• Vader:
  Cornelis Aries Maartens van der Houck, zn. van Adriaan Pleunen Slickerveer en Pieterken Hendericks, ged. Rijsoord op 16 dec 1601, ovl. voor 23 mei 1648, tr. Rijsoord op 11 mei 1631 met

• Moeder:
  Neeltjes Ariaensdr, dr. van Arien Paulsen, ged. op 12 feb 1606, ovl. na 19 feb 1645.

tr. Rijsoord op 25 jun 1658
met

Floris Frans Plaisier, zn. van Frans Floris Plaisier en Nelleken Huijgen, ged. Rijsoord op 6 feb 1633, ovl. Ridderkerk circa 1710.

Floris Frans Plaisier.
Floor Fransz, marckschipper van Rijsoord, wonende aan de Drogewaeldijck, als principaal samen met Arij Leendertsz Thoosie en Cornelis Pleune Velthoen, beiden wonende in Ridderkerk als borgen bekennen schuldig te zijn aan de Diaconie van Rijsoord de somma van 150 carolus guldens.

Reijnier Reijniersz, Fop Leendertsz van Driel - beiden ouderlingen in Rijsoord, Floor Fransz en Arij Leendertsz Thoosie- diaconie van de Armen van Rijsoord, verklaren op verzoek van de edele mevrouw van Rijsoord, dat op 27 mei van dit jaar aan hen werd voorgesteld Jacobus Feij, in verband met het openvallende beroep van predikant in Rijsoord en dat zij als kerkenraad deze Jacobus Feij hebben aangenomen.

Floor Fransz, marktschipper, wonende aan de Drogewaaldijk; Huijgh Fransz, wonende aan de Rijsoordse brug, elk als principaal en Pleun Hermensz van Noort, schepen in de Ambacht van Rijsoord en Strevelshoek, als borg en mede principaal bekennen schuldig te zijn aan de heren vaders van 't oude mannenhuis binnen Dordrecht, of de wettige houder dezes, de somma van 400 carolusgulden inzake de beloofde resterende penningen die Willem Jansz, hun stiefvader, tijdens zijn leven heeft beloofd aan 't voornoemde huis. Een en ander voor zijn eten en ander nodige behoeften die hij heeft ontvangen gedurende zijn tijd in 't voornoemde huis. Dit bedrag zal mei 1664 worden betaald.
Huijgh Fransz wonende aan de Rijsoordse brug en Floor Fransz, marktschipper, wonende aan de Droge Waaldijk; als principaal Pleun Hermensz van Noort, schepen in de Ambacht van Rijsoord en Strevelshoek als borg, bekennen schuldig te zijn aan de heren Vaders van het oude mannenhuis in Dordrecht 400 gulden, voortkomende uit de beloofde penningen die Willem Jansz zaliger, hun schoonvader, in zijn leven beloofd heeft aan het voornoemde huis voor zijn eten, drinken en andere benodigdheden. De betaling zal plaatsvinden in 1664.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder: