Cees Hagenbeek
Jacobus Wouters van Tilborgh
Jacobus Wouters van Tilborgh, ged. Rijsbergen op 20 feb 1707, soldaat, ovl. Breda op 18 jul 1756, begr. aldaar op 20 jul 1756.

tr. (1) Breda op 5 nov 1724
met

Ludovica Jacoba de Berckhoffer, dr. van Majoor Charles de Berckhoffer en Jeanne Marie Meerrau, ged. in 1699, ovl. Breda op 2 sep 1748.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johnna~1723 Breda †1813 Breda 89

tr. (2) Breda op 25 aug 1754
met

Maria Janzen Linders, geb. Oosterhout op 13 okt 1711, ged. aldaar op 14 okt 1711, ovl. aldaar op 7 mei 1785, begr. aldaar op 10 mei 1785.

Uit dit huwelijk een kind.


Ludovica Jacoba de Berckhoffer
Ludovica Jacoba de Berckhoffer, ged. in 1699, ovl. Breda op 2 sep 1748.

tr. Breda op 5 nov 1724
met

Jacobus Wouters van Tilborgh, zn. van Waltherus van Tilborgh (soldaat, winkelier) en Petronella Jakob (Pieters) van de Eeden, ged. Rijsbergen op 20 feb 1707, soldaat, ovl. Breda op 18 jul 1756, begr. aldaar op 20 jul 1756, tr. (2) met Maria Janzen Linders. Uit dit huwelijk een kind.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johnna~1723 Breda †1813 Breda 89


Maria Janzen Linders
Maria Janzen Linders, geb. Oosterhout op 13 okt 1711, ged. aldaar op 14 okt 1711, ovl. aldaar op 7 mei 1785, begr. aldaar op 10 mei 1785.

tr. Breda op 25 aug 1754
met

Jacobus Wouters van Tilborgh, zn. van Waltherus van Tilborgh (soldaat, winkelier) en Petronella Jakob (Pieters) van de Eeden, ged. Rijsbergen op 20 feb 1707, soldaat, ovl. Breda op 18 jul 1756, begr. aldaar op 20 jul 1756.

Uit dit huwelijk een kind.


Charles de Berckhoffer
Majoor Charles (Charles Louis Stanislas Joseph) de Berckhoffer, geb. Prinsdom Oranje [Frankrijk], WH, ovl. in 1726.

Majoor Charles de Berckhoffer.
Nederlands officier;.
1700 luitenant-kolonel van het regiment Coehoorn;.

1702, na de dood van Stadhouder Willem III, gaat het prinsdom over op de prinsen van Bourbon-Conti en dat betekent in 1703 het einde van het protestantisme.

1703 kolonel-commandant; 1704 na de dood van Coehoorn kolonel van dat regiment;.
1709 brigadier van de infanterie.
Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie.
1712 De slag bij Denain werd op 24 juli 1712 uitgevochten tijdens de Spaanse Successieoorlog. De slag resulteerde in een Franse overwinning tegen de gecombineerde Nederlandse en Oostenrijkse legers.
Na de slag van Denain maakten de Fransen zich met weinig moeite meester van de posten Mortanje, St-Aman,en Hasnon.
Doch zij konden hezelfde met Marchienne, hetwelke in een moeras lag, en door de Brigadier Berkhoffer met 6 bataljons kloekmoedig verdedigd werd, niet doen.
Zij deden daar drie aanvallen op, de een na de ander, meenende het door geweld te bemachtigen, en lieten de Kommandant zoo vaak te vergeefs op te eischen ; zodat zij na meer dan 1000 man daarvoor verloren te hebben, genoodzaakt waren 16 stukken grote kanonnen en 4 mortieren van Valency te laten komen, met welke zij deze plaats tot de 31e 's avonds beschoten.
De brigadier Berkhoffer was, na heftige tegenstand, eindelijk genoodzaakt zich met zijn bezetting als.
krijgsgevangenen over te geven. De Fransen vonden in deze plaats veel geschut, een groote hoeveelheid kruit en andere ammunitie van oorlog.

De overwinning bij Denain was een belangrijke overwinning voor de Fransen.
Door het verlies van Denain was het geallieerde front gebroken en waren de Fransen in de jaren die volgden, in staat de verloren gebieden te heroveren.

1713 Bij de vrede van Utrecht wordt het Prinsdom Orange definitief toegevoegd bij Frankrijk.

1717 Regiment vanden Heer Bregadier Berkhoffer tegenswoordigh guarnisoen houdende tot Venlo.

tr.
met

Jeanne Marie Meerrau (Murreij, Morreij), WH.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ludovica~1699  †1748 Breda 49


Jeanne Marie Meerrau
Jeanne Marie Meerrau (Murreij, Morreij), WH.

tr.
met

Majoor Charles (Charles Louis Stanislas Joseph) de Berckhoffer, zn. van Jean Henri de Berckhoffer-Wasserbourg en Françoise de Vilbrieux, geb. Prinsdom Oranje [Frankrijk], WH, ovl. in 1726.

Majoor Charles de Berckhoffer.
Nederlands officier;.
1700 luitenant-kolonel van het regiment Coehoorn;.

1702, na de dood van Stadhouder Willem III, gaat het prinsdom over op de prinsen van Bourbon-Conti en dat betekent in 1703 het einde van het protestantisme.

1703 kolonel-commandant; 1704 na de dood van Coehoorn kolonel van dat regiment;.
1709 brigadier van de infanterie.
Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie.
1712 De slag bij Denain werd op 24 juli 1712 uitgevochten tijdens de Spaanse Successieoorlog. De slag resulteerde in een Franse overwinning tegen de gecombineerde Nederlandse en Oostenrijkse legers.
Na de slag van Denain maakten de Fransen zich met weinig moeite meester van de posten Mortanje, St-Aman,en Hasnon.
Doch zij konden hezelfde met Marchienne, hetwelke in een moeras lag, en door de Brigadier Berkhoffer met 6 bataljons kloekmoedig verdedigd werd, niet doen.
Zij deden daar drie aanvallen op, de een na de ander, meenende het door geweld te bemachtigen, en lieten de Kommandant zoo vaak te vergeefs op te eischen ; zodat zij na meer dan 1000 man daarvoor verloren te hebben, genoodzaakt waren 16 stukken grote kanonnen en 4 mortieren van Valency te laten komen, met welke zij deze plaats tot de 31e 's avonds beschoten.
De brigadier Berkhoffer was, na heftige tegenstand, eindelijk genoodzaakt zich met zijn bezetting als.
krijgsgevangenen over te geven. De Fransen vonden in deze plaats veel geschut, een groote hoeveelheid kruit en andere ammunitie van oorlog.

De overwinning bij Denain was een belangrijke overwinning voor de Fransen.
Door het verlies van Denain was het geallieerde front gebroken en waren de Fransen in de jaren die volgden, in staat de verloren gebieden te heroveren.

1713 Bij de vrede van Utrecht wordt het Prinsdom Orange definitief toegevoegd bij Frankrijk.

1717 Regiment vanden Heer Bregadier Berkhoffer tegenswoordigh guarnisoen houdende tot Venlo.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ludovica~1699  †1748 Breda 49


Jean Henri de Berckhoffer-Wasserbourg
Jean Henri de Berckhoffer-Wasserbourg, geb. Duitsland.

Jean Henri de Berckhoffer-Wasserbourg.
Jean Henri de Berckhoffer- van 166? - nov. 1673 Gouverneur van het Prinsdom 'd Orange.

Berkoffer, II. 505. Bedoeld is Charles de Berckoffer, voor wien op 19 April 1689 commissie als kapitein en op 9 Augustus 1695 als sergeant-majoor in het regiment van Amelisweerd verleend werd. In 1700 komt hij voor als luitenant-kolonel en in 1702 en 1705 als kolonel („De Navorscher", XIV, bl. 304; Maandblad, De Nederl. Leeuw", 1893 bl. 30). Den eersten Januari 1709 eindelijk werd hij bevorderd tot brigadier. Vermoedelijk was hij een zoon van Jean Henri de Berckoffer, die op 14 Augustus 1676 commissie als kapitein verkreeg en die in 1665 als „Lieutenant au Gouvernement d'Orange" met zijne echtgenoote Francoise de Vilbrieux, vrouwe van Bouffiers, Maison Blanche en Grandchamp in Viennois , voorkomt bij Galiffe , III bl. 591.

Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687.
Berckoffer (Jean Henri de), luitenant, later commandant van het kasteel te Oranje, 159, 182, 187, 241, 251, 259, 264, 265, 278, 295, 300, 319, 321, 324, 326, 327, 335, 339, 341, 373, 453.
Jean Henri de Berckoffer is later commandant van het kasteel te Oranje geweest en heeft het in 1673 moedig verdedigd tegen den graaf de Grignan.

13 jun. 1669.

brengster dezes, de vrouw van den heer Jean Henri Berckoffer, onderbevelhebber van het kasteel te Oranje, zou gaarne kennis met u maken, voordat zij de terugreis aanvaardt.
Zij heette Françoise de Vilbrieux, vrouwe van Bouffiers, Maison Blanche en Grandchamp.

Berckoffer (Françoise de), 251.

Jean-Henri de Berckhoffer-Wasserbourg , d'origine allemande, d'abord lieutenant du gouverneur.

tr.
met

Françoise de Vilbrieux (de Veilheu).

Françoise de Vilbrieux.
Jean Henri trouwt met Françoise, fille de Charles de Veilheu, de la ville Romans-sur-Isère, veuve (weduwe) de Gaspard de Virieu, dont il eut une fille (hij had een dochter) Henriette,.

La famille de Veilheu  est originaire de Clérieu. Elle fut anoblie en 1546 en la personne de Claude Veilheu lieutenant au baillage de Saint Marcellin, ensuite conseiller au parlement, par lettre du 7 mars 1549. Plusieurs membres de cette famille jouèrent un rôle important dans la ville de Romans et fournirent des juges, des consuls et et des chanoines : Charles Veilheu juge ordinaire à la part du Chapitre de Saint Barnard en 1560, Jean Veilheu chanoine de Saint Barnard de Romans en 1562 (U. Chevalier Annales de la ville de Romans p 12 et 28).

Veilheu  (Familie, Originatie in Clervieux, Romans-sur-Isere, Drome en Grenoble) .
Basisgegevens thesaurus mensen.
aanwijzing Veilheu  (Familie, Originatie in Clervieux, Romans-sur-Isere, Drome en Grenoble).
Beschrijving Charles Veilheu (de Veilheux, de Vellieu), een voormalig advocaat en adviseur van het parlement van Grenoble, had zijn kantoor verlaten om eerst in Parijs te zijn en vervolgens protestant te zijn. Veilheu. Familie van Clerieux waar zij de vesting tegen de stadsmuren bezat. Zij gaf canons aan de kerk van Saint Barnard, namelijk: - Romain in 1440, die de decaan van Valence en apostolische prototheorie, archdeacon, bisschop van Saint-Paul-Trois-Châteaux was, van 1446 tot 1450. - Jean, in 1445. Hij werd in 1461 op bevel van de gouverneur gevangen genomen voor de misdaad van les-majesteit, maar spoedig hersteld naar vrijheid, op de aanspraken van het hoofdstuk, waarbij hij zijn voorrechten beweerde. Hij werd door de paus naar Rome gebracht. - Antoine, sacristan van de kerk van St. Paul-Trois-Châteaux in 1492. - Jacques, Vice-ambtenaar van de Aartsbisschop van Wenen in 1509. - Ander Jean, die aanwezig was bij de kerkreliquaria van Saint Barnard tot de commissaris van het Baron des Adrets in 1562. - Guigues, in 1567. - Antoine, in 1570. De volgende waren adviseurs van het parlement: Claude, in 1549, getrouwd met Antoinette de Monteux. Charles, in 1572. Andere Charles, in 1615. Hij ging van zijn stoel naar Parijs om naar het klooster van de Celestines te gaan, maar hij werd gewonnen aan de protestantse religie, waarvan hij door De Mornay (1617) gefeliciteerd werd. Hij reisde vervolgens naar Parijs in 1627. Zij waren koninklijke rechters in Romans-sur-Isere: Charles, in 1559. Lantelme, in 1570. Jerome, in 1578, die de rechter van de baronie van Clerieu werd, werd vermoord in 1580 , tijdens de opstand van de competities. Lantelme Veillieu werd versterkt door brieven uit de Dauphin (sinds Louis XI), die in augustus 1448 aan Saint-Donat werd verleend en ingeschreven in het Hôtel de Ville in Romans-sur-Isère. Rechter Charies kreeg bevestigingsbrieven op 10 augustus 1584, van koning Henry III.

bron Geneanet Bulletin van de Vereniging van de Geschiedenis van het Protestantisme, vol. 153, nr. 2.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Charles Prinsdom Oranje [Frankrijk] †1726   


Françoise de Vilbrieux
Françoise de Vilbrieux (de Veilheu).

Françoise de Vilbrieux.
Jean Henri trouwt met Françoise, fille de Charles de Veilheu, de la ville Romans-sur-Isère, veuve (weduwe) de Gaspard de Virieu, dont il eut une fille (hij had een dochter) Henriette,.

La famille de Veilheu  est originaire de Clérieu. Elle fut anoblie en 1546 en la personne de Claude Veilheu lieutenant au baillage de Saint Marcellin, ensuite conseiller au parlement, par lettre du 7 mars 1549. Plusieurs membres de cette famille jouèrent un rôle important dans la ville de Romans et fournirent des juges, des consuls et et des chanoines : Charles Veilheu juge ordinaire à la part du Chapitre de Saint Barnard en 1560, Jean Veilheu chanoine de Saint Barnard de Romans en 1562 (U. Chevalier Annales de la ville de Romans p 12 et 28).

Veilheu  (Familie, Originatie in Clervieux, Romans-sur-Isere, Drome en Grenoble) .
Basisgegevens thesaurus mensen.
aanwijzing Veilheu  (Familie, Originatie in Clervieux, Romans-sur-Isere, Drome en Grenoble).
Beschrijving Charles Veilheu (de Veilheux, de Vellieu), een voormalig advocaat en adviseur van het parlement van Grenoble, had zijn kantoor verlaten om eerst in Parijs te zijn en vervolgens protestant te zijn. Veilheu. Familie van Clerieux waar zij de vesting tegen de stadsmuren bezat. Zij gaf canons aan de kerk van Saint Barnard, namelijk: - Romain in 1440, die de decaan van Valence en apostolische prototheorie, archdeacon, bisschop van Saint-Paul-Trois-Châteaux was, van 1446 tot 1450. - Jean, in 1445. Hij werd in 1461 op bevel van de gouverneur gevangen genomen voor de misdaad van les-majesteit, maar spoedig hersteld naar vrijheid, op de aanspraken van het hoofdstuk, waarbij hij zijn voorrechten beweerde. Hij werd door de paus naar Rome gebracht. - Antoine, sacristan van de kerk van St. Paul-Trois-Châteaux in 1492. - Jacques, Vice-ambtenaar van de Aartsbisschop van Wenen in 1509. - Ander Jean, die aanwezig was bij de kerkreliquaria van Saint Barnard tot de commissaris van het Baron des Adrets in 1562. - Guigues, in 1567. - Antoine, in 1570. De volgende waren adviseurs van het parlement: Claude, in 1549, getrouwd met Antoinette de Monteux. Charles, in 1572. Andere Charles, in 1615. Hij ging van zijn stoel naar Parijs om naar het klooster van de Celestines te gaan, maar hij werd gewonnen aan de protestantse religie, waarvan hij door De Mornay (1617) gefeliciteerd werd. Hij reisde vervolgens naar Parijs in 1627. Zij waren koninklijke rechters in Romans-sur-Isere: Charles, in 1559. Lantelme, in 1570. Jerome, in 1578, die de rechter van de baronie van Clerieu werd, werd vermoord in 1580 , tijdens de opstand van de competities. Lantelme Veillieu werd versterkt door brieven uit de Dauphin (sinds Louis XI), die in augustus 1448 aan Saint-Donat werd verleend en ingeschreven in het Hôtel de Ville in Romans-sur-Isère. Rechter Charies kreeg bevestigingsbrieven op 10 augustus 1584, van koning Henry III.

bron Geneanet Bulletin van de Vereniging van de Geschiedenis van het Protestantisme, vol. 153, nr. 2.

tr.
met

Jean Henri de Berckhoffer-Wasserbourg, geb. Duitsland.

Jean Henri de Berckhoffer-Wasserbourg.
Jean Henri de Berckhoffer- van 166? - nov. 1673 Gouverneur van het Prinsdom 'd Orange.

Berkoffer, II. 505. Bedoeld is Charles de Berckoffer, voor wien op 19 April 1689 commissie als kapitein en op 9 Augustus 1695 als sergeant-majoor in het regiment van Amelisweerd verleend werd. In 1700 komt hij voor als luitenant-kolonel en in 1702 en 1705 als kolonel („De Navorscher", XIV, bl. 304; Maandblad, De Nederl. Leeuw", 1893 bl. 30). Den eersten Januari 1709 eindelijk werd hij bevorderd tot brigadier. Vermoedelijk was hij een zoon van Jean Henri de Berckoffer, die op 14 Augustus 1676 commissie als kapitein verkreeg en die in 1665 als „Lieutenant au Gouvernement d'Orange" met zijne echtgenoote Francoise de Vilbrieux, vrouwe van Bouffiers, Maison Blanche en Grandchamp in Viennois , voorkomt bij Galiffe , III bl. 591.

Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687.
Berckoffer (Jean Henri de), luitenant, later commandant van het kasteel te Oranje, 159, 182, 187, 241, 251, 259, 264, 265, 278, 295, 300, 319, 321, 324, 326, 327, 335, 339, 341, 373, 453.
Jean Henri de Berckoffer is later commandant van het kasteel te Oranje geweest en heeft het in 1673 moedig verdedigd tegen den graaf de Grignan.

13 jun. 1669.

brengster dezes, de vrouw van den heer Jean Henri Berckoffer, onderbevelhebber van het kasteel te Oranje, zou gaarne kennis met u maken, voordat zij de terugreis aanvaardt.
Zij heette Françoise de Vilbrieux, vrouwe van Bouffiers, Maison Blanche en Grandchamp.

Berckoffer (Françoise de), 251.

Jean-Henri de Berckhoffer-Wasserbourg , d'origine allemande, d'abord lieutenant du gouverneur.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Charles Prinsdom Oranje [Frankrijk] †1726   


Waltherus van Tilborgh
Waltherus van Tilborgh, geb. Veldhoven in 1677, soldaat, winkelier, ovl. Breda op 31 mei 1745, begr. aldaar op 3 jun 1745.

Waltherus van Tilborgh.
circa 1677 : Geboorte - Velthoven.
Er is in Velthoven op 3 nov. 1677 een Waltherus gedoopt, zonder aanduiding van de ouders.
Schuldeiser: transport hebbende van Juff. Dingena de Ruyter, koopvrouw, insgelijcke alhier ten behoeve van desselfs principaelen Juff. Adriana Roovers en Wouter van Tilborgh, koopluijden, mede woonachtig alhier, als tesamen crediteuren van ......... Mosis, Joodt, woonende in s'Hage.

Hij is als poorter in Breda ingeschreven op 23-5-1729.
Poorterboek van de stad Breda op 23 mei 1729 burger (poorter) geworden:.

Wouter Janse van Tilborgh geboortig van Velthoven winckelier alhier is borger geworden, heeft eadt gedaen in handen Concilis Loco Fisci. Heeft de geregtigheit daar toe staende betaalt ende voor hem is ter ordinaire somma van driehondert guls in dien des selfs kinderen tot laste van den armen off weeshuijse alhier mogte koomen te geraaken borge gebleeven. Jan Sistermans borger alhier actium in collo den 23 meij 1729.

Diversen borg.
Akte 23-05-1729.
Poorter Wouter van Tilborgh Janse.
Poorter diversen herkomst poorter: Velthoven.
Poorter beroep winckelier te Breda.
Borg Jan Sistermans.
Borg beroep tollenaar en borger.

Wouter was actief in de slag bij Hulst.

Hulst was een Frontier Stadt: Een vestingstad van waaruit de grens tussen de Republiek der Zeven Provinciën en de Spaanse bezettingen in de Lage Landen kon worden verdedigd. In 1702 werd de Republiek der Zeven Provinciën bij de Spaanse Successieoorlog betrokken. Aan de oostzijde van de stad probeerden de Fransen een doorbraak te forceren, doch dit mislukte. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog werd Hulst in 1747 aan de Fransen overgegeven. Toen in 1794 de Fransen Staats-Vlaanderen binnenvielen, was er van tegenstand nauwelijks sprake. Prins Willem V had opdracht gegeven om het grootste deel van de troepen terug te trekken. Op 16 mei 1795 werd Staats-Vlaanderen bij Frankrijk ingelijfd. De Franse bezetting duurde tot 1814. Sinds de vestingwet van 1874 waren veel steden van hun vestingwerken ‘beroofd’. Toen in 1918 ook de gemeenteraad van Hulst besloot de wallen te slechten, rees er echter een storm van protest en werd er van deze plannen afgezien. Daarmee is Hulst een der fraaiste voorbeelden van Oud-Nederlandse vestingbouwkunst gebleven.

In 1704 was er de slag bij Blennheim, onderdeel van de Spaanse successieoorlogen. Deze slag vond plaats onder aanvoering van de hertog van Marlborough en zijn manschappen bestonden hoofdzakelijk uit Engelsen. Deze slag werdt door middel van afleidingsmaneuvres door de staaten (de 7 provincien) ondersteunt op andere plaatsen in Europa. Het is waarschijnlijk dat Wouter Janssen van Tilborgh onder overste van Eck lid was van het Nederlandse contingent onder veldmaarschalk Hendrik van Nassau-Ouwerkerk. Zij hebben in 1704 en later meerdere keren tegen de Fransen gevochten, waaronder een keer bij Ramillies en een keer bij Oudenaerde.

Uit de vertaalde notariele akte zou kunnen beschrijven de voorzorgen die Wouter Janssen trof in geval hem tijdens die gevechten wat mocht overkomen.

Kolonel Johan Karel van Eck † 1719, Nederlands officier; 1697 kolonel-commandant van het Hollandse cavalerieregiment Nassau-Saarbrücken; 1702 kolonel; 1704 brigadier; 1709 generaal-majoor. Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Afstammingen cavalerie.

Al in 1849 verdween de laatgotische Markendaalse kapel of 'Kleine Kerk' (op de hoek Haven-Haagdijk) door sloop uit het straatbeeld. In afwisselende perioden kerkten er sinds circa 1525 katholieken en protestanten.

In 1581 bracht de prins Willem van Oranje de kapittelgoederen onder controle van zijn raad en rekenkamer. Ook het stadsbestuur verbrak de band met de katholieke kerk volledig. Ook vindt in dat jaar een kerkenruil plaats. De Grote Kerk gaat over naar de gereformeerden en de Markendaalse kerk gaat naar de katholieken. Voor het koorofficie, de koordienst van het kapittel was deze kerk echter volledig ongeschikt. De kanunniken verlieten, om hun liturgische verplichtingen na te kunnen komen, de stad. Vermoedelijk gingen zij naar Lier. Alleen de pastoor en kanunnik Cornelis Gobbincx bleef achter.

De Markendaalse kerk aan de Prinsenkade. Gravure door B.F. Immink, 1743 uit Van Goor, Beschrijving der Stadt en Lande van Breda, 1744. Deze kapel werd in de 14e eeuw gesticht en afgebroken omstreeks 1850. Op dit terrein werd later de parochie van de H. Barbara gebouwd, die in 1869 in gebruik werd genomen.

1578 - 1581 protestants.
1581 - 1590 katholiek.
1590 (turfschip) - 1625 protestants.
1625 - 1637 Spaanse overheersing, dus weer katholiek.
1637 verovering door Frederik Hendrik,.
protestantisme wordt hersteld.
Grote kerk definitief protestants.
Kleine kerk protestants.

Erfenis voor de kinderen.
N. 235/52 van 7 augustus 1692 huwelijkse voorwaarden.
Compareerde Margriet Janssen Ottrers, naergelaten weduwe van wijlen Cornelis Aerssen van Leent, in sijn leven sergeant onder de Com. Van d’Heer Capiteyn Vosch in het Regiment van d’Heer Colonel ….? Inwoondersse alhier ter stede alhier in guarnisoen, jonghman, toekomende bruijdegom ter eenre ende Margriet Janssen Otters, weduwe enz.

Erfenis bij campagne.
Voordat Wouter in 1704 op campagne ging heeft hij zijn testament gemaakt. Hij was op dat moment weduwnaar van Margriet Otters en hij had met haar nog een stiefdochter Cornelia van Leent.

In dat testament zegt hij als gevolg van het overlijden van Margriet Otters over alle goederen te mogen beschikken, maar omdat hij op campagne gaat en vreest een en ander niet te zullen overleven, wil hij middels dit testament alles aan zijn stiefdochter na laten. Mocht hij echter levend en wel terug keren dan was het de bedoeling dat alle bezittingen in tweeën gedeeld zouden worden, een helft voor Cornelia en de andere helft voor hem zelf.

De geschiedenis van het Land van Breda begint in 1125 toen de naam Breda voor het eerst vermeld werd. Enkele decennia later werd het Kasteel van Breda gebouwd en vangt de reeks heren van Breda aan. Het Land van Breda werd het centrum van een groot gebied. Aanvankelijk opereerden de heren van Breda betrekkelijk zelfstandig. Daaraan kwam een einde toen graaf Dirk VII van Holland aanspraken op Breda maakte. Daarop riep de heer van Breda de steun in van hertog Hendrik I van Brabant. Aldus werd het Land van Breda een leen van het hertogdom Brabant. In 1200 resulteerde dit alles in een verdrag, waarbij de graaf van Holland afstand deed van het Land van Breda.

In 1287 werd de heerlijkheid Breda verdeeld tussen de nakomelingen van de twee dochters van Godfried II van Schoten (overleden in 1216). De nakomelingen van Sophia, die gehuwd was met Raso I van Gaveren, kregen het Land van Breda, de nakomelingen van Beatrix, die gehuwd was met Arnold II van Wesemaele, kregen Bergen op Zoom, het latere markizaat.

In 1327 werd de heerlijkheid uit geldnood verkocht aan het hertogdom Brabant door Gerard van Raseghem. Isabella van Schoten, de erfgename van de heerlijkheid Breda, protesteerde samen met haar zusters tegen deze verkoop. Filips VI van Frankrijk werd in 1334 aangesteld als scheidsrechter en de koop werd ongedaan gemaakt.

Willem van Duivenvoorde, een halfbroer van Jan I van Polanen, verwierf in 1322 de heerlijkheid Strijen[bron?], waardoor hij ook de daarbij behorende goederen en bezittingen in erfelijk bezit kreeg. In 1342 werd het pandschap gekocht van de dorpen Baarle, Alphen, Gilze en Ulvenhout. Willem werd daardoor een leenman van de hertog van Brabant. Deze verkeerde steeds in geldnood en had de heerlijkheid in 1339 als onderpand overgedaan aan Jan van Polanen. [2].

In 1403 kregen de graven van Nassau het gebied in hun bezit. Jan III van Polanen was onder meer heer van Breda, en in 1403 huwde Engelbrecht I van Nassau met Johanna van Polanen, de enige dochter van Jan III. Zo verkreeg Engelbrecht de titel heer van Breda.

De baronie werd in 1795 opgeheven, en verviel toen aan Bataafs-Brabant, een onderdeel van de Bataafse Republiek. De naam Baronie wordt daarna topografisch, ook thans af en toe nog wel, gebruikt voor de streek rondom Breda.

korte geschiedenis van Breda:.
1581 - 1590 Spaanse bezetting.
1590: Breda heroverd op de Spanjaarden door de list met het Turfschip van Breda.
1624/1625: Beleg van Breda door Spinola.
1637: Breda ten derden male heroverd door de Republiek onder leiding van Frederik Hendrik van Oranje.
1646: Opening van de Illustere school en Collegium Auriacum (Breda).
1667: De Vrede van Breda, het in Breda gesloten verdrag ter beëindiging van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.
9 augustus 1692 :Huwelijkstoestemming (met Margrieta Jansse Otters).
Bronnen: (Afd IV-9 nr 40 Trouwboek Grote kerk Breda 1685-96 Pag 183.
24 augustus 1692 :Huwelijk (met Margrieta Jansse Otters) - Breda.

Margrieta Otters was eerder getrouwd geweest met Kornelis Aardsen (Weduwe geworden). Kornelis was sergeant en Wouter was soldaat.

Bij de akte van het kerkelijk huwelijk blijkt dat ook Wouter in de compagnie van Kapitein Vosch zat, maar dan als soldaat. Ze kenden elkaar dus.

Wouter Jans j.m. soldaat onder Hr. Kapt. De Vos van Steenwijk ende Margriet Jansen Otters, weduwe van de sergeant Kornelis Aardsen den 9 aug. 1692 in ondertrouw genomen, alhier getrout 24 aug. 1692.

N. 235/52 van 7 augustus 1692 huwelijkse voorwaarden.
Compareerde Margriet Janssen Ottrers, naergelaten weduwe van wijlen Cornelis Aerssen van Leent, in sijn leven sergeant onder de Com. Van d’Heer Capiteyn Vosch in het Regiment van d’Heer Colonel ….? Inwoondersse alhier ter stede alhier in guarnisoen, jonghman, toekomende bruijdegom ter eenre ende Margriet Janssen Otters, weduwe enz.

tr. (1) Breda op 24 aug 1692
met

Margrieta Jansse Otters, ged. Breda op 23 okt 1647, ovl. aldaar in 1702, tr. (2) op 6 dec 1671 met Cornelis Aersen Aardsen (Aartsen, Arense, Hardsen) van Leent (van Lind), geb. vermoedelijk Lunteren in 1655, ovl. Breda op 2 nov 1691. Uit dit huwelijk 7 kinderen.

tr. (2) Rijsbergen op 8 jun 1705
met

Petronella Jakob (Pieters) van de Eeden (later Aerlebeek), dr. van Jacob Peeters van Eeden (wever) en Dyphna Peeters Marijnissen, ged. Rijsbergen op 6 sep 1685, ovl. Breda op 23 dec 1775, begr. aldaar op 26 dec 1775.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacobus~1707 Rijsbergen †1756 Breda 49


Margrieta Jansse Otters
Margrieta Jansse Otters, ged. Breda op 23 okt 1647, ovl. aldaar in 1702.

tr. (1) Breda op 24 aug 1692
met

Waltherus van Tilborgh, zn. van Jan (Joannes Janssen) van Tilborgh en Antonia (Anthonisken) Cornelius Ber(e)winckel(s), geb. Veldhoven in 1677, soldaat, winkelier, ovl. Breda op 31 mei 1745, begr. aldaar op 3 jun 1745.

Waltherus van Tilborgh.
circa 1677 : Geboorte - Velthoven.
Er is in Velthoven op 3 nov. 1677 een Waltherus gedoopt, zonder aanduiding van de ouders.
Schuldeiser: transport hebbende van Juff. Dingena de Ruyter, koopvrouw, insgelijcke alhier ten behoeve van desselfs principaelen Juff. Adriana Roovers en Wouter van Tilborgh, koopluijden, mede woonachtig alhier, als tesamen crediteuren van ......... Mosis, Joodt, woonende in s'Hage.

Hij is als poorter in Breda ingeschreven op 23-5-1729.
Poorterboek van de stad Breda op 23 mei 1729 burger (poorter) geworden:.

Wouter Janse van Tilborgh geboortig van Velthoven winckelier alhier is borger geworden, heeft eadt gedaen in handen Concilis Loco Fisci. Heeft de geregtigheit daar toe staende betaalt ende voor hem is ter ordinaire somma van driehondert guls in dien des selfs kinderen tot laste van den armen off weeshuijse alhier mogte koomen te geraaken borge gebleeven. Jan Sistermans borger alhier actium in collo den 23 meij 1729.

Diversen borg.
Akte 23-05-1729.
Poorter Wouter van Tilborgh Janse.
Poorter diversen herkomst poorter: Velthoven.
Poorter beroep winckelier te Breda.
Borg Jan Sistermans.
Borg beroep tollenaar en borger.

Wouter was actief in de slag bij Hulst.

Hulst was een Frontier Stadt: Een vestingstad van waaruit de grens tussen de Republiek der Zeven Provinciën en de Spaanse bezettingen in de Lage Landen kon worden verdedigd. In 1702 werd de Republiek der Zeven Provinciën bij de Spaanse Successieoorlog betrokken. Aan de oostzijde van de stad probeerden de Fransen een doorbraak te forceren, doch dit mislukte. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog werd Hulst in 1747 aan de Fransen overgegeven. Toen in 1794 de Fransen Staats-Vlaanderen binnenvielen, was er van tegenstand nauwelijks sprake. Prins Willem V had opdracht gegeven om het grootste deel van de troepen terug te trekken. Op 16 mei 1795 werd Staats-Vlaanderen bij Frankrijk ingelijfd. De Franse bezetting duurde tot 1814. Sinds de vestingwet van 1874 waren veel steden van hun vestingwerken ‘beroofd’. Toen in 1918 ook de gemeenteraad van Hulst besloot de wallen te slechten, rees er echter een storm van protest en werd er van deze plannen afgezien. Daarmee is Hulst een der fraaiste voorbeelden van Oud-Nederlandse vestingbouwkunst gebleven.

In 1704 was er de slag bij Blennheim, onderdeel van de Spaanse successieoorlogen. Deze slag vond plaats onder aanvoering van de hertog van Marlborough en zijn manschappen bestonden hoofdzakelijk uit Engelsen. Deze slag werdt door middel van afleidingsmaneuvres door de staaten (de 7 provincien) ondersteunt op andere plaatsen in Europa. Het is waarschijnlijk dat Wouter Janssen van Tilborgh onder overste van Eck lid was van het Nederlandse contingent onder veldmaarschalk Hendrik van Nassau-Ouwerkerk. Zij hebben in 1704 en later meerdere keren tegen de Fransen gevochten, waaronder een keer bij Ramillies en een keer bij Oudenaerde.

Uit de vertaalde notariele akte zou kunnen beschrijven de voorzorgen die Wouter Janssen trof in geval hem tijdens die gevechten wat mocht overkomen.

Kolonel Johan Karel van Eck † 1719, Nederlands officier; 1697 kolonel-commandant van het Hollandse cavalerieregiment Nassau-Saarbrücken; 1702 kolonel; 1704 brigadier; 1709 generaal-majoor. Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Afstammingen cavalerie.

Al in 1849 verdween de laatgotische Markendaalse kapel of 'Kleine Kerk' (op de hoek Haven-Haagdijk) door sloop uit het straatbeeld. In afwisselende perioden kerkten er sinds circa 1525 katholieken en protestanten.

In 1581 bracht de prins Willem van Oranje de kapittelgoederen onder controle van zijn raad en rekenkamer. Ook het stadsbestuur verbrak de band met de katholieke kerk volledig. Ook vindt in dat jaar een kerkenruil plaats. De Grote Kerk gaat over naar de gereformeerden en de Markendaalse kerk gaat naar de katholieken. Voor het koorofficie, de koordienst van het kapittel was deze kerk echter volledig ongeschikt. De kanunniken verlieten, om hun liturgische verplichtingen na te kunnen komen, de stad. Vermoedelijk gingen zij naar Lier. Alleen de pastoor en kanunnik Cornelis Gobbincx bleef achter.

De Markendaalse kerk aan de Prinsenkade. Gravure door B.F. Immink, 1743 uit Van Goor, Beschrijving der Stadt en Lande van Breda, 1744. Deze kapel werd in de 14e eeuw gesticht en afgebroken omstreeks 1850. Op dit terrein werd later de parochie van de H. Barbara gebouwd, die in 1869 in gebruik werd genomen.

1578 - 1581 protestants.
1581 - 1590 katholiek.
1590 (turfschip) - 1625 protestants.
1625 - 1637 Spaanse overheersing, dus weer katholiek.
1637 verovering door Frederik Hendrik,.
protestantisme wordt hersteld.
Grote kerk definitief protestants.
Kleine kerk protestants.

Erfenis voor de kinderen.
N. 235/52 van 7 augustus 1692 huwelijkse voorwaarden.
Compareerde Margriet Janssen Ottrers, naergelaten weduwe van wijlen Cornelis Aerssen van Leent, in sijn leven sergeant onder de Com. Van d’Heer Capiteyn Vosch in het Regiment van d’Heer Colonel ….? Inwoondersse alhier ter stede alhier in guarnisoen, jonghman, toekomende bruijdegom ter eenre ende Margriet Janssen Otters, weduwe enz.

Erfenis bij campagne.
Voordat Wouter in 1704 op campagne ging heeft hij zijn testament gemaakt. Hij was op dat moment weduwnaar van Margriet Otters en hij had met haar nog een stiefdochter Cornelia van Leent.

In dat testament zegt hij als gevolg van het overlijden van Margriet Otters over alle goederen te mogen beschikken, maar omdat hij op campagne gaat en vreest een en ander niet te zullen overleven, wil hij middels dit testament alles aan zijn stiefdochter na laten. Mocht hij echter levend en wel terug keren dan was het de bedoeling dat alle bezittingen in tweeën gedeeld zouden worden, een helft voor Cornelia en de andere helft voor hem zelf.

De geschiedenis van het Land van Breda begint in 1125 toen de naam Breda voor het eerst vermeld werd. Enkele decennia later werd het Kasteel van Breda gebouwd en vangt de reeks heren van Breda aan. Het Land van Breda werd het centrum van een groot gebied. Aanvankelijk opereerden de heren van Breda betrekkelijk zelfstandig. Daaraan kwam een einde toen graaf Dirk VII van Holland aanspraken op Breda maakte. Daarop riep de heer van Breda de steun in van hertog Hendrik I van Brabant. Aldus werd het Land van Breda een leen van het hertogdom Brabant. In 1200 resulteerde dit alles in een verdrag, waarbij de graaf van Holland afstand deed van het Land van Breda.

In 1287 werd de heerlijkheid Breda verdeeld tussen de nakomelingen van de twee dochters van Godfried II van Schoten (overleden in 1216). De nakomelingen van Sophia, die gehuwd was met Raso I van Gaveren, kregen het Land van Breda, de nakomelingen van Beatrix, die gehuwd was met Arnold II van Wesemaele, kregen Bergen op Zoom, het latere markizaat.

In 1327 werd de heerlijkheid uit geldnood verkocht aan het hertogdom Brabant door Gerard van Raseghem. Isabella van Schoten, de erfgename van de heerlijkheid Breda, protesteerde samen met haar zusters tegen deze verkoop. Filips VI van Frankrijk werd in 1334 aangesteld als scheidsrechter en de koop werd ongedaan gemaakt.

Willem van Duivenvoorde, een halfbroer van Jan I van Polanen, verwierf in 1322 de heerlijkheid Strijen[bron?], waardoor hij ook de daarbij behorende goederen en bezittingen in erfelijk bezit kreeg. In 1342 werd het pandschap gekocht van de dorpen Baarle, Alphen, Gilze en Ulvenhout. Willem werd daardoor een leenman van de hertog van Brabant. Deze verkeerde steeds in geldnood en had de heerlijkheid in 1339 als onderpand overgedaan aan Jan van Polanen. [2].

In 1403 kregen de graven van Nassau het gebied in hun bezit. Jan III van Polanen was onder meer heer van Breda, en in 1403 huwde Engelbrecht I van Nassau met Johanna van Polanen, de enige dochter van Jan III. Zo verkreeg Engelbrecht de titel heer van Breda.

De baronie werd in 1795 opgeheven, en verviel toen aan Bataafs-Brabant, een onderdeel van de Bataafse Republiek. De naam Baronie wordt daarna topografisch, ook thans af en toe nog wel, gebruikt voor de streek rondom Breda.

korte geschiedenis van Breda:.
1581 - 1590 Spaanse bezetting.
1590: Breda heroverd op de Spanjaarden door de list met het Turfschip van Breda.
1624/1625: Beleg van Breda door Spinola.
1637: Breda ten derden male heroverd door de Republiek onder leiding van Frederik Hendrik van Oranje.
1646: Opening van de Illustere school en Collegium Auriacum (Breda).
1667: De Vrede van Breda, het in Breda gesloten verdrag ter beëindiging van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.
9 augustus 1692 :Huwelijkstoestemming (met Margrieta Jansse Otters).
Bronnen: (Afd IV-9 nr 40 Trouwboek Grote kerk Breda 1685-96 Pag 183.
24 augustus 1692 :Huwelijk (met Margrieta Jansse Otters) - Breda.

Margrieta Otters was eerder getrouwd geweest met Kornelis Aardsen (Weduwe geworden). Kornelis was sergeant en Wouter was soldaat.

Bij de akte van het kerkelijk huwelijk blijkt dat ook Wouter in de compagnie van Kapitein Vosch zat, maar dan als soldaat. Ze kenden elkaar dus.

Wouter Jans j.m. soldaat onder Hr. Kapt. De Vos van Steenwijk ende Margriet Jansen Otters, weduwe van de sergeant Kornelis Aardsen den 9 aug. 1692 in ondertrouw genomen, alhier getrout 24 aug. 1692.

N. 235/52 van 7 augustus 1692 huwelijkse voorwaarden.
Compareerde Margriet Janssen Ottrers, naergelaten weduwe van wijlen Cornelis Aerssen van Leent, in sijn leven sergeant onder de Com. Van d’Heer Capiteyn Vosch in het Regiment van d’Heer Colonel ….? Inwoondersse alhier ter stede alhier in guarnisoen, jonghman, toekomende bruijdegom ter eenre ende Margriet Janssen Otters, weduwe enz.

tr. (2) op 6 dec 1671
met

Cornelis Aersen Aardsen (Aartsen, Arense, Hardsen) van Leent (van Lind), geb. vermoedelijk Lunteren in 1655, ovl. Breda op 2 nov 1691.

Cornelis Aersen van Leent.
Cornelis was sergeant bij het infanterie regiment 643a, onder de kapitein de Vosch van Steenwijck. De kapitein dient onder kolonel Johan van Beaumont.

Wouter van Tilborgh en Cornelis Aersen hebben vermoedelijk in dezelfde compagnie gediend.

Uit dit huwelijk 7 kinderen.


Cornelis Aersen van Leent
Cornelis Aersen Aardsen (Aartsen, Arense, Hardsen) van Leent (van Lind), geb. vermoedelijk Lunteren in 1655, ovl. Breda op 2 nov 1691.

Cornelis Aersen van Leent.
Cornelis was sergeant bij het infanterie regiment 643a, onder de kapitein de Vosch van Steenwijck. De kapitein dient onder kolonel Johan van Beaumont.

Wouter van Tilborgh en Cornelis Aersen hebben vermoedelijk in dezelfde compagnie gediend.

tr. op 6 dec 1671
met

Margrieta Jansse Otters, ged. Breda op 23 okt 1647, ovl. aldaar in 1702, tr. (1) met Waltherus van Tilborgh. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 7 kinderen.


Petronella Jakob (Pieters) van de Eeden
Petronella Jakob (Pieters) van de Eeden (later Aerlebeek), ged. Rijsbergen op 6 sep 1685, ovl. Breda op 23 dec 1775, begr. aldaar op 26 dec 1775.

  • Vader:
    Jacob Peeters van Eeden, geb. Harelbeke [België] circa 1660, wever, ovl. Rijsbergen op 2 apr 1748, begr. aldaar op 5 apr 1748, tr. Rijsbergen op 25 aug 1685 met

tr. Rijsbergen op 8 jun 1705
met

Waltherus van Tilborgh, zn. van Jan (Joannes Janssen) van Tilborgh en Antonia (Anthonisken) Cornelius Ber(e)winckel(s), geb. Veldhoven in 1677, soldaat, winkelier, ovl. Breda op 31 mei 1745, begr. aldaar op 3 jun 1745, tr. (1) Breda op 24 aug 1692 met Margrieta Jansse Otters. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Waltherus van Tilborgh.
circa 1677 : Geboorte - Velthoven.
Er is in Velthoven op 3 nov. 1677 een Waltherus gedoopt, zonder aanduiding van de ouders.
Schuldeiser: transport hebbende van Juff. Dingena de Ruyter, koopvrouw, insgelijcke alhier ten behoeve van desselfs principaelen Juff. Adriana Roovers en Wouter van Tilborgh, koopluijden, mede woonachtig alhier, als tesamen crediteuren van ......... Mosis, Joodt, woonende in s'Hage.

Hij is als poorter in Breda ingeschreven op 23-5-1729.
Poorterboek van de stad Breda op 23 mei 1729 burger (poorter) geworden:.

Wouter Janse van Tilborgh geboortig van Velthoven winckelier alhier is borger geworden, heeft eadt gedaen in handen Concilis Loco Fisci. Heeft de geregtigheit daar toe staende betaalt ende voor hem is ter ordinaire somma van driehondert guls in dien des selfs kinderen tot laste van den armen off weeshuijse alhier mogte koomen te geraaken borge gebleeven. Jan Sistermans borger alhier actium in collo den 23 meij 1729.

Diversen borg.
Akte 23-05-1729.
Poorter Wouter van Tilborgh Janse.
Poorter diversen herkomst poorter: Velthoven.
Poorter beroep winckelier te Breda.
Borg Jan Sistermans.
Borg beroep tollenaar en borger.

Wouter was actief in de slag bij Hulst.

Hulst was een Frontier Stadt: Een vestingstad van waaruit de grens tussen de Republiek der Zeven Provinciën en de Spaanse bezettingen in de Lage Landen kon worden verdedigd. In 1702 werd de Republiek der Zeven Provinciën bij de Spaanse Successieoorlog betrokken. Aan de oostzijde van de stad probeerden de Fransen een doorbraak te forceren, doch dit mislukte. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog werd Hulst in 1747 aan de Fransen overgegeven. Toen in 1794 de Fransen Staats-Vlaanderen binnenvielen, was er van tegenstand nauwelijks sprake. Prins Willem V had opdracht gegeven om het grootste deel van de troepen terug te trekken. Op 16 mei 1795 werd Staats-Vlaanderen bij Frankrijk ingelijfd. De Franse bezetting duurde tot 1814. Sinds de vestingwet van 1874 waren veel steden van hun vestingwerken ‘beroofd’. Toen in 1918 ook de gemeenteraad van Hulst besloot de wallen te slechten, rees er echter een storm van protest en werd er van deze plannen afgezien. Daarmee is Hulst een der fraaiste voorbeelden van Oud-Nederlandse vestingbouwkunst gebleven.

In 1704 was er de slag bij Blennheim, onderdeel van de Spaanse successieoorlogen. Deze slag vond plaats onder aanvoering van de hertog van Marlborough en zijn manschappen bestonden hoofdzakelijk uit Engelsen. Deze slag werdt door middel van afleidingsmaneuvres door de staaten (de 7 provincien) ondersteunt op andere plaatsen in Europa. Het is waarschijnlijk dat Wouter Janssen van Tilborgh onder overste van Eck lid was van het Nederlandse contingent onder veldmaarschalk Hendrik van Nassau-Ouwerkerk. Zij hebben in 1704 en later meerdere keren tegen de Fransen gevochten, waaronder een keer bij Ramillies en een keer bij Oudenaerde.

Uit de vertaalde notariele akte zou kunnen beschrijven de voorzorgen die Wouter Janssen trof in geval hem tijdens die gevechten wat mocht overkomen.

Kolonel Johan Karel van Eck † 1719, Nederlands officier; 1697 kolonel-commandant van het Hollandse cavalerieregiment Nassau-Saarbrücken; 1702 kolonel; 1704 brigadier; 1709 generaal-majoor. Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Afstammingen cavalerie.

Al in 1849 verdween de laatgotische Markendaalse kapel of 'Kleine Kerk' (op de hoek Haven-Haagdijk) door sloop uit het straatbeeld. In afwisselende perioden kerkten er sinds circa 1525 katholieken en protestanten.

In 1581 bracht de prins Willem van Oranje de kapittelgoederen onder controle van zijn raad en rekenkamer. Ook het stadsbestuur verbrak de band met de katholieke kerk volledig. Ook vindt in dat jaar een kerkenruil plaats. De Grote Kerk gaat over naar de gereformeerden en de Markendaalse kerk gaat naar de katholieken. Voor het koorofficie, de koordienst van het kapittel was deze kerk echter volledig ongeschikt. De kanunniken verlieten, om hun liturgische verplichtingen na te kunnen komen, de stad. Vermoedelijk gingen zij naar Lier. Alleen de pastoor en kanunnik Cornelis Gobbincx bleef achter.

De Markendaalse kerk aan de Prinsenkade. Gravure door B.F. Immink, 1743 uit Van Goor, Beschrijving der Stadt en Lande van Breda, 1744. Deze kapel werd in de 14e eeuw gesticht en afgebroken omstreeks 1850. Op dit terrein werd later de parochie van de H. Barbara gebouwd, die in 1869 in gebruik werd genomen.

1578 - 1581 protestants.
1581 - 1590 katholiek.
1590 (turfschip) - 1625 protestants.
1625 - 1637 Spaanse overheersing, dus weer katholiek.
1637 verovering door Frederik Hendrik,.
protestantisme wordt hersteld.
Grote kerk definitief protestants.
Kleine kerk protestants.

Erfenis voor de kinderen.
N. 235/52 van 7 augustus 1692 huwelijkse voorwaarden.
Compareerde Margriet Janssen Ottrers, naergelaten weduwe van wijlen Cornelis Aerssen van Leent, in sijn leven sergeant onder de Com. Van d’Heer Capiteyn Vosch in het Regiment van d’Heer Colonel ….? Inwoondersse alhier ter stede alhier in guarnisoen, jonghman, toekomende bruijdegom ter eenre ende Margriet Janssen Otters, weduwe enz.

Erfenis bij campagne.
Voordat Wouter in 1704 op campagne ging heeft hij zijn testament gemaakt. Hij was op dat moment weduwnaar van Margriet Otters en hij had met haar nog een stiefdochter Cornelia van Leent.

In dat testament zegt hij als gevolg van het overlijden van Margriet Otters over alle goederen te mogen beschikken, maar omdat hij op campagne gaat en vreest een en ander niet te zullen overleven, wil hij middels dit testament alles aan zijn stiefdochter na laten. Mocht hij echter levend en wel terug keren dan was het de bedoeling dat alle bezittingen in tweeën gedeeld zouden worden, een helft voor Cornelia en de andere helft voor hem zelf.

De geschiedenis van het Land van Breda begint in 1125 toen de naam Breda voor het eerst vermeld werd. Enkele decennia later werd het Kasteel van Breda gebouwd en vangt de reeks heren van Breda aan. Het Land van Breda werd het centrum van een groot gebied. Aanvankelijk opereerden de heren van Breda betrekkelijk zelfstandig. Daaraan kwam een einde toen graaf Dirk VII van Holland aanspraken op Breda maakte. Daarop riep de heer van Breda de steun in van hertog Hendrik I van Brabant. Aldus werd het Land van Breda een leen van het hertogdom Brabant. In 1200 resulteerde dit alles in een verdrag, waarbij de graaf van Holland afstand deed van het Land van Breda.

In 1287 werd de heerlijkheid Breda verdeeld tussen de nakomelingen van de twee dochters van Godfried II van Schoten (overleden in 1216). De nakomelingen van Sophia, die gehuwd was met Raso I van Gaveren, kregen het Land van Breda, de nakomelingen van Beatrix, die gehuwd was met Arnold II van Wesemaele, kregen Bergen op Zoom, het latere markizaat.

In 1327 werd de heerlijkheid uit geldnood verkocht aan het hertogdom Brabant door Gerard van Raseghem. Isabella van Schoten, de erfgename van de heerlijkheid Breda, protesteerde samen met haar zusters tegen deze verkoop. Filips VI van Frankrijk werd in 1334 aangesteld als scheidsrechter en de koop werd ongedaan gemaakt.

Willem van Duivenvoorde, een halfbroer van Jan I van Polanen, verwierf in 1322 de heerlijkheid Strijen[bron?], waardoor hij ook de daarbij behorende goederen en bezittingen in erfelijk bezit kreeg. In 1342 werd het pandschap gekocht van de dorpen Baarle, Alphen, Gilze en Ulvenhout. Willem werd daardoor een leenman van de hertog van Brabant. Deze verkeerde steeds in geldnood en had de heerlijkheid in 1339 als onderpand overgedaan aan Jan van Polanen. [2].

In 1403 kregen de graven van Nassau het gebied in hun bezit. Jan III van Polanen was onder meer heer van Breda, en in 1403 huwde Engelbrecht I van Nassau met Johanna van Polanen, de enige dochter van Jan III. Zo verkreeg Engelbrecht de titel heer van Breda.

De baronie werd in 1795 opgeheven, en verviel toen aan Bataafs-Brabant, een onderdeel van de Bataafse Republiek. De naam Baronie wordt daarna topografisch, ook thans af en toe nog wel, gebruikt voor de streek rondom Breda.

korte geschiedenis van Breda:.
1581 - 1590 Spaanse bezetting.
1590: Breda heroverd op de Spanjaarden door de list met het Turfschip van Breda.
1624/1625: Beleg van Breda door Spinola.
1637: Breda ten derden male heroverd door de Republiek onder leiding van Frederik Hendrik van Oranje.
1646: Opening van de Illustere school en Collegium Auriacum (Breda).
1667: De Vrede van Breda, het in Breda gesloten verdrag ter beëindiging van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.
9 augustus 1692 :Huwelijkstoestemming (met Margrieta Jansse Otters).
Bronnen: (Afd IV-9 nr 40 Trouwboek Grote kerk Breda 1685-96 Pag 183.
24 augustus 1692 :Huwelijk (met Margrieta Jansse Otters) - Breda.

Margrieta Otters was eerder getrouwd geweest met Kornelis Aardsen (Weduwe geworden). Kornelis was sergeant en Wouter was soldaat.

Bij de akte van het kerkelijk huwelijk blijkt dat ook Wouter in de compagnie van Kapitein Vosch zat, maar dan als soldaat. Ze kenden elkaar dus.

Wouter Jans j.m. soldaat onder Hr. Kapt. De Vos van Steenwijk ende Margriet Jansen Otters, weduwe van de sergeant Kornelis Aardsen den 9 aug. 1692 in ondertrouw genomen, alhier getrout 24 aug. 1692.

N. 235/52 van 7 augustus 1692 huwelijkse voorwaarden.
Compareerde Margriet Janssen Ottrers, naergelaten weduwe van wijlen Cornelis Aerssen van Leent, in sijn leven sergeant onder de Com. Van d’Heer Capiteyn Vosch in het Regiment van d’Heer Colonel ….? Inwoondersse alhier ter stede alhier in guarnisoen, jonghman, toekomende bruijdegom ter eenre ende Margriet Janssen Otters, weduwe enz.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacobus~1707 Rijsbergen †1756 Breda 49


Johannes Christophorus Heer
Johannes Christophorus Heer (Herr), geb. Düsseldorf [Duitsland].

tr.
met

Johanna Philippina We(o)bers, geb. Keulen [Duitsland].

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joannes*1725 Keulen [Duitsland]    


Johanna Philippina We(o)bers
Johanna Philippina We(o)bers, geb. Keulen [Duitsland].

tr.
met

Johannes Christophorus Heer (Herr), geb. Düsseldorf [Duitsland].

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joannes*1725 Keulen [Duitsland]    


Jacob Peeters van Eeden
Jacob Peeters van Eeden, geb. Harelbeke [België] circa 1660, wever, ovl. Rijsbergen op 2 apr 1748, begr. aldaar op 5 apr 1748.

tr. Rijsbergen op 25 aug 1685
met

Dyphna Peeters Marijnissen, dr. van Petrus Willemsz Cornelis Marinus Marijnissen en Petronella Jacobs J. van Gelre, geb. in 1649, ovl. Rijsbergen in 1716.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Petronella~1685 Rijsbergen †1775 Breda 90


Dyphna Peeters Marijnissen
Dyphna Peeters Marijnissen, geb. in 1649, ovl. Rijsbergen in 1716.

tr. Rijsbergen op 25 aug 1685
met

Jacob Peeters van Eeden, geb. Harelbeke [België] circa 1660, wever, ovl. Rijsbergen op 2 apr 1748, begr. aldaar op 5 apr 1748.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Petronella~1685 Rijsbergen †1775 Breda 90


Petrus Willemsz Cornelis Marinus Marijnissen
Petrus Willemsz Cornelis Marinus Marijnissen, geb. circa 1628.

tr.
met

Petronella Jacobs J. van Gelre, geb. circa 1633.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dyphna*1649  †1716 Rijsbergen 67


Petronella Jacobs J. van Gelre
Petronella Jacobs J. van Gelre, geb. circa 1633.

tr.
met

Petrus Willemsz Cornelis Marinus Marijnissen, geb. circa 1628.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dyphna*1649  †1716 Rijsbergen 67


Joannes Janssen van Tilborgh
Jan (Joannes Janssen) van Tilborgh, geb. Veldhoven in 1635.

tr.
met

Antonia (Anthonisken) Cornelius Ber(e)winckel(s), dr. van Cornelius Franciscus Berwinckel (kleermaker) en Mechteldis , ged. Veldhoven op 7 jul 1635.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Waltherus*1677 Veldhoven †1745 Breda 67


Antonia (Anthonisken) Cornelius Ber(e)winckel(s)
Antonia (Anthonisken) Cornelius Ber(e)winckel(s), ged. Veldhoven op 7 jul 1635.

tr.
met

Jan (Joannes Janssen) van Tilborgh, geb. Veldhoven in 1635.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Waltherus*1677 Veldhoven †1745 Breda 67


Cornelius Franciscus Berwinckel
Cornelius Franciscus Franssen Berwinckel (Berewinckel, Berewinckels, Berwinckels), geb. circa 1593, kleermaker, ovl. na 1663.

  • Vader:
    Frans Hendrickx Berwinckel, geb. Veldhoven in 1568, schepen te Veldhoven, ovl. Veldhoven op 20 okt 1633, tr. Veldhoven op 27 feb 1626 met

tr.
met

Mechteldis , dr. van Hendricus Waltherus Librechts en Elizabetha , geb. Veldhoven.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antonia~1635 Veldhoven