Cees Hagenbeek
Anna Clerck
Anna Clerck, geb. Amsterdam in 1665, ovl. aldaar op 24 feb 1722.

otr. Amsterdam op 13 jan 1679, tr.
met

Joannes de Bruijn, ged. Amsterdam op 15 nov 1643, ovl. aldaar op 16 sep 1705, tr. (2) met Anna Meulemans. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Daniel~1680 Amsterdam    


Anna Meulemans
Anna Meulemans, ged. Amsterdam op 4 dec 1636, ovl. aldaar op 23 apr 1676.

tr. Amsterdam op 24 mrt 1661
met

Joannes de Bruijn, ged. Amsterdam op 15 nov 1643, ovl. aldaar op 16 sep 1705.


Dina Gomarus
Dina Gomarus.

tr.
met

Andreas Eldercampius, geb. Groningen in 1620, ovl. Ambon in 1677.

Andreas Eldercampius.
Hij was predikant te Lutjegast van 1653 tot 1673 en te Ambon vanaf 1673 tot aan zijn dood in 1677. Op 8 februari 1647 werd hij ingeschreven als student Phil. aan de Universiteit te Groningen. In juni 1647 werd hij als lidmaat op belijdenis ingeschreven in de kerk van Groningen, als 'student int Jadt'. Vanaf 4 januari 1650 ging hij studeren aan de Universiteit te Franeker. Op 30 juni 1653 werd hij beroepen te Lutjegast. Op 18 augustus 1673 vertrok hij naar Ambon. Hij schreef: "Journael ofte daaghlyckse aanteykeninge van 't ghene omtrent de belegering van stadt Groningen so buyten als binnen gepasseert is. Gron. 1672. 4o.".
"Dominee Andreas Eldercamp werd bij vertrek uit Lutjegast naar Oost-Indië in 1673 aangeprezen als een man van grote gaven, geleerdheid en bekwaamheid, gezien ook de door hem bezorgde stichtelijke boeken. Maar volgens de archieven was hij ook flink aan de borrel en was het een publiek vermoeden, dat hij zijn dienstmaagd had onteerd. Wellicht is het vaker voorgekomen, dat overheden of kerkenraden zich van hun herder en leraar ontdeden, niet door hem met tractement en al aan de dijk te zetten, maar door hem met loffelijke attestaties naar het verre oosten af te schepen. Zo bezien kunnen er achter tal van andere 'ervaren predikanten' zwarte schapen schuilen.".

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1675     


Johan Anthonisz van Riebeeck
Jan (Johan Anthonisz) van Riebeeck, ged. Culemborg op 21 apr 1619, ovl. Batavia [Indonesië] op 18 jan 1677.

Jan (Johan Anthonisz) van Riebeeck.
Nederlands chirurgijn en koopman in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). In 1652 stichtte hij de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika, in een gebied (de Kaap) dat toen bewoond was door verschillende Khoikhoi-stammen. De nederzetting met Fort de Goede Hoop bij Kaap de Goede Hoop zou uitgroeien tot de Kaapkolonie en uiteindelijk tot de huidige Republiek Zuid-Afrika. In vele steden en dorpen in Zuid-Afrika zijn nog altijd straten naar hem vernoemd. Ook gemeenten in Nederland vernoemden straten, pleinen, etc. naar hem, zoals die in Amsterdam.

Van Riebeeck was de zoon van een chirurgijn in het Staatse leger. Ook zijn moeder stamde uit een plaatselijk belangrijke familie. Rond 1630 verhuisden de Van Riebeecks naar Schiedam. Van Riebeeck is als leerlingchirurgijn in dienst van de WIC en de Noordsche Compagnie naar Nederlands-Brazilië en Groenland geweest. In 1639 tekende hij bij de VOC-kamer Delft en vertrok naar de Oost. Als neef van Antonie van Diemen (1593–1645) beschikte hij over een goed contact in Batavia. Vanaf 1643 werkte hij een jaar op Dejima en in Fort Zeelandia. De volgende aanstelling was in Tonquin (Vietnam) onder Anthony van Brouckhorst. In 1647 werd hij teruggeroepen nadat hij zich als zovele anderen aan privéhandel had schuldig gemaakt. In 1648 voer hij onder Wollebrant Geleyns de Jongh (1594–1674) terug naar het vaderland. Bij de Tafelbaai werd achttien dagen halt gehouden en is een deel van de bemanning van het in 1647 gestrande schip Haerlem aan boord genomen.[1] Op 6 augustus 1648 kwam hij aan bij 't Vlie en vier dagen later in Amsterdam.

Van Riebeeck trouwde op 28 maart 1649 in Schiedam met Maria de la Quellerie uit een geslacht van Waalse predikanten. Ze kregen acht kinderen, van wie de meesten op jonge leeftijd overleden. Het echtpaar woonde enkele jaren in Amsterdam, totdat Van Riebeeck werd uitgezonden door VOC-kamer Amsterdam; een beslissing die zonder enige twijfel te maken had met de dreiging van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.

Van Riebeeck ging op 16 december 1651 aan boord van de Dromedaris, vergezeld door de Goede Hoop, en de Reijger, maar vertrok pas een week later. Hij was uitgezonden om een verversingsstation in te richten bij Kaap de Goede Hoop. Op 6 april 1652 landde Van Riebeeck bij de Tafelbaai. In dienst van de VOC stichtte hij Fort de Goede Hoop en Fort Duijnhoop, de eerste Nederlandse nederzettingen aan de Kaap de Goede Hoop. Van Riebeeck en zijn 90 kolonisten (onder wie acht vrouwen) legden tuinen aan om fruit en groente te verbouwen voor de bemanning van de VOC-schepen die meestal voor enkele weken de kolonie aandeden. Er kwam een haag van amandelbomen om het loslopende vee uit de tuinen te houden.

Van Riebeeck bleef commandeur van het bescheiden fort tot 7 mei 1662. Daarna werd hij opgevolgd door Zacharias Wagener. Op 5 juli kwam hij aan in Batavia. Van Riebeeck was van oktober 1662 tot oktober 1665 gouverneur van Nederlands-Malakka en begroef daar zijn vrouw, die op 2 november 1664 aan de pokken was gestorven, en ettelijke kinderen. Balthasar Bort werd zijn opvolger. In Batavia werd hij secretaris van de Hoge Regering van Indië. Hij hertrouwde met de weduwe Maria Scipio in 1667. Van Riebeeck zou secretaris blijven tot zijn dood, op 18 januari 1677.

tr. (1) Batavia [Indonesië] op 10 mrt 1667
met

Maria Scipio, ovl. Batavia [Indonesië] op 2 mrt 1695.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1670 Batavia [Indonesië] †1703  33

tr. (2) Schiedam op 28 mrt 1649
met

Maria van la Quellerie, ged. Rotterdam op 28 okt 1629, ovl. Malakka [Malawi] op 2 nov 1664.

Uit dit huwelijk 8 kinderen.


Maria Scipio
Maria Scipio, ovl. Batavia [Indonesië] op 2 mrt 1695.

tr. Batavia [Indonesië] op 10 mrt 1667
met

Jan (Johan Anthonisz) van Riebeeck, ged. Culemborg op 21 apr 1619, ovl. Batavia [Indonesië] op 18 jan 1677, tr. (2) met Maria van la Quellerie. Uit dit huwelijk 8 kinderen.

Jan (Johan Anthonisz) van Riebeeck.
Nederlands chirurgijn en koopman in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). In 1652 stichtte hij de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika, in een gebied (de Kaap) dat toen bewoond was door verschillende Khoikhoi-stammen. De nederzetting met Fort de Goede Hoop bij Kaap de Goede Hoop zou uitgroeien tot de Kaapkolonie en uiteindelijk tot de huidige Republiek Zuid-Afrika. In vele steden en dorpen in Zuid-Afrika zijn nog altijd straten naar hem vernoemd. Ook gemeenten in Nederland vernoemden straten, pleinen, etc. naar hem, zoals die in Amsterdam.

Van Riebeeck was de zoon van een chirurgijn in het Staatse leger. Ook zijn moeder stamde uit een plaatselijk belangrijke familie. Rond 1630 verhuisden de Van Riebeecks naar Schiedam. Van Riebeeck is als leerlingchirurgijn in dienst van de WIC en de Noordsche Compagnie naar Nederlands-Brazilië en Groenland geweest. In 1639 tekende hij bij de VOC-kamer Delft en vertrok naar de Oost. Als neef van Antonie van Diemen (1593–1645) beschikte hij over een goed contact in Batavia. Vanaf 1643 werkte hij een jaar op Dejima en in Fort Zeelandia. De volgende aanstelling was in Tonquin (Vietnam) onder Anthony van Brouckhorst. In 1647 werd hij teruggeroepen nadat hij zich als zovele anderen aan privéhandel had schuldig gemaakt. In 1648 voer hij onder Wollebrant Geleyns de Jongh (1594–1674) terug naar het vaderland. Bij de Tafelbaai werd achttien dagen halt gehouden en is een deel van de bemanning van het in 1647 gestrande schip Haerlem aan boord genomen.[1] Op 6 augustus 1648 kwam hij aan bij 't Vlie en vier dagen later in Amsterdam.

Van Riebeeck trouwde op 28 maart 1649 in Schiedam met Maria de la Quellerie uit een geslacht van Waalse predikanten. Ze kregen acht kinderen, van wie de meesten op jonge leeftijd overleden. Het echtpaar woonde enkele jaren in Amsterdam, totdat Van Riebeeck werd uitgezonden door VOC-kamer Amsterdam; een beslissing die zonder enige twijfel te maken had met de dreiging van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.

Van Riebeeck ging op 16 december 1651 aan boord van de Dromedaris, vergezeld door de Goede Hoop, en de Reijger, maar vertrok pas een week later. Hij was uitgezonden om een verversingsstation in te richten bij Kaap de Goede Hoop. Op 6 april 1652 landde Van Riebeeck bij de Tafelbaai. In dienst van de VOC stichtte hij Fort de Goede Hoop en Fort Duijnhoop, de eerste Nederlandse nederzettingen aan de Kaap de Goede Hoop. Van Riebeeck en zijn 90 kolonisten (onder wie acht vrouwen) legden tuinen aan om fruit en groente te verbouwen voor de bemanning van de VOC-schepen die meestal voor enkele weken de kolonie aandeden. Er kwam een haag van amandelbomen om het loslopende vee uit de tuinen te houden.

Van Riebeeck bleef commandeur van het bescheiden fort tot 7 mei 1662. Daarna werd hij opgevolgd door Zacharias Wagener. Op 5 juli kwam hij aan in Batavia. Van Riebeeck was van oktober 1662 tot oktober 1665 gouverneur van Nederlands-Malakka en begroef daar zijn vrouw, die op 2 november 1664 aan de pokken was gestorven, en ettelijke kinderen. Balthasar Bort werd zijn opvolger. In Batavia werd hij secretaris van de Hoge Regering van Indië. Hij hertrouwde met de weduwe Maria Scipio in 1667. Van Riebeeck zou secretaris blijven tot zijn dood, op 18 januari 1677.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1670 Batavia [Indonesië] †1703  33


Maria van la Quellerie
Maria van la Quellerie, ged. Rotterdam op 28 okt 1629, ovl. Malakka [Malawi] op 2 nov 1664.

tr. Schiedam op 28 mrt 1649
met

Jan (Johan Anthonisz) van Riebeeck, ged. Culemborg op 21 apr 1619, ovl. Batavia [Indonesië] op 18 jan 1677.

Jan (Johan Anthonisz) van Riebeeck.
Nederlands chirurgijn en koopman in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). In 1652 stichtte hij de eerste Europese handelspost in Zuid-Afrika, in een gebied (de Kaap) dat toen bewoond was door verschillende Khoikhoi-stammen. De nederzetting met Fort de Goede Hoop bij Kaap de Goede Hoop zou uitgroeien tot de Kaapkolonie en uiteindelijk tot de huidige Republiek Zuid-Afrika. In vele steden en dorpen in Zuid-Afrika zijn nog altijd straten naar hem vernoemd. Ook gemeenten in Nederland vernoemden straten, pleinen, etc. naar hem, zoals die in Amsterdam.

Van Riebeeck was de zoon van een chirurgijn in het Staatse leger. Ook zijn moeder stamde uit een plaatselijk belangrijke familie. Rond 1630 verhuisden de Van Riebeecks naar Schiedam. Van Riebeeck is als leerlingchirurgijn in dienst van de WIC en de Noordsche Compagnie naar Nederlands-Brazilië en Groenland geweest. In 1639 tekende hij bij de VOC-kamer Delft en vertrok naar de Oost. Als neef van Antonie van Diemen (1593–1645) beschikte hij over een goed contact in Batavia. Vanaf 1643 werkte hij een jaar op Dejima en in Fort Zeelandia. De volgende aanstelling was in Tonquin (Vietnam) onder Anthony van Brouckhorst. In 1647 werd hij teruggeroepen nadat hij zich als zovele anderen aan privéhandel had schuldig gemaakt. In 1648 voer hij onder Wollebrant Geleyns de Jongh (1594–1674) terug naar het vaderland. Bij de Tafelbaai werd achttien dagen halt gehouden en is een deel van de bemanning van het in 1647 gestrande schip Haerlem aan boord genomen.[1] Op 6 augustus 1648 kwam hij aan bij 't Vlie en vier dagen later in Amsterdam.

Van Riebeeck trouwde op 28 maart 1649 in Schiedam met Maria de la Quellerie uit een geslacht van Waalse predikanten. Ze kregen acht kinderen, van wie de meesten op jonge leeftijd overleden. Het echtpaar woonde enkele jaren in Amsterdam, totdat Van Riebeeck werd uitgezonden door VOC-kamer Amsterdam; een beslissing die zonder enige twijfel te maken had met de dreiging van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.

Van Riebeeck ging op 16 december 1651 aan boord van de Dromedaris, vergezeld door de Goede Hoop, en de Reijger, maar vertrok pas een week later. Hij was uitgezonden om een verversingsstation in te richten bij Kaap de Goede Hoop. Op 6 april 1652 landde Van Riebeeck bij de Tafelbaai. In dienst van de VOC stichtte hij Fort de Goede Hoop en Fort Duijnhoop, de eerste Nederlandse nederzettingen aan de Kaap de Goede Hoop. Van Riebeeck en zijn 90 kolonisten (onder wie acht vrouwen) legden tuinen aan om fruit en groente te verbouwen voor de bemanning van de VOC-schepen die meestal voor enkele weken de kolonie aandeden. Er kwam een haag van amandelbomen om het loslopende vee uit de tuinen te houden.

Van Riebeeck bleef commandeur van het bescheiden fort tot 7 mei 1662. Daarna werd hij opgevolgd door Zacharias Wagener. Op 5 juli kwam hij aan in Batavia. Van Riebeeck was van oktober 1662 tot oktober 1665 gouverneur van Nederlands-Malakka en begroef daar zijn vrouw, die op 2 november 1664 aan de pokken was gestorven, en ettelijke kinderen. Balthasar Bort werd zijn opvolger. In Batavia werd hij secretaris van de Hoge Regering van Indië. Hij hertrouwde met de weduwe Maria Scipio in 1667. Van Riebeeck zou secretaris blijven tot zijn dood, op 18 januari 1677.

Uit dit huwelijk 8 kinderen.


Maartje Aries Limmen
Maartje Aries Limmen, ged. Heemskerk op 1 jun 1778 (getuigen: Hendrik Lammerts Benning en Baafje Pieters Zonneveld).


Johan Bernard Benning
Johan Bernard Benning, geb. Haarlemmermeer op 24 dec 1861, ovl. Echt op 18 jun 1924.

Johan Bernard Benning.
timmerman, bij huwelijk dochter Neeltje en huwelijk zoon Arie.

  • Vader:
    Adam Christiaan Benning, geb. Zuidloon [Duitsland] in 1818, arbeider, ovl. Haarlemmermeer op 14 nov 1887, tr. Zijpe op 30 mei 1846 met
  • Moeder:
    Aartje Goudriaan, geb. Hardinxveld op 23 mei 1824, ovl. Haarlemmermeer op 5 dec 1912.

tr. Mijdrecht op 11 apr 1884
met

Annigje Edelman, geb. Mijdrecht op 3 feb 1860, ovl. Amsterdam op 22 apr 1910.

Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adam*1888 Mijdrecht    


Annigje Edelman
Annigje Edelman, geb. Mijdrecht op 3 feb 1860, ovl. Amsterdam op 22 apr 1910.

tr. Mijdrecht op 11 apr 1884
met

Johan Bernard Benning, zn. van Adam Christiaan Benning (arbeider) en Aartje Goudriaan, geb. Haarlemmermeer op 24 dec 1861, ovl. Echt op 18 jun 1924.

Johan Bernard Benning.
timmerman, bij huwelijk dochter Neeltje en huwelijk zoon Arie.

Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adam*1888 Mijdrecht    


Adam Christiaan Benning
Adam Christiaan Benning, geb. Zuidloon [Duitsland] in 1818, arbeider, ovl. Haarlemmermeer op 14 nov 1887.

tr. Zijpe op 30 mei 1846
met

Aartje Goudriaan, geb. Hardinxveld op 23 mei 1824, ovl. Haarlemmermeer op 5 dec 1912.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1861 Haarlemmermeer †1924 Echt 6210 


Aartje Goudriaan
Aartje Goudriaan, geb. Hardinxveld op 23 mei 1824, ovl. Haarlemmermeer op 5 dec 1912.

tr. Zijpe op 30 mei 1846
met

Adam Christiaan Benning, geb. Zuidloon [Duitsland] in 1818, arbeider, ovl. Haarlemmermeer op 14 nov 1887.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1861 Haarlemmermeer †1924 Echt 6210 


Lammert Hendriks Benning
Lammert Hendriks Benning, geb. Heemskerk op 7 jun 1710, ovl. aldaar op 22 aug 1798.

tr. Heemskerk op 7 jun 1733
met

Maartje Jans Droog, dr. van Jan Jans Droog en Duifje Dirks, ged. Heemskerk op 10 dec 1709, ovl. aldaar op 5 feb 1764.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje~1746 Heemskerk †1795 Heemskerk 49
Hendrik~1749 Heemskerk †1808 Heemskerk 5910 


Maartje Jans Droog
Maartje Jans Droog, ged. Heemskerk op 10 dec 1709, ovl. aldaar op 5 feb 1764.

  • Moeder:
    Duifje Dirks, geb. voor 1689, ovl. voor 7 nov 1723.

tr. Heemskerk op 7 jun 1733
met

Lammert Hendriks Benning, zn. van Hendrik Lammerts Benning en Anna Jans Vaders, geb. Heemskerk op 7 jun 1710, ovl. aldaar op 22 aug 1798.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje~1746 Heemskerk †1795 Heemskerk 49
Hendrik~1749 Heemskerk †1808 Heemskerk 5910 


Hendrik Lammerts Benning
Hendrik Lammerts Benning, ged. Heemskerk op 1 jan 1749, ovl. aldaar op 29 mei 1808, begr. aldaar op 2 jun 1808.

tr. Heemskerk op 11 mei 1777
met

Baafje Pieters Zonneveld, geb. Breesaap tussen 1749 en 1750, ovl. Heemskerk op 19 feb 1823.

Uit dit huwelijk 10 kinderen.


Baafje Pieters Zonneveld
Baafje Pieters Zonneveld, geb. Breesaap tussen 1749 en 1750, ovl. Heemskerk op 19 feb 1823.

tr. Heemskerk op 11 mei 1777
met

Hendrik Lammerts Benning, zn. van Lammert Hendriks Benning en Maartje Jans Droog, ged. Heemskerk op 1 jan 1749, ovl. aldaar op 29 mei 1808, begr. aldaar op 2 jun 1808.

Uit dit huwelijk 10 kinderen.


Jan Jans Droog
Jan Jans Droog, ged. Heemskerk op 14 jul 1677, ovl. aldaar op 25 feb 1732.

tr. Heemskerk op 10 feb 1709
met

Duifje Dirks, geb. voor 1689, ovl. voor 7 nov 1723.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maartje~1709 Heemskerk †1764 Heemskerk 54


Duifje Dirks
Duifje Dirks, geb. voor 1689, ovl. voor 7 nov 1723.

tr. Heemskerk op 10 feb 1709
met

Jan Jans Droog, zn. van Jan Cornelis Droog en Maartje Ariens, ged. Heemskerk op 14 jul 1677, ovl. aldaar op 25 feb 1732.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maartje~1709 Heemskerk †1764 Heemskerk 54


Jan Cornelis Droog
Jan Cornelis Droog, geb. voor 1658.

tr. voor 1676
met

Maartje Ariens.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1677 Heemskerk †1732 Heemskerk 54


Maartje Ariens
Maartje Ariens.

tr. voor 1676
met

Jan Cornelis Droog, geb. voor 1658.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1677 Heemskerk †1732 Heemskerk 54


Hendrik Lammerts Benning
Hendrik Lammerts Benning, geb. voor 1685.

  • Vader:
    Lammert Benning https://gw.geneanet.org/fvanzuilen?[[lang=nl&p=lammert&n=benning&oc=2, tr. met

tr. Heiloo op 6 apr 1704
met

Anna Jans Vaders, dr. van Jan Claes Vaders en Antje Sijmis, ged. Heiloo op 21 jan 1681, ovl. voor 16 mei 1723.

Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lammert*1710 Heemskerk †1798 Heemskerk 88