Cees Hagenbeek
Helleken van Cracouw
Helleken (Hilleken) van Cracouw1 (Cracou, Cracau), geb. Wageningen in 1616, ovl. na 1680.

 

tr. Buren op 2 aug 1635 of 2  augustus 1636
met

Hendrik van Griethuizen1, zn. van Dirck Hendricksz van Griethuizen en Anna van Osch, geb. Buren in 1615, glazenmaker, ovl. Rotterdam op 4 jul 1676.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria~1643 Rotterdam †1722 Hoorn 79



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Carel van Cracouw
 
Carel van Cracouw1, chirurgijn te Wageningen, ovl. voor 1619.


Carel van Cracouw.
in 1581 glasmaker en 1601 chirurgijn te Wageningen. gasthuismeester en schutterijmeester van de Anthonyschutterij (13 juli 1608).

Hij zou die glasmaker te Huessen kunnen zijn die een glas te Elst zou maken op 1-2-1604.

Carel van Crakau, chirurgijn te Wageningen (1593-1601), + vóór 1619, tr. 1e 10 mei 1596 komen voor Charl Crakau, chirurgijn te Wageningen, en zijn vrouw Stijntgen van Loenersloet.
Caerl van Crackau, in 1601 chirurgijn te Wageningen, was gehuwd met Christina Adriana van Loedersloet (ook: Loenresloet), geboren aldaar als dochter van Jan van Loenresloet, burgemeester van Wageningen; zij woonde als weduwe in 1619 te Wageningen en had een "behouden" zoon Caerl Caerlssenn, commissaris, die met zijn nog onmondige zusters Reijntgen, Hilleken en Marriken Carlen haar hun "Schoonmoeder" noemden en welke Caerl van Crakau zwager was van Arndt van Loneresloet en van Arndt Jan hesslingsz.

Christina van Loenersloot, zijn tweede vrouw, blijkt een dochter te zijn van Adriaan Fransz. van Loenersloot, schepen van Wageningen (1556), wiens nakomelingen in 1584 compareren. Dit blijkt ook uit de volgende akte: 1617: Carl van Crackau en Christina Adriaan Frans van Loendersloot, in cas van injurie op en tegen Lambert Cort- leven. Christine beschuldigt Lambert ervan, dat hij zijn stiefzoon, Sander van Loendersloot, te kort heeft gedaan in de deling van de nalatenschap van zijn moeder. Partijen maken el- kaar uit voor alles wat lelijk is. Lambert beweert o.a. dat Carel in echtbreuk heeft geleefd en bij een maagd, genaamd Hen- riske, een zoon Thomas verwekt heeft. In 1596 tucht Carl zijn huisvrouw Stijntje en hij sterft tussen 1617 en 1619.

tr.
met

Christina Adriaan Jans van Loenresloot (van Loenresloot1), dr. van Adriaan Jansz van Loenresloot (schepen van Wageningen (1556), burgermeester van Wageningen) en Anna Bongarts.

Christina Adriaan Jans van Loenresloot.
Weduwe, dv de burgermeester van Wageningen, Adriaan Janszn/Jan van Loendersloot (Schepen van Wageningen (1556).

Carel van Crakau, chirurgijn te Wageningen (1593-1601), + vóór 1619, tr. 1e 10 mei 1596 komen voor Charl Crakau, chirurgijn te Wageningen, en zijn vrouw Stijntgen van Loenersloet.
Caerl van Crackau, in 1601 chirurgijn te Wageningen, was gehuwd met Christina Adriana van Loedersloet (ook: Loenresloet), geboren aldaar als dochter van Jan van Loenresloet, burgemeester van Wageningen; zij woonde als weduwe in 1619 te Wageningen en had een "behouden" zoon Caerll Caerlssenn, commissaris, die met zijn nog onmondige zusters Reijntgen, Hilleken en Marriken Carlen haar hun "Schoonmoeder" noemden en welke Caerl van Crakau zwager was van Arndt van Loneresloet en van Arndt Jan Hesslingsz.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Helleken*1616 Wageningen †1680  64



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Christina Adriaan Jans van Loenresloot
Christina Adriaan Jans van Loenresloot (van Loenresloot1).

Christina Adriaan Jans van Loenresloot.
Weduwe, dv de burgermeester van Wageningen, Adriaan Janszn/Jan van Loendersloot (Schepen van Wageningen (1556).

Carel van Crakau, chirurgijn te Wageningen (1593-1601), + vóór 1619, tr. 1e 10 mei 1596 komen voor Charl Crakau, chirurgijn te Wageningen, en zijn vrouw Stijntgen van Loenersloet.
Caerl van Crackau, in 1601 chirurgijn te Wageningen, was gehuwd met Christina Adriana van Loedersloet (ook: Loenresloet), geboren aldaar als dochter van Jan van Loenresloet, burgemeester van Wageningen; zij woonde als weduwe in 1619 te Wageningen en had een "behouden" zoon Caerll Caerlssenn, commissaris, die met zijn nog onmondige zusters Reijntgen, Hilleken en Marriken Carlen haar hun "Schoonmoeder" noemden en welke Caerl van Crakau zwager was van Arndt van Loneresloet en van Arndt Jan Hesslingsz.

tr.
met

Carel van Cracouw1, chirurgijn te Wageningen, ovl. voor 1619.

 


Carel van Cracouw.
in 1581 glasmaker en 1601 chirurgijn te Wageningen. gasthuismeester en schutterijmeester van de Anthonyschutterij (13 juli 1608).

Hij zou die glasmaker te Huessen kunnen zijn die een glas te Elst zou maken op 1-2-1604.

Carel van Crakau, chirurgijn te Wageningen (1593-1601), + vóór 1619, tr. 1e 10 mei 1596 komen voor Charl Crakau, chirurgijn te Wageningen, en zijn vrouw Stijntgen van Loenersloet.
Caerl van Crackau, in 1601 chirurgijn te Wageningen, was gehuwd met Christina Adriana van Loedersloet (ook: Loenresloet), geboren aldaar als dochter van Jan van Loenresloet, burgemeester van Wageningen; zij woonde als weduwe in 1619 te Wageningen en had een "behouden" zoon Caerl Caerlssenn, commissaris, die met zijn nog onmondige zusters Reijntgen, Hilleken en Marriken Carlen haar hun "Schoonmoeder" noemden en welke Caerl van Crakau zwager was van Arndt van Loneresloet en van Arndt Jan hesslingsz.

Christina van Loenersloot, zijn tweede vrouw, blijkt een dochter te zijn van Adriaan Fransz. van Loenersloot, schepen van Wageningen (1556), wiens nakomelingen in 1584 compareren. Dit blijkt ook uit de volgende akte: 1617: Carl van Crackau en Christina Adriaan Frans van Loendersloot, in cas van injurie op en tegen Lambert Cort- leven. Christine beschuldigt Lambert ervan, dat hij zijn stiefzoon, Sander van Loendersloot, te kort heeft gedaan in de deling van de nalatenschap van zijn moeder. Partijen maken el- kaar uit voor alles wat lelijk is. Lambert beweert o.a. dat Carel in echtbreuk heeft geleefd en bij een maagd, genaamd Hen- riske, een zoon Thomas verwekt heeft. In 1596 tucht Carl zijn huisvrouw Stijntje en hij sterft tussen 1617 en 1619.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Helleken*1616 Wageningen †1680  64



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Adriaan Jansz van Loenresloot
Adriaan Jansz van Loenresloot (van Loenresloot1, Loendersloot[ Loendersloit, Loneresloet), geb. Wageningen circa 1535, schepen van Wageningen (1556), burgermeester van Wageningen.

Adriaan Jansz van Loenresloot.
Zelfde als 1598 "Aert van Loendersloot burgemeester te Wageningen" en 1595 "Arndt van Loendersloit ende Anna Bongert (Bongart, Bongarts, Bongardts, Bongards) syn huysfrou".
(Volgens Ned Leeuw 1975 wel: (Caerl van Crackau, in 1601 chirurgijn te Wageningen, was gehuwd met Christina Adriana van Loedersloet (ook: Loenresloet), geboren aldaar als dochter van Jan van Loenresloet, burgemeester van Wageningen; zij woonde als weduwe in 1619 te Wageningen en had een "behouden" zoon Caerll Caerlssenn, commissaris, die met zijn nog onmondige zusters Reijntgen, Hilleken en Marriken Carlen haar hun "Schoonmoeder" noemden en welke Caerl van Crakau zwager was van Arndt van Loneresloet en van Arndt Jan Hesslingsz.

1598 19/7: Elisabeth Raessen Hendrickx, weduwe Adriaen Jansz van Amerongen E - Jan Aertsz  (waarschijnlijk Aelbertsz) Toll burger Rhenen en Aert van Loendersloot burgemeester te Wageningen bloedvoogden van de weeskinderen van Adriaen van Amerongen vrsz en Elisabeth nl. Henrick, Jan, Erasmus, Gerrit, Metge, Cornelia, Marycke en Lysbeth Anderzijds. Scheiding w.o cramerswinkel te Gorcum.
1595-8-9 (ORA170 f.69) Helmert Wilhelmssen ende Aeltgen Henricksdochter echtel. > Arndt van Loendersloit ende Anna Bongert syn huysfrou ende oere erven die gerechte helffte van een huijs ende hoffstadt staende ende gelegen binnen Wageninghen ahn die Achterstrait dair van het wederdeel thobehoert Wilhelmke Conradtdochter ende Gerrit Ardtss huer sohn die neffens dwelcke husinge ende hoffstadt. N: die StadtWal, Z: nagelaten weduwe van Adriaen die Metzeler en Stephen Stephensen, O: streckende van de vurss. Stephen Stephens erff wes W: ahn die vorseide Achterstrait, frij goet wtgesondert den Hr syn thins ende hefft daer tmer tho waerschap syn gerechte helffte soe hy sijn hebben ahn die Groenendall verbindende dselve ther pandinge. Actum den 9en Augusti 1595.

Carel van Crakau, chirurgijn te Wageningen (1593-1601), + vóór 1619, tr. 1e Wageningen Arndt van Loendersloot en vrouw Anna Bongarts (Bongardts, Bongards ).

Helmert Wilhelmssen ende Aeltgen Henricksdochter echtel. > Arndt van Loendersloit ende Anna Bongert syn huysfrou ende oere erven die gerechte helffte van een huijs ende hoffstadt staende ende gelegen binnen Wageninghen ahn die Achterstrait dair van het wederdeel thobehoert Wilhelmke Conradtdochter ende Gerrit Ardtss huer sohn die neffens dwelcke husinge ende hoffstadt. N: die StadtWal, Z: nhagelaten weduwe van Adriaen die Metzeler  en Stephen Stephensen, O: streckende van de vurss. Stephen Stephens erff  wes W: ahn die vorseide Achterstrait, frij goet wtgesondert den Hr syn thins ende hefft daer tmer tho waerschap syn gerechte helffte soe hy sijn hebben ahn die Groenendall verbindende dselve ther pandinge. Actum den 9en Augusti 1595. In de kantlijn: ahn die Wall ter eenre de helft ende soe ahn die voorseide Stadtwall gelegen is. N.B. Tins. Volgens het Tinsregister was Helmert Wilhems met Bije -- getrouwd, maar in de overdrachtsacte heet zij Aeltgen Henricksdochter. In die tijd bestaat de gracht nog uit twee concentrische ringen, en bestonden nog niet.

Wat Pl. betreft, Arend v. Loendersloot, burgem. en oud. te Wageningen, beklaagde zich namens zijne gemeente op de Arnh. syn 13-16 Juni 1598, dat zij hun "lieven dienaer" Joh. Plettenburg dreigden te verliezen, daar hij in zijn vaderland bij zijne landslieden als pred. beroepen was, en men hem als "stichtelijk predikant" te Wageningen wenschte te behouden.". (Heraldieke bibliotheek 1881).

1617: Carl van Crackau en Christina Adriaan fans van.
Loendersloot, in cas van injurie op en tegen Lambert Cortleven.
Christine beschuldigt Lambert ervan, dat hij zijn stiefzoon,.
Sander van Loendersloot, te kort heeft gedaan in de deling van de nalatenschap van zijn moeder. Partijen maken elkaar uit voor alles wat lelijk is. Lambert beweert o.a. dat Carel in echtbreuk heeft geleefd en bij een maagd, genaamd Henriske, een zoon Thomas verwekt heeft.

tr.
met

Anna Bongarts (Bogardts, Bongards, Bongert).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Christina     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Anna Bongarts
Anna Bongarts (Bogardts, Bongards, Bongert).

tr.
met

Adriaan Jansz van Loenresloot (van Loenresloot1, Loendersloot[ Loendersloit, Loneresloet), zn. van Johan van Loenresloot, geb. Wageningen circa 1535, schepen van Wageningen (1556), burgermeester van Wageningen.

Adriaan Jansz van Loenresloot.
Zelfde als 1598 "Aert van Loendersloot burgemeester te Wageningen" en 1595 "Arndt van Loendersloit ende Anna Bongert (Bongart, Bongarts, Bongardts, Bongards) syn huysfrou".
(Volgens Ned Leeuw 1975 wel: (Caerl van Crackau, in 1601 chirurgijn te Wageningen, was gehuwd met Christina Adriana van Loedersloet (ook: Loenresloet), geboren aldaar als dochter van Jan van Loenresloet, burgemeester van Wageningen; zij woonde als weduwe in 1619 te Wageningen en had een "behouden" zoon Caerll Caerlssenn, commissaris, die met zijn nog onmondige zusters Reijntgen, Hilleken en Marriken Carlen haar hun "Schoonmoeder" noemden en welke Caerl van Crakau zwager was van Arndt van Loneresloet en van Arndt Jan Hesslingsz.

1598 19/7: Elisabeth Raessen Hendrickx, weduwe Adriaen Jansz van Amerongen E - Jan Aertsz  (waarschijnlijk Aelbertsz) Toll burger Rhenen en Aert van Loendersloot burgemeester te Wageningen bloedvoogden van de weeskinderen van Adriaen van Amerongen vrsz en Elisabeth nl. Henrick, Jan, Erasmus, Gerrit, Metge, Cornelia, Marycke en Lysbeth Anderzijds. Scheiding w.o cramerswinkel te Gorcum.
1595-8-9 (ORA170 f.69) Helmert Wilhelmssen ende Aeltgen Henricksdochter echtel. > Arndt van Loendersloit ende Anna Bongert syn huysfrou ende oere erven die gerechte helffte van een huijs ende hoffstadt staende ende gelegen binnen Wageninghen ahn die Achterstrait dair van het wederdeel thobehoert Wilhelmke Conradtdochter ende Gerrit Ardtss huer sohn die neffens dwelcke husinge ende hoffstadt. N: die StadtWal, Z: nagelaten weduwe van Adriaen die Metzeler en Stephen Stephensen, O: streckende van de vurss. Stephen Stephens erff wes W: ahn die vorseide Achterstrait, frij goet wtgesondert den Hr syn thins ende hefft daer tmer tho waerschap syn gerechte helffte soe hy sijn hebben ahn die Groenendall verbindende dselve ther pandinge. Actum den 9en Augusti 1595.

Carel van Crakau, chirurgijn te Wageningen (1593-1601), + vóór 1619, tr. 1e Wageningen Arndt van Loendersloot en vrouw Anna Bongarts (Bongardts, Bongards ).

Helmert Wilhelmssen ende Aeltgen Henricksdochter echtel. > Arndt van Loendersloit ende Anna Bongert syn huysfrou ende oere erven die gerechte helffte van een huijs ende hoffstadt staende ende gelegen binnen Wageninghen ahn die Achterstrait dair van het wederdeel thobehoert Wilhelmke Conradtdochter ende Gerrit Ardtss huer sohn die neffens dwelcke husinge ende hoffstadt. N: die StadtWal, Z: nhagelaten weduwe van Adriaen die Metzeler  en Stephen Stephensen, O: streckende van de vurss. Stephen Stephens erff  wes W: ahn die vorseide Achterstrait, frij goet wtgesondert den Hr syn thins ende hefft daer tmer tho waerschap syn gerechte helffte soe hy sijn hebben ahn die Groenendall verbindende dselve ther pandinge. Actum den 9en Augusti 1595. In de kantlijn: ahn die Wall ter eenre de helft ende soe ahn die voorseide Stadtwall gelegen is. N.B. Tins. Volgens het Tinsregister was Helmert Wilhems met Bije -- getrouwd, maar in de overdrachtsacte heet zij Aeltgen Henricksdochter. In die tijd bestaat de gracht nog uit twee concentrische ringen, en bestonden nog niet.

Wat Pl. betreft, Arend v. Loendersloot, burgem. en oud. te Wageningen, beklaagde zich namens zijne gemeente op de Arnh. syn 13-16 Juni 1598, dat zij hun "lieven dienaer" Joh. Plettenburg dreigden te verliezen, daar hij in zijn vaderland bij zijne landslieden als pred. beroepen was, en men hem als "stichtelijk predikant" te Wageningen wenschte te behouden.". (Heraldieke bibliotheek 1881).

1617: Carl van Crackau en Christina Adriaan fans van.
Loendersloot, in cas van injurie op en tegen Lambert Cortleven.
Christine beschuldigt Lambert ervan, dat hij zijn stiefzoon,.
Sander van Loendersloot, te kort heeft gedaan in de deling van de nalatenschap van zijn moeder. Partijen maken elkaar uit voor alles wat lelijk is. Lambert beweert o.a. dat Carel in echtbreuk heeft geleefd en bij een maagd, genaamd Henriske, een zoon Thomas verwekt heeft.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Christina     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Johan van Loenresloot
Johan van Loenresloot, geb. circa 1510.

Johan van Loenresloot.
waarschijnlijk is dit hem 9-8-1608: Johan van Loenersloot, deurwaarder van de Staten van Utrecht, voor het convent bij dode van Dirk Cornelisz. Run, 539. 30-10-1613: Jan Broecker, rentmeester van de conventen Marien- hove en St. Jan te Amersfoort, voor het convent bij dode van Johan van Loenersloot, 539. (NL_1996 473).


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan*1535 Wageningen    


Dirck Hendricksz van Griethuizen
Dirck Hendricksz van Griethuizen1.

tr.
met

Anna van Osch1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1615 Buren †1676 Rotterdam 61



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Anna van Osch
Anna van Osch1.

tr.
met

Dirck Hendricksz van Griethuizen1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1615 Buren †1676 Rotterdam 61



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Marij Tengnagel
Marij Tengnagel1.

tr.
met

Gabriel Francoisz Gallis, ovl. Hoorn op 19 okt 1656.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Coert Godevaert Tengnagel
Coert Godevaert Tengnagel1.

Coert Godevaert Tengnagel.
glasmaker (1581), waard in „De Sleutel" (1590) te Wageningen.

in 1549 compareert Ghoert Tengnagel verede burgerdeser stadt, als momber van sijn huysvrouw Katrijn Derricx en geeft volmacht aan Johan Derricx, broeder van sijn vrouw, in verband met de doodslag begaan aen sijn swager Henrick Derricx.
2 juli 1571 compareert Goert Tengnagel met zijn.
vrouw Lijntje Quekel Dircxdr.
17 mei 1581 compareert de dochter van Goert Tengnagel,.
de glasemaecker, getrouwd met Carl de glasemaecker.
11 april 1588 genoemd: Goert Tengnagel, weerd in.
„De Sleutel" te Wageningen.
1593 dragen Carl van Crackau, getrouwd met Mary.
Tengnagels, op aan Cornelis Dircx en Hilleken Harmens,.
echtelieden; Guert Tengnagel en Lientge, echtelieden,.
stellen tot waarschap hun huis en hofstad „De Sluetell" te Wageningen.

1581 Goert Tengnagel glasmaker (Schutte, 1978). 1588 Coert Tengnagel waard in De Sleutel (Schutte, 1978). Lit. O. Schutte. 1978. Van Cracau(w), (Van) Cracou(w). Ned. Leeuw 95: 353-355. 1593-6-28 (zie 170) Ghuert Tiengnagel ende Lientghen hebben dair duer tho waerschap gestelt huer huijs ende hoffstadt genampt die Sluetell.

1582-12-27 (ORA170) Te versoick van Ghaert Tengnagell Sweer Janssen hefft mit consent des heeren gepeindt aen alsulcke hoefftsumme als Harmen van Wetten miten brieff ende zegel daer van zijnde hefft wyth den huijs ende hoffstadt genampt Hugestein ende wt huijsinge van Sweer van Essen ende voirts. aen alles gereet ende ongereet als vuer 27 k gl 7 st ter goede rekening ende de schade mit recht herkommend aan burchtocht vuer gemelte Wetten aen Derck Muller strect die panden sijn opgebait voir den Richter Cock Schepenen Estvelt en Bongart. N.B. 27-7-0.

Voor het eerst lezen we over dit kasteel, wanneer Godevaert Tengnagell, ridder, aan graaf Reinald opdraagt,onvan hem weer in leen terug te krijgen ten behoeve van zijn zoon Claes Tengnagell "myrc huys ende nyne hooffstat, gelegen tot Dodenwerde ende XX mergen lan'ts alrenaest der hooffstede gelegen" ( Leenregistors). Dit gebeurde in 1355» Het kas teel bestond toen reeds. Maar vanaf 1335 werdhetenGelderse leen. Godevaert Tengnagell was getrouwdmet "vrouwe Margaretha, denkelijk erfdochter van Doodenweert" (Gelre XXVII). Claes Tengnagell was Raad van de Gelderse hertog en trad ook voor de hertog als gezant op. . De zoon vanGlaes, nl. Walter Tengnagell, stichttein.1350 het St. ïïicolaas altaar in de kerk van Hien, waartoe hij enige goederen gaf. Het geslacht Tengnagell voerde tot wapen in blauw een gouden kruis.

tr. (1) voor 1549
met

Katrijn Derricx1,1, ovl. voor 2 jul 1571.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marij     

tr. (2) voor 2 jul 1570
met

Lijntje Quekel Dircxdr.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Katrijn Derricx
Katrijn Derricx1,1, ovl. voor 2 jul 1571.

tr. voor 1549
met

Coert Godevaert Tengnagel1, tr. (2) met Lijntje Quekel Dircxdr. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Coert Godevaert Tengnagel.
glasmaker (1581), waard in „De Sleutel" (1590) te Wageningen.

in 1549 compareert Ghoert Tengnagel verede burgerdeser stadt, als momber van sijn huysvrouw Katrijn Derricx en geeft volmacht aan Johan Derricx, broeder van sijn vrouw, in verband met de doodslag begaan aen sijn swager Henrick Derricx.
2 juli 1571 compareert Goert Tengnagel met zijn.
vrouw Lijntje Quekel Dircxdr.
17 mei 1581 compareert de dochter van Goert Tengnagel,.
de glasemaecker, getrouwd met Carl de glasemaecker.
11 april 1588 genoemd: Goert Tengnagel, weerd in.
„De Sleutel" te Wageningen.
1593 dragen Carl van Crackau, getrouwd met Mary.
Tengnagels, op aan Cornelis Dircx en Hilleken Harmens,.
echtelieden; Guert Tengnagel en Lientge, echtelieden,.
stellen tot waarschap hun huis en hofstad „De Sluetell" te Wageningen.

1581 Goert Tengnagel glasmaker (Schutte, 1978). 1588 Coert Tengnagel waard in De Sleutel (Schutte, 1978). Lit. O. Schutte. 1978. Van Cracau(w), (Van) Cracou(w). Ned. Leeuw 95: 353-355. 1593-6-28 (zie 170) Ghuert Tiengnagel ende Lientghen hebben dair duer tho waerschap gestelt huer huijs ende hoffstadt genampt die Sluetell.

1582-12-27 (ORA170) Te versoick van Ghaert Tengnagell Sweer Janssen hefft mit consent des heeren gepeindt aen alsulcke hoefftsumme als Harmen van Wetten miten brieff ende zegel daer van zijnde hefft wyth den huijs ende hoffstadt genampt Hugestein ende wt huijsinge van Sweer van Essen ende voirts. aen alles gereet ende ongereet als vuer 27 k gl 7 st ter goede rekening ende de schade mit recht herkommend aan burchtocht vuer gemelte Wetten aen Derck Muller strect die panden sijn opgebait voir den Richter Cock Schepenen Estvelt en Bongart. N.B. 27-7-0.

Voor het eerst lezen we over dit kasteel, wanneer Godevaert Tengnagell, ridder, aan graaf Reinald opdraagt,onvan hem weer in leen terug te krijgen ten behoeve van zijn zoon Claes Tengnagell "myrc huys ende nyne hooffstat, gelegen tot Dodenwerde ende XX mergen lan'ts alrenaest der hooffstede gelegen" ( Leenregistors). Dit gebeurde in 1355» Het kas teel bestond toen reeds. Maar vanaf 1335 werdhetenGelderse leen. Godevaert Tengnagell was getrouwdmet "vrouwe Margaretha, denkelijk erfdochter van Doodenweert" (Gelre XXVII). Claes Tengnagell was Raad van de Gelderse hertog en trad ook voor de hertog als gezant op. . De zoon vanGlaes, nl. Walter Tengnagell, stichttein.1350 het St. ïïicolaas altaar in de kerk van Hien, waartoe hij enige goederen gaf. Het geslacht Tengnagell voerde tot wapen in blauw een gouden kruis.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marij     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Lijntje Quekel Dircxdr
Lijntje Quekel Dircxdr.

tr. voor 2 jul 1570
met

Coert Godevaert Tengnagel1.

Coert Godevaert Tengnagel.
glasmaker (1581), waard in „De Sleutel" (1590) te Wageningen.

in 1549 compareert Ghoert Tengnagel verede burgerdeser stadt, als momber van sijn huysvrouw Katrijn Derricx en geeft volmacht aan Johan Derricx, broeder van sijn vrouw, in verband met de doodslag begaan aen sijn swager Henrick Derricx.
2 juli 1571 compareert Goert Tengnagel met zijn.
vrouw Lijntje Quekel Dircxdr.
17 mei 1581 compareert de dochter van Goert Tengnagel,.
de glasemaecker, getrouwd met Carl de glasemaecker.
11 april 1588 genoemd: Goert Tengnagel, weerd in.
„De Sleutel" te Wageningen.
1593 dragen Carl van Crackau, getrouwd met Mary.
Tengnagels, op aan Cornelis Dircx en Hilleken Harmens,.
echtelieden; Guert Tengnagel en Lientge, echtelieden,.
stellen tot waarschap hun huis en hofstad „De Sluetell" te Wageningen.

1581 Goert Tengnagel glasmaker (Schutte, 1978). 1588 Coert Tengnagel waard in De Sleutel (Schutte, 1978). Lit. O. Schutte. 1978. Van Cracau(w), (Van) Cracou(w). Ned. Leeuw 95: 353-355. 1593-6-28 (zie 170) Ghuert Tiengnagel ende Lientghen hebben dair duer tho waerschap gestelt huer huijs ende hoffstadt genampt die Sluetell.

1582-12-27 (ORA170) Te versoick van Ghaert Tengnagell Sweer Janssen hefft mit consent des heeren gepeindt aen alsulcke hoefftsumme als Harmen van Wetten miten brieff ende zegel daer van zijnde hefft wyth den huijs ende hoffstadt genampt Hugestein ende wt huijsinge van Sweer van Essen ende voirts. aen alles gereet ende ongereet als vuer 27 k gl 7 st ter goede rekening ende de schade mit recht herkommend aan burchtocht vuer gemelte Wetten aen Derck Muller strect die panden sijn opgebait voir den Richter Cock Schepenen Estvelt en Bongart. N.B. 27-7-0.

Voor het eerst lezen we over dit kasteel, wanneer Godevaert Tengnagell, ridder, aan graaf Reinald opdraagt,onvan hem weer in leen terug te krijgen ten behoeve van zijn zoon Claes Tengnagell "myrc huys ende nyne hooffstat, gelegen tot Dodenwerde ende XX mergen lan'ts alrenaest der hooffstede gelegen" ( Leenregistors). Dit gebeurde in 1355» Het kas teel bestond toen reeds. Maar vanaf 1335 werdhetenGelderse leen. Godevaert Tengnagell was getrouwdmet "vrouwe Margaretha, denkelijk erfdochter van Doodenweert" (Gelre XXVII). Claes Tengnagell was Raad van de Gelderse hertog en trad ook voor de hertog als gezant op. . De zoon vanGlaes, nl. Walter Tengnagell, stichttein.1350 het St. ïïicolaas altaar in de kerk van Hien, waartoe hij enige goederen gaf. Het geslacht Tengnagell voerde tot wapen in blauw een gouden kruis.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Jacob Bauman
Jacob Bauman, geb. Kopenhagen [Denemarken] in sep 1685, juwelier.

otr. Amsterdam op 8 nov 1715, tr.
met

Alida Bluz (Bluzé), dr. van Abraham Bluz en Margrietje du Rieu, geb. circa 1685, begr. Amsterdam (Oude Waalse Kerk) op 2 jul 1723.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha~1718 Amsterdam    


Alida Bluz
Alida Bluz (Bluzé), geb. circa 1685, begr. Amsterdam (Oude Waalse Kerk) op 2 jul 1723.

otr. Amsterdam op 8 nov 1715, tr.
met

Jacob Bauman, geb. Kopenhagen [Denemarken] in sep 1685, juwelier.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha~1718 Amsterdam    


Abraham Bluz
Abraham Bluz (Bluzé), ged. Oudkarspel op 25 nov 1657, ovl. Zijpersluis op 20 mrt 1720.

Abraham Bluz.
Winkelier, kastelein en secretaris van de Hondsbossche, schout, landmeter, Baljuw en Schout van Petten en de Nollemerban, Landmeter, Strandvonder.

  • Vader:
    Abraham Bleuse, zn. van Abraham Bluzee (brievenbesteller) en Engel Jans Mus, ged. Amsterdam op 15 nov 1620, secretaris van Oudkarspel, de vierschaar en de weeskamer, ovl. Oudkarspel, tr. met

tr.
met

Margrietje du Rieu, dr. van Hendrik du Rieu (predikant) en Alida Pieters Codde, geb. Schoorl, ovl. Petten op 21 aug 1728.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alida*1685  1723 Amsterdam (Oude Waalse Kerk) 38


Margrietje du Rieu
Margrietje du Rieu, geb. Schoorl, ovl. Petten op 21 aug 1728.

tr.
met

Abraham Bluz (Bluzé), zn. van Abraham Bleuse (secretaris van Oudkarspel, de vierschaar en de weeskamer.) en Griet Juriaans, ged. Oudkarspel op 25 nov 1657, ovl. Zijpersluis op 20 mrt 1720.

Abraham Bluz.
Winkelier, kastelein en secretaris van de Hondsbossche, schout, landmeter, Baljuw en Schout van Petten en de Nollemerban, Landmeter, Strandvonder.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alida*1685  1723 Amsterdam (Oude Waalse Kerk) 38


Hendrik du Rieu
Hendrik du Rieu, ged. Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 7 nov 1623, predikant.

  • Vader:
    Johannes Willemsz du Rieu, zn. van Guillaume du Rieu en Jannetje , geb. Delft circa 1588, Latijns Meester, schoolmeester, begr. Amsterdam (Oude Kerk) op 6 mrt 1658, otr. Amsterdam op 8 mrt 1617, tr. Amsterdam op 26 mrt 1617 met

tr. Schoorl op 20 feb 1657
met

Alida Pieters Codde, dr. van Pieter Jansen Codde (Varentgesel, Opzichter van de Wallen te Amsterdam (1633)) en Anna Jans Sticker, ged. Amsterdam (Oude Kerk) op 19 jun 1631, begr. Amsterdam (Nieuwe Kerk) en Engelse Kerk op 14 feb 1668.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margrietje Schoorl †1728 Petten  


Alida Pieters Codde
Alida Pieters Codde, ged. Amsterdam (Oude Kerk) op 19 jun 1631, begr. Amsterdam (Nieuwe Kerk) en Engelse Kerk op 14 feb 1668.

tr. Schoorl op 20 feb 1657
met

Hendrik du Rieu, zn. van Johannes Willemsz du Rieu (Latijns Meester, schoolmeester) en Annetje Hendrix Deckers, ged. Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 7 nov 1623, predikant.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margrietje Schoorl †1728 Petten  


Pieter Jansen Codde
Pieter Jansen Codde, ged. Amsterdam op 6 aug 1606, Varentgesel, Opzichter van de Wallen te Amsterdam (1633), ovl. in 1656.

  • Vader:
    Jan Isaackszn, geb. Amsterdam circa 1575, ovl. aldaar op 21 dec 1624, tr. Amsterdam op 7 feb 1600 met

otr. Amsterdam op 20 mrt 1627, tr. Amsterdam op 1 aug 1627
met

Anna Jans Sticker, dr. van Jan Jochemsz Sticker (Directeur-generaal van de West-Indische Compagnie in Afrika) en Doetge Pieters, ged. Amsterdam op 25 aug 1605, begr. aldaar op 15 jun 1656.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alida~1631 Amsterdam (Oude Kerk) 1668 Amsterdam (Nieuwe Kerk) 36


Anna Jans Sticker
Anna Jans Sticker, ged. Amsterdam op 25 aug 1605, begr. aldaar op 15 jun 1656.

  • Vader:
    Jan Jochemsz Sticker, zn. van Jochem de jonge Sticker, ged. Amsterdam op 16 nov 1574, Directeur-generaal van de West-Indische Compagnie in Afrika, begr. Amsterdam (Oude Kerk) op 30 aug 1652, otr. Amsterdam op 22 jun 1602, tr. Amsterdam op 7 jul 1602 met

otr. Amsterdam op 20 mrt 1627, tr. Amsterdam op 1 aug 1627
met

Pieter Jansen Codde, zn. van Jan Isaackszn en Reimerich Jacobs Codde, ged. Amsterdam op 6 aug 1606, Varentgesel, Opzichter van de Wallen te Amsterdam (1633), ovl. in 1656.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alida~1631 Amsterdam (Oude Kerk) 1668 Amsterdam (Nieuwe Kerk) 36