Cees Hagenbeek
Pijbe Aesges thoe Hoxwier
Pijbe Aesges thoe Hoxwier.

tr.
met

Auck Aesgema, ovl. in 1487, tr. (2) in 1451 met Tjaert Epes van Aylva. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hijlck     


Auck Aesgema
Auck Aesgema, ovl. in 1487.

tr. (1)
met

Pijbe Aesges thoe Hoxwier, zn. van Aesge thoe Mantghem thoe Heringa van Hoxwier en Gerlant Gerroltsdr van Herema.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hijlck     

tr. (2) in 1451
met

Tjaert Epes van Aylva, zn. van Epe Tjaerts van Aylva en Tieth Wybrandts van Hermana, ged. Witmarsum in 1431, ovl. aldaar in 1489.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Tjaert Epes van Aylva
Tjaert Epes van Aylva, ged. Witmarsum in 1431, ovl. aldaar in 1489.

tr. in 1451
met

Auck Aesgema, ovl. in 1487.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Aesge thoe Mantghem thoe Heringa van Hoxwier
Aesge (Aesges, Eza, Ezas) thoe Mantghem thoe Heringa van Hoxwier, geb. Mantgum in 1410, ovl. aldaar na 1464.

Aesge thoe Mantghem thoe Heringa van Hoxwier.
woonde te Mantgum.

tr. (1)
met

Gerlant Gerroltsdr van Herema, dr. van Gerrolt Jans van Herema (mederechter en grietman van Franekeradeel) en Hijlck Aggesdr van Harinxma thoe Slooten, geb. Tzum circa 1438, ovl. 1464 of 1465.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pijbe     

tr. (2) Mantgum in 1460
met

Jel Hobbesdr Wijbrensdr van Harman, geb. Minnertsga in 1430, ovl. Mantgum circa 1492, tr. (2) in 1450 met Laes van Mauritsma Eelsma Donia, geb. Sexbierum in 1430, ovl. aldaar op 24 jun 1463, begr. aldaar. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Gerlant Gerroltsdr van Herema
Gerlant Gerroltsdr van Herema, geb. Tzum circa 1438, ovl. 1464 of 1465.

tr.
met

Aesge (Aesges, Eza, Ezas) thoe Mantghem thoe Heringa van Hoxwier, zn. van Aesge thoe Hoxwier en Sicca Bessinga, geb. Mantgum in 1410, ovl. aldaar na 1464, tr. (2) met Jel Hobbesdr Wijbrensdr van Harman. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Aesge thoe Mantghem thoe Heringa van Hoxwier.
woonde te Mantgum.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pijbe     


Gerrolt Jans van Herema
Gerrolt Jans van Herema (Herama), geb. Tzum circa 1400, mederechter en grietman van Franekeradeel, ovl. Tzum op 13 apr 1479.

Gerrolt Jans van Herema.
Was mede rechtvoerend in het dorp Tzum in Franekeradeel. Hij wordt genoemd in een charter van 1443.
In 1437 was Gerrolt Herema van Tzum eigenaar van Aesgemastate te Peins.

Hij was mederechter en grietman van Franekeradeel in 1438 (zie OFO II-18 ,rechtsomgang Franekeradeel).

Hij wordt ook genoemd in een charter uit 1443.

Voor zijn kinderen en kleinkinderen zie T326-1047 en N.L.62 (1944)-blz 6/14 over Herema te Tzum door M.A.Beelaerts van Blokland.
OFO I-141 d.d.21-6-1457:genoemd als Gerrold a Hederem bij landaankoop.
OFO III-10 d.d.6-5-1476:overeenkomst tussen Franekeradeel en Gerrolt in Herum.
OFO-I-296 d.d.13-4-1479:Gerrold Herama wordt benoemd als voogd over de kinderen van Schelte van Liauckema.

tr. voor 1443
met

Hijlck Aggesdr van Harinxma thoe Slooten, dr. van Agge van Harinxma thoe Heeg thoe Sneek en His Riencksdr Bockama, geb. Sneek circa 1405, ovl. circa 1472.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerlant*1438 Tzum †1464  26
Johan     


Hijlck Aggesdr van Harinxma thoe Slooten
Hijlck Aggesdr van Harinxma thoe Slooten, geb. Sneek circa 1405, ovl. circa 1472.

tr. voor 1443
met

Gerrolt Jans van Herema (Herama), zn. van Johan Herema en Both Baerda, geb. Tzum circa 1400, mederechter en grietman van Franekeradeel, ovl. Tzum op 13 apr 1479.

Gerrolt Jans van Herema.
Was mede rechtvoerend in het dorp Tzum in Franekeradeel. Hij wordt genoemd in een charter van 1443.
In 1437 was Gerrolt Herema van Tzum eigenaar van Aesgemastate te Peins.

Hij was mederechter en grietman van Franekeradeel in 1438 (zie OFO II-18 ,rechtsomgang Franekeradeel).

Hij wordt ook genoemd in een charter uit 1443.

Voor zijn kinderen en kleinkinderen zie T326-1047 en N.L.62 (1944)-blz 6/14 over Herema te Tzum door M.A.Beelaerts van Blokland.
OFO I-141 d.d.21-6-1457:genoemd als Gerrold a Hederem bij landaankoop.
OFO III-10 d.d.6-5-1476:overeenkomst tussen Franekeradeel en Gerrolt in Herum.
OFO-I-296 d.d.13-4-1479:Gerrold Herama wordt benoemd als voogd over de kinderen van Schelte van Liauckema.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerlant*1438 Tzum †1464  26
Johan     


Agge van Harinxma thoe Heeg thoe Sneek
Agge van Harinxma thoe Heeg thoe Sneek, geb. Heeg circa 1373, ovl. Sneek in 1422, begr. aldaar in Klooster Thabor (bij het hoogaltaar) in 1446.

Agge van Harinxma thoe Heeg thoe Sneek.
Hoveling en olderman te Sneek; tekent in 1419 en 1422 als volmacht van de Schieringers.

tr. Sneek in 1402
met

His Riencksdr Bockama, dr. van Rienck Bockama en Both Feickesdr Sickinga, geb. Sneek circa 1380, ovl. aldaar in 1412.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hijlck*1405 Sneek †1472  67
Aedger*1400 Sneek †1468 Sneek 68


His Riencksdr Bockama
His Riencksdr Bockama, geb. Sneek circa 1380, ovl. aldaar in 1412.

tr. Sneek in 1402
met

Agge van Harinxma thoe Heeg thoe Sneek, zn. van Haring thoe Heeg (Legeraanvoerder van Westergo) en Jelck NNdr Hinxma, geb. Heeg circa 1373, ovl. Sneek in 1422, begr. aldaar in Klooster Thabor (bij het hoogaltaar) in 1446.

Agge van Harinxma thoe Heeg thoe Sneek.
Hoveling en olderman te Sneek; tekent in 1419 en 1422 als volmacht van de Schieringers.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hijlck*1405 Sneek †1472  67
Aedger*1400 Sneek †1468 Sneek 68


Rienck Bockama
Rienck Bockama, ovl. Sneek op 28 feb 1436.

Rienck Bockama.
Hoveling te Sneek en Oosterend. Woonde te Sneek op de Roedenburch. Geridderd door de Engelse koning en door de graaf van Holland, Albrecht van Beijeren. Werd in 1378 vanwege deze graaf baljuw over Wymbriseradeel, Gaasterland en Doniawerstal. Huldigde mede graaf Albrecht als Heer van Friesland. Hij stichtte in 1406 het klooster Thabor, waarin hij zich terugtrok.

tr.
met

Both Feickesdr Sickinga, geb. Goënga in 1352, ovl. Sneek in 1386.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
His*1380 Sneek †1412 Sneek 32


Both Feickesdr Sickinga
Both Feickesdr Sickinga, geb. Goënga in 1352, ovl. Sneek in 1386.

tr.
met

Rienck Bockama, zn. van Bocke Doedingha en Reijnke , ovl. Sneek op 28 feb 1436.

Rienck Bockama.
Hoveling te Sneek en Oosterend. Woonde te Sneek op de Roedenburch. Geridderd door de Engelse koning en door de graaf van Holland, Albrecht van Beijeren. Werd in 1378 vanwege deze graaf baljuw over Wymbriseradeel, Gaasterland en Doniawerstal. Huldigde mede graaf Albrecht als Heer van Friesland. Hij stichtte in 1406 het klooster Thabor, waarin hij zich terugtrok.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
His*1380 Sneek †1412 Sneek 32


Bocke Doedingha
Bocke Doedingha.

tr.
met

Reijnke , dr. van Fokke Sikking.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rienck  †1436 Sneek  


Reijnke
Reijnke .

tr.
met

Bocke Doedingha.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rienck  †1436 Sneek  


Haring thoe Heeg
Haring thoe Heeg (Harinxma thoe Heeg, Donia), geb. Heeg in 1345, Legeraanvoerder van Westergo, ovl. Heeg na 1401.

Haring thoe Heeg.
Heerschap te Heeg; potestaat van Westergo 1381-1388.

Charterboek I-282:op 10-8-1398 genoemd als Haring in den Hage,die trouw had gezworen aan hertog Albrecht van Beieren.

Zie ook GJB 1977-28.

Haringh Donia, ook aangeduid met de naam Harinxma/Haringhsma, was 'Heerschap te Heeg en Potestaat van Westergo' (1381/1404).
Het Middeleeuwse Friesland was niet een feodale staat zoals de andere gewesten in de Lage Landen. Een echte adel bestond niet. De vrije heren/boeren vormden samen het landsbestuur: de Hoofdelingen; men erkende als Landsheer alleen de Keizer van het Heilige Rooms-Duitse Rijk. In tijden van nood c.q. oorlog koos men een van de Hoofdelingen tot Potestaat. Voor de duur van de oorlog trad hij op als leider en voerde het leger aan (vgl. de Dictator in het oude Rome).
Een bekend familielid in de Donia-familie is Pier Gerlofs Donia.
Grote Pier (Fries: Grutte Pier, 1480? - 28 oktober 1520) is de naam waaronder Pier Gerlofs Donia als Fries vrijheidsstrijder bekendheid heeft gekregen. Rond zijn figuur heeft zich een uitgebreide legendevorming voorgedaan en het is moeilijk te zeggen wat er van de verhalen over Grote Pier op waarheid berust en wat niet.
Donia werd in de tweede helft van de 15e eeuw geboren. In 1498 kwam Friesland in handen van Albrecht van Saksen en een paar jaar later probeerden de graven van Holland rechten op Friesland te laten gelden en ze vielen Friesland diverse malen aan, wat onder andere in de bezetting van Stavoren resulteerde.
Donia was aanvankelijk boer te Kimswerd. Toen zijn boerderij in 1515 door Saksische troepen werd platgebrand, ontwikkelde hij zich tot een fel bestrijder van de Saksische en Hollandse bezetters. Onder zijn leiding opereerde een kapervloot op de Zuiderzee die Hollandse schepen en steden plunderde. Aan Donia worden een reusachtige gestalte en een bovenmenselijke kracht toegeschreven (zie de anekdote aan het einde van dit artikel). Donia wordt ook als bedenker van het schibbolet Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries gezien. Hij zou dat hebben gebruikt om na te gaan of de opvarenden van schepen op de Zuiderzee wel Fries waren. Was dat niet het geval, dan zouden ze onverbiddelijk gekielhaald zijn, en werd hun schip geplunderd.
Volgens de legende droegen Donia en zijn mannen de buit van de geplunderde schepen af aan hertog Karel van Gelre, die steun in de strijd tegen de Hollanders had toegezegd. Toen bleek dat Karel in 1517 zelf een machtspositie in Friesland probeerde te verwerven, was Donia zo teleurgesteld, dat hij zich uit de strijd terugtrok. Zijn laatste jaren bracht hij door in Sneek, waar hij in 1520 in zijn bed overleed.

tr. Heeg in 1370
met

Jelck NNdr Hinxma, geb. Heeg in 1345, ovl. aldaar in 1375.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agge*1373 Heeg †1422 Sneek 49
Douwe*1370 Heeg †1454 Heeg 84
Syrck*1374 Heeg †1460 Oosterend 8612 


Jelck NNdr Hinxma
Jelck NNdr Hinxma, geb. Heeg in 1345, ovl. aldaar in 1375.

tr. Heeg in 1370
met

Haring thoe Heeg (Harinxma thoe Heeg, Donia), zn. van Douwe Donia, geb. Heeg in 1345, Legeraanvoerder van Westergo, ovl. Heeg na 1401.

Haring thoe Heeg.
Heerschap te Heeg; potestaat van Westergo 1381-1388.

Charterboek I-282:op 10-8-1398 genoemd als Haring in den Hage,die trouw had gezworen aan hertog Albrecht van Beieren.

Zie ook GJB 1977-28.

Haringh Donia, ook aangeduid met de naam Harinxma/Haringhsma, was 'Heerschap te Heeg en Potestaat van Westergo' (1381/1404).
Het Middeleeuwse Friesland was niet een feodale staat zoals de andere gewesten in de Lage Landen. Een echte adel bestond niet. De vrije heren/boeren vormden samen het landsbestuur: de Hoofdelingen; men erkende als Landsheer alleen de Keizer van het Heilige Rooms-Duitse Rijk. In tijden van nood c.q. oorlog koos men een van de Hoofdelingen tot Potestaat. Voor de duur van de oorlog trad hij op als leider en voerde het leger aan (vgl. de Dictator in het oude Rome).
Een bekend familielid in de Donia-familie is Pier Gerlofs Donia.
Grote Pier (Fries: Grutte Pier, 1480? - 28 oktober 1520) is de naam waaronder Pier Gerlofs Donia als Fries vrijheidsstrijder bekendheid heeft gekregen. Rond zijn figuur heeft zich een uitgebreide legendevorming voorgedaan en het is moeilijk te zeggen wat er van de verhalen over Grote Pier op waarheid berust en wat niet.
Donia werd in de tweede helft van de 15e eeuw geboren. In 1498 kwam Friesland in handen van Albrecht van Saksen en een paar jaar later probeerden de graven van Holland rechten op Friesland te laten gelden en ze vielen Friesland diverse malen aan, wat onder andere in de bezetting van Stavoren resulteerde.
Donia was aanvankelijk boer te Kimswerd. Toen zijn boerderij in 1515 door Saksische troepen werd platgebrand, ontwikkelde hij zich tot een fel bestrijder van de Saksische en Hollandse bezetters. Onder zijn leiding opereerde een kapervloot op de Zuiderzee die Hollandse schepen en steden plunderde. Aan Donia worden een reusachtige gestalte en een bovenmenselijke kracht toegeschreven (zie de anekdote aan het einde van dit artikel). Donia wordt ook als bedenker van het schibbolet Bûter, brea en griene tsiis, wa't dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries gezien. Hij zou dat hebben gebruikt om na te gaan of de opvarenden van schepen op de Zuiderzee wel Fries waren. Was dat niet het geval, dan zouden ze onverbiddelijk gekielhaald zijn, en werd hun schip geplunderd.
Volgens de legende droegen Donia en zijn mannen de buit van de geplunderde schepen af aan hertog Karel van Gelre, die steun in de strijd tegen de Hollanders had toegezegd. Toen bleek dat Karel in 1517 zelf een machtspositie in Friesland probeerde te verwerven, was Donia zo teleurgesteld, dat hij zich uit de strijd terugtrok. Zijn laatste jaren bracht hij door in Sneek, waar hij in 1520 in zijn bed overleed.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agge*1373 Heeg †1422 Sneek 49
Douwe*1370 Heeg †1454 Heeg 84
Syrck*1374 Heeg †1460 Oosterend 8612 


Johan Herema
Johan Herema.

Johan Herema.
Johan te Hedrum wordt vermeld  omstreeks 1360 bij Upcke van Burmania.

Olde Herrem (Tzum FC1).
De naam Herum is afgeleid van de buurschapsnaam Hederum, waarschijnlijk het al in de vroege 10de eeuw voorkomende Heterheim. Beide vormen - Hederum en Herum - komen in de jaren 1406-1438 naast elkaar voor. In de 13de eeuw werd Herum verworven door de abdij van Bloemkamp, die het weer kwijtraakte in de 14de eeuw. Ongeveer tegelijkertijd, in het midden van de 14de eeuw, vangt de door Upcke van Burmania opgestelde genealogie aan.  De stamvader zou.
Johan te Hedrum zijn geweest. Zijn zoon Gerrolt Herema, veelvuldig genoemd in de Rechtsomgang trouwde met Hilck Harinxma van Sneek. In dezelfde tijd worden ook Broutich te Herum en Gerrolts broer Wlbet genoemd. Verspreid over het dorpsgebied bezaten ze minstens 15 boerderijen.
Vanwege dat grondbezit traden ze in de 15de eeuw vaak als rechter in Franekeradeel op.
Tengevolge van een twist met de Siaerdema's van Franeker, met wie de stamvader Johan te Hedrum trouwens verzwagerd zou zijn geweest, was het kerspel Tzum echter uitgesloten van deelname in de roulatie van het grietmanschap.
In 1406/1437 was er sprake van twee staten te Herum: Hedrum eene statha en Beyta statha op Hederuma therpe. Later ligt Nieuw Herum (Nuwe Herrem) dichtbij de dorpsterp van Tzum. Of de huisplaats later naar de omgeving van de kerk is verplaatst, zoals bij staten van dorpshoofdelingen vaker gebeurde,2562 òf dat een van de Herumer staten van 1406/1438 werd samengevoegd met een reeds in Tzum bestaande stins, onttrekt zich nog aan onze waarneming.
Olde Herrem was in 1511 eigendom van Tyerck Walta ende is een heerscap; hij was getrouwd met Tieth Herema van wie de state afkomstig zal zijn geweest.

tr.
met

Both Baerda (Sjaerda).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrolt*1400 Tzum †1479 Tzum 78


Both Baerda
Both Baerda (Sjaerda).

tr.
met

Johan Herema.

Johan Herema.
Johan te Hedrum wordt vermeld  omstreeks 1360 bij Upcke van Burmania.

Olde Herrem (Tzum FC1).
De naam Herum is afgeleid van de buurschapsnaam Hederum, waarschijnlijk het al in de vroege 10de eeuw voorkomende Heterheim. Beide vormen - Hederum en Herum - komen in de jaren 1406-1438 naast elkaar voor. In de 13de eeuw werd Herum verworven door de abdij van Bloemkamp, die het weer kwijtraakte in de 14de eeuw. Ongeveer tegelijkertijd, in het midden van de 14de eeuw, vangt de door Upcke van Burmania opgestelde genealogie aan.  De stamvader zou.
Johan te Hedrum zijn geweest. Zijn zoon Gerrolt Herema, veelvuldig genoemd in de Rechtsomgang trouwde met Hilck Harinxma van Sneek. In dezelfde tijd worden ook Broutich te Herum en Gerrolts broer Wlbet genoemd. Verspreid over het dorpsgebied bezaten ze minstens 15 boerderijen.
Vanwege dat grondbezit traden ze in de 15de eeuw vaak als rechter in Franekeradeel op.
Tengevolge van een twist met de Siaerdema's van Franeker, met wie de stamvader Johan te Hedrum trouwens verzwagerd zou zijn geweest, was het kerspel Tzum echter uitgesloten van deelname in de roulatie van het grietmanschap.
In 1406/1437 was er sprake van twee staten te Herum: Hedrum eene statha en Beyta statha op Hederuma therpe. Later ligt Nieuw Herum (Nuwe Herrem) dichtbij de dorpsterp van Tzum. Of de huisplaats later naar de omgeving van de kerk is verplaatst, zoals bij staten van dorpshoofdelingen vaker gebeurde,2562 òf dat een van de Herumer staten van 1406/1438 werd samengevoegd met een reeds in Tzum bestaande stins, onttrekt zich nog aan onze waarneming.
Olde Herrem was in 1511 eigendom van Tyerck Walta ende is een heerscap; hij was getrouwd met Tieth Herema van wie de state afkomstig zal zijn geweest.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrolt*1400 Tzum †1479 Tzum 78


Aesge thoe Hoxwier
Aesge thoe Hoxwier, ovl. na 1440.

Aesge thoe Hoxwier.
woonde te Mantgum en wordt met zijn vrouw genoemd in 1422, 1438, 1439.
en 1441.

tr.
met

Sicca Bessinga.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aesge*1410 Mantgum †1464 Mantgum 54


Sicca Bessinga
Sicca Bessinga.

tr.
met

Aesge thoe Hoxwier, ovl. na 1440.

Aesge thoe Hoxwier.
woonde te Mantgum en wordt met zijn vrouw genoemd in 1422, 1438, 1439.
en 1441.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aesge*1410 Mantgum †1464 Mantgum 54


Laes Hommes van Oedtsma
Laes Hommes van Oedtsma.

  • Vader:
    Homme Oedtsma tps://gw.geneanet.org/ekjansen?lang=nl&p=homme&n=oedtsma]], tr. circa 1430 met
  • Moeder:
    Jel Martena pphttps://gw.geneanet.org/ekjansen?lang=nl&p=jel&n=martena]].

tr.
met

Doedt .

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wijtze  †1500 Franeker