otr. Haarlem op 26 sep 1734, tr. Haarlem op 10 okt 1734
met
Arie van Eeden, zn. van Cornelis Teunisz van Eeden en Leentje van der Sloot, ged. Alphen a/d Rijn op 6 dec 1711, begr. Haarlem op 22 dec 1787.
Uit dit huwelijk 14 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Dirkje | ~1742 | Haarlem | 1 | 1 |
tr. Voorhout op 10 apr 1712
met
Maritge Teeuwis van Egten, dr. van Mattheus Pieterse van Egteren.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Jannetje | ~1713 | Haarlem | †1792 | Haarlem | 79 | 1 | 14 |
tr. Voorhout op 10 apr 1712
met
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Jannetje | ~1713 | Haarlem | †1792 | Haarlem | 79 | 1 | 14 |
Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Maritge | 1 | 5 |
tr. (2) Rijnsburg in nov 1691
met
Lijsbeth Jacobs van der Crul, geb. circa 1670.
tr. Rijnsburg in nov 1691
met
Mattheus Pieterse van Egteren, geb. circa 1665.
tr. Alphen a/d Rijn op 23 apr 1709
met
Leentje (Lena) van der Sloot (Sloot), dr. van Arij Jansz van der Sloot en Aeriaentje Andries, ged. Maassluis op 12 apr 1676.
Cornelis Teunisz van Eeden en Leentje van der Sloot
Lena Sloot J.D. van Maaslandsluis wonende te Rotterdam, betoog afgegeven om te Rotterdam te trouwen den 21 April.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Arie | ~1711 | Alphen a/d Rijn | 1787 | Haarlem | 76 | 1 | 14 |
tr. Alphen a/d Rijn op 23 apr 1709
met
Cornelis Teunisz van Eeden, ged. Sassenheim op 2 nov 1687.
Cornelis Teunisz van Eeden en Leentje van der Sloot
Lena Sloot J.D. van Maaslandsluis wonende te Rotterdam, betoog afgegeven om te Rotterdam te trouwen den 21 April.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Arie | ~1711 | Alphen a/d Rijn | 1787 | Haarlem | 76 | 1 | 14 |
tr. Blankenberg op 11 nov 1688
met
Aeriaentje Andries, geb. Charlois voor 1650, tr. (2) Maassluis op 23 nov 1692 met Mees Adriaense Visser. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Arij Jansz van der Sloot en Aeriaentje Andries
Blankenburg verdween omstreeks 1965 van de kaart door de oprukkende industrie. Maar liefst vijf meter grond bedekt nu de plaats waar vroeger boerderijen, huizen, een kerk, school en rechthuis stonden.
Blankenburg, het eiland
Het dorpje Blankenburg dankte zijn naam aan het gelijknamige eiland. Dat ontstond als een zand- en kleiplaat in de Maas en werd waarschijnlijk in 1587 of 1588 verpacht aan een vogelaar. Deze eerste pachter maakte een eendenkooi, bouwde er zijn huis en nam de bedijking voortvarend ter hand; in 1612 was ruim 90 gemeten bedijkt. Wie die pachter was is onbekend, maar Willem Pietersz. Moerman (ca.1575-1648) was er vroeg bij betrokken. In 1605 woonde hij in elk geval al op het eiland. Hij was één van de velen die in de voorgaande jaren van oorlog vanuit Vlaanderen naar het noorden waren gevlucht. Hij had zijn familie en vaderland verloren maar vond een nieuw thuis op dit eiland, dat hij waarschijnlijk zelf hielp stichten. Toen het werk gedaan was noemde hij zich (aldus het rouwbord in de kerk van Zwartewaal) trots ‘Moerman van Blankenburg'.
Die van het eiland
In de eerste helft van de 17e eeuw werd Blankenburg met verschillende andere eilandjes in de Maas samengevoegd. In de naam wilde men voor elkaar niet onderdoen; tot ver in de 19e eeuw heette het: "Rozenburg en Blankenburg met de Ruige- en Langeplaat". De voormalige eilanden bestonden voort als polders; de watering ‘het sparregat', vormde de grens tussen Rozenburg en Blankenburg. Er woonden in die tijd niet veel mensen. Te weinig om een eigen kerkgebouw of zelfs maar predikant te onderhouden. Die van het eiland, zoals de bewoners werden genoemd, kerkten in Zwartewaal. Vanaf 1644 kwam de predikant van Zwartewaal, ds. Pythius, over om op Rozenburg in de diensten voor te gaan. Die diensten werden gehouden in de woning die door Bisdommer gebouwd was. Toen Pythius in 1657 te oud werd voor de wekelijkse overtocht werd een eigen predikant beroepen en begon men met de bouw van een kerk. De bewoning was nog steeds schaars en zeer verspreid, maar de meeste bewoners woonden in Blankenburg, waar een haventje was gegraven en een veer met Nieuwesluis werd onderhouden. Daar werden dan ook de kerk, de pastorie en de school (alle omstreeks 1658) gebouwd en ontstond het dorp. Later werd hier ook het rechthuis gebouwd (ca 1700), waar schout en schepenen en het polderbestuur bijeenkwamen en waar reizigers konden overnachten.
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Leentje | ~1676 | Maassluis | 1 | 6 |
tr. (1) Blankenberg op 11 nov 1688
met
Arij Jansz van der Sloot, geb. Maassluis voor 1650, ovl. voor 9 nov 1692.
Arij Jansz van der Sloot en Aeriaentje Andries
Blankenburg verdween omstreeks 1965 van de kaart door de oprukkende industrie. Maar liefst vijf meter grond bedekt nu de plaats waar vroeger boerderijen, huizen, een kerk, school en rechthuis stonden.
Blankenburg, het eiland
Het dorpje Blankenburg dankte zijn naam aan het gelijknamige eiland. Dat ontstond als een zand- en kleiplaat in de Maas en werd waarschijnlijk in 1587 of 1588 verpacht aan een vogelaar. Deze eerste pachter maakte een eendenkooi, bouwde er zijn huis en nam de bedijking voortvarend ter hand; in 1612 was ruim 90 gemeten bedijkt. Wie die pachter was is onbekend, maar Willem Pietersz. Moerman (ca.1575-1648) was er vroeg bij betrokken. In 1605 woonde hij in elk geval al op het eiland. Hij was één van de velen die in de voorgaande jaren van oorlog vanuit Vlaanderen naar het noorden waren gevlucht. Hij had zijn familie en vaderland verloren maar vond een nieuw thuis op dit eiland, dat hij waarschijnlijk zelf hielp stichten. Toen het werk gedaan was noemde hij zich (aldus het rouwbord in de kerk van Zwartewaal) trots ‘Moerman van Blankenburg'.
Die van het eiland
In de eerste helft van de 17e eeuw werd Blankenburg met verschillende andere eilandjes in de Maas samengevoegd. In de naam wilde men voor elkaar niet onderdoen; tot ver in de 19e eeuw heette het: "Rozenburg en Blankenburg met de Ruige- en Langeplaat". De voormalige eilanden bestonden voort als polders; de watering ‘het sparregat', vormde de grens tussen Rozenburg en Blankenburg. Er woonden in die tijd niet veel mensen. Te weinig om een eigen kerkgebouw of zelfs maar predikant te onderhouden. Die van het eiland, zoals de bewoners werden genoemd, kerkten in Zwartewaal. Vanaf 1644 kwam de predikant van Zwartewaal, ds. Pythius, over om op Rozenburg in de diensten voor te gaan. Die diensten werden gehouden in de woning die door Bisdommer gebouwd was. Toen Pythius in 1657 te oud werd voor de wekelijkse overtocht werd een eigen predikant beroepen en begon men met de bouw van een kerk. De bewoning was nog steeds schaars en zeer verspreid, maar de meeste bewoners woonden in Blankenburg, waar een haventje was gegraven en een veer met Nieuwesluis werd onderhouden. Daar werden dan ook de kerk, de pastorie en de school (alle omstreeks 1658) gebouwd en ontstond het dorp. Later werd hier ook het rechthuis gebouwd (ca 1700), waar schout en schepenen en het polderbestuur bijeenkwamen en waar reizigers konden overnachten.
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Leentje | ~1676 | Maassluis | 1 | 6 |
tr. (2) Maassluis op 23 nov 1692
met
tr. Maassluis op 23 nov 1692
met
Aeriaentje Andries, geb. Charlois voor 1650.
tr. Haarlem op 10 apr 1833
met
Wilhelmina van Zutphen, dr. van Hendrik van Zutphen en Cornelia van der Pek, geb. Haarlem circa 1810, ovl. aldaar op 24 feb 1878.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Maria | *1837 | Haarlem | †1925 | Haarlem | 88 | 1 | 6 |
tr. Haarlem op 10 apr 1833
met
Hendrik Verrijk, zn. van Hendrik Verrijk (metselaar) en Elizabeth de Lugt, geb. Haarlem op 12 feb 1809, DG, ovl. aldaar op 6 jul 1875.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Maria | *1837 | Haarlem | †1925 | Haarlem | 88 | 1 | 6 |
tr. (1)
met
Elizabeth de Lugt (de Lucht), ged. Haarlem op 26 aug 1787, ovl. op 11 aug 1829.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Hendrik | *1809 | Haarlem | †1875 | Haarlem | 66 | 1 | 1 |
tr. (2) Haarlem op 5 mei 1830
met
tr.
met
Hendrik Verrijk, zn. van Hendrik Verrijk en Johanna Catharina Herding, geb. Haarlem op 20 aug 1782, metselaar, ovl. Haarlem op 9 aug 1836, tr. (2) met Marijtje IJnouds. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Hendrik | *1809 | Haarlem | †1875 | Haarlem | 66 | 1 | 1 |
tr. Haarlem op 5 mei 1830
met
Hendrik Verrijk, zn. van Hendrik Verrijk en Johanna Catharina Herding, geb. Haarlem op 20 aug 1782, metselaar, ovl. Haarlem op 9 aug 1836.
tr.
met
Johanna Catharina Herding, dr. van Vincent Herding en Anna Everaats.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Hendrik | *1782 | Haarlem | †1836 | Haarlem | 53 | 2 | 1 |
tr.
met
Hendrik Verrijk, geb. circa 1758.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Hendrik | *1782 | Haarlem | †1836 | Haarlem | 53 | 2 | 1 |
| 1. | Schepenhuwelijken Leiden (T 141), RA Leiden, DTB Leiden, K, RK, Leiden, van 1592 tot 1795 (11 jun 1734 blz. 199) |
tr. Haarlem op 15 mei 1803
met
Cornelia van der Pek, geb. Haarlem op 30 okt 1774, ovl. aldaar op 23 feb 1842.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Wilhelmina | *1810 | Haarlem | †1878 | Haarlem | 67 | 1 | 1 |
tr. Haarlem op 15 mei 1803
met
Hendrik van Zutphen, zn. van Willem van Zutphen en Clazina van Idzinga, geb. Haarlem op 6 nov 1772, ged. aldaar op 8 nov 1772, ovl. aldaar op 9 mei 1834.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Wilhelmina | *1810 | Haarlem | †1878 | Haarlem | 67 | 1 | 1 |
tr. Haarlem op 9 mei 1756
met
Clazina van Idzinga, geb. Kampen.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Hendrik | *1772 | Haarlem | †1834 | Haarlem | 61 | 1 | 4 |