Abraham Janszn Graswinckel | ![]() |
in Kwartierstaat van Maarten Elink Schuurman. Kwartierstaat van Mark Schneiders Abraham Janszn Graswinckel, geb. te Delft in 1544, brouwer, schepen en burgemeester, ovl. te Delft op 19 mei 1607. |
tr. (1) te Delft in 1567
met
Anna Maria Gerritsdr Cools, geb. te Delft circa 1550, ovl. te Delft in 1570, tr. met
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacob | *1568 | Delft | 1620 | Delft | 51 | 2 | 5 |
tr. (2) te Delft op 18 dec 1574
met
Jannetgen Adriaensdr van Berkel, dr. van Adriaen Pieterszn van Berkel, geb. te Delft circa 1550, begr. te Delft op 4 jul 1626, tr. met
tr. te Delft in 1567
met
Abraham Janszn Graswinckel, zn. van Jan Janszn de Oude Both en Geertruij Jacobsdr Touw van der Burch, geb. te Delft in 1544, brouwer, schepen en burgemeester, ovl. te Delft op 19 mei 1607, tr. (2) met Jannetgen Adriaensdr van Berkel. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (1) met | ![]() |
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacob | *1568 | Delft | 1620 | Delft | 51 | 2 | 5 |
tr. te Delft op 18 dec 1574
met
Abraham Janszn Graswinckel, zn. van Jan Janszn de Oude Both en Geertruij Jacobsdr Touw van der Burch, geb. te Delft in 1544, brouwer, schepen en burgemeester, ovl. te Delft op 19 mei 1607, tr. (1) met Anna Maria Gerritsdr Cools. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (2) met | ![]() |
Hij krijgt 2 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jannetgen | *1550 | Delft | 1626 | Delft | 76 | 1 | 2 |
2 | Maritgen | *1575 | Delft | †1630 | Delft | 54 | 1 | 1 |
tr. (1) te Delft voor 1533
met
Geertruij Jacobsdr Touw van der Burch, geb. te Delft circa 1515, ovl. te Duisburg [Duitsland] op 4 sep 1572, begr. te Delft, tr. met
Geertruij Jacobsdr Touw van der Burch.
De zin tussen haakjes klopt niet en is onjuist. Het geslacht Van der Burch stamt uit het geslacht Touw en niet andersom en Geerte Jacobsdr, Touw stamt ook niet uit het geslacht Van der Burch. In de late middeleeuwen is er sprake van een geslacht Touw (Thou, Touwen) in Schie- en Delfland en een geslacht Van de Burch in Delft. Één tak bij Touw is vermoedelijk via een vrouwelijke overgang zich Van der Burch gaan noemen maar het geslacht Touw is blijven voortbestaan.
Ala Geerte Jacobsdr. Touw werkelijk een Van der Burch was geweest dan zou Maerten dat zeker in zijn 3de kwartier geplaatst hebben. Ook Willem van der Lely vermeld bij Geertruij Touw Jansdr, met geen enkele verwijzing naar Van der Burch. Bij een eventuele nieuwe serie van Nederlandse Adels boekjes zou een aanpassing op zijn plaats zijn. Ook het ontbreken van bronnen is ook een gemis bij de Nederlandse adels boekjes.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Abraham | *1544 | Delft | †1607 | Delft | 62 | 2 | 5 |
2 | Gerrit | *1542 | Delft | †1627 | Delft | 85 | 1 | 2 |
tr. (2) te Dordrecht in 1573
met
Claercken Cornelisdr Roerom, geb. te Dordrecht, ovl. te Delft na 5 aug 1604, tr. met
tr. te Delft voor 1533
met
Jan Janszn de Oude Both (de Boot, in de Both Jan de Oude, in de Ruyt, Ruytesteyn), zn. van Jan Janszn van Doeve, geb. te Delft circa 1510, ovl. te Delft in dec 1584, tr. (2) met Claercken Cornelisdr Roerom. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met
Jan Janszn de Oude Both.
brouwer in de brouwerij de Boot en later in de Ruyt, veertigraad, gasthuismeester, kerkmeester, thesaurier.
De familie Graswinckel is een van oorsprong Delfts regentengeslacht, dat aan het begin van de 20e eeuw in de adelstand werd verheven. Oude genealogieën van het geslacht Graswinckel stellen de geboorte van een zekere Jan Jansz. (de dove) op ongeveer 1474 – voor 1559, hij is daarmee meteen de stamvader. We hoeven aan zijn bestaan niet te twijfelen daar er genoeg informatie beschikbaar is over zijn zoon Jan Jansz (de oude). Jan Jansz (de dove) is borg voor Jan Jansz (de oude) wanneer deze op 31 oktober 1541 consent krijgt om te brouwen.
Jan Jans (de oude) zal omstreeks 1505 geboren zijn, hij werd de oude genoemd om onderscheid te maken met zijn zoon Jan Jansz (de jonge). Jan Jansz (de oude) huwde voor 1533 met Geertje Jacobs (Touw), overleden op 4 september 1572 te Duisburg), Jan Jansz (de oude) hertrouwde ca 1557 met Clearken Roerom Cornelisdr. uit Dordrecht. In van Baalen’s Beschrijving van Dordrecht wordt gezegd, dat Klara Roerom Kornelisdr. trouwde met Jan de Both. De bijnaam de Both duidt waarschijnlijk op de brouwerij “de Boot”. Jan Jansz (de oude) wordt vermeld in het jaar 1543 als “ Jan Jansz int Boetgen”. De brouwerij ’t Boetgen of de Boot was te vinden aan de oostzijde van de Brabantse Turfmarkt. Maar in of voor 1559 moet hij de brouwerij “de Boot” hebben verlaten. Hij verhuisde naar de brouwerij de “Ruyt” op de Koornmarkt 73, toen ook wel Voorstraat geheten. Daar wordt hij in 1559 als brouwer aangetroffen echter nog onder zijn oude naam Jan Jansz (in de) Boot. In 1561 komt men hem tegen met de naam Ruyt(esteyn), genoemd naar de brouwerij De Ruit. Echter gebruikte hij ook de naam Graswinckel. Leden van de familie vervulden al vanaf de 16e eeuw diverse publieke functies in Delft; zij waren onder andere thesaurier, gasthuismeester, armmeester, weesmeester en veertigraad. De brouwerij deed Jan Jansz Boot (de oude) in 1563 over aan zijn zoon Gerrit, zelf bleef hij echter wel in De Ruyt wonen. Gerrit noemde zich aanvankelijk ‘Gerrit Jansz in de Ruyt´.
Zowel Jan Jansz Boot (de oude) als zijn zoon Gerrit (1542- 5 aug. 1627) waren aan de vooravond van de 80-jarige oorlog voorname burgers van Delft. Vader Jan was in 1564 en 1565 thesaurier van de stad. Beiden stonden ook bekend om hun sympathieën voor de ketterse nieuwlichterij. Toen Alva’s Raad van Beroerten na de Beeldenstorm van 1566 verhaal ging halen bij de opstandelingen, vond Jan Jansz Boot (de oude) het raadzaam de stad enige tijd te verlaten. Hij trok naar Duisburg, waar hij zich, behalve met handel, ook ging bezighouden met de organisatie van steun voor de Opstand van Willem van Oranje. In opdracht van de Raad van Beroerten, de zogeheten ‘Bloedraad’, ging schout Van der Goes wel over op beslaglegging op de brouwerij van Gerrit. Zelf wist Gerrit, samen met zijn vrouw, nog op het laatste moment te vluchten, richting Embden, toentertijd een bekend Geuzenoord. Later doken zij op in Bremen. Het meubilair van de brouwerij werd publiekelijk verkocht. De spullen uit het ‘cantoerken’ op de bovenkamer en het kleine brougetouw werden echter voor zes pond opgekocht door broer Jan. Deze wist later ook de brouwerij te huren voor 165 pond per jaar. Zo bleef de zaak toch nog in de familie. Later zou deze Jan zijn eigen brouwerij beginnen in de Halve Maan op de Geer. Na de inname van Den Briel en de overgang van Delft naar de Prins keerden de bannelingen in 1573 weer terug in de stad, en kreeg Jan Jansz Boot (de oude) zijn thesauriersambt terug. Vader Jan werd tevens diaken bij de nieuwe Hervormde Kerk en Gerrit werd er kerkmeester. Beiden behoorden uiteraard ook tot de geldschieters voor het Leidens ontzet en andere oorlogscampagnes tegen de Spanjaarden. Na de dood van zijn vader in 1586 zou Gerrit nog diverse regentenfuncties bekleden. En in de conflicten tussen Maurits en Van Oldebarneveld tijdens het Twaalfjarig Bestand liet Gerrit zich opnieuw van zijn rechtzinnig-calvinistische kant zien.
- achterdegevelsvandelft.nl - Kees van der Wiel.
Oosteinde 137-139 Het Conduyt of De Drie Sonnen, een grote brouwerij met een schilderijencollectie - Brouwerij De Ruyt, geldschieters van het verzet tegen Spanje.
Koornmarkt 73 stond in de gouden tijden van het Delfste bier voor 1600 bekend als brouwerij De Ruyt. Het was destijds de bakermat van de brouwersfamilie Graswinckel, die later nog vele generaties regenten zou voortbrengen. Stamvader van deze brouwersfamilie was Jan Jansz ‘in de Boot’, die de brouwerij op de Koornmarkt vermoedelijk omstreeks 1559 aankocht. Zijn achternaam had hij toen nog ontleend aan de brouwerij De Boot op de Brabantse Turfmarkt, waar hij eerder vanaf 1541 zijn bier had gebrouwen.
Behalve met de ‘groote neeringe van het brouwen’ hield Jan Jansz zich ook bezig met ‘coophandel over zee en andere’. Vermoedelijk betrof dat vooral de graanhandel.
De brouwerij deed Jan in 1563 over aan zijn zoon Gerrit. Zelf bleef hij echter wel in De Ruyt wonen. Gerrit noemde zich aanvankelijk ‘Gerrit Jansz in de Ruyt´. Waarschijnlijk droeg de brouwerij ook al voor de komst van vader Jan de naam De Ruyt.
Ketters.
Zowel Jan Jansz Boot als zijn zoon Gerrit waren aan de vooravond van de 80-jarige oorlog voorname burgers van Delft. Vader Jan was in 1564 en 1565 thesaurier van de stad. Beiden stonden ook bekend om hun sympathieën voor de ketterse nieuwlichterij. Toen Alva’s Raad van Beroerten na de Beeldenstorm van 1566 verhaal ging halen bij de opstandelingen, vond Jan Jansz het raadzaam de stad enige tijd te verlaten. Hij trok naar Duisburg, waar hij zich, behalve met handel, ook ging bezighouden met de organisatie van steun voor de Opstand van Willem van Oranje.
In opdracht van de Raad van Beroerten, de zogeheten ‘Bloedraad’, ging schout Van der Goes wel over op beslaglegging op de brouwerij van Gerrit. Zelf wist Gerrit, samen met zijn vrouw, nog op het laatste moment te vluchten, richting Embden, toentertijd een bekend Geuzenoord. Later doken zij op in Bremen. Het meubilair van de brouwerij werd publiekelijk verkocht. De spullen uit het ‘cantoerken’ op de bovenkamer en het kleine brougetouw werden echter voor zes pond opgekocht door broer Jan. Deze wist later ook de brouwerij te huren voor 165 pond per jaar. Zo bleef de zaak toch nog in de familie. Later zou deze Jan zijn eigen brouwerij beginnen in de Halve Maan op de Geer.
Na de inname van Den Briel en de overgang van Delft naar de Prins keerden de bannelingen in 1573 weer terug in de stad. Gerrit kreeg zijn brouwerij terug, en Jan Jansz zijn thesauriersambt. Vader Jan werd tevens diaken bij de nieuwe Hervormde Kerk en Gerrit werd er kerkmeester. Beiden behoorden uiteraard ook tot de geldschieters voor het Leidens Ontzet en andere oorlogscampagnes tegen de Spanjaarden. Na de dood van zijn vader zou Gerrit nog diverse regentenfuncties bekleden. En in de conflicten tussen Maurits en Van Oldebarneveld tijdens het Twaalfjarig Bestand liet Gerrit zich opnieuw van zijn rechtzinnig-calvinistische kant zien.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Abraham | *1544 | Delft | †1607 | Delft | 62 | 2 | 5 |
2 | Gerrit | *1542 | Delft | †1627 | Delft | 85 | 1 | 2 |
tr. te Dordrecht in 1573
met
Jan Janszn de Oude Both (de Boot, in de Both Jan de Oude, in de Ruyt, Ruytesteyn), zn. van Jan Janszn van Doeve, geb. te Delft circa 1510, ovl. te Delft in dec 1584, tr. (1) met Geertruij Jacobsdr Touw van der Burch. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (2) met
Jan Janszn de Oude Both.
brouwer in de brouwerij de Boot en later in de Ruyt, veertigraad, gasthuismeester, kerkmeester, thesaurier.
De familie Graswinckel is een van oorsprong Delfts regentengeslacht, dat aan het begin van de 20e eeuw in de adelstand werd verheven. Oude genealogieën van het geslacht Graswinckel stellen de geboorte van een zekere Jan Jansz. (de dove) op ongeveer 1474 – voor 1559, hij is daarmee meteen de stamvader. We hoeven aan zijn bestaan niet te twijfelen daar er genoeg informatie beschikbaar is over zijn zoon Jan Jansz (de oude). Jan Jansz (de dove) is borg voor Jan Jansz (de oude) wanneer deze op 31 oktober 1541 consent krijgt om te brouwen.
Jan Jans (de oude) zal omstreeks 1505 geboren zijn, hij werd de oude genoemd om onderscheid te maken met zijn zoon Jan Jansz (de jonge). Jan Jansz (de oude) huwde voor 1533 met Geertje Jacobs (Touw), overleden op 4 september 1572 te Duisburg), Jan Jansz (de oude) hertrouwde ca 1557 met Clearken Roerom Cornelisdr. uit Dordrecht. In van Baalen’s Beschrijving van Dordrecht wordt gezegd, dat Klara Roerom Kornelisdr. trouwde met Jan de Both. De bijnaam de Both duidt waarschijnlijk op de brouwerij “de Boot”. Jan Jansz (de oude) wordt vermeld in het jaar 1543 als “ Jan Jansz int Boetgen”. De brouwerij ’t Boetgen of de Boot was te vinden aan de oostzijde van de Brabantse Turfmarkt. Maar in of voor 1559 moet hij de brouwerij “de Boot” hebben verlaten. Hij verhuisde naar de brouwerij de “Ruyt” op de Koornmarkt 73, toen ook wel Voorstraat geheten. Daar wordt hij in 1559 als brouwer aangetroffen echter nog onder zijn oude naam Jan Jansz (in de) Boot. In 1561 komt men hem tegen met de naam Ruyt(esteyn), genoemd naar de brouwerij De Ruit. Echter gebruikte hij ook de naam Graswinckel. Leden van de familie vervulden al vanaf de 16e eeuw diverse publieke functies in Delft; zij waren onder andere thesaurier, gasthuismeester, armmeester, weesmeester en veertigraad. De brouwerij deed Jan Jansz Boot (de oude) in 1563 over aan zijn zoon Gerrit, zelf bleef hij echter wel in De Ruyt wonen. Gerrit noemde zich aanvankelijk ‘Gerrit Jansz in de Ruyt´.
Zowel Jan Jansz Boot (de oude) als zijn zoon Gerrit (1542- 5 aug. 1627) waren aan de vooravond van de 80-jarige oorlog voorname burgers van Delft. Vader Jan was in 1564 en 1565 thesaurier van de stad. Beiden stonden ook bekend om hun sympathieën voor de ketterse nieuwlichterij. Toen Alva’s Raad van Beroerten na de Beeldenstorm van 1566 verhaal ging halen bij de opstandelingen, vond Jan Jansz Boot (de oude) het raadzaam de stad enige tijd te verlaten. Hij trok naar Duisburg, waar hij zich, behalve met handel, ook ging bezighouden met de organisatie van steun voor de Opstand van Willem van Oranje. In opdracht van de Raad van Beroerten, de zogeheten ‘Bloedraad’, ging schout Van der Goes wel over op beslaglegging op de brouwerij van Gerrit. Zelf wist Gerrit, samen met zijn vrouw, nog op het laatste moment te vluchten, richting Embden, toentertijd een bekend Geuzenoord. Later doken zij op in Bremen. Het meubilair van de brouwerij werd publiekelijk verkocht. De spullen uit het ‘cantoerken’ op de bovenkamer en het kleine brougetouw werden echter voor zes pond opgekocht door broer Jan. Deze wist later ook de brouwerij te huren voor 165 pond per jaar. Zo bleef de zaak toch nog in de familie. Later zou deze Jan zijn eigen brouwerij beginnen in de Halve Maan op de Geer. Na de inname van Den Briel en de overgang van Delft naar de Prins keerden de bannelingen in 1573 weer terug in de stad, en kreeg Jan Jansz Boot (de oude) zijn thesauriersambt terug. Vader Jan werd tevens diaken bij de nieuwe Hervormde Kerk en Gerrit werd er kerkmeester. Beiden behoorden uiteraard ook tot de geldschieters voor het Leidens ontzet en andere oorlogscampagnes tegen de Spanjaarden. Na de dood van zijn vader in 1586 zou Gerrit nog diverse regentenfuncties bekleden. En in de conflicten tussen Maurits en Van Oldebarneveld tijdens het Twaalfjarig Bestand liet Gerrit zich opnieuw van zijn rechtzinnig-calvinistische kant zien.
- achterdegevelsvandelft.nl - Kees van der Wiel.
Oosteinde 137-139 Het Conduyt of De Drie Sonnen, een grote brouwerij met een schilderijencollectie - Brouwerij De Ruyt, geldschieters van het verzet tegen Spanje.
Koornmarkt 73 stond in de gouden tijden van het Delfste bier voor 1600 bekend als brouwerij De Ruyt. Het was destijds de bakermat van de brouwersfamilie Graswinckel, die later nog vele generaties regenten zou voortbrengen. Stamvader van deze brouwersfamilie was Jan Jansz ‘in de Boot’, die de brouwerij op de Koornmarkt vermoedelijk omstreeks 1559 aankocht. Zijn achternaam had hij toen nog ontleend aan de brouwerij De Boot op de Brabantse Turfmarkt, waar hij eerder vanaf 1541 zijn bier had gebrouwen.
Behalve met de ‘groote neeringe van het brouwen’ hield Jan Jansz zich ook bezig met ‘coophandel over zee en andere’. Vermoedelijk betrof dat vooral de graanhandel.
De brouwerij deed Jan in 1563 over aan zijn zoon Gerrit. Zelf bleef hij echter wel in De Ruyt wonen. Gerrit noemde zich aanvankelijk ‘Gerrit Jansz in de Ruyt´. Waarschijnlijk droeg de brouwerij ook al voor de komst van vader Jan de naam De Ruyt.
Ketters.
Zowel Jan Jansz Boot als zijn zoon Gerrit waren aan de vooravond van de 80-jarige oorlog voorname burgers van Delft. Vader Jan was in 1564 en 1565 thesaurier van de stad. Beiden stonden ook bekend om hun sympathieën voor de ketterse nieuwlichterij. Toen Alva’s Raad van Beroerten na de Beeldenstorm van 1566 verhaal ging halen bij de opstandelingen, vond Jan Jansz het raadzaam de stad enige tijd te verlaten. Hij trok naar Duisburg, waar hij zich, behalve met handel, ook ging bezighouden met de organisatie van steun voor de Opstand van Willem van Oranje.
In opdracht van de Raad van Beroerten, de zogeheten ‘Bloedraad’, ging schout Van der Goes wel over op beslaglegging op de brouwerij van Gerrit. Zelf wist Gerrit, samen met zijn vrouw, nog op het laatste moment te vluchten, richting Embden, toentertijd een bekend Geuzenoord. Later doken zij op in Bremen. Het meubilair van de brouwerij werd publiekelijk verkocht. De spullen uit het ‘cantoerken’ op de bovenkamer en het kleine brougetouw werden echter voor zes pond opgekocht door broer Jan. Deze wist later ook de brouwerij te huren voor 165 pond per jaar. Zo bleef de zaak toch nog in de familie. Later zou deze Jan zijn eigen brouwerij beginnen in de Halve Maan op de Geer.
Na de inname van Den Briel en de overgang van Delft naar de Prins keerden de bannelingen in 1573 weer terug in de stad. Gerrit kreeg zijn brouwerij terug, en Jan Jansz zijn thesauriersambt. Vader Jan werd tevens diaken bij de nieuwe Hervormde Kerk en Gerrit werd er kerkmeester. Beiden behoorden uiteraard ook tot de geldschieters voor het Leidens Ontzet en andere oorlogscampagnes tegen de Spanjaarden. Na de dood van zijn vader zou Gerrit nog diverse regentenfuncties bekleden. En in de conflicten tussen Maurits en Van Oldebarneveld tijdens het Twaalfjarig Bestand liet Gerrit zich opnieuw van zijn rechtzinnig-calvinistische kant zien.
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1510 | Delft | †1584 | Delft | 74 | 2 | 4 |
tr.
met
Clara IJsbrantsdr van Spaernwoude, dr. van IJsbrant Gerritszn van Spaernwoude en Haze Jacobsdr van Poelenburch, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1525 | Delft | †1601 | Delft | 75 | 1 | 6 |
tr.
met
Jan Thijmanszn van der Mije, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1525 | Delft | †1601 | Delft | 75 | 1 | 6 |
tr.
met
Haze Jacobsdr van Poelenburch, tr. met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Clara | 1 | 1 |
tr.
met
IJsbrant Gerritszn van Spaernwoude, tr. met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Clara | 1 | 1 |
tr.
met
Elisabeth van Holmael, dr. van Cornelis Jasperszn van Holmael en Emerentia Pietersdr Pijnssen, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1518 | Delft | †1586 | Delft | 67 | 1 | 6 |
tr.
met
Jacob Johanszn van Hoogenhouck, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1518 | Delft | †1586 | Delft | 67 | 1 | 6 |
tr.
met
Emerentia Pietersdr Pijnssen, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Elisabeth | 1 | 1 |
tr.
met
Cornelis Jasperszn van Holmael, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Elisabeth | 1 | 1 |
Gerrit Janszn Graswinckel van Maasland | ![]() |
in Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra Gerrit Janszn Graswinckel van Maasland, geb. te Delft in 1542 (geadopt.), ovl. te Delft op 5 aug 1627, begr. te Delft. |
tr.
met
Baertgen Engelbrechtsdr van Maesland, dr. van Engelbert van Maesland (rekenmeester van Holland) en Maria Jans van Utrecht, geb. te Delft in 1540, begr. te Delft op 2 aug 1609, tr. met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Engelbrecht | ~1577 | Delft | †1635 | Delft | 57 | 1 | 5 |
tr.
met
Gerrit Janszn Graswinckel van Maasland, zn. van Jan Janszn de Oude Both en Geertruij Jacobsdr Touw van der Burch, geb. te Delft in 1542 (geadopt.), ovl. te Delft op 5 aug 1627, begr. te Delft, tr. met | ![]() |
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Engelbrecht | ~1577 | Delft | †1635 | Delft | 57 | 1 | 5 |
tr.
met
Margareta Verhuet (Verhued, Verheut), tr. (1) met Hermannus Nolbeek. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | ~1753 | Lent | 0 | 0 |