Cees Hagenbeek
Bertrand de Lard
Bertrand de Lard, Seigneur de La Boulbène, ovl. na 14 okt 1450.

tr.
met

Jeanne de Sirosse, dr. van Raymond de Sirosse en Catherine de la Négrie, ovl. na 1496, tr. (2) met Jean Alain de Podio Extremo. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Jeanne de Sirosse.
Noble dame de La Personie, dame en co-propriétée de Beaumont et de Casseneuil, woonde in Penne d'Agenais, Lot-et-Garonne.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnaud  †1506   


Jeanne de Sirosse
Jeanne de Sirosse, ovl. na 1496.

Jeanne de Sirosse.
Noble dame de La Personie, dame en co-propriétée de Beaumont et de Casseneuil, woonde in Penne d'Agenais, Lot-et-Garonne.

tr. (1)
met

Bertrand de Lard, zn. van François de Lard (Ècuyer) en Catherine de Parazols, Seigneur de La Boulbène, ovl. na 14 okt 1450.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnaud  †1506   

tr. (2)
met

Jean Alain de Podio Extremo (Estrepouy), Seigneur de Ferrasson et du Buscon, geen kinderen.


Raymond de Sirosse
Raymond de Sirosse, ovl. na 1504.

tr.
met

Catherine de la Négrie.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jeanne  †1496   


Catherine de la Négrie
Catherine de la Négrie.

tr.
met

Raymond de Sirosse, ovl. na 1504.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jeanne  †1496   


Jean Alain de Podio Extremo
Jean Alain de Podio Extremo (Estrepouy), Seigneur de Ferrasson et du Buscon, geen kinderen.

tr.
met

Jeanne de Sirosse, dr. van Raymond de Sirosse en Catherine de la Négrie, ovl. na 1496.

Jeanne de Sirosse.
Noble dame de La Personie, dame en co-propriétée de Beaumont et de Casseneuil, woonde in Penne d'Agenais, Lot-et-Garonne.


François de Lard
François de Lard, geb. Penne d'Agenais [Frankrijk], Ècuyer, begr. Penne d'Agenais [Frankrijk] in 1400.

tr. in 1378
met

Catherine de Parazols.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bertrand  †1450   


Catherine de Parazols
Catherine de Parazols.

tr. in 1378
met

François de Lard, geb. Penne d'Agenais [Frankrijk], Ècuyer, begr. Penne d'Agenais [Frankrijk] in 1400.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bertrand  †1450   


Jean de Lolmié
Jean de Lolmié.

Jean de Lolmié.
Seigneur de Lapenche (Tarn-et-Garonne, Occitanie), leider van de hugenotenpartij van Lacaussade (Lot-et-Garonne, Nouvelle Aquitanie), die zich tot het katholicisme bekeerde om zijn tweede echtgenote te kunnen trouwen, wat de katholieken veel plezier deed en wat hem een chanson opleverde.

tr. (1) in 1547
met

Quitterie de Ver.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jean     

tr. (2) in 1594
met

Anne-Madeleine de Jago.


Quitterie de Ver
Quitterie de Ver.

tr. in 1547
met

Jean de Lolmié, zn. van Antoine de Lolmié (Seigneur de Lolmié, de Rampes en de Sainte-Alouzie) en Françoise de la Tour, tr. (2) met Anne-Madeleine de Jago. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Jean de Lolmié.
Seigneur de Lapenche (Tarn-et-Garonne, Occitanie), leider van de hugenotenpartij van Lacaussade (Lot-et-Garonne, Nouvelle Aquitanie), die zich tot het katholicisme bekeerde om zijn tweede echtgenote te kunnen trouwen, wat de katholieken veel plezier deed en wat hem een chanson opleverde.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jean     


Anne-Madeleine de Jago
Anne-Madeleine de Jago.

tr. in 1594
met

Jean de Lolmié, zn. van Antoine de Lolmié (Seigneur de Lolmié, de Rampes en de Sainte-Alouzie) en Françoise de la Tour.

Jean de Lolmié.
Seigneur de Lapenche (Tarn-et-Garonne, Occitanie), leider van de hugenotenpartij van Lacaussade (Lot-et-Garonne, Nouvelle Aquitanie), die zich tot het katholicisme bekeerde om zijn tweede echtgenote te kunnen trouwen, wat de katholieken veel plezier deed en wat hem een chanson opleverde.


Antoine de Lolmié
Antoine de Lolmié, Seigneur de Lolmié, de Rampes en de Sainte-Alouzie.

tr. (1) na 1505
met

Françoise de la Tour.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jean     

tr. (2) voor 1505
met

Anne de Gourdon de Genouillac.


Françoise de la Tour
Françoise de la Tour.

tr. na 1505
met

Antoine de Lolmié, Seigneur de Lolmié, de Rampes en de Sainte-Alouzie, tr. (2) met Anne de Gourdon de Genouillac. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jean     


Anne de Gourdon de Genouillac
Anne de Gourdon de Genouillac.

tr. voor 1505
met

Antoine de Lolmié, Seigneur de Lolmié, de Rampes en de Sainte-Alouzie.


Hélie de Bécays
Hélie de Bécays, ovl. na 1602.

tr. Lafitte, juridiction de Clairac [Frankrijk] op 12 jul 1589
met

Delphine de Roussanes, dr. van Jacques de Roussanes en Mondine de Calmel, ovl. in 1626.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jézeban*1585  †1657  72


Delphine de Roussanes
Delphine de Roussanes, ovl. in 1626.

tr. Lafitte, juridiction de Clairac [Frankrijk] op 12 jul 1589
met

Hélie de Bécays, zn. van Jean de Bécays en Françoise d'Aulès, ovl. na 1602.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jézeban*1585  †1657  72


Jacques de Roussanes
Jacques de Roussanes, ovl. voor 1589.

tr.
met

Mondine de Calmel, ovl. na 1589.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Delphine  †1626   


Mondine de Calmel
Mondine de Calmel, ovl. na 1589.

tr.
met

Jacques de Roussanes, ovl. voor 1589.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Delphine  †1626   


Jean de Bécays
Jean de Bécays, ovl. in 1589.

Jean de Bécays.
Op 18-10-1569 verwoestte een brand zijn huis, meubels en meeste familiepapieren te Tournon, vanaf 1576 benoemd tot gouverneur van Monflanquin door Hendrik van Navarra (de latere koning Hendrik IV), die in brieven van 2-2 en 12-8-1577 zijn waardering uitte.

— Hendrik IV van Frankrijk (uit Wikipedia, de vrije encyclopedie) Vader: Anton van Bourbon. Moeder: Johanna van Albret. Hendrik van Navarra (1553-1610) - Hertog van Vendôme (1562-1589). Voorganger: Anton. Opvolger: bij het kroondomein.
- Koning van Navarra (1572-1610). Voorganger: Johanna III. Opvolger: Lodewijk II.
- Graaf van Foix (1572-1607). Voorganger: Hendrik II. Opvolger: bij het Frans kroondomein.
- Graaf van Bigorre (1572-1607). Voorganger: Johanna van Albret. Opvolger: bij het Frans kroondomein.
- Koning van Frankrijk (1589-1610). Voorganger: Hendrik III. Opvolger: Lodewijk XIII. Hendrik van Navarra (Pau (Navarra, nu Frankrijk), 13 december 1553 - Parijs, 14 mei 1610), zoon van Anton van Bourbon en van Jeanne d'Albret, de dochter van Hendrik II van Navarra. Hij was als Hendrik III van 1572 tot 1610 koning van Navarra en als Hendrik IV van 1589 tot 1610 koning van Frankrijk. In de tweede helft van de 16e eeuw werd Frankrijk geteisterd door Hugenotenoorlogen tussen protestanten en katholieken, waarin door Spanje en Engeland geïntervenieerd werd. Hendrik, geboren als protestant, speelde hier zelf een hoofdrol in, waarbij hij maar liefst drie maal van godsdienst veranderde. Met het compromis van het Edict van Nantes in 1598 wist hij een eind te maken aan die oorlog, waarbij de protestanten een aanzienlijke vrijheid werd gelaten. Daarna trad een periode van herstel in, waarbij Hendrik een ongebruikelijke belangstelling voor het welzijn van het gewone volk toonde. Zijn onbetrouwbaarheid in radicaal-katholieke ogen was de reden dat hij twaalf jaar na het Edict van Nantes vermoord werd. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als een van de beste koningen die Frankrijk ooit heeft gehad. Navarra en de Hugenoten Als koning van Navarra, gelegen in de westelijke Pyreneeën, werd Hendrik al snel aanvoerder van de Hugenoten, de Franse protestanten. In deze tijd vochten de protestanten een regelmatig oplaaiende oorlog tegen de katholieken om de hegemonie in Frankrijk, en om godsdienstvrijheid. Als bezegeling van de vrede die in 1570 in deze oorlog bereikt was, trouwde Hendrik op 18 augustus 1572 met katholieke Marguerite de Valois, de zuster van koning Karel IX. Enkele dagen later echter, op 24 augustus, werd een aantal Hugenotenleiders, waaronder admiraal Gaspard de Coligny, vermoord door radicale katholieken. Deze gebeurtenis zou de geschiedenis ingaan als de Bartholomeüsnacht. De bevolking van Parijs breidde het bloedbad nog verder uit; de moordlustige stemming sloeg over naar andere delen van Frankrijk. Hoeveel personen zijn omgekomen is onbekend, maar schattingen lopen in het algemeen in de duizenden. Hendrik zelf werd niet gedood, maar werd wel gedwongen katholiek te worden en verbleef de volgende jaren als een gevangene aan het hof. In 1576 slaagde Hendrik erin te ontsnappen. Hij vluchtte naar het protestantse La Rochelle, waar hij het katholieke geloof na vier jaar weer afzwoer, en optrad als leider van het verbond tussen Hugenoten en 'politiques', gematigde katholieken die vrijheid van religie voorstonden. In mei van dat jaar werd de vrede van Monsieur gesloten, waarbij vrijheid van godsdienst werd toegekend aan protestanten in heel Frankrijk behalve de directe omgeving van Parijs. De radicale katholieken waren echter gebrand op het uitroeien van het protestantisme, zodat het jaar daarop de strijd weer oplaaide, onderbroken door een aantal kortdurende perioden van vrede. Drie-Hendriken-Oorlog In 1584 kreeg de strijd een belangrijke nieuwe wending. De hertog van Anjou, de broer van Hendrik III, stierf. Hendrik III had geen kinderen, en volgens de geldende Salische Wet kon het koningschap niet over de vrouwelijke lijn overgeërfd worden. Het Huis Valois stond daarom op uitsterven, en volgens de regels van erfopvolging was Hendrik van Navarra, als afstammeling van de 13e eeuwse koning Lodewijk IX, nu de troonopvolger. De katholieken weigerden echter hem te erkennen op grond van zijn protestantse geloof. De hieropvolgende periode staat bekend als de 'Drie-Hendriken-Oorlog', naar de drie belangrijkste spelers in deze periode: koning Hendrik III, Hendrik van Navarra als leider van de Hugenoten en politiques, en Hendrik de Guise als leider van de radicale katholieken. Aanvankelijk was Hendrik de Guise aan de winnende hand. Hij wist Hendrik III te dwingen om strenge anti-protestantse wetten in te voeren en hem grote stukken land te doen afstaan. Paus Sixtus V steunde de eisen van de radicale katholieken; die zag Hendrik van Navarra uiteraard wegens zijn protestantisme liever niet op de Franse troon. De politiques kozen de zijde van Hendrik van Navarra. In 1588, na een militaire overwinning op Hendrik van Navarra, trok De Guise naar Parijs. De koning werd gedwongen naar het Louvre te vluchten, en De Guise en zijn medestanders beheersten de hoofdstad en de regering. Op 23 december liet koning Hendrik III echter Hendrik de Guise vermoorden. Een aantal van zijn belangrijke medestanders werden gevangen genomen en / of vermoord. Dit loste echter zijn conflict met de radicaal-katholieken niet op. Uiteindelijk werd de koning in 1589 gedwongen zijn heil bij Hendrik van Navarra te zoeken, die openlijk verklaarde nog steeds de koning trouw te zijn, en de katholieken volle godsdienstvrijheid te willen toekennen. Samen versloegen Hendrik III en Hendrik van Navarra de radicaal-katholieke legers, en sloegen het beleg voor Parijs, waarvan de bevolking zwaar onder de honger te lijden had, maar weigerde te capituleren voor de leider van de protestantse partij. Op 1 augustus van dat jaar werd de koning bij een moordaanslag gedood. Hendrik van Navarra, die nu de beste rechten op de troon had, liet zich toen als Hendrik IV uitroepen tot koning van Frankrijk. Dit was reden voor de koning Filips II van Spanje zich in de strijd te mengen aan de zijde van de radicaal-katholieken. Hij ging zelfs zo ver zijn dochter Isabella van Spanje, die een Franse moeder had, als pretendent van de Franse troon naar voren the schuiven, maar dat wakkerde slechts de anti-Spaanse sentimenten aan. Filips' bekwame veldheer Alexander Farnese, de hertog van Parma, ontzette Parijs en boekte nog enige militaire successen, maar overleed in 1592. Tot 1593 duurde de strijd voort; slechts Hendriks (tweede) bekering tot het katholicisme bracht hem de eindoverwinning. Op 27 februari werd hij gekroond in de kathedraal van Chartres als koning van Frankrijk. 'Parijs is wel een mis waard' ('Paris vaut bien une messe') zou hij volgens de overlevering opgemerkt hebben. Koning van Frankrijk Een van zijn bekendste daden was het Edict van Nantes op 13 april 1598. Hierin formuleerde hij een religieus compromis voor Frankrijk. Het katholicisme bleef staatsgodsdienst, maar de protestanten kregen vrijheid van religie en het recht in een groot aantal plaatsen openbaar kerkdiensten te houden. Alle ambten waren open voor aanhangers van beide geloven. Speciale rechters werden aangesteld om de protestantse belangen te behartigen en de protestanten kregen het recht op een aantal versterkte steden. Hoewel het edict door alle partijen koel ontvangen werd – de protestanten vonden het niet ver genoeg gaan, de katholieken te ver – werd hiermee uiteindelijk wel voor langere tijd de godsdienststrijd in Frankrijk beëindigd. En dat was een hele verademing na 36 jaar burgeroorlog, die aan 1 à 2 miljoen Fransen het leven had gekost. Hendrik IV staat bekend als een kundige koning, in Frankrijk wordt hij zelfs wel 'Hendrik de Grote' en 'le bon roi Henri' genoemd. Zijn Sûrintendant des Finances, de hertog van Sully, hervormde het belastingsysteem en bestreed de corruptie. Ook werden nieuwe belastingen ingevoerd. Door deze maatregelen, door een politiek gericht op vergroten van de welvaart, en door een goedkope (afhoudende) buitenlandse politiek werden onder Hendrik IV de Franse staatsfinanciën weer gezond gemaakt. Hendrik IV was een kleurrijk figuur. Dat het welzijn van het lagere volk hem ter harte ging, blijkt uit zijn opmerking dat hij zou wensen dat elke boerenfamilie elke zondag een kip in de pot kon hebben. In zijn persoonlijk leven hield hij van afwisseling. In de loop der jaren heeft hij er enkele tientallen maîtresses op na gehouden. Wel was de schone Gabrielle d'Estrée vele jaren lang zijn favoriete. Op 14 mei 1610 werd Hendrik IV vermoord door een fanatieke monnik, François Ravaillac, die geen vertrouwen had in een koning die eens calvinist was geweest. Helemaal als een verrassing kwam dit niet, want er waren van radicaal-katholieke zijde al vele moordaanslagen op hem gepleegd, o.a. in 1593 en 1594. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk XIII. Deze was echter nog maar acht jaar oud, en zijn moeder Maria de' Medici trad tot 1617 op als regentes. Hendrik IV was de eerste Franse koning van het Huis Bourbon. Na hem zouden alle Franse koningen verder tot deze dynastie behoren. Huwelijken en kinderen Op 18 augustus 1572 trouwde Hendrik in Parijs met Margaretha van Valois, zuster van koning Karel IX van Frankrijk. In 1589 liet de inmiddels katholiek en koning geworden Hendrik dit huwelijk, dat kinderloos gebleven was, door de paus onwettig verklaren. Op 17 december 1600 trouwde koning Hendrik IV met Maria de' Medici, dochter van Francesco I de' Medici, in de cathédrale Saint-Jean-Baptiste-et-Saint-Étienne in Lyon. Ze kregen zes kinderen: - Lodewijk (27 september 1601 - 14 mei 1643), koning van Frankrijk.
- Elisabeth (22 november 1602 - 6 oktober 1644), werd koningin van Spanje door haar huwelijk met koning Filips IV van Spanje.
- Christina Maria (10 februari 1606 - 27 december 1663), huwde met Victor Amadeus I van Savoye.
- Nicolaas Hendrik (16 april 1607 - 17 november 1611), hertog van Orléans; stierf op jonge leeftijd.
- Gaston Jean-Baptiste (25 april 1608 - 2 februari 1660), hertog van Orléans, hertog van Anjou en graaf van Blois.
- Henrietta Maria (25 november 1609 - 10 september 1669), gehuwd met Karel I van Engeland. Koning Hendrik IV had ook nog een aantal buitenechtelijke relaties, o.a. met: Diane d'Andoins (1554-1621), Françoise de Montmorency (1562-?), Gabrielle d'Estrée (rond 1571-1599), Catherine Henriette de Balzac d'Entragues (1579-1633), hertogin van Verneuil, Jacqueline de Bueil (rond 1580-1651), Charlotte des Essarts (rond 1580-1651). Uit deze relaties had hij 11 buitenechtelijke kinderen waaronder: drie kinderen bij Gabrielle d'Estrée, te weten: - Caesar van Vendôme (1594-1665).
- Catherine-Henriëtte (1596-1663), huwde met met Karel II van Elbeuf.
- Alexander (1598-1629) en voorts: - twee kinderen bij Catherine Henriette de Balzac d'Entragues.
- één kind bij Jacqueline de Bueil.

et Eerste Boek Sonnetten voor Hélène, Sonnet LI De liefde trof mijn ziel met zulke rake pijlen.
Dat zij verankerd zijn, hun punten in de vloer.
Hélène is mijn hart, mijn bloed en richtend snoer,.
Zo diep zit in mijn geest haar schoonheid zonder feilen. Zou al wat Fransman is in deze staat verwijlen,.
Vervuld van liefdesvuur: er was geen volksoproer,.
Geen botten rotten weg in 't veld van Montcontour,.
Ons leger moest naar Dreux noch Jazeneuf toe ijlen. Venus, vertroetel toch de baardharen van Mars,.
Maak met je zoete blik je krijgsheer minder bars,.
Dat hij ons vrede geeft, en sluit je armen hecht. Behoed het Franse volk, uw Trojes laatste ranken,.
Dat wij in vrede zien een soortgelijk gevecht.
Als ooit Anchises hield met u op Ida's flanken.

In de laatste strofe beweegt Ronsard zich op genealogisch gebied waar hij zegt dat de Fransen van de Trojanen afstammen. Een beetje volk diende van de Trojanen af te stammen. Op verzoek van keizer Augustus beschreef Vergilius al in de twaalf boeken van de Aeneis hoe Aeneas na de val van Troje Rome stichtte. En nu moest Ronsard op verzoek van koning Hendrik II ook nog in vierentwintig boeken het nationale heldendicht La Franciade schrijven, waarin aangetoond moest worden dat het Franse volk afstamt van Francus, de zoon van Hector, in het Frans Francien geheten. Dit werk vlotte niet erg. Onder zijn opvolger Karel IX was Ronsard nog steeds niet verder dan boek IV. Onder Hendrik III viel hij in ongenade. De laatste twintig delen zijn er gelukkig nooit gekomen. Nu we het er toch over hebben, ook de Nederlanders meenden in die tijd af te stammen van de Trojanen. In deze kwartierstaat verschijnt in deze zelfde generatie Pieter Hanneman (1544-1593). Hij was op zeker moment de bezitter van Die historie of die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant ende van den Stichte van Utrecht. Deze moet geschreven zijn in of kort na 1491. Na Hanneman is de kroniek in het bezit gekomen van zijn familielid Johan Huyssen van Kattendijke, wiens nazaten het werk naar zijn wens altijd in de familie hebben gehouden. Het schitterend met heraldische wapens en banieren geïllustreerde handschrift is pas voor het eerst uitgegeven in 2005 als Kattendijke-kroniek. In de inleiding schrijft Wim van Anroij op pp. C-CII: De afstammingslijn Troje - Aquitanië - Holland Tekst en wapens van de Kattendijke-kroniek maken duidelijk dat het om een kroniek van Holland gaat, die – zoals sinds Beke vaker het geval was – gecombineerd wordt met de geschiedenis van Utrecht. De vijfenvijftig Utrechtse bisschoppen, van Willibrord (f. 124v) tot en met David van Bourgondië (f. 530v), worden allen – op Frederik I (de achtste bisschop) en Balduines I (de zeventiende bisschop) na – door middel van een wapen gerepresenteerd: in keel een kruis van zilver, soms voorzien van een op het betreffende geslacht toegesneden hartschild. De geschiedenis van Holland wordt teruggeprojecteerd in de tijd en wel tot aan de Trojanen. Deze illustere voorgeschiedenis delen de Hollandse graven met Rome, Frankrijk, Engeland, Utrecht, Friesland 'ende alle dese Nederlanden', die alle 'uut den bloet van Troyen ghesproten' zijn (f. 2r). Toch is er met Holland iets bijzonders aan de hand. Nadat eerst omstandig de Trojaanse geschiedenis uit de doeken is gedaan, komt op folium 79v de eerste heerser met een banier in het handschrift voor. Het betreft het wapen van Francion, koning van Sicambrië, zoon van Hector van Troje. De banier toont in goud een leeuw van keel, getongd en geklauwd van azuur. Een rode leeuw in een gouden veld is het wapen van de graven van Holland. Anders dan in de Brabantse geschiedschrijving is deze voorstelling van zaken aan Hollandse zijde niet gebruikelijk. (In Brabant werd de Trojaanse afstamming gecultiveerd vanaf de late dertiende eeuw, eerst in het Latijn, door Willem, abt van Sint-Truiden, in diens Historiae Brabantionorum, daarna in de volkstaal, door Jan van Boendaele in de Brabantsche yeesten.) Tot aan het derde kwart van de vijftiende eeuw ging men ervan uit dat de Hollandse graven het graafschap in leen hadden ontvangen van Karel de Kale en Lodewijk de Duitser. Deze opvatting werd kort na 1280 in de volkstalige historiografie geïntroduceerd, te weten in de Rijmkroniek I van (de anonieme voorganger van) Melis Stoke. Van een spectaculair afstammingsverhaal is zo vroeg nog geen sprake. In het tweede kwart van de veertiende eeuw doet in het Nederrijngebied echter een verhaal de ronde waaruit valt af te leiden dat de Hollandse graven verwant zijn aan de Aquitaniërs. Vroege aanwijzingen voor dit afstammingsverhaal zijn echter uitermate schaars. Pas in de Hollandse kroniek van Dirk Frankenszoon Pauw (ontstaan in 1467 of later) worden de Hollandse graven, via Sigisbert van Aquitanië, teruggevoerd op de Trojaanse koning Priamus. Dit werd overgenomen in de Hollandse kronieken van Willem van Berchen (ontstaan tussen 1471 en 1480) en Jan Gerbrandszoon van Leiden (alléén in de tweede versie, ontstaan tussen 1486 en 1494). Veldener neemt in 1480 achter de Nederlandse bewerking van de Fasciculus temporum (f. Ir-193r) een reeks korte kronieken, lijsten met bisschoppen en namenlijsten op (f. 194r-329v). Het gaat om kronieken van Frankrijk, Engeland, Brabant, Utrecht, Vlaanderen, Holland, Gelre en Kleef, gevolgd door lijsten met de bisschoppen van Keulen en Luik en overzichten van de heersers van Mark en Berg. In de Hollandse kroniek wordt van Dirk I gezegd dat hij 'gheboren ende ghesproten was van den edelen bloede van Vranckrijck' (f. 283r) en dat hij een zoon was van Sigisbert van Aquitanië (f. 284r). Een vergelijkbare voorstelling van zaken kennen we uit de Kattendijke-kroniek: op folio 158r-v wordt uitgelegd hoe graaf Dirk I (zie diens wapen op f. 163r), via vijf tussenschakels – Sigisbertus, Naufredus, Enghelrinus, Lotharius en Dirk – afstamde van Chilperik (zie diens wapen op f. 158r), die 'prince ende hartoech in Aquitanien' (f. 158r) was voordat hij plaatsvervangend koning van Frankrijk werd. De Kattendijke-kroniek behoort tot de vroege voorbeelden waarin het Hollandse wapen met terugwerkende kracht aan de Trojanen wordt toegekend. In de kroniek van de koningen van Frankrijk die is opgenomen achter de Nederlandse vertaling van de Fasciculus temporum gebeurde ruim tien jaar tevoren hetzelfde, zowel in woorden als visueel. Priamus, hertog van Sicambrië, voert een leeuwenwapen in de Hollandse kleuren: 'Dese hertog Priamus voerde in sijn wapen van den bloede van Troyen enen gulden schilt mit enen leoen van keel, ghetonghet ende gheclauwert van lazuer' (f. 195v). Wapens in het Leidse exemplaar van de Fasciculus temporum zijn in deze zin ingekleurd. Na het verschijnen van de Nederlandse vertaling van de Fasciculus, maar chronologisch voorafgaand aan de Kattendijke-kroniek, ontstond de tekst op het openingspaneel van de Haarlemse gravenportretten (tot stand gekomen in Haarlem tussen 1486 en 1491), een reeks paneelschilderingen die zich sinds de zestiende eeuw in het stadhuis ter plaatse bevindt. Daarin is sprake van een hertog van Aquitanië die afstamt van de Franse koningen, die op last van (de niet koninklijke) Pepijn het wapen met de Franse lelies moet opgeven en die er dan voor kiest het 'wapen van Troijen' (vs. 20) aan te nemen. Een nakomeling van deze hertog van Aquitanië, Dirk, ontvangt het graafschap van Holland in leen van Karel de Kale: Een leeuw van keel te voeren plaghen.
Int velt van ghulden, Troijaens gheslacht.
Dus heeft dese Dijderick, hoort mijn ghewaghen,.
Met hem dit wapen in Hollant ghebracht. (vs. 33-36) Ook hier wordt dus het Hollandse wapen met terugwerkende kracht aan de Trojanen toegeschreven, hoewel het precies andersom wordt voorgesteld. Aan de onderkant van het openingspaneel komen acht wapens voor. Het derde en vierde wapen van links zijn identiek en dienen te worden opgevat als de wapens van Troje / Aquitanië en Holland. De auteur van de Kattendijke-kroniek ontleende het idee dat de Trojanen een wapen voeren dat identiek is aan het latere wapen van de Hollandse graven aan de kroniek van de Franse koningen die voorkomt achter de Nederlandse bewerking van de Fasciculus temporum. Ook het wapenteken met de drie padden (2:1) ontleende hij aan deze kroniek. In de tweede helft van de veertiende eeuw was een wapenlegende ontstaan die wilde dat het wapen met de drie padden gevoerd werd door Clovis, voordat hij tot het christendom werd bekeerd. Na zijn bekering nam hij het wapen met de drie lelies aan, dat vanaf die tijd door de Franse koningen zou worden gevoerd. De auteur van de Kattendijke-kroniek trof deze wapenlegende aan in de kroniek van de Franse koningen, compleet met verwijzingen naar het 'Hollandse' wapen van de Trojanen. De legende, die hij bijna letterlijk overneemt, luidt in de Kattendijke-kroniek als volgt: Die hertoech van Sijcambren voerde eerst in haer wapen enen gulden schilt mit enen leoen van keel alst voerscreven is. Ende als sij dese landen in Gallen becrachten ende besaten die stadt van Lucessen, so nam hartoech Priamus die stadt ende lant en der coninghen wapen die daervoer van ouden tijden gheweest hadden ende dat was enen gulden scilt mit drie padden van sabel, ende dit voerden sij tot desen coninck Clodoneus. Ende als hij kerstengheworden was, so was in Vrancrijck enen heyligen leven. (Op de plaats van de drie laatste woorden van deze zin staat in Fasciculus 1480, f. 196v: 'een heremijt van heylighen leven'.) Ende die enghel Gods openbaerde hem ende gaf hem een cleet van lazuer mit drie gulden lelien dat hij dat den coninck Clodoneus soude gheven tot sijnre wapen. Ende van dier tijt so voerden die Fransoysen coninghen den blauwen scilt mitten gulden lelien.

  • Vader:
    Jacques de Bécays, zn. van Izaac de Bécays (Écuyer, sieur de Flatignano et de Montlaux, vestigt zich in Monflanquin, Lot-et-Garonne) en Elisabeth de Breuil, ovl. op 16 jan 1556, tr. op 15 mrt 1540 (getuige: Jean de Cugnac, Pons de Beauville, seigneur de Ronailh) met

tr. op 25 dec 1564
met

Françoise d'Aulès.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hélie  †1602   


Françoise d'Aulès
Françoise d'Aulès.

tr. op 25 dec 1564
met

Jean de Bécays, zn. van Jacques de Bécays en Elisabeth de Cugnac, ovl. in 1589.

Jean de Bécays.
Op 18-10-1569 verwoestte een brand zijn huis, meubels en meeste familiepapieren te Tournon, vanaf 1576 benoemd tot gouverneur van Monflanquin door Hendrik van Navarra (de latere koning Hendrik IV), die in brieven van 2-2 en 12-8-1577 zijn waardering uitte.

— Hendrik IV van Frankrijk (uit Wikipedia, de vrije encyclopedie) Vader: Anton van Bourbon. Moeder: Johanna van Albret. Hendrik van Navarra (1553-1610) - Hertog van Vendôme (1562-1589). Voorganger: Anton. Opvolger: bij het kroondomein.
- Koning van Navarra (1572-1610). Voorganger: Johanna III. Opvolger: Lodewijk II.
- Graaf van Foix (1572-1607). Voorganger: Hendrik II. Opvolger: bij het Frans kroondomein.
- Graaf van Bigorre (1572-1607). Voorganger: Johanna van Albret. Opvolger: bij het Frans kroondomein.
- Koning van Frankrijk (1589-1610). Voorganger: Hendrik III. Opvolger: Lodewijk XIII. Hendrik van Navarra (Pau (Navarra, nu Frankrijk), 13 december 1553 - Parijs, 14 mei 1610), zoon van Anton van Bourbon en van Jeanne d'Albret, de dochter van Hendrik II van Navarra. Hij was als Hendrik III van 1572 tot 1610 koning van Navarra en als Hendrik IV van 1589 tot 1610 koning van Frankrijk. In de tweede helft van de 16e eeuw werd Frankrijk geteisterd door Hugenotenoorlogen tussen protestanten en katholieken, waarin door Spanje en Engeland geïntervenieerd werd. Hendrik, geboren als protestant, speelde hier zelf een hoofdrol in, waarbij hij maar liefst drie maal van godsdienst veranderde. Met het compromis van het Edict van Nantes in 1598 wist hij een eind te maken aan die oorlog, waarbij de protestanten een aanzienlijke vrijheid werd gelaten. Daarna trad een periode van herstel in, waarbij Hendrik een ongebruikelijke belangstelling voor het welzijn van het gewone volk toonde. Zijn onbetrouwbaarheid in radicaal-katholieke ogen was de reden dat hij twaalf jaar na het Edict van Nantes vermoord werd. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als een van de beste koningen die Frankrijk ooit heeft gehad. Navarra en de Hugenoten Als koning van Navarra, gelegen in de westelijke Pyreneeën, werd Hendrik al snel aanvoerder van de Hugenoten, de Franse protestanten. In deze tijd vochten de protestanten een regelmatig oplaaiende oorlog tegen de katholieken om de hegemonie in Frankrijk, en om godsdienstvrijheid. Als bezegeling van de vrede die in 1570 in deze oorlog bereikt was, trouwde Hendrik op 18 augustus 1572 met katholieke Marguerite de Valois, de zuster van koning Karel IX. Enkele dagen later echter, op 24 augustus, werd een aantal Hugenotenleiders, waaronder admiraal Gaspard de Coligny, vermoord door radicale katholieken. Deze gebeurtenis zou de geschiedenis ingaan als de Bartholomeüsnacht. De bevolking van Parijs breidde het bloedbad nog verder uit; de moordlustige stemming sloeg over naar andere delen van Frankrijk. Hoeveel personen zijn omgekomen is onbekend, maar schattingen lopen in het algemeen in de duizenden. Hendrik zelf werd niet gedood, maar werd wel gedwongen katholiek te worden en verbleef de volgende jaren als een gevangene aan het hof. In 1576 slaagde Hendrik erin te ontsnappen. Hij vluchtte naar het protestantse La Rochelle, waar hij het katholieke geloof na vier jaar weer afzwoer, en optrad als leider van het verbond tussen Hugenoten en 'politiques', gematigde katholieken die vrijheid van religie voorstonden. In mei van dat jaar werd de vrede van Monsieur gesloten, waarbij vrijheid van godsdienst werd toegekend aan protestanten in heel Frankrijk behalve de directe omgeving van Parijs. De radicale katholieken waren echter gebrand op het uitroeien van het protestantisme, zodat het jaar daarop de strijd weer oplaaide, onderbroken door een aantal kortdurende perioden van vrede. Drie-Hendriken-Oorlog In 1584 kreeg de strijd een belangrijke nieuwe wending. De hertog van Anjou, de broer van Hendrik III, stierf. Hendrik III had geen kinderen, en volgens de geldende Salische Wet kon het koningschap niet over de vrouwelijke lijn overgeërfd worden. Het Huis Valois stond daarom op uitsterven, en volgens de regels van erfopvolging was Hendrik van Navarra, als afstammeling van de 13e eeuwse koning Lodewijk IX, nu de troonopvolger. De katholieken weigerden echter hem te erkennen op grond van zijn protestantse geloof. De hieropvolgende periode staat bekend als de 'Drie-Hendriken-Oorlog', naar de drie belangrijkste spelers in deze periode: koning Hendrik III, Hendrik van Navarra als leider van de Hugenoten en politiques, en Hendrik de Guise als leider van de radicale katholieken. Aanvankelijk was Hendrik de Guise aan de winnende hand. Hij wist Hendrik III te dwingen om strenge anti-protestantse wetten in te voeren en hem grote stukken land te doen afstaan. Paus Sixtus V steunde de eisen van de radicale katholieken; die zag Hendrik van Navarra uiteraard wegens zijn protestantisme liever niet op de Franse troon. De politiques kozen de zijde van Hendrik van Navarra. In 1588, na een militaire overwinning op Hendrik van Navarra, trok De Guise naar Parijs. De koning werd gedwongen naar het Louvre te vluchten, en De Guise en zijn medestanders beheersten de hoofdstad en de regering. Op 23 december liet koning Hendrik III echter Hendrik de Guise vermoorden. Een aantal van zijn belangrijke medestanders werden gevangen genomen en / of vermoord. Dit loste echter zijn conflict met de radicaal-katholieken niet op. Uiteindelijk werd de koning in 1589 gedwongen zijn heil bij Hendrik van Navarra te zoeken, die openlijk verklaarde nog steeds de koning trouw te zijn, en de katholieken volle godsdienstvrijheid te willen toekennen. Samen versloegen Hendrik III en Hendrik van Navarra de radicaal-katholieke legers, en sloegen het beleg voor Parijs, waarvan de bevolking zwaar onder de honger te lijden had, maar weigerde te capituleren voor de leider van de protestantse partij. Op 1 augustus van dat jaar werd de koning bij een moordaanslag gedood. Hendrik van Navarra, die nu de beste rechten op de troon had, liet zich toen als Hendrik IV uitroepen tot koning van Frankrijk. Dit was reden voor de koning Filips II van Spanje zich in de strijd te mengen aan de zijde van de radicaal-katholieken. Hij ging zelfs zo ver zijn dochter Isabella van Spanje, die een Franse moeder had, als pretendent van de Franse troon naar voren the schuiven, maar dat wakkerde slechts de anti-Spaanse sentimenten aan. Filips' bekwame veldheer Alexander Farnese, de hertog van Parma, ontzette Parijs en boekte nog enige militaire successen, maar overleed in 1592. Tot 1593 duurde de strijd voort; slechts Hendriks (tweede) bekering tot het katholicisme bracht hem de eindoverwinning. Op 27 februari werd hij gekroond in de kathedraal van Chartres als koning van Frankrijk. 'Parijs is wel een mis waard' ('Paris vaut bien une messe') zou hij volgens de overlevering opgemerkt hebben. Koning van Frankrijk Een van zijn bekendste daden was het Edict van Nantes op 13 april 1598. Hierin formuleerde hij een religieus compromis voor Frankrijk. Het katholicisme bleef staatsgodsdienst, maar de protestanten kregen vrijheid van religie en het recht in een groot aantal plaatsen openbaar kerkdiensten te houden. Alle ambten waren open voor aanhangers van beide geloven. Speciale rechters werden aangesteld om de protestantse belangen te behartigen en de protestanten kregen het recht op een aantal versterkte steden. Hoewel het edict door alle partijen koel ontvangen werd – de protestanten vonden het niet ver genoeg gaan, de katholieken te ver – werd hiermee uiteindelijk wel voor langere tijd de godsdienststrijd in Frankrijk beëindigd. En dat was een hele verademing na 36 jaar burgeroorlog, die aan 1 à 2 miljoen Fransen het leven had gekost. Hendrik IV staat bekend als een kundige koning, in Frankrijk wordt hij zelfs wel 'Hendrik de Grote' en 'le bon roi Henri' genoemd. Zijn Sûrintendant des Finances, de hertog van Sully, hervormde het belastingsysteem en bestreed de corruptie. Ook werden nieuwe belastingen ingevoerd. Door deze maatregelen, door een politiek gericht op vergroten van de welvaart, en door een goedkope (afhoudende) buitenlandse politiek werden onder Hendrik IV de Franse staatsfinanciën weer gezond gemaakt. Hendrik IV was een kleurrijk figuur. Dat het welzijn van het lagere volk hem ter harte ging, blijkt uit zijn opmerking dat hij zou wensen dat elke boerenfamilie elke zondag een kip in de pot kon hebben. In zijn persoonlijk leven hield hij van afwisseling. In de loop der jaren heeft hij er enkele tientallen maîtresses op na gehouden. Wel was de schone Gabrielle d'Estrée vele jaren lang zijn favoriete. Op 14 mei 1610 werd Hendrik IV vermoord door een fanatieke monnik, François Ravaillac, die geen vertrouwen had in een koning die eens calvinist was geweest. Helemaal als een verrassing kwam dit niet, want er waren van radicaal-katholieke zijde al vele moordaanslagen op hem gepleegd, o.a. in 1593 en 1594. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk XIII. Deze was echter nog maar acht jaar oud, en zijn moeder Maria de' Medici trad tot 1617 op als regentes. Hendrik IV was de eerste Franse koning van het Huis Bourbon. Na hem zouden alle Franse koningen verder tot deze dynastie behoren. Huwelijken en kinderen Op 18 augustus 1572 trouwde Hendrik in Parijs met Margaretha van Valois, zuster van koning Karel IX van Frankrijk. In 1589 liet de inmiddels katholiek en koning geworden Hendrik dit huwelijk, dat kinderloos gebleven was, door de paus onwettig verklaren. Op 17 december 1600 trouwde koning Hendrik IV met Maria de' Medici, dochter van Francesco I de' Medici, in de cathédrale Saint-Jean-Baptiste-et-Saint-Étienne in Lyon. Ze kregen zes kinderen: - Lodewijk (27 september 1601 - 14 mei 1643), koning van Frankrijk.
- Elisabeth (22 november 1602 - 6 oktober 1644), werd koningin van Spanje door haar huwelijk met koning Filips IV van Spanje.
- Christina Maria (10 februari 1606 - 27 december 1663), huwde met Victor Amadeus I van Savoye.
- Nicolaas Hendrik (16 april 1607 - 17 november 1611), hertog van Orléans; stierf op jonge leeftijd.
- Gaston Jean-Baptiste (25 april 1608 - 2 februari 1660), hertog van Orléans, hertog van Anjou en graaf van Blois.
- Henrietta Maria (25 november 1609 - 10 september 1669), gehuwd met Karel I van Engeland. Koning Hendrik IV had ook nog een aantal buitenechtelijke relaties, o.a. met: Diane d'Andoins (1554-1621), Françoise de Montmorency (1562-?), Gabrielle d'Estrée (rond 1571-1599), Catherine Henriette de Balzac d'Entragues (1579-1633), hertogin van Verneuil, Jacqueline de Bueil (rond 1580-1651), Charlotte des Essarts (rond 1580-1651). Uit deze relaties had hij 11 buitenechtelijke kinderen waaronder: drie kinderen bij Gabrielle d'Estrée, te weten: - Caesar van Vendôme (1594-1665).
- Catherine-Henriëtte (1596-1663), huwde met met Karel II van Elbeuf.
- Alexander (1598-1629) en voorts: - twee kinderen bij Catherine Henriette de Balzac d'Entragues.
- één kind bij Jacqueline de Bueil.

et Eerste Boek Sonnetten voor Hélène, Sonnet LI De liefde trof mijn ziel met zulke rake pijlen.
Dat zij verankerd zijn, hun punten in de vloer.
Hélène is mijn hart, mijn bloed en richtend snoer,.
Zo diep zit in mijn geest haar schoonheid zonder feilen. Zou al wat Fransman is in deze staat verwijlen,.
Vervuld van liefdesvuur: er was geen volksoproer,.
Geen botten rotten weg in 't veld van Montcontour,.
Ons leger moest naar Dreux noch Jazeneuf toe ijlen. Venus, vertroetel toch de baardharen van Mars,.
Maak met je zoete blik je krijgsheer minder bars,.
Dat hij ons vrede geeft, en sluit je armen hecht. Behoed het Franse volk, uw Trojes laatste ranken,.
Dat wij in vrede zien een soortgelijk gevecht.
Als ooit Anchises hield met u op Ida's flanken.

In de laatste strofe beweegt Ronsard zich op genealogisch gebied waar hij zegt dat de Fransen van de Trojanen afstammen. Een beetje volk diende van de Trojanen af te stammen. Op verzoek van keizer Augustus beschreef Vergilius al in de twaalf boeken van de Aeneis hoe Aeneas na de val van Troje Rome stichtte. En nu moest Ronsard op verzoek van koning Hendrik II ook nog in vierentwintig boeken het nationale heldendicht La Franciade schrijven, waarin aangetoond moest worden dat het Franse volk afstamt van Francus, de zoon van Hector, in het Frans Francien geheten. Dit werk vlotte niet erg. Onder zijn opvolger Karel IX was Ronsard nog steeds niet verder dan boek IV. Onder Hendrik III viel hij in ongenade. De laatste twintig delen zijn er gelukkig nooit gekomen. Nu we het er toch over hebben, ook de Nederlanders meenden in die tijd af te stammen van de Trojanen. In deze kwartierstaat verschijnt in deze zelfde generatie Pieter Hanneman (1544-1593). Hij was op zeker moment de bezitter van Die historie of die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant ende van den Stichte van Utrecht. Deze moet geschreven zijn in of kort na 1491. Na Hanneman is de kroniek in het bezit gekomen van zijn familielid Johan Huyssen van Kattendijke, wiens nazaten het werk naar zijn wens altijd in de familie hebben gehouden. Het schitterend met heraldische wapens en banieren geïllustreerde handschrift is pas voor het eerst uitgegeven in 2005 als Kattendijke-kroniek. In de inleiding schrijft Wim van Anroij op pp. C-CII: De afstammingslijn Troje - Aquitanië - Holland Tekst en wapens van de Kattendijke-kroniek maken duidelijk dat het om een kroniek van Holland gaat, die – zoals sinds Beke vaker het geval was – gecombineerd wordt met de geschiedenis van Utrecht. De vijfenvijftig Utrechtse bisschoppen, van Willibrord (f. 124v) tot en met David van Bourgondië (f. 530v), worden allen – op Frederik I (de achtste bisschop) en Balduines I (de zeventiende bisschop) na – door middel van een wapen gerepresenteerd: in keel een kruis van zilver, soms voorzien van een op het betreffende geslacht toegesneden hartschild. De geschiedenis van Holland wordt teruggeprojecteerd in de tijd en wel tot aan de Trojanen. Deze illustere voorgeschiedenis delen de Hollandse graven met Rome, Frankrijk, Engeland, Utrecht, Friesland 'ende alle dese Nederlanden', die alle 'uut den bloet van Troyen ghesproten' zijn (f. 2r). Toch is er met Holland iets bijzonders aan de hand. Nadat eerst omstandig de Trojaanse geschiedenis uit de doeken is gedaan, komt op folium 79v de eerste heerser met een banier in het handschrift voor. Het betreft het wapen van Francion, koning van Sicambrië, zoon van Hector van Troje. De banier toont in goud een leeuw van keel, getongd en geklauwd van azuur. Een rode leeuw in een gouden veld is het wapen van de graven van Holland. Anders dan in de Brabantse geschiedschrijving is deze voorstelling van zaken aan Hollandse zijde niet gebruikelijk. (In Brabant werd de Trojaanse afstamming gecultiveerd vanaf de late dertiende eeuw, eerst in het Latijn, door Willem, abt van Sint-Truiden, in diens Historiae Brabantionorum, daarna in de volkstaal, door Jan van Boendaele in de Brabantsche yeesten.) Tot aan het derde kwart van de vijftiende eeuw ging men ervan uit dat de Hollandse graven het graafschap in leen hadden ontvangen van Karel de Kale en Lodewijk de Duitser. Deze opvatting werd kort na 1280 in de volkstalige historiografie geïntroduceerd, te weten in de Rijmkroniek I van (de anonieme voorganger van) Melis Stoke. Van een spectaculair afstammingsverhaal is zo vroeg nog geen sprake. In het tweede kwart van de veertiende eeuw doet in het Nederrijngebied echter een verhaal de ronde waaruit valt af te leiden dat de Hollandse graven verwant zijn aan de Aquitaniërs. Vroege aanwijzingen voor dit afstammingsverhaal zijn echter uitermate schaars. Pas in de Hollandse kroniek van Dirk Frankenszoon Pauw (ontstaan in 1467 of later) worden de Hollandse graven, via Sigisbert van Aquitanië, teruggevoerd op de Trojaanse koning Priamus. Dit werd overgenomen in de Hollandse kronieken van Willem van Berchen (ontstaan tussen 1471 en 1480) en Jan Gerbrandszoon van Leiden (alléén in de tweede versie, ontstaan tussen 1486 en 1494). Veldener neemt in 1480 achter de Nederlandse bewerking van de Fasciculus temporum (f. Ir-193r) een reeks korte kronieken, lijsten met bisschoppen en namenlijsten op (f. 194r-329v). Het gaat om kronieken van Frankrijk, Engeland, Brabant, Utrecht, Vlaanderen, Holland, Gelre en Kleef, gevolgd door lijsten met de bisschoppen van Keulen en Luik en overzichten van de heersers van Mark en Berg. In de Hollandse kroniek wordt van Dirk I gezegd dat hij 'gheboren ende ghesproten was van den edelen bloede van Vranckrijck' (f. 283r) en dat hij een zoon was van Sigisbert van Aquitanië (f. 284r). Een vergelijkbare voorstelling van zaken kennen we uit de Kattendijke-kroniek: op folio 158r-v wordt uitgelegd hoe graaf Dirk I (zie diens wapen op f. 163r), via vijf tussenschakels – Sigisbertus, Naufredus, Enghelrinus, Lotharius en Dirk – afstamde van Chilperik (zie diens wapen op f. 158r), die 'prince ende hartoech in Aquitanien' (f. 158r) was voordat hij plaatsvervangend koning van Frankrijk werd. De Kattendijke-kroniek behoort tot de vroege voorbeelden waarin het Hollandse wapen met terugwerkende kracht aan de Trojanen wordt toegekend. In de kroniek van de koningen van Frankrijk die is opgenomen achter de Nederlandse vertaling van de Fasciculus temporum gebeurde ruim tien jaar tevoren hetzelfde, zowel in woorden als visueel. Priamus, hertog van Sicambrië, voert een leeuwenwapen in de Hollandse kleuren: 'Dese hertog Priamus voerde in sijn wapen van den bloede van Troyen enen gulden schilt mit enen leoen van keel, ghetonghet ende gheclauwert van lazuer' (f. 195v). Wapens in het Leidse exemplaar van de Fasciculus temporum zijn in deze zin ingekleurd. Na het verschijnen van de Nederlandse vertaling van de Fasciculus, maar chronologisch voorafgaand aan de Kattendijke-kroniek, ontstond de tekst op het openingspaneel van de Haarlemse gravenportretten (tot stand gekomen in Haarlem tussen 1486 en 1491), een reeks paneelschilderingen die zich sinds de zestiende eeuw in het stadhuis ter plaatse bevindt. Daarin is sprake van een hertog van Aquitanië die afstamt van de Franse koningen, die op last van (de niet koninklijke) Pepijn het wapen met de Franse lelies moet opgeven en die er dan voor kiest het 'wapen van Troijen' (vs. 20) aan te nemen. Een nakomeling van deze hertog van Aquitanië, Dirk, ontvangt het graafschap van Holland in leen van Karel de Kale: Een leeuw van keel te voeren plaghen.
Int velt van ghulden, Troijaens gheslacht.
Dus heeft dese Dijderick, hoort mijn ghewaghen,.
Met hem dit wapen in Hollant ghebracht. (vs. 33-36) Ook hier wordt dus het Hollandse wapen met terugwerkende kracht aan de Trojanen toegeschreven, hoewel het precies andersom wordt voorgesteld. Aan de onderkant van het openingspaneel komen acht wapens voor. Het derde en vierde wapen van links zijn identiek en dienen te worden opgevat als de wapens van Troje / Aquitanië en Holland. De auteur van de Kattendijke-kroniek ontleende het idee dat de Trojanen een wapen voeren dat identiek is aan het latere wapen van de Hollandse graven aan de kroniek van de Franse koningen die voorkomt achter de Nederlandse bewerking van de Fasciculus temporum. Ook het wapenteken met de drie padden (2:1) ontleende hij aan deze kroniek. In de tweede helft van de veertiende eeuw was een wapenlegende ontstaan die wilde dat het wapen met de drie padden gevoerd werd door Clovis, voordat hij tot het christendom werd bekeerd. Na zijn bekering nam hij het wapen met de drie lelies aan, dat vanaf die tijd door de Franse koningen zou worden gevoerd. De auteur van de Kattendijke-kroniek trof deze wapenlegende aan in de kroniek van de Franse koningen, compleet met verwijzingen naar het 'Hollandse' wapen van de Trojanen. De legende, die hij bijna letterlijk overneemt, luidt in de Kattendijke-kroniek als volgt: Die hertoech van Sijcambren voerde eerst in haer wapen enen gulden schilt mit enen leoen van keel alst voerscreven is. Ende als sij dese landen in Gallen becrachten ende besaten die stadt van Lucessen, so nam hartoech Priamus die stadt ende lant en der coninghen wapen die daervoer van ouden tijden gheweest hadden ende dat was enen gulden scilt mit drie padden van sabel, ende dit voerden sij tot desen coninck Clodoneus. Ende als hij kerstengheworden was, so was in Vrancrijck enen heyligen leven. (Op de plaats van de drie laatste woorden van deze zin staat in Fasciculus 1480, f. 196v: 'een heremijt van heylighen leven'.) Ende die enghel Gods openbaerde hem ende gaf hem een cleet van lazuer mit drie gulden lelien dat hij dat den coninck Clodoneus soude gheven tot sijnre wapen. Ende van dier tijt so voerden die Fransoysen coninghen den blauwen scilt mitten gulden lelien.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hélie  †1602   


Jacques de Bécays
Jacques de Bécays, ovl. op 16 jan 1556.

Jacques de Bécays.
oonde in Fumel, Lot et Garonne.

  • Vader:
    Izaac de Bécays, zn. van Mathieu de Bécays en Marie de Fumel, geb. Avignon [Frankrijk], Écuyer, sieur de Flatignano et de Montlaux, vestigt zich in Monflanquin, Lot-et-Garonne, ovl. na 18 mrt 1531, tr. Monflanquin [Frankrijk] op 15 feb 1518, kerk.huw. Villefranche [Frankrijk], (gesch. Villefranche [Frankrijk]) met

tr. op 15 mrt 1540 (getuige: Jean de Cugnac, Pons de Beauville, seigneur de Ronailh)
met

Elisabeth de Cugnac.

Elisabeth de Cugnac.
afkomstig uit Fumel, Lot et Garonne.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jean  †1589