Cees Hagenbeek
Reynier Claesz van Berkel
Ds. Reynier Claesz van Berkel, geb. circa 1591, predikant en godgeleerde, ovl. circa 1655.

Ds. Reynier Claesz van Berkel.
hij was een "behoudende broeder", was kandidaat te Leiden, werd predikant te 't Woudt, daarna te Schiedam en als laatste te Rotterdam.

Predikant Dr. Reynier (Reinerus) van Berckel is geboren in 1591. Hij is de zoon van Claes van Berckel (vóór 1567) en Gheertgen Reyniersdr. In 1626 huwt hij in Delft Helena Mozesdr. van Nederveen, geboren in 1602.

Bij zijn huwelijk (1626) wordt Reinerus Berckel genoemd als jongesel dienaer des Goddelijcken woorts binnen deser stede (Schiedam). Hij wordt 'Rogaerds Berckel' genoemd bij het huwelijk van zijn broer Samuel van Berckel and Ariaentgen Gerrits van Sassen, waar hij getuige is. Reynier van Berckel overlijdt in 1655 op een leeftijd van 64 jaren; zijn vrouw in 1667 op een leeftijd van 65 jaren. Reynier van Berckel studeert aan de voorloper van de Universiteit Leiden. Het boek Hugo Grotius, Ordinum Hollandiae AC Westfrisiae Pietas (1613) rept van een oude lijst met de namen van de 35 studenten die aan het einde van het jaar 1613 zijn ingelijfd aan de Universiteit. Naast Reinerus Nicolai van Berckel staat ook Lambertus Barlaeus (1592) op de lijst, broer van een andere stamhouder; de geleerde Caspar van Baerle (1584). Reynier van Berckel wordt predikant in respectievelijk 't Woudt (1616 -1619, Schiedam (1619 -1634) en Rotterdam (1634 - 1655).

Reynier van Berckel is één van de collega-predikanten waarmee Simon Simonides optrekt als deze in Rotterdam bevestigd wordt als predikant (1652). Simon Simonides (1629 - 1675) is een controversieel figuur; hij verwerft bekendheid door stichtelijke gedichten maar is bekender als vurig voorstander van het huis van Oranje en felle vijand van Johan de Witt.

Samuel van Berckel (ca. 1593 - 1670) is de enige broer van Reynier van Berckel waarvan relatief veel van bekend is. Samuel is sijdewinkelier of sijde winckelier en kramer in Delft. Vermoedelijk hield het beroep meer in dan handel; men moest ook de zijde en de lakens bereiden. Hij woont respectievelijk aan de Vismarkt (1617), Wijnstraat, nu Wijnhaven (1626). Hij is charitaatmeester (meester van de Chariteitskamer) en lid van de ridderlijke broederschap genaamd De Confrérie van de Handbusch in Delft (1638), en sergeant (1648). Hij huwt tweemaal; zijn eerste vrouw Truijtgen Arents van Pufvliet, vermoedelijk een dochter van Arend Anthonisz. van Puffvliet en Aagje (Agatha) Onderwater, overlijdt jong; in 1624 op 25-jarige leeftijd. Hij hertrouwt Ariaentgen Gerrits van Sassen in 1626 in Delft. Zijn is de dochter van Gerrit Willemsz. van Sassen en Maritgen Jacobsdr. van Tol. Hij is getuige van alle kinderen van zijn broer Willem, Er is een acte bekend waarin Samuel van Berckel en Dirck Jansz Lagerlant verklaren dat Laurens de Maerschalck op twee gelegenheden in Delft is geweest, en dat ze met elkaar hebben gesproken. De Maerschalck is adelborst, en dient in the regiment van kapitein Wilhelmus Verschuring. Na zijn overlijden in 1670 wordt hij op 10 April begraven in het noordelijk transept (dwarsschip) van de Nieuwe Kerk in Delft. De locatie is recto Noordtrans, plein 3, graf 1-3, zijnde een grafkelder. Om ruimte te maken voor nieuwe overledenen werden oude graven vaak geschoond; de overgebleven beenderen werden bijeengesprokkeld en in kleinere kisten geplaatst. Nadat Samuels graf 10 maal geschoond is en 22 kistjes bevat wordt het vol verklaard (30 December 1694).

"Proponent zijnde, werd hij beroepen tot predikant in 't Woud den 28 Augustus 1616, in 1620 te Schiedam, van daar naar Rotterdam en alhier in 1634 bevestigd. Hij overleed in 1656. Op den 30 Augustus 1643 was hij tegenwoordig bij de bevestiging van den eersten leeraar bij de Schotse gemeente te Rotterdam, na afloop van welke hij als oudste leeraar uit naam der stad, der staten, der classis en der Synode plegtig en in het openbaar verklaarde "deze Schotse gemeente te zijn eene op zich zelf staande vrije kerk, gelijk de Nederlandse kerk zulks was, en dat die daarom al dezelfde voorregten stond te genieten, en alzoo met gemeenebest, stad en kerk zoude staan of vallen enz. (zie van Reijn t.a.pl. Deel I, blz 325.).

From: Titel Naamlijst en Levensbijzonderheiden der Predikanten, die sedert de Kerkhervorming in der Nederduitsche Hervormde en Waalsche Gemeente te Rotterdam tot op dezen tijd in dienst geweest zijn Auteur K. J. R. van Harderwijk Uitgever Bazendijk, 1850.

tr.
met

Helena Moisesdr van Nederveen, dr. van Moijses Janszn van Nederveen en Johanna Jacobsdr de Vogel.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje  †1694 Rotterdam  


Helena Moisesdr van Nederveen
Helena Moisesdr van Nederveen.

 

tr.
met

Ds. Reynier Claesz van Berkel, zn. van Claes van Berkel en Gheertgen Reyniersdr, geb. circa 1591, predikant en godgeleerde, ovl. circa 1655.

Ds. Reynier Claesz van Berkel.
hij was een "behoudende broeder", was kandidaat te Leiden, werd predikant te 't Woudt, daarna te Schiedam en als laatste te Rotterdam.

Predikant Dr. Reynier (Reinerus) van Berckel is geboren in 1591. Hij is de zoon van Claes van Berckel (vóór 1567) en Gheertgen Reyniersdr. In 1626 huwt hij in Delft Helena Mozesdr. van Nederveen, geboren in 1602.

Bij zijn huwelijk (1626) wordt Reinerus Berckel genoemd als jongesel dienaer des Goddelijcken woorts binnen deser stede (Schiedam). Hij wordt 'Rogaerds Berckel' genoemd bij het huwelijk van zijn broer Samuel van Berckel and Ariaentgen Gerrits van Sassen, waar hij getuige is. Reynier van Berckel overlijdt in 1655 op een leeftijd van 64 jaren; zijn vrouw in 1667 op een leeftijd van 65 jaren. Reynier van Berckel studeert aan de voorloper van de Universiteit Leiden. Het boek Hugo Grotius, Ordinum Hollandiae AC Westfrisiae Pietas (1613) rept van een oude lijst met de namen van de 35 studenten die aan het einde van het jaar 1613 zijn ingelijfd aan de Universiteit. Naast Reinerus Nicolai van Berckel staat ook Lambertus Barlaeus (1592) op de lijst, broer van een andere stamhouder; de geleerde Caspar van Baerle (1584). Reynier van Berckel wordt predikant in respectievelijk 't Woudt (1616 -1619, Schiedam (1619 -1634) en Rotterdam (1634 - 1655).

Reynier van Berckel is één van de collega-predikanten waarmee Simon Simonides optrekt als deze in Rotterdam bevestigd wordt als predikant (1652). Simon Simonides (1629 - 1675) is een controversieel figuur; hij verwerft bekendheid door stichtelijke gedichten maar is bekender als vurig voorstander van het huis van Oranje en felle vijand van Johan de Witt.

Samuel van Berckel (ca. 1593 - 1670) is de enige broer van Reynier van Berckel waarvan relatief veel van bekend is. Samuel is sijdewinkelier of sijde winckelier en kramer in Delft. Vermoedelijk hield het beroep meer in dan handel; men moest ook de zijde en de lakens bereiden. Hij woont respectievelijk aan de Vismarkt (1617), Wijnstraat, nu Wijnhaven (1626). Hij is charitaatmeester (meester van de Chariteitskamer) en lid van de ridderlijke broederschap genaamd De Confrérie van de Handbusch in Delft (1638), en sergeant (1648). Hij huwt tweemaal; zijn eerste vrouw Truijtgen Arents van Pufvliet, vermoedelijk een dochter van Arend Anthonisz. van Puffvliet en Aagje (Agatha) Onderwater, overlijdt jong; in 1624 op 25-jarige leeftijd. Hij hertrouwt Ariaentgen Gerrits van Sassen in 1626 in Delft. Zijn is de dochter van Gerrit Willemsz. van Sassen en Maritgen Jacobsdr. van Tol. Hij is getuige van alle kinderen van zijn broer Willem, Er is een acte bekend waarin Samuel van Berckel en Dirck Jansz Lagerlant verklaren dat Laurens de Maerschalck op twee gelegenheden in Delft is geweest, en dat ze met elkaar hebben gesproken. De Maerschalck is adelborst, en dient in the regiment van kapitein Wilhelmus Verschuring. Na zijn overlijden in 1670 wordt hij op 10 April begraven in het noordelijk transept (dwarsschip) van de Nieuwe Kerk in Delft. De locatie is recto Noordtrans, plein 3, graf 1-3, zijnde een grafkelder. Om ruimte te maken voor nieuwe overledenen werden oude graven vaak geschoond; de overgebleven beenderen werden bijeengesprokkeld en in kleinere kisten geplaatst. Nadat Samuels graf 10 maal geschoond is en 22 kistjes bevat wordt het vol verklaard (30 December 1694).

"Proponent zijnde, werd hij beroepen tot predikant in 't Woud den 28 Augustus 1616, in 1620 te Schiedam, van daar naar Rotterdam en alhier in 1634 bevestigd. Hij overleed in 1656. Op den 30 Augustus 1643 was hij tegenwoordig bij de bevestiging van den eersten leeraar bij de Schotse gemeente te Rotterdam, na afloop van welke hij als oudste leeraar uit naam der stad, der staten, der classis en der Synode plegtig en in het openbaar verklaarde "deze Schotse gemeente te zijn eene op zich zelf staande vrije kerk, gelijk de Nederlandse kerk zulks was, en dat die daarom al dezelfde voorregten stond te genieten, en alzoo met gemeenebest, stad en kerk zoude staan of vallen enz. (zie van Reijn t.a.pl. Deel I, blz 325.).

From: Titel Naamlijst en Levensbijzonderheiden der Predikanten, die sedert de Kerkhervorming in der Nederduitsche Hervormde en Waalsche Gemeente te Rotterdam tot op dezen tijd in dienst geweest zijn Auteur K. J. R. van Harderwijk Uitgever Bazendijk, 1850.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje  †1694 Rotterdam  


Dirck van der Hoeven
 
Dirck van der Hoeven, ged. Dordrecht op 7 jun 1649, ovl. Rotterdam op 25 jul 1714.


Dirck van der Hoeven.
Koopman te Dordrecht, later koopman te Rotterdam waarheen hij 15 dec. vertrok, brouwer in "de Vos" 1676, woonde aan d.e Leuvehaven, had een buitengoed te Moercapelle, penningmeester van "De Honderd Morgen of Wilde Veenen".

tr. Rotterdam op 31 okt 1677
met

Maria Hennequin, dr. van Jean Hennequin en Catharina van der Graeff, ged. Rotterdam op 26 aug 1657, ovl. aldaar op 9 aug 1723.

 

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
François~1685 Rotterdam †1765 Rotterdam 80
Theodore*1687 Rotterdam †1748 Rotterdam 60


Maria Hennequin
 
Maria Hennequin, ged. Rotterdam op 26 aug 1657, ovl. aldaar op 9 aug 1723.

 

tr. Rotterdam op 31 okt 1677
met

Dirck van der Hoeven, zn. van Jan Jansz van der Hoeven (kuiper) en Cornelia 'Neeltje' Claer, ged. Dordrecht op 7 jun 1649, ovl. Rotterdam op 25 jul 1714.

 


Dirck van der Hoeven.
Koopman te Dordrecht, later koopman te Rotterdam waarheen hij 15 dec. vertrok, brouwer in "de Vos" 1676, woonde aan d.e Leuvehaven, had een buitengoed te Moercapelle, penningmeester van "De Honderd Morgen of Wilde Veenen".

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
François~1685 Rotterdam †1765 Rotterdam 80
Theodore*1687 Rotterdam †1748 Rotterdam 60


Jean Hennequin
 
Jean Hennequin.

tr.
met

Catharina van der Graeff.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria~1657 Rotterdam †1723 Rotterdam 65


Catharina van der Graeff
Catharina van der Graeff.

tr.
met

Jean Hennequin.

 

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria~1657 Rotterdam †1723 Rotterdam 65


Jan Jansz van der Hoeven
Jan Jansz van der Hoeven, geb. Rotterdam circa 1609, kuiper, ovl. Rotterdam in 1657.

tr.
met

Cornelia 'Neeltje' Claer, ovl. Opijnen.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck~1649 Dordrecht †1714 Rotterdam 65


Cornelia 'Neeltje' Claer
Cornelia 'Neeltje' Claer, ovl. Opijnen.

tr.
met

Jan Jansz van der Hoeven, geb. Rotterdam circa 1609, kuiper, ovl. Rotterdam in 1657.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck~1649 Dordrecht †1714 Rotterdam 65


Arnout Reinierszn Leers
Arnout Reinierszn Leers, geb. in 1698, ovl. in 1766.

Arnout Reinierszn Leers.
schepen, directeur Levantse Handel, kapitein Schutterij, koopman, importeur merinoswol uit Spanje, en meer.

De verkoop van de schilderijenverzameling van Arnout Leers, heer van Ameide, schepen van de stad Rotterdam en directeur van de Levantsche handel, op 19 mei 1767 in de herberg de Keizerskroon in de Kalverstraat in Amsterdam.

Arnout Leers (1698-1766) was de zoon van Reinier Leers en Cornelia Brandt. Zijn vader was schepen van de stad Rotterdam en gefortuneerd. In 1709 had hij zijn uitgeverij en boekhandel verkocht voor het toentertijd astronomische bedrag van fl 120.000,= Vader Reinier overleed in 1714 in Parijs. Arnout en zijn zusje: Johanna, waren in dat jaar nog minderjarig en kregen hun neef Arnout van den Bergh als voogd. Zijn moeder was de weduwe van Rotterdamse koopman en dichter Frans de Haes. Uit haar eerste huwelijk werden vijf kinderen geboren waarvan twee zonen in leven bleven: de dichter Joan en de advocaat Gerard. De vader van Cornelia Brandt was Gerard Brandt, een remonstrants predikant, geschied-schrijver en kerkhistoricus. Hij schreef ondermeer de biografieën van P.C. Hooft, Vondel en Michiel de Ruyter. Haar moeder was Susanna van Baerle, een zeer geleerde vrouw en dichteres. Het echtpaar kreeg zes kinderen: vier jongens en twee meisjes: Anna en Cornelia. Een van de jongens stierf kort na de geboorte, de drie andere werden allen remonstrants predikant: Caspar, Gerard de Jonge en Joannes. De grootvader van Arnout Leers’ moeder was de beroemde remonstrantse predikant, arts en hoogleraar in de filosofie: Caspar Barlaeus. Hij was lid van de Muiderkring en een goede vriend van P.C. Hooft. In 1724 trouwde Arnout Leers met een nicht van Arnout van den Bergh: Christina Uijlenbergh. Zij kregen drie kinderen: Cornelia, Arnout en Jacoba Jacomina. Arnout Leers was schepen van de stad Rotterdam, directeur van de Levantsche Handel, kapitein bij de Rotterdamse schutterij, koopman in wollen-en hoedenmakerstoffen en importeur van merinoswol uit Spanje, die hij in zijn eigen wolwasserij aan het Schie liet wassen. En daarboven was hij ook een twintigtal jaren directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam. In 1745 werd hij heer van Ameide en Herlaar, nadat Arnout van den Bergh en zijn vrouw Margareta van Eijk, en de zuster van Arnout van den Bergh: Anna overleden waren. Het echtpaar van den Bergh-van Eijk had op een veiling in 1729 het recht verworven om beleend te worden door de Staten van Holland en West-Friesland met Ameide, Herlaar en Tienhoven. Gedurende een tijdspanne van veertig jaar legde Arnout Leers drie verzamelingen aan: een schilderijenverzameling, een schelpenverzameling en een naturaliënkabinet. Aan Arnout Leers zijn, buiten een paar familieportretten, geen schilderijen, schelpen of ‘rariteiten’, vermaakt door zijn moeder of zijn neef. Hij heeft dus zelf deze drie verzamelingen aangelegd. Binnen een jaar na zijn overlijden werden de verzamelingen in 1767 geveild in Amsterdam. De schilderijenverzameling bracht fl 7.912,= op. De schelpenverzameling ging voor fl 9.587,50 van de hand en het naturaliënkabinet werd voor fl 3.621,85 geveild..
.

Arnout Leers (1698-1766) was de zoon van Reinier Leers en Cornelia Brandt. Zijn vader was schepen van de stad Rotterdam en gefortuneerd. In 1709 had hij zijn uitgeverij en boekhandel verkocht voor het toentertijd astronomische bedrag van fl 120.000,= Vader Reinier overleed in 1714 in Parijs. Arnout en zijn zusje: Johanna, waren in dat jaar nog minderjarig en kregen hun neef Arnout van den Bergh als voogd. Zijn moeder was de weduwe van Rotterdamse koopman en dichter Frans de Haes. Uit haar eerste huwelijk werden vijf kinderen geboren waarvan twee zonen in leven bleven: de dichter Joan en de advocaat Gerard. De vader van Cornelia Brandt was Gerard Brandt, een remonstrants predikant, geschied-schrijver en kerkhistoricus. Hij schreef ondermeer de biografieën van P.C. Hooft, Vondel en Michiel de Ruyter. Haar moeder was Susanna van Baerle, een zeer geleerde vrouw en dichteres. Het echtpaar kreeg zes kinderen: vier jongens en twee meisjes: Anna en Cornelia. Een van de jongens stierf kort na de geboorte, de drie andere werden allen remonstrants predikant: Caspar, Gerard de Jonge en Joannes. De grootvader van Arnout Leers’ moeder was de beroemde remonstrantse predikant, arts en hoogleraar in de filosofie: Caspar Barlaeus. Hij was lid van de Muiderkring en een goede vriend van P.C. Hooft. In 1724 trouwde Arnout Leers met een nicht van Arnout van den Bergh: Christina Uijlenbergh. Zij kregen drie kinderen: Cornelia, Arnout en Jacoba Jacomina. Arnout Leers was schepen van de stad Rotterdam, directeur van de Levantsche Handel, kapitein bij de Rotterdamse schutterij, koopman in wollen-en hoedenmakerstoffen en importeur van merinoswol uit Spanje, die hij in zijn eigen wolwasserij aan het Schie liet wassen. En daarboven was hij ook een twintigtal jaren directeur van de Maatschappij van Assurantie, Disconteering en Beleeningen te Rotterdam. In 1745 werd hij heer van Ameide en Herlaar, nadat Arnout van den Bergh en zijn vrouw Margareta van Eijk, en de zuster van Arnout van den Bergh: Anna overleden waren. Het echtpaar van den Bergh-van Eijk had op een veiling in 1729 het recht verworven om beleend te worden door de Staten van Holland en West-Friesland met Ameide, Herlaar en Tienhoven. Gedurende een tijdspanne van veertig jaar legde Arnout Leers drie verzamelingen aan: een schilderijenverzameling, een schelpenverzameling en een naturaliënkabinet. Aan Arnout Leers zijn, buiten een paar familieportretten, geen schilderijen, schelpen of ‘rariteiten’, vermaakt door zijn moeder of zijn neef. Hij heeft dus zelf deze drie verzamelingen aangelegd. Binnen een jaar na zijn overlijden werden de verzamelingen in 1767 geveild in Amsterdam. De schilderijenverzameling bracht fl 7.912,= op. De schelpenverzameling ging voor fl 9.587,50 van de hand en het naturaliënkabinet werd voor fl 3.621,85 geveild..

  • Vader:
    Reinier Leers, zn. van Arnoud Arnoutszn Leers (uitgever, boekhandelaar in Rotterdam) en Jannetje van Berkel, ged. Rotterdam op 17 nov 1654, Uitgever, boekhandelaar tot 1709, raad en schepen van Rotterdam, ovl. Parijs [Frankrijk] op 14 nov 1714, begr. Rotterdam Grote Kerk op 1 feb 1715, tr. Rotterdam op 26 feb 1696 met
 


Moijses Janszn van Nederveen
 
Moijses Janszn van Nederveen, geb. op 30 mrt 1566, ovl. Delft op 16 mrt 1624.


Moijses Janszn van Nederveen.
buspoedermaker (buskruitmaker), had een 'bospoedermolen' buiten Watersloot. Hij woonde ook in Franeker. De familie kwam uit Nederveen (nu Hardinxveld-Giessendam) en woonde in de buurt van Dordrecht en ook 's-Hertogenbosch.

 

tr. in 1589
met

Johanna Jacobsdr de Vogel, ovl. Delft op 31 jul 1604.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Helena     


Johanna Jacobsdr de Vogel
Johanna Jacobsdr de Vogel, ovl. Delft op 31 jul 1604.

tr. in 1589
met

Moijses Janszn van Nederveen, zn. van Jan Franszn van Nederveen en Jannetje de Visscher, geb. op 30 mrt 1566, ovl. Delft op 16 mrt 1624.

 


Moijses Janszn van Nederveen.
buspoedermaker (buskruitmaker), had een 'bospoedermolen' buiten Watersloot. Hij woonde ook in Franeker. De familie kwam uit Nederveen (nu Hardinxveld-Giessendam) en woonde in de buurt van Dordrecht en ook 's-Hertogenbosch.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Helena     


Jan Franszn van Nederveen
 
Jan Franszn van Nederveen, geb. op 14 okt 1534.

 

tr.
met

Jannetje de Visscher.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Moijses*1566  †1624 Delft 57


Jannetje de Visscher
Jannetje de Visscher.

tr.
met

Jan Franszn van Nederveen, zn. van Frans Jansz van Nederveen en Jacobmina Reijms, geb. op 14 okt 1534.

 

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Moijses*1566  †1624 Delft 57


Frans Jansz van Nederveen
 
Frans Jansz van Nederveen, geb. circa 1510.

 

tr.
met

Jacobmina Reijms.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1534     


Jacobmina Reijms
Jacobmina Reijms.

tr.
met

Frans Jansz van Nederveen, zn. van Jan Pietersz van Nederveen en Luijtje Beeck, geb. circa 1510.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1534     


Jan Pietersz van Nederveen
 
Jan Pietersz van Nederveen, geb. circa 1485.

 

tr.
met

Luijtje Beeck.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frans*1510     


Luijtje Beeck
Luijtje Beeck.

tr.
met

Jan Pietersz van Nederveen, zn. van Pieter Jansz van Nederveen (Heer van Casteel van Dinter) en Catharina Lambartsdr Brandaris, geb. circa 1485.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frans*1510     


Pieter Jansz van Nederveen
 
Pieter Jansz van Nederveen, geb. circa 1460, Heer van Casteel van Dinter.

 

tr.
met

Catharina Lambartsdr Brandaris, geb. 's-Hertogenbosch.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1485     


Catharina Lambartsdr Brandaris
Catharina Lambartsdr Brandaris, geb. 's-Hertogenbosch.

tr.
met

Pieter Jansz van Nederveen, zn. van Jhr. Jan van Nederveen (Heer van Nederveen), geb. circa 1460, Heer van Casteel van Dinter.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1485     


Jan van Nederveen
 
Jhr. Jan van Nederveen, geb. circa 1430, Heer van Nederveen.


Jhr. Jan van Nederveen.
leefde 1421 in de Dortsche Waert, daar hij in dat Jaar, vermits de schrikkelijke watervloed waardoor 72 dorpen, daaronder ook Nederveen, overstroomden, van daan vertrok na de Langestraad, met zijn zoon Jan: nalatende nog een kleyn kind Pieter gnd, dat hij meende verdronken te zijn, dog naderhand omtrent Sevenbregen is gesalveert, trouwt N.N.


Hij krijgt een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1460