Cees Hagenbeek
Claes Pietersz Schram
Claes Pietersz Schram, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1660-62 in 1635, ovl. aldaar Koptienden Laatste 1695-36 in 1679.

tr.
met

NN 1 Hendricks, dr. van Hendrick Gerritsz Dircksz en NN 1 Lustigh.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltien     


NN 1 Hendricks
NN 1 Hendricks.

tr.
met

Claes Pietersz Schram, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1660-62 in 1635, ovl. aldaar Koptienden Laatste 1695-36 in 1679.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltien     


Hendrick Gerritsz Dircksz
Hendrick Gerritsz Dircksz, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1647-64 in 1622, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1671-38 in 1672.

Hendrick Gerritsz Dircksz.
ONA-3669A111; .
02-03-1667; Huwelijkse voorwaarden tussen Gerrit Gerritsz jongeman tot huijsen geassisteert met haar ooms en bloedvoogden Hendrick Gerritsz en Willem Gerritsz ter ene en Jannetje Cornelis jonge dochter geassisteert met haar voogden Jacob Gerritsz oud-buurmeester en Lambert Gijsbertsz Smits oud-schepen van huijsen ter andere; Elbertge Cornelis zuster van de bruijd. .
zie ONA-3669A72; 19-08-1666.

tr.
met

NN 1 Lustigh, dr. van Hendrick Lambertsz Lustigh en NN 1 Cornelis.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN     


NN 1 Lustigh
NN 1 Lustigh.

tr.
met

Hendrick Gerritsz Dircksz, zn. van Gerrit Dircksz Gerritsz, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1647-64 in 1622, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1671-38 in 1672.

Hendrick Gerritsz Dircksz.
ONA-3669A111; .
02-03-1667; Huwelijkse voorwaarden tussen Gerrit Gerritsz jongeman tot huijsen geassisteert met haar ooms en bloedvoogden Hendrick Gerritsz en Willem Gerritsz ter ene en Jannetje Cornelis jonge dochter geassisteert met haar voogden Jacob Gerritsz oud-buurmeester en Lambert Gijsbertsz Smits oud-schepen van huijsen ter andere; Elbertge Cornelis zuster van de bruijd. .
zie ONA-3669A72; 19-08-1666.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN     


Gerrit Dircksz Gerritsz
Gerrit Dircksz Gerritsz, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1608-40 in 1585, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1667-29 in 1667.

Gerrit Dircksz Gerritsz.
ONA-3663A011;11-04-1650:Betreft controle van kerkelijke afrekening door kerkmeester Wijchert Tijmensz (67 jr) en gecontroleert door Gerrit Dircxsz (65 jr); enz.
-.
ORA-184-3170; .
15-06-1656: op versoeck van Evert Lubbertsz, zoon van Jaepge Elbers, vraagt aan Jan Gerretsz (Backer) en Tijmen Willemsz (Backer) of zij in de afgelopen jaren maetland gehuur hebben waarvoor de penningen betaald zijn aan Willemge Goossens en, volgens de verklaring van Gerrit Dircksz, aan zijn stiefvader Frans Goossen.
-.
ONA-3663A139; 27-10-1656: Gerrit Dircksz 72 jaren.
-.
ORA-184-3170; 30-10-1657: Gerrit Dircksz oudt 72 jaren.
-.
ORA184-3187A123; .
30-03-1658: Gerrit Dircksz als bestevader en Voocht van de nagelaten weeskinderen van Gerrit Gerritsz Boer zijnde  erfgenamen van Pieter Gerbertsz Kruijff, mitsgaders Cornelis Gerbertsz Kruijff Erfgenaem nevens de voorn .
weeskinderen, van Pieter Gerbertsz Kruijff, beijde vervangende en sich sterck maeckende voor Jan Swaninghse Bruijnen als getrout hebbende Lijsbeth Gerberts, mitsgaders voor Elbert Gerbertsz en Gerbert Gerbertsz en Swaentge Gerberts alle te samen .
mede erfgenamen van Gemelte Pieter Gerbertsz Kruijff, en  verclaerden sij te transporteren aen Rutger Rutgersz buijrman tot Blaricum een acker boulandt gelegen aen de Blaricumse wegh groot volgens de metingen van Mathijs Boelhouwer 2 schepel 3 spint, belendet de voorn wegh ten oosten en Timen Jansz Wit ten westen; Voor ƒ 70.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrick*1622 Huizen †1672 Huizen 50


Gerrit Dircksz
Gerrit Dircksz, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1568-42 in 1543, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1606-40 in 1600.

Gerrit Dircksz.
ORA-184-3170A026; .
15-06-1656: op versoeck van Evert Lubbertsz, zoon van Jaepge Elbers, vraagt aan Jan Gerretsz (Backer) en Tijmen Willemsz (Backer) of zij in de afgelopen jaren maetland gehuur hebben waarvoor de penningen betaald zijn aan Willemge Goossens en, volgens de verklaring van Gerrit Dircksz (Gerritsz), aan zijn stiefvader Frans Goossen.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1585 Huizen †1667 Huizen 82


Pieter Jacobsz Prins
Pieter Jacobsz Prins, geb. Huizen op 22 okt 1768, ged. DG aldaar op 25 mrt 1792, ovl. aldaar op 2 mrt 1796, begr. aldaar op 7 mrt 1796.

tr. Huizen op 28 apr 1793
met

Aaltje Teunis van 't Land, geb. Huinen onder Putten, tr. (2) Huizen op 30 mei 1779 met Cornelis Cornelisz Visser. Uit dit huwelijk 8 kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1793 Huizen †1870 Huizen 76


Aaltje Teunis van 't Land
Aaltje Teunis van 't Land, geb. Huinen onder Putten.

tr. (1) Huizen op 28 apr 1793
met

Pieter Jacobsz Prins, zn. van Jacob Hendriksz Prins en Marritje Claas Volkerden, geb. Huizen op 22 okt 1768, ged. DG aldaar op 25 mrt 1792, ovl. aldaar op 2 mrt 1796, begr. aldaar op 7 mrt 1796.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1793 Huizen †1870 Huizen 76

tr. (2) Huizen op 30 mei 1779
met

Cornelis Cornelisz Visser, ged. Harderwijk op 26 jan 1755, ovl. Huizen op 15 mrt 1839, tr. (2) Huizen op 30 mei 1779 met Judith Jans van der Roest, ged. Huizen op 22 sep 1754, begr. aldaar op 20 aug 1798. Uit dit huwelijk 8 kinderen.

Cornelis Cornelisz Visser.
07-03-1800: Acte van Admissie kramer van zeep.

ORA-184-3181; .
13-12-1798: Tot voogden over de 3 minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Judit (Jans) van der Roest verwekt door Cornelis Cornelisz Visser, genaamd Cornelis, Tijmen, Aaltje Corneliszen Visser aangesteld Jan  (Jansz) van der Roest en Tijmen Zwaningen Smit om het recht waar te nemen in den boedel van hunnen Moeder.
-.
ORA-184-3181; 07-03-1800: Acte van Admissie aan Cornelis (Cornelisz ?) Visser als kramer van zeep in de plaats van wijlen Dirk Willemsz Kooij.

Uit dit huwelijk 8 kinderen.


Cornelis Cornelisz Visser
Cornelis Cornelisz Visser, ged. Harderwijk op 26 jan 1755, ovl. Huizen op 15 mrt 1839.

Cornelis Cornelisz Visser.
07-03-1800: Acte van Admissie kramer van zeep.

ORA-184-3181; .
13-12-1798: Tot voogden over de 3 minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Judit (Jans) van der Roest verwekt door Cornelis Cornelisz Visser, genaamd Cornelis, Tijmen, Aaltje Corneliszen Visser aangesteld Jan  (Jansz) van der Roest en Tijmen Zwaningen Smit om het recht waar te nemen in den boedel van hunnen Moeder.
-.
ORA-184-3181; 07-03-1800: Acte van Admissie aan Cornelis (Cornelisz ?) Visser als kramer van zeep in de plaats van wijlen Dirk Willemsz Kooij.

tr. (1) Huizen op 30 mei 1779
met

Aaltje Teunis van 't Land, geb. Huinen onder Putten.

Uit dit huwelijk 8 kinderen.

tr. (2) Huizen op 30 mei 1779
met

Judith Jans van der Roest, ged. Huizen op 22 sep 1754, begr. aldaar op 20 aug 1798.

Judith Jans van der Roest.
ORA-184-3181; 13-12-1798: Tot voogden over de 3 minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Judit (Jans) van der Roest verwekt door Cornelis Cornelisz Visser, genaamd Cornelis, Tijmen, Aaltje Corneliszen Visser aangesteld Jan (Jansz) van der Roest en Tijmen Zwaningen Smit om het recht waar te nemen in den boedel van hunnen Moeder.

Uit dit huwelijk 8 kinderen.


Judith Jans van der Roest
Judith Jans van der Roest, ged. Huizen op 22 sep 1754, begr. aldaar op 20 aug 1798.

Judith Jans van der Roest.
ORA-184-3181; 13-12-1798: Tot voogden over de 3 minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Judit (Jans) van der Roest verwekt door Cornelis Cornelisz Visser, genaamd Cornelis, Tijmen, Aaltje Corneliszen Visser aangesteld Jan (Jansz) van der Roest en Tijmen Zwaningen Smit om het recht waar te nemen in den boedel van hunnen Moeder.

tr. Huizen op 30 mei 1779
met

Cornelis Cornelisz Visser, ged. Harderwijk op 26 jan 1755, ovl. Huizen op 15 mrt 1839, tr. (1) met Aaltje Teunis van 't Land. Uit dit huwelijk 8 kinderen.

Cornelis Cornelisz Visser.
07-03-1800: Acte van Admissie kramer van zeep.

ORA-184-3181; .
13-12-1798: Tot voogden over de 3 minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Judit (Jans) van der Roest verwekt door Cornelis Cornelisz Visser, genaamd Cornelis, Tijmen, Aaltje Corneliszen Visser aangesteld Jan  (Jansz) van der Roest en Tijmen Zwaningen Smit om het recht waar te nemen in den boedel van hunnen Moeder.
-.
ORA-184-3181; 07-03-1800: Acte van Admissie aan Cornelis (Cornelisz ?) Visser als kramer van zeep in de plaats van wijlen Dirk Willemsz Kooij.

Uit dit huwelijk 8 kinderen.


Jacob Hendriksz Prins
Jacob Hendriksz Prins, geb. in 1731, DG, begr. Huizen op 7 jun 1790.

tr. Huizen op 10 mei 1760
met

Marritje Claas Volkerden, dr. van Claes Tijmensz Claesz Volkerden en Aeltje Lamberts Prins, geb. Huizen op 2 mrt 1731, ged. DG aldaar op 23 apr 1752, ovl. aldaar voor 1808.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1768 Huizen †1796 Huizen 27


Marritje Claas Volkerden
Marritje Claas Volkerden, geb. Huizen op 2 mrt 1731, ged. DG aldaar op 23 apr 1752, ovl. aldaar voor 1808.

  • Vader:
    Claes Tijmensz Claesz Volkerden, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1721-29 in 1700, DG, begr. aldaar Koptienden Laatste: 1767-27 op 8 okt 1745, tr. met

tr. Huizen op 10 mei 1760
met

Jacob Hendriksz Prins, zn. van Hendrik Prins, geb. in 1731, DG, begr. Huizen op 7 jun 1790.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1768 Huizen †1796 Huizen 27


Hendrik Prins
Hendrik Prins.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1731  1790 Huizen 58


Claes Tijmensz Claesz Volkerden
Claes Tijmensz Claesz Volkerden, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1721-29 in 1700, DG, begr. aldaar Koptienden Laatste: 1767-27 op 8 okt 1745.

Claes Tijmensz Claesz Volkerden.
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 03-04-1728: Claas Tijmen Claasz met Aaltje Lambert elle Prins onder de Classis van 3 Gl comt f 6,-.
-.
ORA-184-3219; .
27-03-1739: Akte van scheiding. Lambert Jansz Prins als getrouwt hebbende Teuntje Tijmens, wijders Lambert Tijmen Claesz, nog Claas Tijmens Claesz, voorts Gerrit Jacobsz Snijder de Jonge als in huwelijk hebbende Matje Tijmens; en Laastelijk Jan Tijmen Claesz ider voor 1/5 portie en te samen de universele erfgenamen van Jan Claes Volkersz, die alhier binnen Huijsen is overleden, sijnde de voornoemde comparanten woonagtig binnen desen dorpe. Volgt toebedeling.
- Aan Lambert Jansz Prins gehuwd met Teuntje Tijmens: 2  dammet maatland gelegen op den Hoven gemeen met Gerrit Jacobsz Snijder, Pieter van Voorthuijsen, Lambert Glijn en Gerbert Bouman; en wijders de beijenschans leggende aen de akker van Claas Tijmen Claesz bij Anxen Hoogje.
- Aan Lambert Tijmen Claasz: 3 schepel land aan de Laarderweg belent Meijns Claasz ten suijden en Aart Cornelis Aartsz ten Noorden. Eenschepel land aan het Blaricummerhoog belent de Gemeene Weg ten westen. Twee schepel gelegen aen den Dijk belent Anx Willemsz ten suijden. 1 / schepel land gelegen bij de Bomen bij Rijsberge, belent Tijmen Velsen ten suijden.
- Aan Claes Tijmen Claesz 2 / schepel land gelegen in 't dorp belent Meijns Claesz ten oosten en Dirk Tijmensz Cos ten westen. Twee schepel land aan de Schaapsberg belent Jan Lambertsz Prins ten westen. Nog 4 / schepel land aan de Laarderweg belent Jacob Wijgertsz Bakker ten Noorden en Jacob Hendricks Snijder ten suijden. Nog 2 1/4 schepel land aan den Dijk, belent Aart Jacobsz Vos ten suijden en Jacob Gijsbertsz ten Noorden, Twee schepel land aan de Bussumerweg belent IJsak Spilt.
ten westen en eijndelijk 4 / schepel in Parreweijn belent Lambert Tijmen Claesz ten Oosten en Aart Cornelis Aartsz ten westen.
- Aan Gerrit Jacobsz Snijder de Jong gehuwd met Matje Tijmens: de helft van 4 3/8 schepel land aen den Dijk belent Wijgert Jansz Doorn ten Noorden en wijders 3 / schepel land boven in Parrewijn belent Jan Rebel ten westen en Claas Tijmen Claasz ten Oosten.
- Laastelijk aen Jan Tijmen Claasz: de wederhelft van de voorn. 4 3/8 schepel land; Een schepel land aan de Korte Entjes belent de kinderen van Gerrit Lambertsz Schram ten suijden en de Wed. Jacob Killewig ten Noorden en eijndelijk 2 / schepel land in Parreweijn belent Claas Tijmen Claesz ten oosten en Jan Rebel ten westen. Enz.
-.
ORA-184-3179; .
09-06-1741a: Tot voogden over de kinderen van Geertje Gerrits Pater aan haar in huijwelijk verwekt door Cornelis de Vos, werden gestelt Lambert Tijmen Claasz en Claas Tijmen Claasz.
-.
ORA-184-3179; .
09-06-1741b: Akte van bewijs. Cornelis de Vos weduwenaar van Geertje Gerrits Paeter ter eenre, en Lambert Tijmen Claasz en Claas Tijmen Claasz als voogden over de drie (3) minderjarige nagelaten kinderen ter andere sijde, wetende.
dat Cornelis de Vos een tweede huwelijk wenst aan te gaan, zijn overeengekomen: f 3:3 per kind en opvoeding.
-.
ORA-184-3219; 11-08-1741: (1 van 7) Inventaris van den gemene boedel van wijlen Jan Tijmen Claasz en van sijn nagelaten weduwe Neeltje Harmensz gedaan van weegen Neeltje Harmens voornoemt mitsgaders bij Lambert Tijmen Claasz en Claasz Tijmen Claasz voor hun selve als voor Lambert Jansz Prins in huwelijk hebbende Teuntje Tijmens Claesz, en nog voor Gerrit Jacobsz Snijder de Jonge getrouwt met Matje Tijmens Claasz alle erfgen. ab intesto van de voorn: Jan Tijmen Claasz.
-.
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 08-10-1745: Claas Tijmen Claasz: Pro Deo.
-.
OA-184-3220; .
15-10-1753: Testament van Pieter Lambertsz El Prins wonende tot Huijsen verteld of verklaard door 7 getuijgen n.l. Antonij Killewig, Philippus van Harreveld, Gerberd Bouman, Jacob Vlaanderen, Elbert Fijtussen, Frans den Rijck en Fijtus Evetsz Westerning (handtekeningen). ... Versogt aan de woonplaats van de Wed. van Lambert Lambertsz El Prins, en aldaar siek en swak in een slaapbank Pieter Lambertsz El Prins in aanwezigheid van 7 getuigen. Aan Jannetje Hendriks Snijder alle sijn losse geld met silver hegtmes, aan Wed. Klaas Tijmensz en Wed. Jan Lambertsz El Prins quijt te schelden wat hij van haar te goed had. Desen bovengenoemde weduwen maakt hij verders d'helft van sijn nalatenschap. De andere helft aan Jannetje Hendriks Snijder, Mels Jacobsz Boor, Marrijtje Jacobsz Boor en 't kint van Annetje Jacobsz Boor, en Hendrikje Gijsberts Vos huijsvrouw van Klaas Mijns.

tr.
met

Aeltje Lamberts Prins, dr. van Lambert Lambertsz Prins de Oude El en Claesien Jacobs Jongerden, geb. Huizen op 1 jul 1702, ged. DG aldaar op 1 apr 1728, ovl. aldaar op 11 okt 1767, begr. aldaar op 15 okt 1767.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marritje*1731 Huizen †1808 Huizen 77


Aeltje Lamberts Prins
Aeltje Lamberts Prins, geb. Huizen op 1 jul 1702, ged. DG aldaar op 1 apr 1728, ovl. aldaar op 11 okt 1767, begr. aldaar op 15 okt 1767.

tr.
met

Claes Tijmensz Claesz Volkerden, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1721-29 in 1700, DG, begr. aldaar Koptienden Laatste: 1767-27 op 8 okt 1745.

Claes Tijmensz Claesz Volkerden.
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 03-04-1728: Claas Tijmen Claasz met Aaltje Lambert elle Prins onder de Classis van 3 Gl comt f 6,-.
-.
ORA-184-3219; .
27-03-1739: Akte van scheiding. Lambert Jansz Prins als getrouwt hebbende Teuntje Tijmens, wijders Lambert Tijmen Claesz, nog Claas Tijmens Claesz, voorts Gerrit Jacobsz Snijder de Jonge als in huwelijk hebbende Matje Tijmens; en Laastelijk Jan Tijmen Claesz ider voor 1/5 portie en te samen de universele erfgenamen van Jan Claes Volkersz, die alhier binnen Huijsen is overleden, sijnde de voornoemde comparanten woonagtig binnen desen dorpe. Volgt toebedeling.
- Aan Lambert Jansz Prins gehuwd met Teuntje Tijmens: 2  dammet maatland gelegen op den Hoven gemeen met Gerrit Jacobsz Snijder, Pieter van Voorthuijsen, Lambert Glijn en Gerbert Bouman; en wijders de beijenschans leggende aen de akker van Claas Tijmen Claesz bij Anxen Hoogje.
- Aan Lambert Tijmen Claasz: 3 schepel land aan de Laarderweg belent Meijns Claasz ten suijden en Aart Cornelis Aartsz ten Noorden. Eenschepel land aan het Blaricummerhoog belent de Gemeene Weg ten westen. Twee schepel gelegen aen den Dijk belent Anx Willemsz ten suijden. 1 / schepel land gelegen bij de Bomen bij Rijsberge, belent Tijmen Velsen ten suijden.
- Aan Claes Tijmen Claesz 2 / schepel land gelegen in 't dorp belent Meijns Claesz ten oosten en Dirk Tijmensz Cos ten westen. Twee schepel land aan de Schaapsberg belent Jan Lambertsz Prins ten westen. Nog 4 / schepel land aan de Laarderweg belent Jacob Wijgertsz Bakker ten Noorden en Jacob Hendricks Snijder ten suijden. Nog 2 1/4 schepel land aan den Dijk, belent Aart Jacobsz Vos ten suijden en Jacob Gijsbertsz ten Noorden, Twee schepel land aan de Bussumerweg belent IJsak Spilt.
ten westen en eijndelijk 4 / schepel in Parreweijn belent Lambert Tijmen Claesz ten Oosten en Aart Cornelis Aartsz ten westen.
- Aan Gerrit Jacobsz Snijder de Jong gehuwd met Matje Tijmens: de helft van 4 3/8 schepel land aen den Dijk belent Wijgert Jansz Doorn ten Noorden en wijders 3 / schepel land boven in Parrewijn belent Jan Rebel ten westen en Claas Tijmen Claasz ten Oosten.
- Laastelijk aen Jan Tijmen Claasz: de wederhelft van de voorn. 4 3/8 schepel land; Een schepel land aan de Korte Entjes belent de kinderen van Gerrit Lambertsz Schram ten suijden en de Wed. Jacob Killewig ten Noorden en eijndelijk 2 / schepel land in Parreweijn belent Claas Tijmen Claesz ten oosten en Jan Rebel ten westen. Enz.
-.
ORA-184-3179; .
09-06-1741a: Tot voogden over de kinderen van Geertje Gerrits Pater aan haar in huijwelijk verwekt door Cornelis de Vos, werden gestelt Lambert Tijmen Claasz en Claas Tijmen Claasz.
-.
ORA-184-3179; .
09-06-1741b: Akte van bewijs. Cornelis de Vos weduwenaar van Geertje Gerrits Paeter ter eenre, en Lambert Tijmen Claasz en Claas Tijmen Claasz als voogden over de drie (3) minderjarige nagelaten kinderen ter andere sijde, wetende.
dat Cornelis de Vos een tweede huwelijk wenst aan te gaan, zijn overeengekomen: f 3:3 per kind en opvoeding.
-.
ORA-184-3219; 11-08-1741: (1 van 7) Inventaris van den gemene boedel van wijlen Jan Tijmen Claasz en van sijn nagelaten weduwe Neeltje Harmensz gedaan van weegen Neeltje Harmens voornoemt mitsgaders bij Lambert Tijmen Claasz en Claasz Tijmen Claasz voor hun selve als voor Lambert Jansz Prins in huwelijk hebbende Teuntje Tijmens Claesz, en nog voor Gerrit Jacobsz Snijder de Jonge getrouwt met Matje Tijmens Claasz alle erfgen. ab intesto van de voorn: Jan Tijmen Claasz.
-.
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 08-10-1745: Claas Tijmen Claasz: Pro Deo.
-.
OA-184-3220; .
15-10-1753: Testament van Pieter Lambertsz El Prins wonende tot Huijsen verteld of verklaard door 7 getuijgen n.l. Antonij Killewig, Philippus van Harreveld, Gerberd Bouman, Jacob Vlaanderen, Elbert Fijtussen, Frans den Rijck en Fijtus Evetsz Westerning (handtekeningen). ... Versogt aan de woonplaats van de Wed. van Lambert Lambertsz El Prins, en aldaar siek en swak in een slaapbank Pieter Lambertsz El Prins in aanwezigheid van 7 getuigen. Aan Jannetje Hendriks Snijder alle sijn losse geld met silver hegtmes, aan Wed. Klaas Tijmensz en Wed. Jan Lambertsz El Prins quijt te schelden wat hij van haar te goed had. Desen bovengenoemde weduwen maakt hij verders d'helft van sijn nalatenschap. De andere helft aan Jannetje Hendriks Snijder, Mels Jacobsz Boor, Marrijtje Jacobsz Boor en 't kint van Annetje Jacobsz Boor, en Hendrikje Gijsberts Vos huijsvrouw van Klaas Mijns.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marritje*1731 Huizen †1808 Huizen 77


Lambert Lambertsz Prins de Oude El
Lambert Lambertsz Prins de Oude El, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1696-74 in 1658, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1737-30 op 1 mei 1737, begr. aldaar op 6 mei 1737.

Lambert Lambertsz Prins de Oude El.
ONA-3718A003; .
13-02-1700: Testament Pieter Pietersz Oude en Marritie Jans Suijringh wonende binnen Huijsen verklaren, dat als zij zonder kinderen komen te overlijden de langst;evende tot universel erfgenaam. Testatrices vader: Jan Suijringh; .
getuigen Lambert Ell Prins en Jan Tijmensen.
-.
ONA-3718A043; .
03-05-1701: Huwelijkse voorwaarden Lambert Lambertsz Prins weduwnaar van Nelletien Cornelis ter eenre en Claasjen Jacobsz Jongerden jongedochter ter andere sijde, beide wonende binnen Huijsen. Getuigen Jan Tijmensz en Pieter Pietersz Oude.
-.
ONA-3719A007; .
21-03-1702: Testament Pieter Pietersz Oude en Aaltien Joosten echteluijden binnen Huijsen (huwelijks acte was gepasseert 24-06-1701 bij Notaris Jacobus Cramers secretaris van de jurisdictie van Baren tot Emenes buijtendijcks); langslevende dient eventuele kinderen te laten leren lezen en schrijven. Marria Jans Suijring, zuster van zijn eerste vrouw zaliger. In Huijsen ter presente van Lambert Ell Prins en Gerrit Claas Dircksz.
-.
ONA-3719A035; .
23-05-1703: Testament Pieter Pietersz Ouwe en Aaltien Joosten zie ONA-3719A007; 21-03-1702 Maria Jans Suijringh zuster van zijn overleden 1e vrouw. In Huijsen ter presente van Lambert Rijcksz Lustigh en Lambert Lambertsz Prins.
-.
ORA-184-3196A296; .
22-04-1707: Pieter Ouwes verklaarde verkogt te hebben aan Tijmen Willemsz Post seker huijsn en erve gelegen alhier naest Lambert El Prince ten Noorden en Lambert Killewig ten zuijden voor ƒ 500.
-.
ORA-184-3197A021; .
01-03-1709: Compde voor Lambert Killewigh schout,mitsgaders Aert Jacobsz Vos en Jacob Brantsz schepenen tot huijsen Lambert Jansz d'oude en Willem Tijmensz als erfgenamen van Gerrit Jansz d'oude, haer sterck makende en de rato caverende voor de verdere erfgenamen mitsgaders Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, als executeurs van de testamente van Haasje Fytus eertijds weduwe van de voorn Gerrit Jansz d'oude ende verclaerden sij coparanten vercoght te hebben en.
nitsdesen te transporteren aen Claes Jacobsz Schram seecker hofstede ofte erff gelegen binnen dese dorpe belent de voorn coper ten oosten en Lambert Lambertsz Prins tenwesten voor ƒ 11 enz.
-.
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-037; .
18-12-1713: Op den 18 decemb: 1713 doen krijgt Lambert Lambertsz prins na dat hij sijn stal daags te voeren uijtgemest hadde, een siecke veers en die sterft op  den 24 dito ende op den 6 Januarij 1714 krijgt hij na dat hij sijn stal daags te voeren uijtgemest hadde, verscheijde ziecke beesten en de op den 13 Jan sterft van hem wederom een veers ofte koe, ende op den 25 dito sterft van hem noch een koe voorts worden van hem, soo koijen.
veerssen als pincken aen de beterhant, ses stuck.
-.
ORA-184-3216A031; .
18-09-1716: Inventaris goederen nagelaten bij Hendrick Evertsz Ruijn eerst weduwenaer van Neeltje Cornelis en laest getrouwt met Trijntje Coopmans; 3 huijsen waarvan een naast Cornelis Coopman, diverse schepenkennissen ƒ 50 tot f 200 o.a. ten laste van Jan Hendricksz Leerenmouwen, Nanningh Cornelisz en Cornelis Willemsz Coopman, Marritje Goossens, Lambert Lambert Prins, Jeuriaen Bastiaensz, Jan Claesz Kruijmert, winkelwaren, enz Voorkind van Hendrick Evertsz. Ter presentie van Jacob Tijmensz en Jacob Cornelisz Metselaer als vooghden over het nagelaten kind van Hendrick Evertsz Ruijn.
-.
Huizen-DTB-20-Begraven; 26-01-1721: Claesje Jacobs Vrouw van Lambert EL.
Huizen-DTB-12-Begraven Impost:; 26-01-1721: Klaasje Jacobs; Pro Deo.
-.
ORA-184-3177; .
21-02-1721: Voogden over de nagelaten minderjarige 4 kinderen van wijlen Claasje Jacobs geprocre-eert bij Lambert Lambertsz Prins sijn gestelt Claas Jacobsz Jongerden en Jacob Harmensz.
Akte van bewijs. Voor 4 kinderen samen ƒ 100 en opvoeding.
-.
ORA-184-3217A022; .
25-10-1724: Marten Jansz Bout en Hendrik Jansz Bout voor haar selfs en de rato caverende voor haar susters Geertje Jans Bout en Claasje Jans Bout alle de enige kinderen van Jan (Gijsbertsz) Bout die een halve Broeder is geweest van Claas Gijsbertsz Bout overleden binnen dese Dorps Huijzen enz.
- Harmen Jacobsz broeder van wijlen Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- Jacob Wijgertsz nagel. sone van Wijgert Jacobsz die een volle broer was van de voorn: Geertje Jacobsz.
- Nog Gerrit Vos en Claas Ebbe Koij als voogden over de 2 minderj. kinderen van Jan Claasz Post en Aaltje Lambertsz welke Aaltje Lamberts de enige nagelaten dogter was van Lijsbet Jacobsz, en deselve een suster van Geertje Jacobs.
- Compareerde wijders Claas Jacobsz Jongerden een soon van Gerritje Jacobs die mede een suster was van meergen. Geertje Jacobs.
- Als mede Lambert Lambertsz Prins soons soon van de voorn. Gerritje Jacobs geprocreeert bij Claasje Jacobs (Jongerden).
- en nog deselve Claas Jacobsz Jongerden in qualt als mede voogd nevens Jacob Harmensz over de drie (3) minderj. kinderen van Claasje Jacobs (Jongerden), die een dogter was van gem: Gerritje Jacobs.
- Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs (Jongerden) en dogter van.
Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout; enz.
-.
ORA-184-3218A088;09-05-1733: Jan Tijmensz weduwnaar van wijlen Marritje Lamberts Prins ter eene en Lambert Lambertsz Prins de Oude en Jan Lambertsz Prins beide broeders mede-erfgenamen van de gemelde Marritje Lammerts Prins ter andere sijde enz. Haar voor-overleden zuster Geertje Lamberts Prins.
-.
184-3218A093;.
29-09-1733: Cornelis Jacobsz Slocker (90), Lambert El Prins (75), Claas Jacob Jongerden (73), Wijgert Lambert Martsz (70), Hendrik Gooz Net (70), Wijgert Jansz Doorn (67) alle ErffGoijers altoos gewoont hebbende in Goijland en thans nog woonagtig binnen den Dorpe Huijsen.
Wijders Teunis Lambertsz (73), Evert Lambertsz (70), Geu Claasz (68) en laastelijk Cornelis Bregtern (63) alle erffGoijers altoos gewoont hebbende in Goijland en jegenwoordig woonagtig binnen den Dorpe Blaricum. Betreft gebruik door schaapherders of huijrders van de Nenge van Huijsen en Blaricum. ... met solemnele eede sggende ider van hen soo waarlijk moet mij God almagtig helpen # uijtgesondert Lambert El Prins die Minnist is.
-.
ORA-184-3218A094; .
18-12-1733: Lambert Prins wonende tot Huijsen verklaarde ter requisitie van Jan Wagenaer wonende tot Egmond op Zee hoe waar is dat hij comparant in of omtrent de maand September deses Jaars voorslagen en propositie heeft gedaan aan Antonij (Lambertsz) Killewig, Hendrik (Jansz) Bout en Gijsbert Hendriksz Herder alle woonagtig binnen dese dorp om met en benevens hem comparant van tijd tot tijd Schelvis te kopen van de requirant in dese. namentlijk omme dese aanstaande winter alle weecken drie schuijten schelvis van de voorn requirant te ontfangen voor rekening van de 5 voornoemde personen. Deposant (Lambert Prins) bevestigde sijn voornoemde gedeposeerde op de Mennonite maniere.
-.
Huizen-DTB-20Begraven; 01-05-1737: Lammert Harmen Prins.
Huizen-13-Impost-Begraven; 06-05-1737: Lambert El Prins: ƒ 3,-.

tr. Huizen op 24 apr 1701
met

Claesien Jacobs Jongerden, dr. van Jacob Jansz Jongerden (koehoudster) en Gerritje Jacobs, geb. in 1664, ged. DG Huizen op 21 jan 1680, ovl. aldaar op 26 jan 1721, begr. aldaar op 26 jan 1721.

Claesien Jacobs Jongerden.
Huizen-DTB-1A-Dopen: 21-01-1680: de geheel familie van vader: Jacob Jansn Jongeren (Mennist) en moeder Gerrettien Jacobs (Geref.), sijnde 8 personen, de eerste drie na belijdenis als bejaarden en de vijf jongsten als kinderen sijnde na haar oudedom aldus gerangeert: o.a.
Claes (out 18).
Als getuijgen over de onmondigen, wegens absentie van de moeder wegens ziekte, waren: Harmen Jcobsen en Geertien Jacobs beijde Oom en Moltien over de kinderen.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aeltje*1702 Huizen †1767 Huizen 65


Claesien Jacobs Jongerden
Claesien Jacobs Jongerden, geb. in 1664, ged. DG Huizen op 21 jan 1680, ovl. aldaar op 26 jan 1721, begr. aldaar op 26 jan 1721.

Claesien Jacobs Jongerden.
Huizen-DTB-1A-Dopen: 21-01-1680: de geheel familie van vader: Jacob Jansn Jongeren (Mennist) en moeder Gerrettien Jacobs (Geref.), sijnde 8 personen, de eerste drie na belijdenis als bejaarden en de vijf jongsten als kinderen sijnde na haar oudedom aldus gerangeert: o.a.
Claes (out 18).
Als getuijgen over de onmondigen, wegens absentie van de moeder wegens ziekte, waren: Harmen Jcobsen en Geertien Jacobs beijde Oom en Moltien over de kinderen.

tr. Huizen op 24 apr 1701
met

Lambert Lambertsz Prins de Oude El, zn. van Lambert Claesz Prins de Oude El en Aeltge Lamberts, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1696-74 in 1658, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1737-30 op 1 mei 1737, begr. aldaar op 6 mei 1737.

Lambert Lambertsz Prins de Oude El.
ONA-3718A003; .
13-02-1700: Testament Pieter Pietersz Oude en Marritie Jans Suijringh wonende binnen Huijsen verklaren, dat als zij zonder kinderen komen te overlijden de langst;evende tot universel erfgenaam. Testatrices vader: Jan Suijringh; .
getuigen Lambert Ell Prins en Jan Tijmensen.
-.
ONA-3718A043; .
03-05-1701: Huwelijkse voorwaarden Lambert Lambertsz Prins weduwnaar van Nelletien Cornelis ter eenre en Claasjen Jacobsz Jongerden jongedochter ter andere sijde, beide wonende binnen Huijsen. Getuigen Jan Tijmensz en Pieter Pietersz Oude.
-.
ONA-3719A007; .
21-03-1702: Testament Pieter Pietersz Oude en Aaltien Joosten echteluijden binnen Huijsen (huwelijks acte was gepasseert 24-06-1701 bij Notaris Jacobus Cramers secretaris van de jurisdictie van Baren tot Emenes buijtendijcks); langslevende dient eventuele kinderen te laten leren lezen en schrijven. Marria Jans Suijring, zuster van zijn eerste vrouw zaliger. In Huijsen ter presente van Lambert Ell Prins en Gerrit Claas Dircksz.
-.
ONA-3719A035; .
23-05-1703: Testament Pieter Pietersz Ouwe en Aaltien Joosten zie ONA-3719A007; 21-03-1702 Maria Jans Suijringh zuster van zijn overleden 1e vrouw. In Huijsen ter presente van Lambert Rijcksz Lustigh en Lambert Lambertsz Prins.
-.
ORA-184-3196A296; .
22-04-1707: Pieter Ouwes verklaarde verkogt te hebben aan Tijmen Willemsz Post seker huijsn en erve gelegen alhier naest Lambert El Prince ten Noorden en Lambert Killewig ten zuijden voor ƒ 500.
-.
ORA-184-3197A021; .
01-03-1709: Compde voor Lambert Killewigh schout,mitsgaders Aert Jacobsz Vos en Jacob Brantsz schepenen tot huijsen Lambert Jansz d'oude en Willem Tijmensz als erfgenamen van Gerrit Jansz d'oude, haer sterck makende en de rato caverende voor de verdere erfgenamen mitsgaders Jacob Tijmensz, Leendert Vergoes, als executeurs van de testamente van Haasje Fytus eertijds weduwe van de voorn Gerrit Jansz d'oude ende verclaerden sij coparanten vercoght te hebben en.
nitsdesen te transporteren aen Claes Jacobsz Schram seecker hofstede ofte erff gelegen binnen dese dorpe belent de voorn coper ten oosten en Lambert Lambertsz Prins tenwesten voor ƒ 11 enz.
-.
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-037; .
18-12-1713: Op den 18 decemb: 1713 doen krijgt Lambert Lambertsz prins na dat hij sijn stal daags te voeren uijtgemest hadde, een siecke veers en die sterft op  den 24 dito ende op den 6 Januarij 1714 krijgt hij na dat hij sijn stal daags te voeren uijtgemest hadde, verscheijde ziecke beesten en de op den 13 Jan sterft van hem wederom een veers ofte koe, ende op den 25 dito sterft van hem noch een koe voorts worden van hem, soo koijen.
veerssen als pincken aen de beterhant, ses stuck.
-.
ORA-184-3216A031; .
18-09-1716: Inventaris goederen nagelaten bij Hendrick Evertsz Ruijn eerst weduwenaer van Neeltje Cornelis en laest getrouwt met Trijntje Coopmans; 3 huijsen waarvan een naast Cornelis Coopman, diverse schepenkennissen ƒ 50 tot f 200 o.a. ten laste van Jan Hendricksz Leerenmouwen, Nanningh Cornelisz en Cornelis Willemsz Coopman, Marritje Goossens, Lambert Lambert Prins, Jeuriaen Bastiaensz, Jan Claesz Kruijmert, winkelwaren, enz Voorkind van Hendrick Evertsz. Ter presentie van Jacob Tijmensz en Jacob Cornelisz Metselaer als vooghden over het nagelaten kind van Hendrick Evertsz Ruijn.
-.
Huizen-DTB-20-Begraven; 26-01-1721: Claesje Jacobs Vrouw van Lambert EL.
Huizen-DTB-12-Begraven Impost:; 26-01-1721: Klaasje Jacobs; Pro Deo.
-.
ORA-184-3177; .
21-02-1721: Voogden over de nagelaten minderjarige 4 kinderen van wijlen Claasje Jacobs geprocre-eert bij Lambert Lambertsz Prins sijn gestelt Claas Jacobsz Jongerden en Jacob Harmensz.
Akte van bewijs. Voor 4 kinderen samen ƒ 100 en opvoeding.
-.
ORA-184-3217A022; .
25-10-1724: Marten Jansz Bout en Hendrik Jansz Bout voor haar selfs en de rato caverende voor haar susters Geertje Jans Bout en Claasje Jans Bout alle de enige kinderen van Jan (Gijsbertsz) Bout die een halve Broeder is geweest van Claas Gijsbertsz Bout overleden binnen dese Dorps Huijzen enz.
- Harmen Jacobsz broeder van wijlen Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- Jacob Wijgertsz nagel. sone van Wijgert Jacobsz die een volle broer was van de voorn: Geertje Jacobsz.
- Nog Gerrit Vos en Claas Ebbe Koij als voogden over de 2 minderj. kinderen van Jan Claasz Post en Aaltje Lambertsz welke Aaltje Lamberts de enige nagelaten dogter was van Lijsbet Jacobsz, en deselve een suster van Geertje Jacobs.
- Compareerde wijders Claas Jacobsz Jongerden een soon van Gerritje Jacobs die mede een suster was van meergen. Geertje Jacobs.
- Als mede Lambert Lambertsz Prins soons soon van de voorn. Gerritje Jacobs geprocreeert bij Claasje Jacobs (Jongerden).
- en nog deselve Claas Jacobsz Jongerden in qualt als mede voogd nevens Jacob Harmensz over de drie (3) minderj. kinderen van Claasje Jacobs (Jongerden), die een dogter was van gem: Gerritje Jacobs.
- Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs (Jongerden) en dogter van.
Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout; enz.
-.
ORA-184-3218A088;09-05-1733: Jan Tijmensz weduwnaar van wijlen Marritje Lamberts Prins ter eene en Lambert Lambertsz Prins de Oude en Jan Lambertsz Prins beide broeders mede-erfgenamen van de gemelde Marritje Lammerts Prins ter andere sijde enz. Haar voor-overleden zuster Geertje Lamberts Prins.
-.
184-3218A093;.
29-09-1733: Cornelis Jacobsz Slocker (90), Lambert El Prins (75), Claas Jacob Jongerden (73), Wijgert Lambert Martsz (70), Hendrik Gooz Net (70), Wijgert Jansz Doorn (67) alle ErffGoijers altoos gewoont hebbende in Goijland en thans nog woonagtig binnen den Dorpe Huijsen.
Wijders Teunis Lambertsz (73), Evert Lambertsz (70), Geu Claasz (68) en laastelijk Cornelis Bregtern (63) alle erffGoijers altoos gewoont hebbende in Goijland en jegenwoordig woonagtig binnen den Dorpe Blaricum. Betreft gebruik door schaapherders of huijrders van de Nenge van Huijsen en Blaricum. ... met solemnele eede sggende ider van hen soo waarlijk moet mij God almagtig helpen # uijtgesondert Lambert El Prins die Minnist is.
-.
ORA-184-3218A094; .
18-12-1733: Lambert Prins wonende tot Huijsen verklaarde ter requisitie van Jan Wagenaer wonende tot Egmond op Zee hoe waar is dat hij comparant in of omtrent de maand September deses Jaars voorslagen en propositie heeft gedaan aan Antonij (Lambertsz) Killewig, Hendrik (Jansz) Bout en Gijsbert Hendriksz Herder alle woonagtig binnen dese dorp om met en benevens hem comparant van tijd tot tijd Schelvis te kopen van de requirant in dese. namentlijk omme dese aanstaande winter alle weecken drie schuijten schelvis van de voorn requirant te ontfangen voor rekening van de 5 voornoemde personen. Deposant (Lambert Prins) bevestigde sijn voornoemde gedeposeerde op de Mennonite maniere.
-.
Huizen-DTB-20Begraven; 01-05-1737: Lammert Harmen Prins.
Huizen-13-Impost-Begraven; 06-05-1737: Lambert El Prins: ƒ 3,-.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aeltje*1702 Huizen †1767 Huizen 65


Jacob Jansz Jongerden
Jacob Jansz Jongerden, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1667-69 in 1642, koehoudster, ovl. Huizen Koptienden Laatste: 1683-45 in 1680.

Jacob Jansz Jongerden.
ORA-184-3231; .
18-07-1662: Maakt Jacob Jansz Jongerden bekent dat enige tijd geleden was overleden zijn moeder Geertje Claesdr nalatende 6 kinderen met de welcke Jan Jacobsz Jongerden sijns comparants vader was gebleven gemeens boedel sonder eenighvertichtinge ofte bewijs te doen, Ende dat korts sijn voorn. moeders overlijden oock waeren gestorven 5 van de nagelaten kinderen, twijfelende  hij comparant ofter in 't voorsz cas bij hem en sijn voorsz vader het wegens de collateraleen klemmende Interesse betaelt.
-.
ORA-184-3188A115; Op 18-07-1662 heeft Jacob Jansz Jongerden aengebracht dat zijn moeder Geertje Claesen? overleden zijnde de goederen die zij in 't gemeen had met zijn vader Jan Jacobsz Jongerden gedevolveert zijnde voor hem en zijn 5 zusters en broeders die allen overleden zijn, de navolgende goederen voor hem en zijn vader gedevolveert bestaande uit de navolgende partijen: huis en stukken land (veel land, veel geld, veel namen aangrenzende landen).
-.
ORA-184-3170; 21-11-1662: Hebben Evert Willemsz en  Gerrit Gerritsz Schepenen tot Huijsen doe registreren dat sij op versoeck van Jacob Jansz Jongerden geweest hadde te huijsen van Jan Gerritsz Borretges en Jan Jansz des selfs broeder, die stellen dat sij der wel vijftich Jaeren een voetpadt gekent hadden maer geen wagenwech.
-.
ONA-3664A079; .
20-07-1663: Jan Jacobsz (27 jr) en Ruts Jansz (25 jr), beiden buurlui van Huijsen, verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren dat op 10.07.1662 op een maandag de requirant staande op zijn land gelegen aan de noordzijde van zijn huis, ene Gijsbert Jansz Lustich aan kwam rijden met paard en wagen en, omdat het daar zo smal is, ook over het land wilde rijden, wat de requirant wilde beletten, waarop Gijsbert Jansz Lustigh van de wagen stapte met een oord in zijn hand waarmee hij hem dreigde te slaan.
-.
ONA-3686A042; .
30-03-1674: Huwelijkse voorwaarden tussen Harmen Jacobsz geassisteert met Jacob Jansz Jongeren zijn zwager en vermachtight zijnde van Ebbetje Harmens (?) moeder van de toecomende bruijdegom ter eenre en Bijtje/Bijetien Ghijsberts laatst weduwe van Lambert Jansz, beide wonende tot Huijsen.
-.
ORA-184-3171; .
14-07-1674: Testamentaire questie tussen:.
- Jacob Jansz Jongerden en Cornelis Claes Schipper en mede-erfgenamen van Gerrit Willemsz (was gehuwd met wijlen Franckien Everts).
- Pieter Evertsz en mede-erfgenamen van Franckien Everts in leven huisvrouw van Gerrit Willemsz.
- alsmede de respectieve testamenten van Willem Dircksz en Jannetge Claes, zijnde de vader en moeder van Gerrit Willemsz.
-.
ONA-3667A001; .
01-01-1675: Gevolgen van de Franse overval in 1672: Gerrit Tijsz (45), Jan Cornelisz (35) en Claes Meijnsz (22) verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren, alle buurluiden van huijsen, dat hij als gevolg van de franse overval beroofd is geworden van zijn koeien, paarde, wagens, inboedel en zelfs zijn kleren en linnengoed en bovendien met vrouw en kinderen moest vluchten.
-.
ORA-184-3172; .
09-05-1675: Schepenen gehoort de schuldtbekentenis en versoeck van uijtstel bij Hendrick Willems die nevens Jacob Jansz Jongerden, als vooghden over de nagelaten weeskinderen van Jan in de boomen gedaghvaert was van wegen Geertge Lamberts weduwe van Jacob Rutten over betalinge van ƒ 27:10:- ter saecke van een vierendeel Jaers houloon van de voorsz weeskinderen en judisco gedaen, enz.
-.
ORA-184-3172; .
04-01-1680: Neeltge Cornelis Weduwe van Jan Jansz Jonge Eijsscher Contra De Weduwe van Jacob Jansz Jongerden gedaagde Cnaep voor de Eijsscher concludeert tot betaling van de somme van ƒ 55 gl: over coop van een Coe ende nogh de somme van ƒ 15 gl: over Coop van hoij maeckende te samen de somme van 70 gl: volgens Coop cedulle van dato den 30e november 1678 Cum expensis.
-.
Dopen-Huizen-1A; 04-01-1680: de gehele familie van Jacob Jansen Jongeren (Mennist) en Geertien Jacobs (Geref.; moeder wegens ziekte absent); aldus gerangeert:.
Geertien (out 20 jaer); Claes (out 18 jaer); Claesien (out 16 jaer); Peetien (out 14 jaer); Aeltien (out 12 jaer); Jacob (out 7 jaer); Mattien (out 4 jaer); Jan (out 1,5 jaar); Getuigen over de onmondige kinderen waren Harmen Jacobsen en Geertien Jacobs, beijde Oom en Moltien over de kinderen).
-.
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Jacob Jansz Jongerden weduwe;Capit 1/4;Koehoudster; Zout: vat 1/8; v: 1, kb: 4, ko: 3; Personen: 6 1/2.
-.
ORA-184-3173; 10-03-1682: Lourens de Wolff als 't reght verkregen hebbende van de weduwe van Jacob Jansz Jongerden eijsscher CONTRA Gerrit Jacobz de Kattekuijl m.b.t. betaling van f 80 uijt craghte van seeckere schepenkennisse.
-.
ORA-184-3192A134; 04-05-1683: Wijchert Jacobsz, Lambert Jansz en Cornelis Brouwer, curatoren over de boedel van Jacob Jansz Jongerden, verkochten aan Aeltge Jans, weduwe van Aris Pietersz Schipper, huis met erf voor ƒ 176.

-.
ORA-184-3217A022; .
25-10-1724: Verder compareerde:.
- Harmen Jacobsz broeder van wijlen Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- Jacob Wijgertsz nagel. sone van Wijgert Jacobsz die een volle broer was van de voorn: Geertje Jacobsz.
- Nog Gerrit Vos en Claas Ebbe Koij als voogden over de 2 minderj. kinderen van Jan Claasz Post en Aaltje Lambertsz welke Aaltje Lamberts de enige nagelaten dogter was van Lijsbet Jacobsz, en deselve een suster van Geertje Jacobs.
- Compareerde wijders Claas Jacobsz Jongerden een soon van Gerritje Jacobs die mede een suster was van meergen. Geertje Jacobs.
- Als mede Lambert Lambertsz Prins soons soon van de voorn. Gerritje Jacobs geprocreeert bij Claasje Jacobs (Jongerden).
- en nog deselve Claas Jacobsz Jongerden in qualt als mede voogd nevens Jacob Harmensz over de drie (3) minderj. kinderen van Claasje Jacobs (Jongerden), die een dogter was van gem: Gerritje Jacobs.
- Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs (Jongerden) en dogter van Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- Laastelijk Wijgert Jansz Doorn alsmede Cornelis (Gerbertsz) Rebel getrouwt sijnde met Aaltje Jans Doorn, en Jan Willemsz Boer in huijwelijk hebbende Jannetje Jans Doorn, mitsgaders Jacob Tijmensz in qualt. als voogd over Marritje Rutten dogter van Claasje Jans Doorn alle te samen kinderen en kindskind van Jan Jacobsz die een broer is geweest van Geertje Jacobs,.
- Sijnde de voorn: laaste comparanten te samen de enige en universele erfgenamen van Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- en gevolgelijk alle de comparanten in dese gemelt de enigste erfgenamen ex Testamente van Claas Gijsbertsz Bout en Geertje Jacobs in leven egtelieden alhier tot Huijzen, tekennen gevende op 29-09-1724 publicq te hebben vercogt een huijs mitsgaders enige landerijen waartoe gemachtigd waren Jacob Tijmensz en Jacob Wijgertsz.

tr.
met

Gerritje Jacobs, dr. van Jacob Wijchertsz en Ebbetje Harmens, geb. in 1642, begr. Huizen op 4 feb 1705.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claesien*1664 Huizen †1721 Huizen 56


Gerritje Jacobs
Gerritje Jacobs, geb. in 1642, begr. Huizen op 4 feb 1705.

tr.
met

Jacob Jansz Jongerden, zn. van Jan Jacobs Jongerden en Geertje Claes Melsen, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1667-69 in 1642, koehoudster, ovl. Huizen Koptienden Laatste: 1683-45 in 1680.

Jacob Jansz Jongerden.
ORA-184-3231; .
18-07-1662: Maakt Jacob Jansz Jongerden bekent dat enige tijd geleden was overleden zijn moeder Geertje Claesdr nalatende 6 kinderen met de welcke Jan Jacobsz Jongerden sijns comparants vader was gebleven gemeens boedel sonder eenighvertichtinge ofte bewijs te doen, Ende dat korts sijn voorn. moeders overlijden oock waeren gestorven 5 van de nagelaten kinderen, twijfelende  hij comparant ofter in 't voorsz cas bij hem en sijn voorsz vader het wegens de collateraleen klemmende Interesse betaelt.
-.
ORA-184-3188A115; Op 18-07-1662 heeft Jacob Jansz Jongerden aengebracht dat zijn moeder Geertje Claesen? overleden zijnde de goederen die zij in 't gemeen had met zijn vader Jan Jacobsz Jongerden gedevolveert zijnde voor hem en zijn 5 zusters en broeders die allen overleden zijn, de navolgende goederen voor hem en zijn vader gedevolveert bestaande uit de navolgende partijen: huis en stukken land (veel land, veel geld, veel namen aangrenzende landen).
-.
ORA-184-3170; 21-11-1662: Hebben Evert Willemsz en  Gerrit Gerritsz Schepenen tot Huijsen doe registreren dat sij op versoeck van Jacob Jansz Jongerden geweest hadde te huijsen van Jan Gerritsz Borretges en Jan Jansz des selfs broeder, die stellen dat sij der wel vijftich Jaeren een voetpadt gekent hadden maer geen wagenwech.
-.
ONA-3664A079; .
20-07-1663: Jan Jacobsz (27 jr) en Ruts Jansz (25 jr), beiden buurlui van Huijsen, verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren dat op 10.07.1662 op een maandag de requirant staande op zijn land gelegen aan de noordzijde van zijn huis, ene Gijsbert Jansz Lustich aan kwam rijden met paard en wagen en, omdat het daar zo smal is, ook over het land wilde rijden, wat de requirant wilde beletten, waarop Gijsbert Jansz Lustigh van de wagen stapte met een oord in zijn hand waarmee hij hem dreigde te slaan.
-.
ONA-3686A042; .
30-03-1674: Huwelijkse voorwaarden tussen Harmen Jacobsz geassisteert met Jacob Jansz Jongeren zijn zwager en vermachtight zijnde van Ebbetje Harmens (?) moeder van de toecomende bruijdegom ter eenre en Bijtje/Bijetien Ghijsberts laatst weduwe van Lambert Jansz, beide wonende tot Huijsen.
-.
ORA-184-3171; .
14-07-1674: Testamentaire questie tussen:.
- Jacob Jansz Jongerden en Cornelis Claes Schipper en mede-erfgenamen van Gerrit Willemsz (was gehuwd met wijlen Franckien Everts).
- Pieter Evertsz en mede-erfgenamen van Franckien Everts in leven huisvrouw van Gerrit Willemsz.
- alsmede de respectieve testamenten van Willem Dircksz en Jannetge Claes, zijnde de vader en moeder van Gerrit Willemsz.
-.
ONA-3667A001; .
01-01-1675: Gevolgen van de Franse overval in 1672: Gerrit Tijsz (45), Jan Cornelisz (35) en Claes Meijnsz (22) verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren, alle buurluiden van huijsen, dat hij als gevolg van de franse overval beroofd is geworden van zijn koeien, paarde, wagens, inboedel en zelfs zijn kleren en linnengoed en bovendien met vrouw en kinderen moest vluchten.
-.
ORA-184-3172; .
09-05-1675: Schepenen gehoort de schuldtbekentenis en versoeck van uijtstel bij Hendrick Willems die nevens Jacob Jansz Jongerden, als vooghden over de nagelaten weeskinderen van Jan in de boomen gedaghvaert was van wegen Geertge Lamberts weduwe van Jacob Rutten over betalinge van ƒ 27:10:- ter saecke van een vierendeel Jaers houloon van de voorsz weeskinderen en judisco gedaen, enz.
-.
ORA-184-3172; .
04-01-1680: Neeltge Cornelis Weduwe van Jan Jansz Jonge Eijsscher Contra De Weduwe van Jacob Jansz Jongerden gedaagde Cnaep voor de Eijsscher concludeert tot betaling van de somme van ƒ 55 gl: over coop van een Coe ende nogh de somme van ƒ 15 gl: over Coop van hoij maeckende te samen de somme van 70 gl: volgens Coop cedulle van dato den 30e november 1678 Cum expensis.
-.
Dopen-Huizen-1A; 04-01-1680: de gehele familie van Jacob Jansen Jongeren (Mennist) en Geertien Jacobs (Geref.; moeder wegens ziekte absent); aldus gerangeert:.
Geertien (out 20 jaer); Claes (out 18 jaer); Claesien (out 16 jaer); Peetien (out 14 jaer); Aeltien (out 12 jaer); Jacob (out 7 jaer); Mattien (out 4 jaer); Jan (out 1,5 jaar); Getuigen over de onmondige kinderen waren Harmen Jacobsen en Geertien Jacobs, beijde Oom en Moltien over de kinderen).
-.
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Jacob Jansz Jongerden weduwe;Capit 1/4;Koehoudster; Zout: vat 1/8; v: 1, kb: 4, ko: 3; Personen: 6 1/2.
-.
ORA-184-3173; 10-03-1682: Lourens de Wolff als 't reght verkregen hebbende van de weduwe van Jacob Jansz Jongerden eijsscher CONTRA Gerrit Jacobz de Kattekuijl m.b.t. betaling van f 80 uijt craghte van seeckere schepenkennisse.
-.
ORA-184-3192A134; 04-05-1683: Wijchert Jacobsz, Lambert Jansz en Cornelis Brouwer, curatoren over de boedel van Jacob Jansz Jongerden, verkochten aan Aeltge Jans, weduwe van Aris Pietersz Schipper, huis met erf voor ƒ 176.

-.
ORA-184-3217A022; .
25-10-1724: Verder compareerde:.
- Harmen Jacobsz broeder van wijlen Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- Jacob Wijgertsz nagel. sone van Wijgert Jacobsz die een volle broer was van de voorn: Geertje Jacobsz.
- Nog Gerrit Vos en Claas Ebbe Koij als voogden over de 2 minderj. kinderen van Jan Claasz Post en Aaltje Lambertsz welke Aaltje Lamberts de enige nagelaten dogter was van Lijsbet Jacobsz, en deselve een suster van Geertje Jacobs.
- Compareerde wijders Claas Jacobsz Jongerden een soon van Gerritje Jacobs die mede een suster was van meergen. Geertje Jacobs.
- Als mede Lambert Lambertsz Prins soons soon van de voorn. Gerritje Jacobs geprocreeert bij Claasje Jacobs (Jongerden).
- en nog deselve Claas Jacobsz Jongerden in qualt als mede voogd nevens Jacob Harmensz over de drie (3) minderj. kinderen van Claasje Jacobs (Jongerden), die een dogter was van gem: Gerritje Jacobs.
- Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs (Jongerden) en dogter van Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- Laastelijk Wijgert Jansz Doorn alsmede Cornelis (Gerbertsz) Rebel getrouwt sijnde met Aaltje Jans Doorn, en Jan Willemsz Boer in huijwelijk hebbende Jannetje Jans Doorn, mitsgaders Jacob Tijmensz in qualt. als voogd over Marritje Rutten dogter van Claasje Jans Doorn alle te samen kinderen en kindskind van Jan Jacobsz die een broer is geweest van Geertje Jacobs,.
- Sijnde de voorn: laaste comparanten te samen de enige en universele erfgenamen van Geertje Jacobs in leven weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
- en gevolgelijk alle de comparanten in dese gemelt de enigste erfgenamen ex Testamente van Claas Gijsbertsz Bout en Geertje Jacobs in leven egtelieden alhier tot Huijzen, tekennen gevende op 29-09-1724 publicq te hebben vercogt een huijs mitsgaders enige landerijen waartoe gemachtigd waren Jacob Tijmensz en Jacob Wijgertsz.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claesien*1664 Huizen †1721 Huizen 56


Jan Jacobs Jongerden
Jan Jacobs Jongerden, geb. Huizen Koptienden Eerste: 1629-36 in 1604, ovl. aldaar Koptienden Laatste: 1675-29 op 1 jan 1672.

Jan Jacobs Jongerden.
Haarlem-176-1527: Kroniek L.R.Lustigh.
blz. 137: 1646 kind gestolen, zijn huisvrouw: Geertje Mels.
blz. 138: Op de horens genomen.
-.
ORA-184-3188A115; .
18-07-1662: Op 18-07-1662 heeft Jacob Jansz Jongerden  aengebracht dat zijn moeder Geertje Claesen? overleden zijnde de goederen die zij in 't gemeen had met zijn vader Jan Jacobsz Jongerden gedevolveert zijnde voor hem en zijn 5 zusters en broeders die allen overleden zijn, de navolgende goederen voor hem en zijn vader gedevolveert  bestaande uit de navolgende partijen: huis en stukken land (veel land, veel geld, veel namen aangrenzende landen).
-.
ORA-184-3231; .
18-07-1662: Maakt Jacob Jansz Jongerden bekent dat enige tijd geleden was overleden zijn moeder Geertje Claesdr nalatende 6 kinderen met de welcke Jan Jacobsz Jongerden sijns comparants vader was gebleven gemeens boedel sonder eenigh vertichtinge ofte bewijs te doen, Ende dat korts sijn voorn. moeders overlijden oock waeren gestorven 5 van de nagelaten kinderen, twijfelende  hij comparant ofter in 't voorsz cas bij hem en sijn voorsz vader yet wegens de collateraleen klemmende Interesse betaelt.
-.
ORA-184-3171; .
05-05-1671: Jan Jacobsz Jongerden en Lambert Claesz Prins als vooghden van de nagelaten weeskinderen van Jan Hendricksz, ter eenre en Harmen Gerritsz mitsgaders sijn huijsvrouw Harmentge Lamberts voor desen weduwe van de voorn Jan Hendricksz en moeder van de voorn weeskinderen aen d'andere sijde.

tr.
met

Geertje Claes Melsen, dr. van Claes Ebbenz, geb. in 1604, ovl. voor 1662.

Geertje Claes Melsen.
Haarlem-176-1527: Kroniek L.R.Lustigh: blz. 137: 1646; Gestolen kind uit huizen.

Ontrent den Jare 1646 doen is het alhier in den dorpe .
Huijsen gebeurt, hoe dat geertje melsen, de Huijsvrouw van Jan Jaap Jongerden, op eenen dagh, soo als haar voorz man om plaggen te halen in 't velt was, Barens noot .
overquam en terwijl sij niemant bij haar hadde .
soo quam daar ter selver tijt een schamele vrouw, .
met een mantje aen haar arm om een aelmoes aen de .
deur bedelen, aen de welcke sij versogt dat sij eenige .
Beuren mogt inhalen om haar te helpen dat sij Barens .
noot hadde, de schamele vrouw segt tegens haar, dat .
sij haar wel kon helpen, sij komt in huijs. sij helpt haar, sij Baart een kint, sij helpt de kraam vrouw te bedt, sij bakert het kint, sij wint het in doecken sij gaat er stilletjes mee heen, de voornoemde man komt met de wagen t'huijs, hij vint sijn vrouw in 't kraam bedde Leggen, hij vraagt naar 't kint, sijn voornoemde vrouw, verhaalt de vorenstaande sake, de arme vrouw was met het kint wegh, men sogt de  arme vrouw met het gestoelen kint eenige dagen met .
paarden, men vont niet, dese sake hebbe Ik seer .
dickwils mijne ouders en andere Luijden die het beleeft .
hadden hooren seggen Ontrent den Jare 1710 doen was Rut Lambertsz doorn aen de tol acker en willende van daar  gaan soo vraagt een out schamel mannetje aen hem waar .
na toe, hij segt na huijsen, wel segt het oude mannetje .
Ik ben oock een Huijser van geboorte maar Ik ben .
een gestoelen kint, waar op de voorz. rut doorn seijde kom ga mee Ik houde u geselschap, hij segt Ik ken geen vrient of maagt Ik ga niet mee, rut doorn segt hoe weet gij dat, dat gij een gestoelen kint bent, hij segt dat sijn genaamde moeder te middelborgh in Zeelant op haar sterf bedde Leggende niet kon sterven voor dat sij aen hem hadde gesegt, dat hij tot Huijsen geboren was, en sij hem daar gestoelen hadde Rut doorn t'huijs gekoemen sijnde ende noijt van een soo gestoelen kint gehoort hebbende, vertelde dit aen mij, en aen andere oude Luijden, die alle seer wel van dese geboorte en van dit gestoelen kint wisten Ja Lubbert Jacobz peetje Lamberts en bijtje Willems alle in de 80 Jaren out weten seer grondigh van dit gestoelen kint te spreken, want het in haar Jonge Jaren voorgevallen is.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1642 Huizen †1680 Huizen 38