Cees Hagenbeek
Aert Andriesse Rijsdijk
Aert Andriesse Rijsdijk, geb. Rhoon voor 1613, polderwerker, begr. Rhoon op 16 dec 1668.

Aert Andriesse Rijsdijk.
Andries Arnouts Rijsdijk, polderwerker, won. te Rhoon (1634), overl. voor 3-10-1655, tr. Eijltgen (Heijltje) Marinisse, ged. Poortugaal 20-5-1590 (get. Vincent Jacobs op Hoogvliet, Eylgen, huisvrouw van Komen, Jan in Rhoon, Jacob Ariens in Rhoon en Maritgen Werkers in Rhoon), begr. (aang. Rhoon 9-1) 1657/ dochter van Marinus Pietersz. en Lijsbeth Oirbarts.
De oudste vermelding is van 1632, waar aan hem is betaald 4 ponden 5 stuivers voor het delven van 25 roeden bermsloot. In 1634 heeft Andries Aemouts twee ponden en tien schellingen betaald bij zeker akkoord voor de armen. De te Rhoon wonende Claes Pleunen, Andries Aemouts en Herberts Pieters en te Charlois wonende Jan Crijnen zijn op 27-4-1634 borgen voor Abram Jansz. de Jonge IJserman. Die had van Gerrit Hendrik Verhouve een huis gekocht, staande en gelegen aan de Oostzijde van de Droogendijck.
Als polderwerker is op 6-2-1639 betaald aan Andries Aemouts 11 ponden 4 schellingen over zeker cramwerk door hem gemaakt achter Comelis Willems Verheul op ’t Binnenlandse Waterschappolder. In 1643 aan Andries Aemouts betaald 9 ponden 10 schellingen over ’t delven van 20 roeden sloot ‘wijt acht voeten diep drije ende halve voeten’. Op de Rhoonse rechtdag van 7-7-1644 staan Abraham Janse IJserman als eiser, contra Andries Aemouts gedaagde tegenover elkaar. IJserman eist de som van 34 gld. over koop van een pak kleren die hij aan de zoon van Andries Aemouts zou hebben geleverd. De gedaagde ontkent echter de kleren van de eiser gekocht te hebben. Ontvangen van Andries Aemouts (Bastiaen doorgehaald) de som van 300 gld. over aflossing van een obligatie en nog 30 gld. over twee jaar interest van verschenen 15-3-1655 en 15-3-1656 is 330 gld.
Op zondag 3-10-1655 laat de te Rhoon wonende Heijltje Marinisdr, wed. van en geïnstitueerde boedelhoudster van Andries Aemoutsz, in de kerk van Poortugaal het eerste gebod afkondigen van de overdracht die zij voornemens is te doen aan Bastiaen Comelis Vette. Blijkens een akte van 25-3-1656 compareren Heiltje Marinusse, wed. van Andries Amouts Rijsdijck won. Rhoon, geassisteerd met Herber Pietersz. haar voogd in deze, en transporteren aan de te Pemis wonende Bastiaen Comelisz. Vette, haar zwager, de helft van 4 gemet weiland gelegen in het Oudeland van Poortugaal, in de polder genaamd ‘de Rhoon’. Reeds in de lente van 1654 is dit aan de voomoemde Bastiaen de Vet verkocht. De koop gebeurde voor de som van 796 car. gld. van 20 st. stuk. Belend ten noorden de avelingen van Jacob Leendertsz. van der Laan, oosten de 4 gemet land van Gerrit Teunis van der Vliet, zuiden de Gemenelandswatering en westen Jan ComelisBurgersz. en Gerrit van der Wel, notaris tot Delft.

tr. voor 1641
met

Aagje Gillisse, dr. van Gillis de oude Jillisse en Maertje Ariens, geb. in 1619, ovl. voor 26 mei 1681.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltje*1644 Rhoon †1686  41


Aagje Gillisse
Aagje Gillisse, geb. in 1619, ovl. voor 26 mei 1681.

tr. voor 1641
met

Aert Andriesse Rijsdijk, zn. van Andries Arnouts Rijsdijk en Eijltgen Marinusse van der Waal, geb. Rhoon voor 1613, polderwerker, begr. Rhoon op 16 dec 1668.

Aert Andriesse Rijsdijk.
Andries Arnouts Rijsdijk, polderwerker, won. te Rhoon (1634), overl. voor 3-10-1655, tr. Eijltgen (Heijltje) Marinisse, ged. Poortugaal 20-5-1590 (get. Vincent Jacobs op Hoogvliet, Eylgen, huisvrouw van Komen, Jan in Rhoon, Jacob Ariens in Rhoon en Maritgen Werkers in Rhoon), begr. (aang. Rhoon 9-1) 1657/ dochter van Marinus Pietersz. en Lijsbeth Oirbarts.
De oudste vermelding is van 1632, waar aan hem is betaald 4 ponden 5 stuivers voor het delven van 25 roeden bermsloot. In 1634 heeft Andries Aemouts twee ponden en tien schellingen betaald bij zeker akkoord voor de armen. De te Rhoon wonende Claes Pleunen, Andries Aemouts en Herberts Pieters en te Charlois wonende Jan Crijnen zijn op 27-4-1634 borgen voor Abram Jansz. de Jonge IJserman. Die had van Gerrit Hendrik Verhouve een huis gekocht, staande en gelegen aan de Oostzijde van de Droogendijck.
Als polderwerker is op 6-2-1639 betaald aan Andries Aemouts 11 ponden 4 schellingen over zeker cramwerk door hem gemaakt achter Comelis Willems Verheul op ’t Binnenlandse Waterschappolder. In 1643 aan Andries Aemouts betaald 9 ponden 10 schellingen over ’t delven van 20 roeden sloot ‘wijt acht voeten diep drije ende halve voeten’. Op de Rhoonse rechtdag van 7-7-1644 staan Abraham Janse IJserman als eiser, contra Andries Aemouts gedaagde tegenover elkaar. IJserman eist de som van 34 gld. over koop van een pak kleren die hij aan de zoon van Andries Aemouts zou hebben geleverd. De gedaagde ontkent echter de kleren van de eiser gekocht te hebben. Ontvangen van Andries Aemouts (Bastiaen doorgehaald) de som van 300 gld. over aflossing van een obligatie en nog 30 gld. over twee jaar interest van verschenen 15-3-1655 en 15-3-1656 is 330 gld.
Op zondag 3-10-1655 laat de te Rhoon wonende Heijltje Marinisdr, wed. van en geïnstitueerde boedelhoudster van Andries Aemoutsz, in de kerk van Poortugaal het eerste gebod afkondigen van de overdracht die zij voornemens is te doen aan Bastiaen Comelis Vette. Blijkens een akte van 25-3-1656 compareren Heiltje Marinusse, wed. van Andries Amouts Rijsdijck won. Rhoon, geassisteerd met Herber Pietersz. haar voogd in deze, en transporteren aan de te Pemis wonende Bastiaen Comelisz. Vette, haar zwager, de helft van 4 gemet weiland gelegen in het Oudeland van Poortugaal, in de polder genaamd ‘de Rhoon’. Reeds in de lente van 1654 is dit aan de voomoemde Bastiaen de Vet verkocht. De koop gebeurde voor de som van 796 car. gld. van 20 st. stuk. Belend ten noorden de avelingen van Jacob Leendertsz. van der Laan, oosten de 4 gemet land van Gerrit Teunis van der Vliet, zuiden de Gemenelandswatering en westen Jan ComelisBurgersz. en Gerrit van der Wel, notaris tot Delft.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltje*1644 Rhoon †1686  41


Gillis de oude Jillisse
Gillis de oude Jillisse, geb. circa 1585.

tr. in 1610
met

Maertje Ariens, geb. circa 1590.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aagje*1619  †1681  61


Maertje Ariens
Maertje Ariens, geb. circa 1590.

tr. in 1610
met

Gillis de oude Jillisse, geb. circa 1585.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aagje*1619  †1681  61


Andries Arnouts Rijsdijk
Andries Arnouts Rijsdijk, geb. Rhoon circa 1590, begr. aldaar op 5 mrt 1655.

tr.
met

Eijltgen Marinusse (Heyltgen) van der Waal (Hoogvliet), dr. van Marinus Pietersz van der Waal en Lijsbetge Oirbertsdr, ged. Poortugaal op 20 mei 1590, ovl. Rhoon op 9 jan 1657.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aert*1613 Rhoon 1668 Rhoon 55


Eijltgen Marinusse van der Waal
Eijltgen Marinusse (Heyltgen) van der Waal (Hoogvliet), ged. Poortugaal op 20 mei 1590, ovl. Rhoon op 9 jan 1657.

tr.
met

Andries Arnouts Rijsdijk, geb. Rhoon circa 1590, begr. aldaar op 5 mrt 1655.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aert*1613 Rhoon 1668 Rhoon 55


Marinus Pietersz van der Waal
Marinus Pietersz van der Waal, geb. Hoogvliet circa 1562, ovl. na 1627.

tr. Poortugaal op 2 aug 1587
met

Lijsbetge Oirbertsdr, geb. Hoogvliet circa 1567.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eijltgen~1590 Poortugaal †1657 Rhoon 66
Ariana~1601 Poortugaal †1646  44


Lijsbetge Oirbertsdr
Lijsbetge Oirbertsdr, geb. Hoogvliet circa 1567.

tr. Poortugaal op 2 aug 1587
met

Marinus Pietersz van der Waal, geb. Hoogvliet circa 1562, ovl. na 1627.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eijltgen~1590 Poortugaal †1657 Rhoon 66
Ariana~1601 Poortugaal †1646  44


Arij Pietersz Noordzij
Arij Pietersz Noordzij, ged. Poortugaal op 1 nov 1620, ovl. voor 6 jun 1708.

tr. Poortugaal op 25 nov 1647
met

Jannetje Pietersdr Palsrock, dr. van Pieter Meeusz Palsrock en Leentge Bastiaensdr Bisdom, ged. Barendregt op 1 feb 1621, ovl. Hoogvliet op 13 aug 1715.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arij~1666 Hoogvliet †1740 Hoogvliet 73


Jannetje Pietersdr Palsrock
Jannetje Pietersdr Palsrock, ged. Barendregt op 1 feb 1621, ovl. Hoogvliet op 13 aug 1715.

tr. Poortugaal op 25 nov 1647
met

Arij Pietersz Noordzij, zn. van Pieter Arentsz Noordzij en Maritjen Maertensdr van Engel, ged. Poortugaal op 1 nov 1620, ovl. voor 6 jun 1708.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arij~1666 Hoogvliet †1740 Hoogvliet 73


Pieter Meeusz Palsrock
Pieter Meeusz Palsrock, geb. Oost-Barendrecht in 1595, ovl. aldaar op 30 nov 1637.

Pieter Meeusz Palsrock.
Over zijn ouders.
Meeus Adriaensz. Palsrock , geb. ca. 1560 (geschat), weduwnaar van Oost-Barendrecht (1616), boer te Oost-Barendrecht, heemraad van Oost-Barendrecht (1603), penningmeester van het gemene Land van Barendrecht (1615-1617) , overl. in of voor 1626. Hij huwde 1e naar schatting ca. 1590 met Mariken Feysen, overl. 1607/1615. Hij huwde 2e Ridderkerk (1e gebod te Barendrecht en Ridderkerk 3 januari) 28 januari 1616 met Maritge Bastiaensdr, j.d . van Ridderkerk (1616). In de rekening van De Ziedewij over 1573 kreeg 'Meeus Palsroocke zoentgen' (= Meeus, het zoontje van Palsrock) betaald voor het meehelpen met werkzaamheden. Hij moet toen nog zeer jong zijn geweest. In de rekening over 1576 is hij als 'Meeus Adryaensz. Pallsroockx zoen' geboekt en blijkens de rekeningen over de jaren 1597-1599 - hij komt ook voor als 'Paltzroeck' - had hij een deel van de Ziedewijsedijk in pacht 3, zoals voorheen zijn vader had gehad. Hij zal toen inmiddels diens boerenbedrijf hebben overgenomen. De in Oost Barendrecht woonachtig Meeus Ariensz. Palsrock stelde zich bij akte van 23 april 1597 als borg voor de mede aldaar wonende Boye Joosten. Deze persoon kan tot zijn familiekring hebben behoord, want in 1588 stelde deze man zich ook al als borg voor Palsrocks vader. Meeus zal in 1626 niet meer  in leven zijn geweest daar hij - in tegenstelling tot zijn zonen Pieter en Feys - niet genoemd is in het in dat jaar opgestelde verpondingskohier der 1000e penning over de beide Barendrechten. Zijn weduwe komt in dat kohier evenmin voor. Een akte gedateerd 10 juli 1634 spreekt van het weeskind van Meeus Aerienss. als belender van land in het Nieuw Bedijkte Land van Oost-Barendrecht. Hier zal zijn enige kind uit zijn tweede huwelijk mee bedoeld zijn geweest, want in een akte van 16 maart 1637 komt Maeyken Meeus onder haar eigen naam voor als belender van land in het voornoemde Nieuw bedijkte Land. Over de herkomst van zijn vrouw Mariken Feysdr. is niets aan het licht gekomen. De naam Feys was toentertijd op het eiland IJsselmonde bepaald uitheems. Wel kwam de naam Faes of Vas daar voor. In de polderrekening van De Ziedewij over 1574 zijn een 'Marige Faeszen wedue' en een 'Jan Vassen tymerman' genoemd, terwijl de rekening over 1583 melding maakt van een 'Faes Pietersz' . Ook over de identiteit van de tweede vrouw van Meeus is nog niets gevonden. Zij is voorlopig niet in een Ridderkerkse familie te plaatsen.

  • Moeder:
    Maritge Feijsse, geb. Barendregt circa 1567, ovl. Barendrecht op 3 jan 1616.

tr. Barendregt op 1 apr 1617
met

Leentge Bastiaensdr Bisdom, geb. Oost-Barendrecht circa 1599, ovl. voor 21 mei 1628.

Leentge Bastiaensdr Bisdom.
Over zijn leven.
Pieter Meeusz. Palsrock , j.g . van Oost-Barendrecht (1618), landeigenaar in De Ziedewij onder Oost-Barendrecht, overl. in 1632. Hij huwde 1e Barendrecht (1e gebod 18 maart) 1 april 1618 met Lijntge Bastiaensdr. Bisdom, j.d . van Oost-Barendrecht (1618), overl. in 1627. Hij huwde 2e Barendrecht (1e gebod 21 mei; trouwde 'sonderdaegs na het oude (onleesbaar)) 1628 met Neelken Huygendr. Cranendonck , geb. IJsselmonde ca. 1580 (geschat), overl. voor 23 juni 1635, dochter van Huyg(o) Pietersz. (van) Cranendonck, boer aan de Hordijk in het Oudeland van IJsselmonde, hoogheemraad van de vier polders van West-IJsselmonde en Varkensoord, penningmeester van Dirk Smeetsland en Meester Arend van der Woudensland, Varkensoord en Karnemelksland, heemraad van Dirks Smeetsland en De Kleine Nieuwelanden, schepen, laagheemraad van ambacht Oost-IJsselmonde, en Margrieta Gerritsdr. Zij huwde 1e voor 15 September 1601 met Aert Bastiaensz. (boer te Oost-Barendrecht, overl. voor 1626, zoon van Bastiaen Arien Tonisz.). Pieter Meeuss. is genoemd bij de verkoop van de zaadtienden in het Binnenland van Veerenambacht in 1619 en 1620. In het verpondingskohier der 1000e penning van 1626 werd P(iete)r Meeusen in Oost-Barendrecht aangeslagen voor een gegoedheid (met eventueel gehuurd onroerend goed) van 3000 gld. Zijn latere tweede vrouw werd daar als weduwe geboekt voor 2000 gld. Deze tweede vrouw was overigens een dochter van de rijkste ingeland van Oost- en West-IJsselmonde. .
Blijkens de Ons Erfgoed, 13e jrg. nr. 3 mei  2005, blz. 110 Barendrechtse diakonierekening over 1628/1629 had Pieter Meeuss. van die instelling 200 gld. geleend. Op 21 januari 1632 werd daar kennelijk nog door hemzelf rente over betaald. In 1630 Stelde Pieter Meeuss. zich borg voor ene Jan Leendertss. bij diens koop van tienden in De Ziedewij, maar in de loop van 1632 zal hij gestorven zijn, want zijn huis in Oost-Barendrecht stond toen al op naam van Aerien Aeriensen Saly. Dit huis was vanuit het bezit van Pieter's weeskinderen op Saly overgegaan. Deze overdracht is in de van 1634 af bewaard gebleven Oost-Barendrechtse transportregisters uiteraard niet meer te achterhalen. In elk geval moet Pieter voor 19 maart 1636 zijn gestorven, want volgens de bewaard gebleven rekening voor de weeskamer te Oost-Barendrecht van 12 december 1643 door Jan Bastiaenss. Bisdom en Feys Meeuss. Palsrock, als ooms en bestorven bloedvoogden van zijn nagelaten kinderen bij Lijntgen Bastianendochter, was er op 19 maart 1637 voor een jaar bestedingsgeld betaald voor zijn dochters, zodat deze kinderen toen al een jaar niet meer in hun ouderlijk huis woonden. De voogden hadden eerder op 2 Oktober 1636 rekening gedaan, maar dezeadministratie is niet bewaard gebleven. Volgens de rekening uit 1643 was er voor 1950 Car. gld. land verkocht dat in De Ziedewij was gelegen en was er daar ook nog 16 hont land verpacht. Het huis was in bezit gekomen van Aerien Aerienss. Saly. .
Op 30 januari 1638 vond er inderdaad transport plaats door Feys Meeus en Jan Bastiaens Bisdom, als ooms en rechte bestorven bloedvoogden van de weeskinderen van zaliger Pieter Meeus en Lijntgen Bastianendochter, in hun leven gewoond hebbende in Barendrecht, van 6 morgen 'teellant' in De Ziedewij aan de te Dordrecht wonende Abraham Janss. Coopmans. Dit land was aan de zuidkant door 'den Noldijck' belend. Voor deze landoverdracht was een request ingediend bij de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland, waarvoor op 30 novembe r 1637 toestemming was verleend. Tevens is er in de voornoemde rekening sprake van een drietal obligaties, die de weeskinderen voor de ene helft moesten inlossen en de weduwe van Pieter Meeusz . voor de andere helft. De dochters Janneken en Maritghen waren zeker sedert 19 maart 1636 uitbesteed bij Cleys Leendertss, getrouwd met een zuster van de tweede vrouw van Palsrock en woonachtig aan de Droogendijk ofwel Pruimendijk onder Ridderkerk. Zeker in de période 1 mei-1636 tot 1 mei 1638 was zoon Bastiaen Pieters Palsrock in de kost bij ene Leendert Joriss. en daarna bij de op Heerjansdam wonende timmerman Abraham Mathijss. (Hoppel), bij wie hij - voorzien van nieuwe kleding en schoenen- wellicht voor timmerman in de leer ging en daar zeker tot 20 maart 1643 verbleef. Janneken bleef kennelijk tot 19 maart 1637 bij oom Cleys Leendertss. in de kost, maar haar zuster Maritgen zou dit tot haar dood in 1646 blijven. In mei 1642 had Janneken een kist en 'meer andere dinghen die sij vandoen hadden' aangeschaft. Dit zal een kist voor haar persoonlijke bezittingen zijn geweest toen de volwassenheid naderde. Ook werd er rond die tijd een pak kleding voor zoon Meeus Pieterss. aangekocht, terwijl de vrouw van oom Feys Meeuss. zes hemden voor hem had gemaakt of had laten maken. De rekening maakt ook nog melding van een aan Pieter Koenen betaalde som gelds, welke de boedel aan Maritgen Meeus schuldig was. Op 6 april 1647 deed Jan Bastiaenss. Bisdom ten huize van Jacop Aerts Roosenborch en in bijzijn van Meeus Pieters en Aerien Pieters Noortsij, ten overstaan van de schout en secretaris van Barendrecht en twee schepenen van Oost-Barendrecht, de laatste rekening, welke liep sedert 12 december 1643. Dez e maakt o.a. melding van betalingen aan Cleys Leendertss. voor kleding e.d. voor Maertghen Pieters over de jaren 1642-1645. Tevens was er betaling voor haar begrafenis, waarbij de kinderen op 14 juli 1646 -mogelijk wel de dag van haar begrafenis- tot een akkoord kwamen. Voor de drie overgebleven weeskinderen Meeus, Janneken en Bastiaen Pieters Palsrock was er uiteindelijk voor elk een erfportie van 676 gld. 4 stuivers. De akte werd ondertekend door 'Meeus Pietersen' en 'Ariaen Pieters Noertsy'. Op 6 Oktober 1667 compareerden Jan Bastiaenss. Bisdom, wonende in Oost-Barendrecht, Kleys Leendertss, wonende onder Ridderkerk als last hebbende van zijn kinderen, Leendert, Bastiaen en Kleys Foppen van Driel, wonende onder Heinenoord, Joost Arienss. Pee, wonende op Heerjansdam, als getrouwd hebbende Neltien Foppen van Driel, Meuwis Pieterss. en Bastiaen Pieterss. Palsrock, wonende onder Heinenoord, en Ary Pieterss. Noortsij, als getrouwd hebbende Janneken Pieters, en tevens nog namens Ariaentien Bastianen, wonende onder Ridderkerk, weduwe van Pluen Arien Pouwelss, en nog voor het weeskind van Janneken Foppen van Driel. Zij allen transporteerden een perceel land in het Buitenland van West-Barendrecht dat erfgoed uit de familie Bisdom moet zijn geweest.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje~1621 Barendregt †1715 Hoogvliet 94


Leentge Bastiaensdr Bisdom
Leentge Bastiaensdr Bisdom, geb. Oost-Barendrecht circa 1599, ovl. voor 21 mei 1628.

Leentge Bastiaensdr Bisdom.
Over zijn leven.
Pieter Meeusz. Palsrock , j.g . van Oost-Barendrecht (1618), landeigenaar in De Ziedewij onder Oost-Barendrecht, overl. in 1632. Hij huwde 1e Barendrecht (1e gebod 18 maart) 1 april 1618 met Lijntge Bastiaensdr. Bisdom, j.d . van Oost-Barendrecht (1618), overl. in 1627. Hij huwde 2e Barendrecht (1e gebod 21 mei; trouwde 'sonderdaegs na het oude (onleesbaar)) 1628 met Neelken Huygendr. Cranendonck , geb. IJsselmonde ca. 1580 (geschat), overl. voor 23 juni 1635, dochter van Huyg(o) Pietersz. (van) Cranendonck, boer aan de Hordijk in het Oudeland van IJsselmonde, hoogheemraad van de vier polders van West-IJsselmonde en Varkensoord, penningmeester van Dirk Smeetsland en Meester Arend van der Woudensland, Varkensoord en Karnemelksland, heemraad van Dirks Smeetsland en De Kleine Nieuwelanden, schepen, laagheemraad van ambacht Oost-IJsselmonde, en Margrieta Gerritsdr. Zij huwde 1e voor 15 September 1601 met Aert Bastiaensz. (boer te Oost-Barendrecht, overl. voor 1626, zoon van Bastiaen Arien Tonisz.). Pieter Meeuss. is genoemd bij de verkoop van de zaadtienden in het Binnenland van Veerenambacht in 1619 en 1620. In het verpondingskohier der 1000e penning van 1626 werd P(iete)r Meeusen in Oost-Barendrecht aangeslagen voor een gegoedheid (met eventueel gehuurd onroerend goed) van 3000 gld. Zijn latere tweede vrouw werd daar als weduwe geboekt voor 2000 gld. Deze tweede vrouw was overigens een dochter van de rijkste ingeland van Oost- en West-IJsselmonde. .
Blijkens de Ons Erfgoed, 13e jrg. nr. 3 mei  2005, blz. 110 Barendrechtse diakonierekening over 1628/1629 had Pieter Meeuss. van die instelling 200 gld. geleend. Op 21 januari 1632 werd daar kennelijk nog door hemzelf rente over betaald. In 1630 Stelde Pieter Meeuss. zich borg voor ene Jan Leendertss. bij diens koop van tienden in De Ziedewij, maar in de loop van 1632 zal hij gestorven zijn, want zijn huis in Oost-Barendrecht stond toen al op naam van Aerien Aeriensen Saly. Dit huis was vanuit het bezit van Pieter's weeskinderen op Saly overgegaan. Deze overdracht is in de van 1634 af bewaard gebleven Oost-Barendrechtse transportregisters uiteraard niet meer te achterhalen. In elk geval moet Pieter voor 19 maart 1636 zijn gestorven, want volgens de bewaard gebleven rekening voor de weeskamer te Oost-Barendrecht van 12 december 1643 door Jan Bastiaenss. Bisdom en Feys Meeuss. Palsrock, als ooms en bestorven bloedvoogden van zijn nagelaten kinderen bij Lijntgen Bastianendochter, was er op 19 maart 1637 voor een jaar bestedingsgeld betaald voor zijn dochters, zodat deze kinderen toen al een jaar niet meer in hun ouderlijk huis woonden. De voogden hadden eerder op 2 Oktober 1636 rekening gedaan, maar dezeadministratie is niet bewaard gebleven. Volgens de rekening uit 1643 was er voor 1950 Car. gld. land verkocht dat in De Ziedewij was gelegen en was er daar ook nog 16 hont land verpacht. Het huis was in bezit gekomen van Aerien Aerienss. Saly. .
Op 30 januari 1638 vond er inderdaad transport plaats door Feys Meeus en Jan Bastiaens Bisdom, als ooms en rechte bestorven bloedvoogden van de weeskinderen van zaliger Pieter Meeus en Lijntgen Bastianendochter, in hun leven gewoond hebbende in Barendrecht, van 6 morgen 'teellant' in De Ziedewij aan de te Dordrecht wonende Abraham Janss. Coopmans. Dit land was aan de zuidkant door 'den Noldijck' belend. Voor deze landoverdracht was een request ingediend bij de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland, waarvoor op 30 novembe r 1637 toestemming was verleend. Tevens is er in de voornoemde rekening sprake van een drietal obligaties, die de weeskinderen voor de ene helft moesten inlossen en de weduwe van Pieter Meeusz . voor de andere helft. De dochters Janneken en Maritghen waren zeker sedert 19 maart 1636 uitbesteed bij Cleys Leendertss, getrouwd met een zuster van de tweede vrouw van Palsrock en woonachtig aan de Droogendijk ofwel Pruimendijk onder Ridderkerk. Zeker in de période 1 mei-1636 tot 1 mei 1638 was zoon Bastiaen Pieters Palsrock in de kost bij ene Leendert Joriss. en daarna bij de op Heerjansdam wonende timmerman Abraham Mathijss. (Hoppel), bij wie hij - voorzien van nieuwe kleding en schoenen- wellicht voor timmerman in de leer ging en daar zeker tot 20 maart 1643 verbleef. Janneken bleef kennelijk tot 19 maart 1637 bij oom Cleys Leendertss. in de kost, maar haar zuster Maritgen zou dit tot haar dood in 1646 blijven. In mei 1642 had Janneken een kist en 'meer andere dinghen die sij vandoen hadden' aangeschaft. Dit zal een kist voor haar persoonlijke bezittingen zijn geweest toen de volwassenheid naderde. Ook werd er rond die tijd een pak kleding voor zoon Meeus Pieterss. aangekocht, terwijl de vrouw van oom Feys Meeuss. zes hemden voor hem had gemaakt of had laten maken. De rekening maakt ook nog melding van een aan Pieter Koenen betaalde som gelds, welke de boedel aan Maritgen Meeus schuldig was. Op 6 april 1647 deed Jan Bastiaenss. Bisdom ten huize van Jacop Aerts Roosenborch en in bijzijn van Meeus Pieters en Aerien Pieters Noortsij, ten overstaan van de schout en secretaris van Barendrecht en twee schepenen van Oost-Barendrecht, de laatste rekening, welke liep sedert 12 december 1643. Dez e maakt o.a. melding van betalingen aan Cleys Leendertss. voor kleding e.d. voor Maertghen Pieters over de jaren 1642-1645. Tevens was er betaling voor haar begrafenis, waarbij de kinderen op 14 juli 1646 -mogelijk wel de dag van haar begrafenis- tot een akkoord kwamen. Voor de drie overgebleven weeskinderen Meeus, Janneken en Bastiaen Pieters Palsrock was er uiteindelijk voor elk een erfportie van 676 gld. 4 stuivers. De akte werd ondertekend door 'Meeus Pietersen' en 'Ariaen Pieters Noertsy'. Op 6 Oktober 1667 compareerden Jan Bastiaenss. Bisdom, wonende in Oost-Barendrecht, Kleys Leendertss, wonende onder Ridderkerk als last hebbende van zijn kinderen, Leendert, Bastiaen en Kleys Foppen van Driel, wonende onder Heinenoord, Joost Arienss. Pee, wonende op Heerjansdam, als getrouwd hebbende Neltien Foppen van Driel, Meuwis Pieterss. en Bastiaen Pieterss. Palsrock, wonende onder Heinenoord, en Ary Pieterss. Noortsij, als getrouwd hebbende Janneken Pieters, en tevens nog namens Ariaentien Bastianen, wonende onder Ridderkerk, weduwe van Pluen Arien Pouwelss, en nog voor het weeskind van Janneken Foppen van Driel. Zij allen transporteerden een perceel land in het Buitenland van West-Barendrecht dat erfgoed uit de familie Bisdom moet zijn geweest.

tr. Barendregt op 1 apr 1617
met

Pieter Meeusz Palsrock, zn. van Meeus Ardriaens Palsrock en Maritge Feijsse, geb. Oost-Barendrecht in 1595, ovl. aldaar op 30 nov 1637.

Pieter Meeusz Palsrock.
Over zijn ouders.
Meeus Adriaensz. Palsrock , geb. ca. 1560 (geschat), weduwnaar van Oost-Barendrecht (1616), boer te Oost-Barendrecht, heemraad van Oost-Barendrecht (1603), penningmeester van het gemene Land van Barendrecht (1615-1617) , overl. in of voor 1626. Hij huwde 1e naar schatting ca. 1590 met Mariken Feysen, overl. 1607/1615. Hij huwde 2e Ridderkerk (1e gebod te Barendrecht en Ridderkerk 3 januari) 28 januari 1616 met Maritge Bastiaensdr, j.d . van Ridderkerk (1616). In de rekening van De Ziedewij over 1573 kreeg 'Meeus Palsroocke zoentgen' (= Meeus, het zoontje van Palsrock) betaald voor het meehelpen met werkzaamheden. Hij moet toen nog zeer jong zijn geweest. In de rekening over 1576 is hij als 'Meeus Adryaensz. Pallsroockx zoen' geboekt en blijkens de rekeningen over de jaren 1597-1599 - hij komt ook voor als 'Paltzroeck' - had hij een deel van de Ziedewijsedijk in pacht 3, zoals voorheen zijn vader had gehad. Hij zal toen inmiddels diens boerenbedrijf hebben overgenomen. De in Oost Barendrecht woonachtig Meeus Ariensz. Palsrock stelde zich bij akte van 23 april 1597 als borg voor de mede aldaar wonende Boye Joosten. Deze persoon kan tot zijn familiekring hebben behoord, want in 1588 stelde deze man zich ook al als borg voor Palsrocks vader. Meeus zal in 1626 niet meer  in leven zijn geweest daar hij - in tegenstelling tot zijn zonen Pieter en Feys - niet genoemd is in het in dat jaar opgestelde verpondingskohier der 1000e penning over de beide Barendrechten. Zijn weduwe komt in dat kohier evenmin voor. Een akte gedateerd 10 juli 1634 spreekt van het weeskind van Meeus Aerienss. als belender van land in het Nieuw Bedijkte Land van Oost-Barendrecht. Hier zal zijn enige kind uit zijn tweede huwelijk mee bedoeld zijn geweest, want in een akte van 16 maart 1637 komt Maeyken Meeus onder haar eigen naam voor als belender van land in het voornoemde Nieuw bedijkte Land. Over de herkomst van zijn vrouw Mariken Feysdr. is niets aan het licht gekomen. De naam Feys was toentertijd op het eiland IJsselmonde bepaald uitheems. Wel kwam de naam Faes of Vas daar voor. In de polderrekening van De Ziedewij over 1574 zijn een 'Marige Faeszen wedue' en een 'Jan Vassen tymerman' genoemd, terwijl de rekening over 1583 melding maakt van een 'Faes Pietersz' . Ook over de identiteit van de tweede vrouw van Meeus is nog niets gevonden. Zij is voorlopig niet in een Ridderkerkse familie te plaatsen.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje~1621 Barendregt †1715 Hoogvliet 94


Meeus Ardriaens Palsrock
Meeus Ardriaens Palsrock, geb. Oost-Barendrecht circa 1560, ovl. Barendrecht voor 17 jun 1618.

Meeus Ardriaens Palsrock.
Over zijn ouders.
Adriaen Cornelis Michielsz alias Palsrock geb. ca. 1530 (geschat), boer in het Oudeland van Oost-Barendrecht, bediende het spui van de polder De Ziedewij (1574, 1580) , overl. tussen 1592 en wellicht 1597. Hij huwde met N.N. (Anna N.N,waardinne ?). Blijkens het kohier der 10e penning over Oost-Barendrecht van 1557 gebruikte Arien Cornelis Michielss. daar 17 morgen huurland van diverse particulieren, waaronder 6 lA morgen van (Mr. Dirck van) Bekesteyn. Als Adriaen Cornelisz. is hij in het kohier van 1561 voor dezelfde landerijen geboekt, welke alle in het Oudeland van Oost-Barendrecht waren gelegen. Bij een perceel van 6 XA morgen is er sprake van een huurcedulle gedateerd 5 november 1555. In 1573 en 1574 is Adriaen Cornelisz. nogsteeds vermeld als huurder van de 6 lA morgen in(Oost-)Barendrecht; dan geconfiskeerd bezit van de Spaansgezinde Mr. Dirck van Bekesteyn. Blijkens de rekening van de waarsman van de polder Dirk Smeetsland onder West-IJsselmonde over 15 73/'74 nam Adriaen Cornelisz. Palsrock diverse bestedingen in die polder aan.
In de incidenteel bewaard gebleven polderrekeningen van De Ziedewij is Adriaen in de jaren 1562-1592 talrijke malen geboekt als 'Palsro(o)ck', 'Cornelisz. alias Palsrock' of 'Adryaen Cornelisz.(alyas) Pal(l)lsr(o)ock' 'Paltrock' voor door hem verrichtte werkzaamheden in die polder, o.a. aan de sluis en het spui. Zeer wel mogelijk was hij ook al identiek met de Adryaen Cornelisz. die als zodanig in de rekening over 1556 genoemd is. Blijkens de rekeningen over 1575,1576, 1588 had hij een deel van de Ziedewijsedijk in pacht. In laatstgenoemd jaar stelden Jacop Joostensz. en Boeyen Joostensz. zie hiervoor als zijn borgen. In 1586 had hij ookal in De Ziedewij grond gepacht. Adriaens vrouw kan identiek zijn geweest met 'Anna Palsrocke, weerdinne', die in de rekening van De Ziedewij over 1594 is vermeld vanwege bij haar gedane verteringen en voor de levering van een kruik bier.

  • Moeder:
    Anna , waardin.

tr. (1) Barendregt in 1594
met

Maritge Feijsse, geb. Barendregt circa 1567, ovl. Barendrecht op 3 jan 1616.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1595 Oost-Barendrecht †1637 Oost-Barendrecht 42

tr. (2) Barendrecht in 1616
met

Maritge Bastiaens van der Kulck, ged. Ridderkerk op 27 mrt 1586.


Maritge Feijsse
Maritge Feijsse, geb. Barendregt circa 1567, ovl. Barendrecht op 3 jan 1616.

tr. Barendregt in 1594
met

Meeus Ardriaens Palsrock, zn. van Adriaen Cornelis Palsrock en Anna (waardin), geb. Oost-Barendrecht circa 1560, ovl. Barendrecht voor 17 jun 1618, tr. (2) met Maritge Bastiaens van der Kulck. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Meeus Ardriaens Palsrock.
Over zijn ouders.
Adriaen Cornelis Michielsz alias Palsrock geb. ca. 1530 (geschat), boer in het Oudeland van Oost-Barendrecht, bediende het spui van de polder De Ziedewij (1574, 1580) , overl. tussen 1592 en wellicht 1597. Hij huwde met N.N. (Anna N.N,waardinne ?). Blijkens het kohier der 10e penning over Oost-Barendrecht van 1557 gebruikte Arien Cornelis Michielss. daar 17 morgen huurland van diverse particulieren, waaronder 6 lA morgen van (Mr. Dirck van) Bekesteyn. Als Adriaen Cornelisz. is hij in het kohier van 1561 voor dezelfde landerijen geboekt, welke alle in het Oudeland van Oost-Barendrecht waren gelegen. Bij een perceel van 6 XA morgen is er sprake van een huurcedulle gedateerd 5 november 1555. In 1573 en 1574 is Adriaen Cornelisz. nogsteeds vermeld als huurder van de 6 lA morgen in(Oost-)Barendrecht; dan geconfiskeerd bezit van de Spaansgezinde Mr. Dirck van Bekesteyn. Blijkens de rekening van de waarsman van de polder Dirk Smeetsland onder West-IJsselmonde over 15 73/'74 nam Adriaen Cornelisz. Palsrock diverse bestedingen in die polder aan.
In de incidenteel bewaard gebleven polderrekeningen van De Ziedewij is Adriaen in de jaren 1562-1592 talrijke malen geboekt als 'Palsro(o)ck', 'Cornelisz. alias Palsrock' of 'Adryaen Cornelisz.(alyas) Pal(l)lsr(o)ock' 'Paltrock' voor door hem verrichtte werkzaamheden in die polder, o.a. aan de sluis en het spui. Zeer wel mogelijk was hij ook al identiek met de Adryaen Cornelisz. die als zodanig in de rekening over 1556 genoemd is. Blijkens de rekeningen over 1575,1576, 1588 had hij een deel van de Ziedewijsedijk in pacht. In laatstgenoemd jaar stelden Jacop Joostensz. en Boeyen Joostensz. zie hiervoor als zijn borgen. In 1586 had hij ookal in De Ziedewij grond gepacht. Adriaens vrouw kan identiek zijn geweest met 'Anna Palsrocke, weerdinne', die in de rekening van De Ziedewij over 1594 is vermeld vanwege bij haar gedane verteringen en voor de levering van een kruik bier.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1595 Oost-Barendrecht †1637 Oost-Barendrecht 42


Adriaen Cornelis Palsrock
Adriaen Cornelis Palsrock, geb. Oost-Barendrecht circa 1531, ovl. na 1573.

Adriaen Cornelis Palsrock.
Adriaen Cornelis Michieksz. alias Palsrock, geb. ca. 1530 (geschat), boer in het Oudeland van Oost-Barendrecht, bediende het spui van de polder De Ziedewij (1574, 1580) , overl. tussen 1592 en wellicht 1597. Hij huwde met N.N. (Ann a N.N,waardinne ?). Blijkens het kohier der 10e penning over Oost-Barendrecht van 1557 gebruikte Arien Cornelis Michielss. daar 17 morgen huurland van diverse particulieren, waaronder 6 lA morgen van (Mr. Dirck van) Bekesteyn. Als Adriaen Cornelisz. is hij in het kohier van 1561 voor dezelfde landerijen geboekt, welke alle in het Oudeland van Oost-Barendrecht waren gelegen. Bij een perceel van 6 XA morgen is er sprake van een huurcedulle gedateerd 5 novembe r 1555. In 1573 en 1574 is Adriaen Cornelisz. nog steeds vermeld als huurder van de 6 lA morgen in(Oost-)Barendrecht; dan geconfiskeerd bezit van de Spaansgezinde Mr. Dirck van Bekesteyn. Blijkens de rekening van de waarsman van de polder Dirk Smeetsland onder West-IJsselmonde over 15 73/'74 nam Adriaen Cornelisz. Palsrock diverse bestedingen in die polder aan.
In de incidenteel bewaard gebleven polderrekeningen van De Ziedewij is Adriaen in de jaren 1562-1592 talrijke malen geboekt als 'Palsro(o)ck', 'Cornelisz. alias Palsrock' of 'Adryaen Cornelisz.(alyas) Pal(l)lsr(o)ock' 'Paltrock' voor door hem verrichtte werkzaamheden in die polder, o.a. aan de sluis en het spui. Zeer wel mogelijk was hij ook al identiek met de Adryaen Cornelisz. die als zodanig in de rekening over 1556 genoemd is. Blijkens de rekeningen over 1575,1576, 1588 had hij een deel van de Ziedewijsedijk in pacht. In laätstgenoemd jaar stelden Jacop Joostensz. en Boeyen Joostensz. zieh hiervoor als zijn borgen. In 1586 had hij ookal in De Ziedewij grond gepacht. Adriaens vrouw kan identiek zijn geweest met 'Anna Palsrocke, weerdinne', die in de rekening van De Ziedewij over 1594 is vermeld vanwege bij haar gedane verteringen en voor de levering van een kruik bier.

tr.
met

Anna , waardin.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Meeus*1560 Oost-Barendrecht †1618 Barendrecht 57


Pieter Arentsz Noordzij
Pieter Arentsz Noordzij, ged. Poortugaal op 4 sep 1594.

Pieter Arentsz Noordzij.
Pieter Arentsz. (Ariensz, Arysz.) Alias: Pieter den Timmerman, woonde te Hoogvliet, waarschijnlijk aan de Noordzij (de) en of aan of op de Noordzijdschedijk. Hij is mogelijk identiek met een zekere Pieter Ariansen die zich tussen 1590 en 1600, samen met zijn huisvrouw Maritge, als lidmaat liet inschrijven in de Nederduits Gerefomeerde Gemeente van Portugaal. Pieter Arentsz. was timmerman.

tr. Zoetermeer op 14 jan 1618
met

Maritjen Maertensdr van Engel, dr. van Maerten Maaertensz van Engel en Annetge Meesdr, geb. Zegwaard circa 1595.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arij~1620 Poortugaal †1708  87


Maritjen Maertensdr van Engel
Maritjen Maertensdr van Engel, geb. Zegwaard circa 1595.

tr. Zoetermeer op 14 jan 1618
met

Pieter Arentsz Noordzij, zn. van Arien Eeuwoutse van Hoogvliet en NN Elandsdr., ged. Poortugaal op 4 sep 1594.

Pieter Arentsz Noordzij.
Pieter Arentsz. (Ariensz, Arysz.) Alias: Pieter den Timmerman, woonde te Hoogvliet, waarschijnlijk aan de Noordzij (de) en of aan of op de Noordzijdschedijk. Hij is mogelijk identiek met een zekere Pieter Ariansen die zich tussen 1590 en 1600, samen met zijn huisvrouw Maritge, als lidmaat liet inschrijven in de Nederduits Gerefomeerde Gemeente van Portugaal. Pieter Arentsz. was timmerman.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arij~1620 Poortugaal †1708  87


Maerten Maaertensz van Engel
Maerten Maaertensz van Engel, geb. circa 1570, ovl. voor 3 feb 1612.

tr. in 1595
met

Annetge Meesdr, ovl. voor 3 feb 1612.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maritjen*1595 Zegwaard    


Annetge Meesdr
Annetge Meesdr, ovl. voor 3 feb 1612.

tr. in 1595
met

Maerten Maaertensz van Engel, geb. circa 1570, ovl. voor 3 feb 1612.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maritjen*1595 Zegwaard    


Arien Eeuwoutse van Hoogvliet
Arien Eeuwoutse van Hoogvliet, geb. in 1565.

tr. Hoogvliet in 1593
met

NN Elandsdr., geb. circa 1569.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter~1594 Poortugaal