Cees Hagenbeek
Rudolph van Hagenbeke
in
Parenteel van Heer Rudolphus von Hagenbeck
Parenteel van Henrick die Gruter alias Fermentarius

Rudolph van Hagenbeke, beleend met het goed Symonynk in het kerspel Ramsdorf.

Rudolph van Hagenbeke.
Rodolphus de Hagenbeke is beleend met het goed Symonynk in het kerspel Ramsdorf.
leenman van de graaf van Volmerstein.


Hij krijgt 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Diederick*1350     
Johan     


Johan Rudolphszn van Hagenbeke genaamd van Tuschusen
in
Parenteel van Heer Rudolphus von Hagenbeck

Johan Rudolphszn van Hagenbeke genaamd van Tuschusen, hij voert het originele Hagenbeek wapen.

Johan Rudolphszn van Hagenbeke genaamd van Tuschusen.
Des dinxedaghes na Sunte Urbanusdaghe (29. Mai) 1380.
Johan van Haghenbeke anders genannt van Tuschusen gibt mit.
Einverständnis seiner Ehefrau Ermegarde dem Johan van Berentvelde den Junghen, dessen Frau Elseben und beider Kinder Johann, Hinric, Grete und Styne einen Wiederkauf des Landes, das er von Johann van Berentvelde gekauft hat und das zum Gut van den Haghene gehört, bei Ramestarpe (=Ramsdorf), nämlich den Hincberen Kamp, de grote.
Boeckdorne und die Luttike Bockdorne sowie einen Kamp am Ende der letzteren, ferner zwei Gärten, wovon Reyner Hoyginck einen unterhat und Ghese Hinrickes den anderen unterhatte, für 70 alte gute Gulden-Schilde.
Wappensiegel: 3 Ringe 2 : 1.
Umschrift: Sigillum Johannis filii Rudolphi de Hagenbeke.

tr. voor 1380
met

Ermgarde , tr. met


Ermgarde
in
Parenteel van Heer Rudolphus von Hagenbeck

Ermgarde .

tr. voor 1380
met

Johan Rudolphszn van Hagenbeke genaamd van Tuschusen, zn. van Rudolph van Hagenbeke (beleend met het goed Symonynk in het kerspel Ramsdorf), hij voert het originele Hagenbeek wapen, tr. met

Johan Rudolphszn van Hagenbeke genaamd van Tuschusen.
Des dinxedaghes na Sunte Urbanusdaghe (29. Mai) 1380.
Johan van Haghenbeke anders genannt van Tuschusen gibt mit.
Einverständnis seiner Ehefrau Ermegarde dem Johan van Berentvelde den Junghen, dessen Frau Elseben und beider Kinder Johann, Hinric, Grete und Styne einen Wiederkauf des Landes, das er von Johann van Berentvelde gekauft hat und das zum Gut van den Haghene gehört, bei Ramestarpe (=Ramsdorf), nämlich den Hincberen Kamp, de grote.
Boeckdorne und die Luttike Bockdorne sowie einen Kamp am Ende der letzteren, ferner zwei Gärten, wovon Reyner Hoyginck einen unterhat und Ghese Hinrickes den anderen unterhatte, für 70 alte gute Gulden-Schilde.
Wappensiegel: 3 Ringe 2 : 1.
Umschrift: Sigillum Johannis filii Rudolphi de Hagenbeke.


Willem van Hagenbeke genaamd Gruter
in
Parenteel van Heer Rudolphus von Hagenbeck
Parenteel van Henrick die Gruter alias Fermentarius

Willem van Hagenbeke genaamd Gruter.

Willem van Hagenbeke genaamd Gruter.
Donderdag na Sint-Jacobsdag de heilige apostel (1 aug.) 1443.
Henricus van Hagenbeke geheten die Grueter en zijn zuster Willem (met Henricus als momber) verkopen aan Jutte, weduwe van Evert Coman Willems, een slag erf en land in het kerspel Doetinchem, buurschap Oessel..
Origineel: Archief klooster Bethlehem, nr. 481.


Elisabeth von Holte
Elisabeth von Holte.


Johannes gezegd Haghenbeke
Johannes gezegd Haghenbeke.

Johannes gezegd Haghenbeke.
vermeld 1422.


Jannetje Ente
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Jannetje (Janneken) Ente, geb. te Staden [Duitsland] tussen 1595 en 1596, ovl. na 1659.

Jannetje Ente.
Not. Arch. Leiden, arch.nr. 506, inv. Nr. 1113, akte 12-12-1667, Mr Joachim Tierens.

otr. te Staden [Duitsland] op 27 mei 1628, tr.
met

Hendrick Koerten Hagenbeeck (Henrick Corten, Henrick Coerten, Heindrik Koerten, Hendrick Coerten), geb. te Münster / Westfalen circa 1595, lijmzieder, ovl. te Amsterdam op 1 mei 1632 als Henrick Coerten, tr. met

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anneke~1629 Amsterdam (Nieuwe Kerk)    
Jan~1631 Amsterdam (Oude Kerk)    
Coenraet*1628     


Anneke Heyndricx Hagenbeeck
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Anneke Heyndricx Hagenbeeck (Hagebeuck), ged. te Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 10 jul 1629.

Anneke Heyndricx Hagenbeeck.
Anneke erft in 1668 van haar blinde tante Lijsbeth 1/4 deel in de ene helft en 115 deel in de andere helft uit diens nalatenschap. Het gaat hier om bedragen van f 76-17-0 en f 61-8-13, tezamen f 138-5-13. Jannetje Ente, die aanvankelijk te Amsterdam woont, krijgt 23.7.1625 het restant van haar moeders erfdeel uitgekeerd: f 548-6-2. In een eerder stadium is haar kennelijk al f 58-16-0 uitgekeerd. In 1659 woont zij in de Heeresteeg te Leiden.

otr. te Leiden op 26 feb 16591, tr.
met

Dirck Winterberch, bakker op de Breestraat, tr. met

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria~1661 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Hendrick~1659 Leiden (Pieterskerk)    


Jan Koerten
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Jan Koerten, ged. te Amsterdam (Oude Kerk) op 21 aug 1631.


Dirck Winterberch
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Dirck Winterberch, bakker op de Breestraat.

otr. te Leiden op 26 feb 16591, tr.
met

Anneke Heyndricx Hagenbeeck (Hagebeuck), dr. van Hendrick Koerten Hagenbeeck (lijmzieder) en Jannetje Ente, ged. te Amsterdam (Nieuwe Kerk) op 10 jul 1629, tr. met

Anneke Heyndricx Hagenbeeck.
Anneke erft in 1668 van haar blinde tante Lijsbeth 1/4 deel in de ene helft en 115 deel in de andere helft uit diens nalatenschap. Het gaat hier om bedragen van f 76-17-0 en f 61-8-13, tezamen f 138-5-13. Jannetje Ente, die aanvankelijk te Amsterdam woont, krijgt 23.7.1625 het restant van haar moeders erfdeel uitgekeerd: f 548-6-2. In een eerder stadium is haar kennelijk al f 58-16-0 uitgekeerd. In 1659 woont zij in de Heeresteeg te Leiden.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria~1661 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Hendrick~1659 Leiden (Pieterskerk)    


Maria Winterberch
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Maria Winterberch, ged. te Leiden (Hooglandse Kerk) op 7 aug 1661 Coenraet Hagebeuck, Maijcken Enten en Maria Winterberch.

  • Vader:
    Dirck Winterberch, bakker op de Breestraat, otr. te Leiden op 26 feb 16591, tr. met


Coenraet Hendrickx Hagenbeeck
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Coenraet Hendrickx Hendrickx Hagenbeeck, geb. tussen mei 1628 en dec 1632.


Jan Ente
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Jan Ente, geb. vermoedelijk te Belle [Frankrijk], lakenbereider, ovl. te Staden [Duitsland] bij Hamburg circa 1602.

Jan Ente.
op 12-9-1583 wordt een Jan Ente afkomstig van Belle als poorter van de stad Leiden aangenomen. Bij de ondertrouw van ene François van Stracele, eveneens afkomstig van Belle en Pierona Vroumouts, dd. 10.11.1584 te Leiden, treedt Jan Ente, neef van François als getuige op, Het is niet onmogelijk dat het hier onze Jan Ente (IId) betreft, die dan echter later naar Staden moet zijn vertrokken.

tr. voor 1584
met

Proontgen Hauws, dr. van François Hauws, geb. te Belle [Frankrijk], ovl. te Leiden op 23 nov 1617, tr. met

Proontgen Hauws.
Proontgen Hauws vertrekt in het eerste decennium van de 17e eeuw met haar acht of negen kinderen van Staden naar Leiden, alwaar zij op 1-10--.1612 een huis koopt aan de Middelweg aldaar. Dit huis, dat in de direkte omgeving lag van de woningen van haar vermoedelijk maar iets jongere neven Willem en Pieter Ente, koopt zij voor 3200 guldens van Claes Jansz. Busijn. Zij betaalt met 600 gld. contant en verder jaarlijks in mei 200 gld.
Op 13.11.1617, ‘s avonds om 8 uur, ontbiedt zij ,,ziekelijk te bedde leggend”, notaris Craen aan huis, voor het maken van haar testament. Langer dan een week zal zij niet meer geleefd hebben, immers op 23.11.1617 wordt zij op 23-11-1617 in de Hooglandse Kerk begraven. Haar nagelaten huisraad en inboedel bevat naast de gebruikelijke meubelen en het tinnen servies, ook nog een spinnewiel, spoelwiel, hekels en een vergulde spiegel. Uiteraard bezit zij een bijbel. Verder laat zij na: verschillende brieven en missiven geschreven zowel in het Duits, Nederlands als Frans, ,,van cleijnder importantie, so men meent, die niettemin voor slapers dienen bewaert”. Aan onroerende goederen laat zij naast haar woonhuis op de Middelweg, nog twee stukken land na, resp. 8 en 4 gemeten groot, gelegen te Belle in Bellerbrouck. De 8 gemeten land wordt te leen gehouden van de proosdij van St. Donaes te Brugge. Oorspronkelijk had zoon François dit land geërfd van zijn grootvader François Houwe (Hauws) of van zijn vermoedelijk jong overleden broertje Jan. Zoon François ziet er kennelijk niet veel in het bezit van dat land in het verre Belle. Hij schenkt het aan zijn moeder, in ruil voor een nieuwe mantel en de bepaling dat dit land in de gemeenschappelijke na te laten boedel van zijn moeder moet komen.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje*1595 Staden [Duitsland] †1659  64
Lijsbeth*1599  †1667 vermoedelijk Rijnsburg 68


Proontgen Hauws
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Proontgen Hauws, geb. te Belle [Frankrijk], ovl. te Leiden op 23 nov 1617.

Proontgen Hauws.
Proontgen Hauws vertrekt in het eerste decennium van de 17e eeuw met haar acht of negen kinderen van Staden naar Leiden, alwaar zij op 1-10--.1612 een huis koopt aan de Middelweg aldaar. Dit huis, dat in de direkte omgeving lag van de woningen van haar vermoedelijk maar iets jongere neven Willem en Pieter Ente, koopt zij voor 3200 guldens van Claes Jansz. Busijn. Zij betaalt met 600 gld. contant en verder jaarlijks in mei 200 gld.
Op 13.11.1617, ‘s avonds om 8 uur, ontbiedt zij ,,ziekelijk te bedde leggend”, notaris Craen aan huis, voor het maken van haar testament. Langer dan een week zal zij niet meer geleefd hebben, immers op 23.11.1617 wordt zij op 23-11-1617 in de Hooglandse Kerk begraven. Haar nagelaten huisraad en inboedel bevat naast de gebruikelijke meubelen en het tinnen servies, ook nog een spinnewiel, spoelwiel, hekels en een vergulde spiegel. Uiteraard bezit zij een bijbel. Verder laat zij na: verschillende brieven en missiven geschreven zowel in het Duits, Nederlands als Frans, ,,van cleijnder importantie, so men meent, die niettemin voor slapers dienen bewaert”. Aan onroerende goederen laat zij naast haar woonhuis op de Middelweg, nog twee stukken land na, resp. 8 en 4 gemeten groot, gelegen te Belle in Bellerbrouck. De 8 gemeten land wordt te leen gehouden van de proosdij van St. Donaes te Brugge. Oorspronkelijk had zoon François dit land geërfd van zijn grootvader François Houwe (Hauws) of van zijn vermoedelijk jong overleden broertje Jan. Zoon François ziet er kennelijk niet veel in het bezit van dat land in het verre Belle. Hij schenkt het aan zijn moeder, in ruil voor een nieuwe mantel en de bepaling dat dit land in de gemeenschappelijke na te laten boedel van zijn moeder moet komen.

tr. voor 1584
met

Jan Ente, geb. vermoedelijk te Belle [Frankrijk], lakenbereider, ovl. te Staden [Duitsland] bij Hamburg circa 1602, tr. met

Jan Ente.
op 12-9-1583 wordt een Jan Ente afkomstig van Belle als poorter van de stad Leiden aangenomen. Bij de ondertrouw van ene François van Stracele, eveneens afkomstig van Belle en Pierona Vroumouts, dd. 10.11.1584 te Leiden, treedt Jan Ente, neef van François als getuige op, Het is niet onmogelijk dat het hier onze Jan Ente (IId) betreft, die dan echter later naar Staden moet zijn vertrokken.

Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje*1595 Staden [Duitsland] †1659  64
Lijsbeth*1599  †1667 vermoedelijk Rijnsburg 68


François Hauws
François Hauws.


Hij krijgt een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Proontgen Belle [Frankrijk] †1617 Leiden  


Lijsbeth Ente
Lijsbeth Ente, geb. tussen 1599 en 1600, ovl. vermoedelijk te Rijnsburg midden 1667 zomer.

Lijsbeth Ente.
Lijsbeth was vanaf haar tweede levensjaar blind. Gelukkig voor haar lieten haar ouders genoeg geld na, zodat zij, wat dat betreft, zich geen zorgen behoefde te maken. Op 24.11.1617, binnen één week na het overlijden van haar moeder, verklaren haar broers en zusters voor de Leidse notaris Ewout Hendriks Craen, dat Lijsbeth voorlopig uit de gemeenschappelijke boedel zal worden onderhouden, totdat zij zal kunnen beschikken over een jaarlijkse lijfrente van 100 gulden. De jaarlijkse lijfrente van 100 gulden, gevoegd bij de 300 gulden die zij van haar vader geërfd had, de 400 gulden prelegatie van haar moeder en haar normale deel in de erfenis van haar moeder, ruim 600 gulden, is genoeg om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. De weeskamer houdt toezicht op dit kapitaaltje. Over een reeks van jaren worden de inkomsten en uitgaven bijgehouden door haar voogden. Op 13-6-1618 worden de eerste voogden benoemd: Willem.
Ente, baaidrapier, neef van vaderszijde en Pieter van Peenen, koopman van wol, neef van moederszijde; 6-11-1628 wordt een nieuw duo aangesteld: Daniël Ente, haar broer en Jan Kalff haar zwager. Als Daniël 31.3.1635 naar Amsterdam vertrekt, wordt 14-4-1635 Karel Bernaerd, haar zwager tot voogd benoemd. Tot aan het overlijden in 1667 treden verder nog als voogd op: Pieter Blanchaert, haar zwager, Jan Ente, haar.
neef en tenslotte Jan Sistrop, een goede kennis. Lijsbeth woont na het overlijden van haar moeder tot aan haar dood in Rijnsburg; eerst bij Marijtje Laurensdr. voor 25 gulden per kwartaal. Dit bedrag loopt op tot 35 gulden per drie maanden in 1660, als zij in de kost is bij Jacob Rijckertsz van ‘t Zand te Rijnsburg. Hiervoor was zij nog jaren in de kost bij het echtpaar Pieter Pieters Macareel en Wijntje Elias van der Brom. Het is.
moeilijk na te gaan wanneer Lijsbeth precies is overleden. Op 4-7-1667 wordt nog drie maanden kostgeld betaald (vooruit of achteraf?), terwijl op 22 juli van dat zelfde jaar haar meubelen worden verkocht. Begin maart 1668 worden haar goederen geliquideerd..
Voor de erfgenamen valt een bedrag van 614 guldens, 8 stuivers en 7 penningen te verdelen. De erfenis wordt als volgt verdeeld: de nazaten van haar volle broeders en zusters erven de ene helft, terwijl de andere helft wordt verdeeld over de nazaten van diezelfde broeders en zusters, samen met de erfgenamen van haar halfbroer Pieter.

  • Vader:
    Jan Ente, geb. vermoedelijk te Belle [Frankrijk], lakenbereider, ovl. te Staden [Duitsland] circa 1602, tr. voor 1584 met


Hendrick Winterberch
in
Parenteel van Hendrick Koerten Hagenbeeck

Hendrick Winterberch, ged. te Leiden (Pieterskerk) op 19 dec 1659 (getuigen: Jannetgen Ente, Stijntgen Winterberch, Coenraet Hendrickx (Hagenbeek), en Christiaen Winterberch).

  • Vader:
    Dirck Winterberch, bakker op de Breestraat, otr. te Leiden op 26 feb 16591, tr. met


Jean Caudelier
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Jean Caudelier, ged. te Leiden (Waalse Kerk) op 24 mrt 1652 (getuigen: zijn tante Marie d'Aussi, zijn grootmoeder Michieltgien de la Ruelle, Jacques Petecour).


Jean de la Domeyne
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Jean de la Domeyne (Domainne, de la Domine), geb. te Doornik (Tournai) [België], ondertrouw getuige van zijn zoon Aernout de la Domeyne en zijn schoondochter Mary Doucy te Leiden (Waalse Kerk) op 28 jul 1651.


Hij krijgt 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hernoult     
Aernout Doornik (Tournai) [België]    


Aernout de la Domeyne
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek

Aernout de la Domeyne, geb. te Doornik (Tournai) [België], greinwerker.

otr. te Leiden (Waalse Kerk) op 28 jul 1651 (getuigen: Jean de la Domeyne en Michelle Biscamp), tr.
met

Mary Doucy, dr. van Robert d'Aussi en Michieltgien de la Ruelle, geb. te Lille (Rijssel) [Frankrijk], tr. met