tr.
met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reijmerich | *1510 | Amsterdam | 1566 | Amsterdam | 56 | 1 | 2 |
1. | De Vroedschap van Amsterdam, 1578-1795 (B 005), Johan E. Elias, N. Israel, Leiden, 1963 (blz. 38) |
tr.
met
Cornelis Sijbrantszn Grauwert1, schoenmaker op de Zeedijk.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reijmerich | *1510 | Amsterdam | 1566 | Amsterdam | 56 | 1 | 2 |
1. | De Vroedschap van Amsterdam, 1578-1795 (B 005), Johan E. Elias, N. Israel, Leiden, 1963 (blz. 38) |
tr.
met
Neeltgen .
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Claes | *1500 | Amsterdam | †1567 | Amsterdam | 66 | 1 | 2 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Claes | *1500 | Amsterdam | †1567 | Amsterdam | 66 | 1 | 2 |
tr. (1)
met
Jannetje Hendrick Borricksdr2,1, geb. Wormer circa 1515, ovl. Amsterdam in jul 1550.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1551 | Amsterdam | Amsterdam | 1 | 4 | ||
2 | Cornelis | *1547 | Amsterdam | 1626 | Amsterdam | 78 | 2 | 14 |
tr. (2) circa 1560
met
Maria Egbertsdr Guldenknecht2, begr. Amsterdam (Oude Kerk) op 7 dec 1565.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 81) |
tr.
met
Pieter Willemszn Hooft2,1, zn. van Willem Janszn Hooft (schipper op de Oostzee) en Dieuwertje Claesdr, geb. Zaandam in 1511, schipper, ovl. Amsterdam in 1585, tr. (2) met Maria Egbertsdr Guldenknecht. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1551 | Amsterdam | Amsterdam | 1 | 4 | ||
2 | Cornelis | *1547 | Amsterdam | 1626 | Amsterdam | 78 | 2 | 14 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 81) |
tr.
met
Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Pieter | *1511 | Zaandam | †1585 | Amsterdam | 74 | 2 | 6 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr.
met
Willem Janszn Hooft1, geb. Zaandam circa 1490, schipper op de Oostzee, ovl. in de Oostzee op 10 aug 1562.
Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Pieter | *1511 | Zaandam | †1585 | Amsterdam | 74 | 2 | 6 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
otr. (1) Amsterdam op 24 nov 1578, tr. Amsterdam op 4 dec 1578
met
Anna Jacobsdr Blaeu, geb. Amsterdam in 1556, h, begr. aldaar op 17 apr 1627.
Anna Jacobsdr Blaeu.
Anna Blauw, dochter van Jacob Willemsz. Blauw en Grietje Rijcken, volgens Brandt eene zeer verstandige, deftige en deugdzame vrouw, die hem de volgende kinderen schonk: Pieter Cornelisz. Hooft; Agatha, huwt Pieter Hasselaer, zoon van Pieter Hasselaer Dirksz. en van Aechje van Persyn van Beverwaerden Pietersdr.; Jacob, die huwde met Johanna Pauw en kinderloos stierf; Henrik, in 1621 doctor in de regten te Orleans, stierf ongehuwd. Margaretha huwde 1. Herman Tholinx; 2. Jan Hagen; Johanna huwde Pieter Cloeck.
Uit dit huwelijk 11 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Pieter | *1581 | Amsterdam | †1647 | Amsterdam | 66 | 1 | 4 |
tr. (2) in 1627
met
Leonora Arnoudsdr Hellemans, geb. Hamburg (D) in 1595, begr. Amsterdam op 5 apr 1661.
Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 81) |
otr. Amsterdam op 24 nov 1578, tr. Amsterdam op 4 dec 1578
met
Cornelis Pieterszn Hooft, zn. van Pieter Willemszn Hooft (schipper) en Jannetje Hendrick Borricksdr, geb. Amsterdam in 1547, korenkoopman, burgermeester van Amsterdam, schepen van Amsterdam, ovl. Amsterdam, begr. aldaar op 1 jan 1626, tr. (2) met Leonora Arnoudsdr Hellemans. Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Cornelis Pieterszn Hooft.
Cornelis Pietersz was een zoon van Pieter Willemsz. Hooft en diens eerste vrouw Jannetje Booriks Hendriksdr. (de tweede was Wybrecht Jansdr.) in 1547 (volgens Scheltema 1546) te Amsterdam geboren, werd in 1582 schepen, in 1584 raad en in 1588 en sedert meermalen burgemeester zijner geboortestad. De geschiedenis maalt hem af als een man van een kloek beleid, vurige vaderlandsliefde, ijverig voorstander van burgerlijke en godsdienstige vrijheid en der voorregten van zijne geboortestad, van buitengewone schranderheid, welsprekendheid, rondborstigheid en gematigdheid, een vijand ven gewetensdwang. Reeds in 1583, toen hij oud-schepen was, gaf hij bewijzen van zijnen kloeken aard en rondborstige gezindheid. toen hij in een uitvoerige rede de gezanten der staten van Holland aan de stad, die haar trachtten te bewegen tot de opdragt der grafelijkheid aan Willem I, prins van Oranje, die opdragt ontried, zoolang Zeeland er niet in bewilligd had. Zijne koenheid in 't verijdelen van Leycesters oogmerken op Amsterdam kwam hem vier jaren later bijkans op 't leven te staan. Ook zijn naam las men op de lijst van veertien der wakkerste voorstanders der vrijheid, welke de graaf den schandelijksten dood had toegedacht. Den 15 October 1597, toen hij voor de vijfdemaal het burgemeesterschap bekleedde, hield hij in de vergadering van regerende en oud-burgemeesters, ter gelegenheid der gevangeneming van Goossen Machielsz. Vogelzang om zijne godsdienstige gevoelens en dat eenige stadspredikanten zich hevig tegen den magistraat en andere gezindheden hadden uitgelaten, een meesterlijke rede tegen de vervolging, een rede die, door Brandt en Wagenaar bewaard, nog gelezen en behartigd verdient te worden.
Uit dit huwelijk 11 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Pieter | *1581 | Amsterdam | †1647 | Amsterdam | 66 | 1 | 4 |
tr. Amsterdam op 23 mei 1610
met
Christina van Erp, dr. van Aert (Aernout) van Erp en Geertruyd Willemsdr van Tenesse, ged. Amsterdam (Oude Kerk) op 20 jun 1591, begr. Amsterdam (Nieuwe Kerk).
Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. Amsterdam op 23 mei 1610
met
Pieter Corneliszoon Hooft1, zn. van Cornelis Pieterszn Hooft (korenkoopman, burgermeester van Amsterdam, schepen van Amsterdam) en Anna Jacobsdr Blaeu, geb. Amsterdam op 16 mrt 1581, dichter, drost van Muiden, baljuw van Naarden, woonde op het Muiderslot vanaf 1610, ovl. Amsterdam op 21 mei 1647, begr. Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 27 mei 1647.
Pieter Corneliszoon Hooft.
Hooft werd de meest karakteristieke exponent van de renaissance in Nederland en introduceerde de renaissancistische vormen in de Nederlandse literatuur. In het eerste kwart van de zeventiende eeuw schiep Hooft zowel in de lyriek als in het drama de modelwerken waaraan de andere literatoren zich zouden optrekken.
Voorzien van een gedegen opleiding reisde Hooft, die vermoedelijk dan al zijn eerste toneelstuk Achilles en Polyxena had voltooid, van 1598 tot 1601 door Frankrijk en Italië. Na terugkeer voltooide hij in 1606 zijn rechtenstudie en beleefde enkele amoureuze avonturen voordat hij in 1610 Christina van Erp huwde. Zijn benoeming tot baljuw van Gooiland in 1609 gaf hem de gelegenheid zich op het Muiderslot te vestigen, waarvan hij een intellectueel-artistiek centrum maakte, dat in de negentiende eeuw de Muiderkring genoemd werd. Ook werden de taalkundige kwesties die Hooft bezighielden besproken, zoals spelling, naamvalsleer, en een zuivere woordkeus. In 1615 overleed een van zijn vier kinderen; nadat in de jaren van 1620 tot en met 1624 ook zijn andere kinderen en zijn echtgenote overleden, raakte Hooft in een diepe crisis, waaraan een einde kwam toen hij in 1627 een tweede huwelijk sloot, met weduwe Leonora Hellemans, die twee dochters meenam. Uit dit huwelijk werden een dochter en een zoon geboren. Zijn resterende jaren wijdde hij aan zijn bestuurlijke taken en het schrijven van zijn belangrijk, doch onvoltooid gebleven 27-delig geschiedkundig werk de Nederlandsche Historien, dat de geschiedenis van de Nederlandsen sinds 1555 en daarmee een groot deel het verloop van de Tachtigjarige Oorlog beschrijft.
In het begin van de zeventiende eeuw schreef hij veel sonnetten en liefdesliederen, in 1611 verschenen in Hoofts debuutbundel Emblemata amatoria, waarmee hij die genres in het Nederlands introduceerde. Zij blinken uit door de combinatie van oorspronkelijkheid en beheersing van conventie, en frisheid aan diepgang. De verbinding van volkse kracht met het vermogen om schoonheid te scheppen stempelen hem tot 'onze renaissancist bij uitstek'. Hooft baseerde zich op Italiaanse modellen. In 1605 schreef hij de pastorale tragedie Granida, naar de herdersspelen van Guarini en Tasso. Met zijn Senecaanse tragedie Geeraerdt van Velsen uit 1613 introduceerde hij de eenheid van plaats in het Nederlandse drama. De komedie Warenar uit 1616, zijn bekendste werk, is gebaseerd op Aulularia van Plautus. In 1618 begon Hooft aan zijn eerste historische werk, de biografie van Hendrik IV van Frankrijk: Hendrik de Groote, zijn leven en bedrijf verscheen in 1626 en leverde hem in 1639 een Franse riddertitel op. Van 1629 tot 1636 vertaalde hij Tacitus, bij wijze van vingeroefening voor de Nederlandsche Historien, het grote geschiedwerk waaraan hij in 1628 was begonnen. De eerste twintig boeken daarvan waren in 1638 voltooid en verschenen in 1642. Ten tijde van zijn overlijden in 1647 waren nog eens zeven boeken van dit project gereed.
Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. in 1627
met
Cornelis Pieterszn Hooft, zn. van Pieter Willemszn Hooft (schipper) en Jannetje Hendrick Borricksdr, geb. Amsterdam in 1547, korenkoopman, burgermeester van Amsterdam, schepen van Amsterdam, ovl. Amsterdam, begr. aldaar op 1 jan 1626.
Cornelis Pieterszn Hooft.
Cornelis Pietersz was een zoon van Pieter Willemsz. Hooft en diens eerste vrouw Jannetje Booriks Hendriksdr. (de tweede was Wybrecht Jansdr.) in 1547 (volgens Scheltema 1546) te Amsterdam geboren, werd in 1582 schepen, in 1584 raad en in 1588 en sedert meermalen burgemeester zijner geboortestad. De geschiedenis maalt hem af als een man van een kloek beleid, vurige vaderlandsliefde, ijverig voorstander van burgerlijke en godsdienstige vrijheid en der voorregten van zijne geboortestad, van buitengewone schranderheid, welsprekendheid, rondborstigheid en gematigdheid, een vijand ven gewetensdwang. Reeds in 1583, toen hij oud-schepen was, gaf hij bewijzen van zijnen kloeken aard en rondborstige gezindheid. toen hij in een uitvoerige rede de gezanten der staten van Holland aan de stad, die haar trachtten te bewegen tot de opdragt der grafelijkheid aan Willem I, prins van Oranje, die opdragt ontried, zoolang Zeeland er niet in bewilligd had. Zijne koenheid in 't verijdelen van Leycesters oogmerken op Amsterdam kwam hem vier jaren later bijkans op 't leven te staan. Ook zijn naam las men op de lijst van veertien der wakkerste voorstanders der vrijheid, welke de graaf den schandelijksten dood had toegedacht. Den 15 October 1597, toen hij voor de vijfdemaal het burgemeesterschap bekleedde, hield hij in de vergadering van regerende en oud-burgemeesters, ter gelegenheid der gevangeneming van Goossen Machielsz. Vogelzang om zijne godsdienstige gevoelens en dat eenige stadspredikanten zich hevig tegen den magistraat en andere gezindheden hadden uitgelaten, een meesterlijke rede tegen de vervolging, een rede die, door Brandt en Wagenaar bewaard, nog gelezen en behartigd verdient te worden.
tr. Amsterdam op 10 feb 1628
met
Maeijken Davidsdr Rutgers, dr. van David Davidszn Rutgers en Josijntje Lambertsdr, geb. Haarlem in 1603, begr. Amsterdam (Oude Kerk) op 7 okt 1652, tr. (2) Amsterdam op 19 aug 1650 met Jean Jeanszn le Pla. Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Maeijken Davidsdr Rutgers.
Koopt huis en erf "De Vergulde Kater" op het Singel.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | David | *1631 | Amsterdam | 1703 | Amsterdam | 71 | 1 | 2 |
tr. (1) Amsterdam op 10 feb 1628
met
Ameldonck Jacobszn Leeuw, zn. van Jacob Ameldonckszn Leeuw (koopman) en Barbara Pietersdr de Bosch, geb. Amsterdam in nov 1604, linnenkoopman, kunstverzamelaar, begr. Amsterdam (Oude Waalse Kerk) op 10 jun 1647.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | David | *1631 | Amsterdam | 1703 | Amsterdam | 71 | 1 | 2 |
tr. (2) Amsterdam op 19 aug 1650
met
Jean Jeanszn le Pla, zn. van Jan le Pla en Margriete Castel, geb. Leiden circa 1595, koopman, ovl. tussen 1651 en 1652, otr. (2) Leiden op 28 dec 16182 (getuigen: zijn vader Ja le Pla en haar zuster Jacquemijntgen Hennibo), tr. met Proontgen Robberts Hennebo2 (Hennibo), dr. van Robbert Hennebo (drapenier) en Catherine Dukens de Quenoy, geb. Leiden circa 1598, ovl. aldaar voor 1650. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Schepenhuwelijken Leiden (T 191), RA Leiden, DTB Schepenhuwelijken, B 198, Leiden, van 1611 tot 1633 (28 dec 1618 blz. 81) |
tr. (1) Amsterdam op 19 aug 1650
met
Maeijken Davidsdr Rutgers, dr. van David Davidszn Rutgers en Josijntje Lambertsdr, geb. Haarlem in 1603, begr. Amsterdam (Oude Kerk) op 7 okt 1652.
Maeijken Davidsdr Rutgers.
Koopt huis en erf "De Vergulde Kater" op het Singel.
Uit dit huwelijk 3 kinderen.
otr. (2) Leiden op 28 dec 16181 (getuigen: zijn vader Ja le Pla en haar zuster Jacquemijntgen Hennibo), tr.
met
Proontgen Robberts Hennebo1 (Hennibo), dr. van Robbert Hennebo (drapenier) en Catherine Dukens de Quenoy, geb. Leiden circa 1598, ovl. aldaar voor 1650.
Bronnen:
1. | Schepenhuwelijken Leiden (T 191), RA Leiden, DTB Schepenhuwelijken, B 198, Leiden, van 1611 tot 1633 (28 dec 1618 blz. 81) |
tr.
met
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jean | *1595 | Leiden | †1651 | 56 | 2 | 3 | |
2 | Jeanne | *1578 | 1 | 0 |
tr.
met
Barbara Pietersdr de Bosch, geb. Goch [Duitsland] in 1581, ovl. Amsterdam in 1605.
Jacob Ameldonckszn Leeuw en Barbara Pietersdr de Bosch
testeren 1 jan 1630 Amsterdam.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ameldonck | *1604 | Amsterdam | 1647 | Amsterdam (Oude Waalse Kerk) | 42 | 1 | 2 |
tr.
met
Jacob Ameldonckszn Leeuw, geb. Keulen [Duitsland], koopman, begr. Amsterdam op 3 nov 1635.
Jacob Ameldonckszn Leeuw en Barbara Pietersdr de Bosch
testeren 1 jan 1630 Amsterdam.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ameldonck | *1604 | Amsterdam | 1647 | Amsterdam (Oude Waalse Kerk) | 42 | 1 | 2 |
tr. Amsterdam op 26 dec 1655
met
Anna Arentsdr van der Meersch1, dr. van Arent Pieterszn van der Meersch (korenkoper en leraar doopsgezinde gemeente) en Sara Claesdr de Veer, geb. Amsterdam in 1635, begr. aldaar op 28 nov 1667.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aernout | *1658 | Amsterdam | †1728 | Amsterdam | 69 | 2 | 3 |
1. | Nederlands Patriciaat (NP 002), van 1937 tot 1997 |