kniphuisen. Deze biedt de borg ter huur aan. In 1768 wordt de borg gesloopt. Het geboomte bracht meer op dan de borg zelf. 1167 gulden tegen 1000 gulden. Het schathuis en de schuur worden in 1771 op afbraak verkocht. In het groen zijn de sporen van de vroegere gracht nog zichtbaar. Op de plattegrond van 1783 zijn de laan en de buitensingels nog duidelijk aangegeven.
tr. (1) Kollum in 1540
met
Anna Herosdr (Anne) van Eysma Sysma (Heres, Herodr), dr. van Hero Bindert Jeldts van Eysma te Buren en Frouwe , geb. Kollum circa 1505, ovl. aldaar in 1553, tr. (2) met Botte Ballengha. Uit dit huwelijk 2 kinderen.
Anna Herosdr van Eysma Sysma.
Ripeke Aykama wordt genoemd in 1392 zonder aanduiding van woonplaats. In 1445-1447 komt Ile Aykema voor in het westerkwartier. In het begin van de 16e eeuw (1510-1527) zijn er veel Aykema's: Luel, Sicke, Focke, Ile, Take, Dhee en Melle. De meeste komen voor in Grijpskerk als richter of hoofdeling. Tjalling Aykema wordt bekend door zijn Cronijxke van die Ommelanden (1536-1552). De Aykemaheerd op de Ruigewaard is in 1495 in bezit van Focko, die de heerd bezwaarde (hypotheek) met een jaarrente van 6 rijnse guldens. De familie is al vroeg tot de hervorming overgegaan. In 1566 laat de weduwe van Luel (Luel is hoofdeling te Westerdijken) de beelden uit de kerk van Grijpskerk verwijderen, zo niet vernielen. De spanjaarden nemen wraak en verklaarden de goederen waaronder Aykemaheerd te Westerdijken verbeurd. Na de pacificatie van Gent zullen de goederen teruggegeven zijn.
Tussen 1580 en 1594 zijn er geen gegevens over de Aykema's. In 1596 en later worden de goederen van Hercke Aykema publiek verkocht. Ook komt Hylemaheerd op de Ruigewaard onder de hamer. Hylemaheerd is een borg met grachten, singel, gerechtigheden enz. Zou deze Hylemaheerd (die via de moeder van Hercke in de fafilie is gekomen) de latere Aykemaborg zijn? Er zijn sterke aanwijzingen voor, klauwboeken en het feit dat Hylemaheerd gekocht wordt in 1596 door ene Cornelis Verduntz, die ook de naam Blauweborg gebruikte voor de Hylemaheerd alias Aykemaborg. Op te merken valt dat er wel verschillende Aykemaheerden geweest zijn. In 1630 trouwt een dochter van Cornelis namelijk Maria Verduin (=Verduntz) met Ivo Auwema van Tolbert. Een dochter van dit echtpaar Ulcia Maria, trouwt in 1652 met Jan Remmert Clant. Daarna vestigtn zij zich op Aykema. Jan Remmert overlijdt in 1655, zijn vrouw een jaar later. Hun dochtertje Trudea (gedoopt in 1654), wordt opgevoed bij haar stiefgrootmoeder Etta Coenders, de tweede vrouw van Ivo Auwema. De blauwe borg wordt in tussentijd bewoond door Michael Wijncken en Rixte van Rensen. Trudea of Truda wordt geschaakt in 1667 op 13-jarige leeftijd door haar achterneef Lucas Clant.
Ze vestigt zich op Aykema. Lucas heeft zich sterk gemaakt voor een veerdienst op Groningen. In 1674 is de veerdienst een feit en de bewoners krijgen vrij vervoer. Lucas Clant en Trudea overlijden voor 1706. Bij de erfscheiding leven nog 6 van hun 18 kinderen. Allard Joost, de oudste, verkrijgt de borg. Ongehuwd overlijdt hij in 1722. Het goed gaat over op zijn broer Jan Remmert die ook ongehuwd sterft in 1726. De laatste broer Osebrand krijgt dan de borg.
Zijn zoon Lucas Jan erft de borg in 1736. Met Lucas Clant is het slecht afgelopen, hij wordt in 1752 onder curatele gesteld, omdat hij zich in zeer slechte toestand bevindt in Den Haag. In 1755 wordt de borg met rechten en 38 grazen land door zijn crediteurs gerechtelijk verkocht. Koper wordt Willem Willem baron van In- En Kniphuisen. Deze biedt de borg ter huur aan. In 1768 wordt de borg gesloopt. Het geboomte bracht meer op dan de borg zelf. 1167 gulden tegen 1000 gulden. Het schathuis en de schuur worden in 1771 op afbraak verkocht. In het groen zijn de sporen van de vroegere gracht nog zichtbaar. Op de plattegrond van 1783 zijn de laan en de buitensingels nog duidelijk aangegeven.
tr. (2) Kollum tussen 1530 en 1535
met
IJth (Yth) van Aykama (van Aickema, Ayckema, Aickema, Aijkama, Aikema, Aykama, Aijkema), geb. circa 1505, ovl. in 1557.
tr. Kollum tussen 1530 en 1535
met
Sije Wye (Sye, Wije, Sijth, Louws) Alma (Allema, Allama), geb. Kollum circa 1493, ovl. in 1567, tr. (1) met Anna Herosdr van Eysma Sysma. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr. Oudwoude in 1495
met
Frouwe , geb. Oudwoude circa 1456, ovl. Burum.
Frouwe .
Burgemeesters en raad te Gronynghen verklaren dat Yelt Eysema en zijn vrouw Rene hebben verkocht aan Hermen Bennekama een rente, groot 51 gouden rijnse guldens, gaande uit 24 pondematen land onder Burum bij Gherkesbrugghe en genaamd Yesemaworft, uit twaalf pondematen land op het Nijelant, uit acht pondematen land op de Oghen te Burum, begrensd aan de noordzijde door de Eyesmaweg, en uit acht pondematen land bij de kerk van Burum, en verder uit al hun goederen, welke rente afgekocht kan worden binnen vijftien jaar met honderd gouden rijnse guldens.
Gylt Eysma. Een andere zoon van Hero, Wyert Eysma, werd in 1502 of 1505 op een vergadering van vertegenwoordigers van de Saksische hertog en de Groningers doodgestoken. Omstreeks 1558 was Tet Eysma van Kollum weduwe van Lolcke Donia uit Oosterend.992.
In 1586 woonde Ant Eysma op Eysmastate toe Burum. Het pad naar de state heette in 1492 Eysemawech, in 1627 reedt van Eysmasaete of vuytwech nae Eysmaheert en nog later 't kerckepad van Eysma hornleger. Aan het einde van de 16de eeuw verwierf Dirck Fogelsangh de state; deels door koop (1616), deels door vererving kwam het daarna aan diens dochter Sjouck, gehuwd met Jacob Pybes van Doma. Zij verkochten het goed in 1620 aan Gerrit Jelckes. Diens weduwe verkocht het in 1641 wederom: aan Theodoricus Fogelsangh, secretaris van Franekeradeel, en zoon van genoemde Jacob Doma en Sjouck Fogelsangh. Deze verkocht de state in 1661 aan Tjeerd van Scheltinga. In 1698 en 1700 behoorde het goed voor tweederde deel aan Scheltinga's en voor eenderde aan dr. Otto van Bolten.
Bij de verschillende overdrachten bleek dat op Eysma state in 1661 nog een stins stond. Deze werd in 1616 genoemd, toen sprake was van de gerechtigheit aen't Steenhuys en van de bij de state horende graven in de kerk. In 1620 worden genoemd Eysma state en zaete met huys, stins ende schuyren en 65 pondematen land en de graven in de kerk; in 1641 de stins, suaneiacht en legersteden in de kerk; in 1661 d'oud stins met de legersteden of grafkelder. Uit de beschrijving van 1616 bleek verder dat de boerderij 14 vakken lang was, waarbij de schuur en de melkkamer 12 vakken hadden en het woonhuis van de pachtboer 2 vakken. Dit woonhuis was zonder eigen muur tegen de muur van de stins, die in eigendom en gebruik bij de landheer was, aangebouwd. In 1718 lag op het terrein een gewone boerderij, in 1832 een klein huisje, omringd door tuingrond.993.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1505 | Kollum | †1553 | Kollum | 48 | 3 | 5 |
tr. Oudwoude in 1495
met
Hero Bindert Jeldts (Here, Heer, Binnerts, Binderts, Jeldts, Yelt) van Eysma te Buren (Eysema, Eijsma, Yelsema, van Eysma, Aysma, Eisma), zn. van Binnert van Eysma te Aldwâld en Sybrech Romptsdr Jelsema, geb. Oudwoude circa 1455, ovl. Ter Luinen bij Burum in 1506.
Hero Bindert Jeldts van Eysma te Buren.
Regest 807 Burgemeesters en raad van Gronynghen oorkonden dat Yelt Eysema en zijn vrouw Rene hebben verkocht en overgedragen aan Hermen Bennekama een rente, groot 51 gouden rijnse guldens, gaande uit 24 pondematen land onder Burum bij Gherkesbrugghe en genaamd YesemawoRFt, uit twaalf pondematen land op het Nijelant, uit acht pondematen land op de Oghen te Burum, begrensd aan de noordzijde door de Eyesmaweg, en uit acht pondematen land bij de kerk van Burum, en verder uit al hun goederen, welke rente afgekocht kan worden binnen vijftien jaar met honderd gouden rijnse guldens.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1505 | Kollum | †1553 | Kollum | 48 | 3 | 5 |
tr. Oudwoude in 1450
met
Sybrech Romptsdr (Syberch, Sibrich, Rompts) Jelsema (Jellinga, Yelsema, Jelcama), geb. Buitenpost in 1430, ovl. Burum tussen 25 mrt 1468 en 25 mrt 1470 .
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hero | *1455 | Oudwoude | †1506 | Ter Luinen | 51 | 1 | 2 |
tr. Oudwoude in 1450
met
Binnert van Eysma te Aldwâld, geb. Oudwoude circa 1435, ovl. Burum op 25 mei 1468.
Binnert van Eysma te Aldwâld.
Eysma stins te Oudwoude.
Ligging De stins stond onder Oudwoude, gem. Kollumerland, ten oosten van de weg in Wijgeest, even ten noorden van de Zwarteweg, op kerkeland; het land, groot ruim 9 pondemaat, strekt vandaar tot aan de Hautmaer, d.i. de verkavelingscheiding tussen Wijgeest en Oudwoude.
Andere banaming Benners hues, Eysema huys.
Ontstaan Het is niet bekend wanneer de stins gebouwd werd.
Geschiedenis Een stins die in 1468 werd vernietigd en nadien mogelijk niet meer herbouwd was Benners hues of Eysema huys up de Wygast. Met andere Kollumerlandse edelen verzette Benner of Binnerd Eysema te Wijgeest zich in 1467 tegen het verbond van Kollumerland met de stad Groningen, waarbij ondermeer werd overeengekomen het kasteel of blokhuis te Kollum te bouwen. Hij schijnt spoedig daarna te zijn overleden. Het jaar daarop werd zijn huis op Wijgeest door de tegenstanders van Groningen voorzien van proviand en soldaten om de Groninger plannen te dwarsbomen. De stad belegerde daarop het huis met "bussen" en ander geschut. Syberch, de weduwe van Binnerd Eysma, gaf zich daarop met 24 manschappen over en mocht ongedeerd vertrekken. De stins en drie steenhuizen te Kollumerzwaag werden echter in opdracht van de Groningers neergehaald.
Twee jaar later, in 1470, sloot Syberch met haar tweede echtgenoot, Lyudo Yellinge, hoofdeling te Britsum (van oorsprong een Sytsma), een vredesverdrag met Groningen. Haar kinderen kregen de Eysma-goederen terug, op voorwaarde dat ze er geen huis sterker weder tymmeren zouden, dan met toestemming van Groningen. Een jaar eerder, in 1469, had Sibrich Eisma aan het convent van Veenklooster 1 mad in Westergeester Hemrik verkocht.
In 1543 wordt Eysmahuis niet meer genoemd. Andreae veronderstelt dan ook met goed recht dat de stins niet weer is opgebouwd. Eysma-hiem wordt in 1571 en 1617 nog wel genoemd. Volgens Andreae's beschrijving was dat het kadastrale perceel Westergeest C157, of misschien het direct ten noorden daarvan gelegen perceel (C153).
Bewoners rond 1467 Binnerd Eysema.
1470 Syberch, wed Eysma en Lyudo Yellinge.
Idemahűs.
It Idemahűs wie in state yn Westerbuorren fan Westergeast. It űntstean is űnbekend en fan de state is neat mear fan werom te finen.
Lykas Allemastate yn Aldwâld is Idemahűs in nijsgjirrich foarbyld fan in wenplak fan in famylje dy't yn de Midsieuwen him wat status oanbelanget op de grins fan haadlingen en eigenierden lei. Yn 1572 waard de heert toe Idemahuis fermelden. De âldst bewarre bleaune fernijing fan de Idema's is út 1467. Fan it ferdrach fan Kollumerlân mei Grins waarden doe Jdema bern.
útsűndere. Soks wiist derop dat se by in fete belutsen wiene. Alve jier letter is der opnij sprake fan in fetekontekst. Yn 1478 hie Owo Idama in Jelle deaslein. Dy syn sibben Sibrand Sakama en Kempo Aesma plonderen doe de besittings fan Owo. It gerjocht besleat dęrnei dat se it rôfde weromjaan moasten, omdat se de lânsfrede skeind hienen. De saak moasten se foar it gerjocht bringe. Blikens in notariële ferklearring fan 1565 wie dizze Owo of Uwe Ydema de stichter fan de Sinte Nicolaesprebende yn de tsjerke fan Westergeast; syn erfgenamten pretindearren yn 1565 it patronaatsrjocht.
Andreae typearre de Idema's as eallju; Vries en oaren seagen harren resint as foaroansteande eigenierden. De kombinaasje fan meardere fermeldings yn in geweltskonflikt mei de stichting fan in prebende is de reden om hjir Andreae's miening swier telle te litten. Wol is dúdlik dat se nei 1500 net mear ta de edelen rekkene waarden.
Uwes syn soan Douwe Idema waard yn 1503 feroardiele ta it beteljen fan rinten, mei jeften fan froulike famyljeleden dy't yn it konvint Sion yntrede wienen, út Idemagoed op Kettingwier, krektas űnder Westergeast. Ek op Weardebuorren űnder Westergeast en by Driezumersyl űnder Driezum wienen Idema-goederen eigendom fan de family; Grut Idema (Ydama) by Driezumersyl waard troch Douwe sels brűkt. Douwes syn soan Syurd Idema wenne yn 1565 te Driezum op Grut Idemastate dęre, syn oare soan, Haye Idema op Idema te Westerbuorren. Oant minstens 1654 hearde dit lęste goed oan neikomlingen yn froulike line fan de Idema's. Yn manlike line stamden de familys Fan Idema, Alma fan Idema en Bouricius fan Idema út de âlde Idema's. Se hearden diels ta it patrisiaat en hienen gjin rjochten mear yn Idema op Westerbuorren; de Alma fan Idema's lykwols al yn Allema te Aldwâld.
Fan Idema is gjin ôfbylding as stins of hearehűs bewarre bleaun. Wol fertoant de âldste kadasterkaart fan ± 1823 in brede gręft om de pleats op dat stee. Idema wurdt net op de kaarten fan Winsemius (1622) en Schotanus (1664, 1718) oanjűn; wol troch Eekhoff (1847).
Mei Pybe Meckema (Meckema te Kollum), Pybe Bawema (Bama te Kollum), Bennert Eysema (Eysma te Aldwâld), Bennert Sappema (Sappema te Aldwâld), Ouwe Algersma up der Treme (Algersma te Westergeast), Mecke Yeltkema (Oentzema te Westergeast) en Sye Bouwema (Buma te Westergeast). Pax, 33, nr. 19, r. 165.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hero | *1455 | Oudwoude | †1506 | Ter Luinen | 51 | 1 | 2 |
tr. (1) Klaaswaal op 26 jul 1814
met
Dirksje Arnoldusse (Dirksje) Janse Janssen, dr. van Arnoldus Jansse en Otje Wilems Buitendijk, ged. Klaaswaal op 28 dec 1783, ovl. Oudenhoorn op 23 apr 1835.
Uit dit huwelijk een dochter bekend:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Neeltje | *1818 | Oudenhoorn | †1884 | Schiedam | 65 | 1 | 7 |
tr. (2)
met
tr. Klaaswaal op 26 jul 1814
met
Johannes Beijer, zn. van Jacob Janszn Beijer en Neeltje Cornelisdr Bouwman, geb. Oudenhoorn op 18 jun 1786, ged. aldaar op 25 jun 1786, arbeider, schoenmaker, ovl. Oudenhoorn op 30 dec 1847, tr. (2) met Teuntje Boon. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter bekend:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Neeltje | *1818 | Oudenhoorn | †1884 | Schiedam | 65 | 1 | 7 |
tr. Numansdorp op 26 okt 1777
met
Otje Wilems Buitendijk, dr. van Wilhelmus Buitendijk en Cornelia Johannes van Dam, ged. Numansdorp op 31 dec 1752, ovl. op 8 apr 1822, tr. (2) Klaaswaal op 21 sep 1788 met Simon de Gast. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Arnoldus Jansse en Otje Wilems Buitendijk
Aarnold Janszen J.M geboren te Dellekum zijnde Rooms en hebbende volgens placcaat aghtien weeken onder gezeten hier wonende.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dirksje | ~1783 | Klaaswaal | †1835 | Oudenhoorn | 51 | 1 | 1 |
tr. (1) Numansdorp op 26 okt 1777
met
Arnoldus (Aarnold) Jansse (Janszen), geb. Dellekum, RK.
Arnoldus Jansse en Otje Wilems Buitendijk
Aarnold Janszen J.M geboren te Dellekum zijnde Rooms en hebbende volgens placcaat aghtien weeken onder gezeten hier wonende.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dirksje | ~1783 | Klaaswaal | †1835 | Oudenhoorn | 51 | 1 | 1 |
tr. (2) Klaaswaal op 21 sep 1788
met
1. | Doopboek Numansdorp (D 444), Regionaal Archief Dordrecht, DTB Numansdorp, 1.II, Geref. Numansdorp, van 1688 tot 1718 (9 feb 1716 blz. 86) |