Cees Hagenbeek
Geertken Raatger
Geertken Raatger (Raetgerink), geb. Rossum in 1669.

otr. Oldenzaal op 1 apr 1694, tr. Oldenzaal op 15 apr 1694
met

Lambert Martenz Martenz Stoolhuis, geb. Nijstad circa 1662, tr. (2) met Geertien Janzen Steggeman. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fenneken*1699 Nijstad †1749  50


Geertien Janzen Steggeman
Geertien Janzen Steggeman (van de Stege), geb. Rossum circa 1667, ovl. voor 1695.

otr. Oldenzaal op 13 mrt 1692, tr. Oldenzaal op 27 mrt 1692
met

Lambert Martenz Martenz Stoolhuis, geb. Nijstad circa 1662.


Joannes ten Oever
Jan (Joannes) ten Oever, geb. circa 1722.

tr. tussen 1750 en 1752
met

Janna (Joanna Janna) Holtwijk, dr. van Roelef Hermssen Holtwijk en Geertken Gerritzen, geb. Nijstad circa 1727.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roolf~1758 Nijstad †1797  38


Joanna Janna Holtwijk
Janna (Joanna Janna) Holtwijk, geb. Nijstad circa 1727.

tr. tussen 1750 en 1752
met

Jan (Joannes) ten Oever, zn. van Jan Janssen ten Oever en Arentjen Lette, geb. circa 1722.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roolf~1758 Nijstad †1797  38


Roelef Hermssen Holtwijk
Roelef Hermssen Holtwijk, geb. Nijstad circa 1680, ovl. aldaar, begr. Weerselo op 13 aug 1753.

  • Vader:
    Hermen Holtwijk, geb. Nijstad, begr. op 30 okt 1722, otr. Oldenzaal op 12 apr 1668, tr. Oldenzaal op 22 mei 1668 met

otr. (1) Oldenzaal op 3 mei 1716, tr. Oldenzaal op 1 jun 1716
met

Geertken Gerritzen, geb. Nijstad circa 1691, ovl. voor 1732.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Janna*1727 Nijstad    

otr. (2) Oldenzaal op 23 nov 1710, tr. Oldenzaal op 10 dec 1710
met

Jenne Janssen, geb. Nijstad circa 1685, ovl. voor 1717.

otr. (3) Oldenzaal op 24 sep 1731, tr. Oldenzaal op 7 okt 1731
met

Jenneken (Joanna Janssens) Rotgerink, geb. Dulder circa 1699, ovl. voor 1749.


Geertken Gerritzen
Geertken Gerritzen, geb. Nijstad circa 1691, ovl. voor 1732.

otr. Oldenzaal op 3 mei 1716, tr. Oldenzaal op 1 jun 1716
met

Roelef Hermssen Holtwijk, zn. van Hermen Holtwijk en Fenne Hampsink, geb. Nijstad circa 1680, ovl. aldaar, begr. Weerselo op 13 aug 1753, tr. (2) met Jenne Janssen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Jenneken (Joanna Janssens) Rotgerink. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Janna*1727 Nijstad    


Jenne Janssen
Jenne Janssen, geb. Nijstad circa 1685, ovl. voor 1717.

otr. Oldenzaal op 23 nov 1710, tr. Oldenzaal op 10 dec 1710
met

Roelef Hermssen Holtwijk, zn. van Hermen Holtwijk en Fenne Hampsink, geb. Nijstad circa 1680, ovl. aldaar, begr. Weerselo op 13 aug 1753, otr. (3) Oldenzaal op 24 sep 1731, tr. Oldenzaal op 7 okt 1731 met Jenneken (Joanna Janssens) Rotgerink. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Hermen Holtwijk
Hermen Holtwijk, geb. Nijstad, begr. op 30 okt 1722.

otr. Oldenzaal op 12 apr 1668, tr. Oldenzaal op 22 mei 1668
met

Fenne Hampsink, geb. Lemselo circa 1643.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roelef*1680 Nijstad 1753 Nijstad 73


Fenne Hampsink
Fenne Hampsink, geb. Lemselo circa 1643.

otr. Oldenzaal op 12 apr 1668, tr. Oldenzaal op 22 mei 1668
met

Hermen Holtwijk, geb. Nijstad, begr. op 30 okt 1722.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roelef*1680 Nijstad 1753 Nijstad 73


Joanna Janssens Rotgerink
Jenneken (Joanna Janssens) Rotgerink, geb. Dulder circa 1699, ovl. voor 1749.

otr. Oldenzaal op 24 sep 1731, tr. Oldenzaal op 7 okt 1731
met

Roelef Hermssen Holtwijk, zn. van Hermen Holtwijk en Fenne Hampsink, geb. Nijstad circa 1680, ovl. aldaar, begr. Weerselo op 13 aug 1753, tr. (2) met Jenne Janssen. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Jan Janssen ten Oever
Jan Janssen ten Oever, geb. Nijstad circa 1687.

otr. Oldenzaal op 22 aug 1717, tr. Oldenzaal op 10 sep 1717
met

Arentjen Lette, dr. van Jan Berentsen Lette en Agnes Lambertsen Weiden, geb. Nijstad circa 1692, ovl. voor 1749.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1722     


Arentjen Lette
Arentjen Lette, geb. Nijstad circa 1692, ovl. voor 1749.

otr. Oldenzaal op 22 aug 1717, tr. Oldenzaal op 10 sep 1717
met

Jan Janssen ten Oever, zn. van Jan ten Oever, geb. Nijstad circa 1687.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1722     


Karel Vijgh
Karel Vijgh1, geb. in 1567 heer van Zoelen, schepen van Tiel in 1586, 25 januari 1594 ordinaris raad in het Hof van Gelderland, sedert 1604 gesubstitueerde ambtman en dijkgraaf van Nederbetuwe namens zijn vader, moet toen ook heemraad van Nederbetuwe geweest zijn, sedert 1615 ambtman, richter en dijkgraaf van Nederbetuwe en richter van Tiel en Zandwijk. In de Ridderschap van Nijmegen 1591-1626, gecommitteerde ter generaliteit. Hij werd in 1597 met Cornelis van Gent, Arent van de Wal en de landrentmeester Karel van Gelder vanwege de landschap afgevaardigd, om de ontmanteling van den Wildenborgh te bezichtigen. Met zijn broeder Johan verbond hij zich hoofdelijk voor de betaling der geldboete, waartoe hun vader in een verschil met Johan de Cock van Delwijnen, heer van Wadenoyen, over de opbouw van het afgebrande huis te Wadenoyen 14 januari 1609 door het Hof van Gelder veroordeeld was. In 1617 had hij een proces met Hendrik Kreyvenger wegens het opwerpen van enige werken aan de Nodelwaard te Rijswijk (Betuwe). In 1619 werkte hij mede tot de verstoring der bijeenkomsten der Remonstranten in de Tielerwaard. Ingevolge resolutie der Staten-Generaal van 13 juli 1620 werd hij met Renier Pauw uit Holland en Vervou uit Friesland afgevaardigd, om te Leeuwarden de begrafenis van Willem Lodewijk, graaf van Nassau, stadhouder van Friesland bij te wonen. Sedert 22 mei 1617 extraordinaris raad in het hof, ontving hij als zodanig met zijn ambtgenoot Hendrik van Essen vanwege dat hof de uitnodiging de uitvaart bij te wonen van 22 september 1625 te Arnhem overleden Gerlach van der Capellen, in leven kanselier van Gelderland. Hij was 25 juli 1594 na de dood van zijn moeder met de heerlijkheid Zoelen en Aldenhage beleend, trouwde 1. Tiel 9 november 1596 met Johanna van Boinenburg genaamd Honstein geboren 1580, overleden 24 maart 1620, gravin van Ubbergen, daarmee beleend 1589, dochter van Arend van Boinenburg genaamd Honstein en Cornelia van de Poll en trouwde 2. januari 1624 met Elisabeth de Cock van Opijnen, dochter van Dirk en Hilbranda van Delen. Ze was eerder weduwe van Johan van Winssen, ovl. Zoelen op 10 feb 1627.

Karel Vijgh.
Beleend met Aldenhage en De Snor, heer van Zoelen, gecommitteerde ter SG, raad in de Hof van Gelre en leenraad, gesubstitueerde ambtman en dijkgraaf van de Neder Betuwe, richter van Tiel en Zandwijk.

Heer van Zoelen, schepen van Tiel in 1586, 25 januari 1594 ordinaris raad in het Hof van Gelderland, sedert 1604 gesubstitueerde ambtman en dijkgraaf van Nederbetuwe namens zijn vader, moet toen ook heemraad van Nederbetuwe geweest zijn, sedert 1615 ambtman, richter en dijkgraaf van Nederbetuwe en richter van Tiel en Zandwijk. In de Ridderschap van Nijmegen 1591-1626, gecommitteerde ter generaliteit. Hij werd in 1597 met Cornelis van Gent, Arent van de Wal en de landrentmeester Karel van Gelder vanwege de landschap afgevaardigd, om de ontmanteling van den Wildenborgh te bezichtigen. Met zijn broeder Johan verbond hij zich hoofdelijk voor de betaling der geldboete, waartoe hun vader in een verschil met Johan de Cock van Delwijnen, heer van Wadenoyen, over de opbouw van het afgebrande huis te Wadenoyen 14 januari 1609 door het Hof van Gelder veroordeeld was. In 1617 had hij een proces met Hendrik Kreyvenger wegens het opwerpen van enige werken aan de Nodelwaard te Rijswijk (Betuwe). In 1619 werkte hij mede tot de verstoring der bijeenkomsten der Remonstranten in de Tielerwaard. Ingevolge resolutie der Staten-Generaal van 13 juli 1620 werd hij met Renier Pauw uit Holland en Vervou uit Friesland afgevaardigd, om te Leeuwarden de begrafenis van Willem Lodewijk, graaf van Nassau, stadhouder van Friesland bij te wonen. Sedert 22 mei 1617 extraordinaris raad in het hof, ontving hij als zodanig met zijn ambtgenoot Hendrik van Essen vanwege dat hof de uitnodiging de uitvaart bij te wonen van 22 september 1625 te Arnhem overleden Gerlach van der Capellen, in leven kanselier van Gelderland. Hij was 25 juli 1594 na de dood van zijn moeder met de heerlijkheid Zoelen en Aldenhage beleend, trouwde 1. Tiel 9 november 1596 met Johanna van Boinenburg genaamd Honstein geboren 1580, overleden 24 maart 1620,, gravin van Ubbergen, daarmee beleend 1589, dochter van Arend van Boinenburg genaamd Honstein en Cornelia van de Poll en trouwde 2. januari 1624 met Elisabeth de Cock van Opijnen, dochter van Dirk en Hilbranda van Delen. Ze was eerder weduwe van Johan van Winssen.

 

tr. (1) Tiel op 9 nov 1596
met

Johanna van Boinenburg (van Boinenburg1), dr. van Arend van Boinenburg-Honstein (Graaf van Ubbergen 1557) en Cornelia van de Poll, geb. in 1580, Gravin van Ubbergen 1589, ovl. op 24 mrt 1620.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arend  †1666   

tr. (2) op 15 jan 1624
met

Elisabeth de Cock van Opijnen, dr. van Derk de Cock van Opijnen en Hillebranda van Delen.


Bronnen:

1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.De Monumenten in de Bommeler- en Tielerwaarwaard (B 049), De Tielerwaard, G. de Hoog et al, Gijsbers & van Loon, Arnhem, 1946 (blz. 365)

Agnes Lambertsen Weiden
Agnes Lambertsen Weiden, geb. Nijstad circa 1649.

otr. Oldenzaal op 7 sep 1684, tr. Oldenzaal op 24 sep 1684
met

Jan Berentsen Jan Berentsen Lette, zn. van Berent Lette en Aarne , geb. Nijstad circa 1645.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arentjen*1692 Nijstad †1749  57


Johanna van Boinenburg
Johanna van Boinenburg (van Boinenburg1), geb. in 1580, Gravin van Ubbergen 1589, ovl. op 24 mrt 1620.

tr. Tiel op 9 nov 1596
met

Karel Vijgh1, zn. van Derk Vijgh tot Blankenberg (ambtman van Neder-Betuwe) en Heilwich van Rossem (Vrouwe van Zoelen 1569), geb. in 1567 heer van Zoelen, schepen van Tiel in 1586, 25 januari 1594 ordinaris raad in het Hof van Gelderland, sedert 1604 gesubstitueerde ambtman en dijkgraaf van Nederbetuwe namens zijn vader, moet toen ook heemraad van Nederbetuwe geweest zijn, sedert 1615 ambtman, richter en dijkgraaf van Nederbetuwe en richter van Tiel en Zandwijk. In de Ridderschap van Nijmegen 1591-1626, gecommitteerde ter generaliteit. Hij werd in 1597 met Cornelis van Gent, Arent van de Wal en de landrentmeester Karel van Gelder vanwege de landschap afgevaardigd, om de ontmanteling van den Wildenborgh te bezichtigen. Met zijn broeder Johan verbond hij zich hoofdelijk voor de betaling der geldboete, waartoe hun vader in een verschil met Johan de Cock van Delwijnen, heer van Wadenoyen, over de opbouw van het afgebrande huis te Wadenoyen 14 januari 1609 door het Hof van Gelder veroordeeld was. In 1617 had hij een proces met Hendrik Kreyvenger wegens het opwerpen van enige werken aan de Nodelwaard te Rijswijk (Betuwe). In 1619 werkte hij mede tot de verstoring der bijeenkomsten der Remonstranten in de Tielerwaard. Ingevolge resolutie der Staten-Generaal van 13 juli 1620 werd hij met Renier Pauw uit Holland en Vervou uit Friesland afgevaardigd, om te Leeuwarden de begrafenis van Willem Lodewijk, graaf van Nassau, stadhouder van Friesland bij te wonen. Sedert 22 mei 1617 extraordinaris raad in het hof, ontving hij als zodanig met zijn ambtgenoot Hendrik van Essen vanwege dat hof de uitnodiging de uitvaart bij te wonen van 22 september 1625 te Arnhem overleden Gerlach van der Capellen, in leven kanselier van Gelderland. Hij was 25 juli 1594 na de dood van zijn moeder met de heerlijkheid Zoelen en Aldenhage beleend, trouwde 1. Tiel 9 november 1596 met Johanna van Boinenburg genaamd Honstein geboren 1580, overleden 24 maart 1620, gravin van Ubbergen, daarmee beleend 1589, dochter van Arend van Boinenburg genaamd Honstein en Cornelia van de Poll en trouwde 2. januari 1624 met Elisabeth de Cock van Opijnen, dochter van Dirk en Hilbranda van Delen. Ze was eerder weduwe van Johan van Winssen, ovl. Zoelen op 10 feb 1627, tr. (2) met Elisabeth de Cock van Opijnen. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Karel Vijgh.
Beleend met Aldenhage en De Snor, heer van Zoelen, gecommitteerde ter SG, raad in de Hof van Gelre en leenraad, gesubstitueerde ambtman en dijkgraaf van de Neder Betuwe, richter van Tiel en Zandwijk.

Heer van Zoelen, schepen van Tiel in 1586, 25 januari 1594 ordinaris raad in het Hof van Gelderland, sedert 1604 gesubstitueerde ambtman en dijkgraaf van Nederbetuwe namens zijn vader, moet toen ook heemraad van Nederbetuwe geweest zijn, sedert 1615 ambtman, richter en dijkgraaf van Nederbetuwe en richter van Tiel en Zandwijk. In de Ridderschap van Nijmegen 1591-1626, gecommitteerde ter generaliteit. Hij werd in 1597 met Cornelis van Gent, Arent van de Wal en de landrentmeester Karel van Gelder vanwege de landschap afgevaardigd, om de ontmanteling van den Wildenborgh te bezichtigen. Met zijn broeder Johan verbond hij zich hoofdelijk voor de betaling der geldboete, waartoe hun vader in een verschil met Johan de Cock van Delwijnen, heer van Wadenoyen, over de opbouw van het afgebrande huis te Wadenoyen 14 januari 1609 door het Hof van Gelder veroordeeld was. In 1617 had hij een proces met Hendrik Kreyvenger wegens het opwerpen van enige werken aan de Nodelwaard te Rijswijk (Betuwe). In 1619 werkte hij mede tot de verstoring der bijeenkomsten der Remonstranten in de Tielerwaard. Ingevolge resolutie der Staten-Generaal van 13 juli 1620 werd hij met Renier Pauw uit Holland en Vervou uit Friesland afgevaardigd, om te Leeuwarden de begrafenis van Willem Lodewijk, graaf van Nassau, stadhouder van Friesland bij te wonen. Sedert 22 mei 1617 extraordinaris raad in het hof, ontving hij als zodanig met zijn ambtgenoot Hendrik van Essen vanwege dat hof de uitnodiging de uitvaart bij te wonen van 22 september 1625 te Arnhem overleden Gerlach van der Capellen, in leven kanselier van Gelderland. Hij was 25 juli 1594 na de dood van zijn moeder met de heerlijkheid Zoelen en Aldenhage beleend, trouwde 1. Tiel 9 november 1596 met Johanna van Boinenburg genaamd Honstein geboren 1580, overleden 24 maart 1620,, gravin van Ubbergen, daarmee beleend 1589, dochter van Arend van Boinenburg genaamd Honstein en Cornelia van de Poll en trouwde 2. januari 1624 met Elisabeth de Cock van Opijnen, dochter van Dirk en Hilbranda van Delen. Ze was eerder weduwe van Johan van Winssen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arend  †1666   



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

George Nicolaas van Lawick
George Nicolaas (Jurrien) van Lawick, geb. circa 1590, begr. Bredevoort op 4 apr 1664.

George Nicolaas van Lawick.
Heer tot Geldermalsen, Drost en Gouverneur, Heer van Geldermalsen en 't Velde, drost en gouverneur van Bredevoort.

tr. (1)
met

Geradina Judith van Hambroeck, dr. van Herman van Hambroeck en Christina van Nechtersheim, ovl. voor 1640.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Goswijn*1630  †1665  34

tr. (2) circa 1640
met

Mechtelt van Raesfelt to der Swanenborch, dr. van Hendrick van Raesfelt-to der Swanenborch (Heer van Swanenburg 1624) en Gijsberta van Aeswijn tot Brakel, begr. Bredevoort op 30 okt 1661.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Geradina Judith van Hambroeck
Geradina Judith van Hambroeck, ovl. voor 1640.

tr.
met

George Nicolaas (Jurrien) van Lawick, zn. van Gooswijn van der Lawick en Johanna Bentinck (Vrouwe van 't Velde (Warnsveld)), geb. circa 1590, begr. Bredevoort op 4 apr 1664, tr. (2) met Mechtelt van Raesfelt to der Swanenborch. Uit dit huwelijk geen kinderen.

George Nicolaas van Lawick.
Heer tot Geldermalsen, Drost en Gouverneur, Heer van Geldermalsen en 't Velde, drost en gouverneur van Bredevoort.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Goswijn*1630  †1665  34


Jan ten Oever
Jan ten Oever, geb. voor 1657.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1687 Nijstad    


Gertudis ten Oever
Geertruid (Gertudis) ten Oever, geb. Nijstad, ged. RK Rossum op 11 jan 1788 (getuigen: Herm. Touwmaker (Nijstad) en Janna ten Over (Nijstad)).

tr. Weerselo op 15 jun 1810
met

Albertus Bartelink, zn. van Joannes "Jannes, Jan" Martens Stoolhuis en Grete (Joanna Margareta) Bartelink, geb. Nijstad, ged. Rossum op 14 jun 1778, landbouwer.


Albertus Bartelink
Albertus Bartelink, geb. Nijstad, ged. Rossum op 14 jun 1778, landbouwer.

tr. Weerselo op 15 jun 1810
met

Geertruid (Gertudis) ten Oever, dr. van Roolf (Rudolphus) ten Oever (landbouwer) en Sina (Gesina) Toumaker (landbouwster), geb. Nijstad, ged. RK Rossum op 11 jan 1788 (getuigen: Herm. Touwmaker (Nijstad) en Janna ten Over (Nijstad)).