Website van Cees Hagenbeek
Dirck van Loenersloot
Dirck (Theodorus) van Loenersloot, geb. circa 1340, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) circa 1399.

tr.
met

Gloria Soudenbalch, dr. van Frederick I Soudenbalch van Damasche (schepen van Utrecht 1277-1308) en Aleijd van Lockhorst.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleid*1375 Loenersloot †1451  76


Gloria Soudenbalch
Gloria Soudenbalch.

tr.
met

Dirck (Theodorus) van Loenersloot, geb. circa 1340, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) circa 1399.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleid*1375 Loenersloot †1451  76


Elyas van Colverschoten
Elyas van Colverschoten, geb. in 1353, ovl. (ongeveer 27 jaar oud) in 1380.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1378 Utrecht †1435  57


Willem van Colverschoten
Willem van Colverschoten, geb. te Utrecht in 1378, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) in 1435.

Willem van Colverschoten.
Heer van Woudenberg, raad van de bisschop,lid van de hoogste rechtbank.

tr.
met

Margaretha van Woudenberg, dr. van Elias van Woudenberg en Rixa van Polanen, geb. te Utrecht in 1380, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) op 5 apr 1423.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margriet*1398 Utrecht †1426  27


Rixa van Polanen
Rixa van Polanen, geb. te Monster op 7 jul 1356, ovl. (46 jaar oud) te Monster op 11 aug 1402.

tr.
met

Elias van Woudenberg, zn. van Jan van Woudenberg en Willemette van Diest, geb. te Monster op 16 dec 1345, ovl. (53 jaar oud) op 13 dec 1399.

Elias van Woudenberg.
Knape onder leenmannen van Guyote vrouwe van Egmond,bouwt het huis Woude.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1380 Utrecht †1423  42


Gerard van Polanen
Gerard van Polanen, geb. te Monster op 14 jan 1324, ovl. (56 jaar oud) te Monster op 3 mei 1380.

Gerard van Polanen.
was heer van Berkel, door huwelijk met Luutgarde van der Horst, heer van Wulvenhors.

 

tr.
met

Lutgaert van Wulvenhorst, dr. van Ernst van Wulven en Margriet van Zuylen van Nijevelt, ged. te Utrecht op 10 jul 1330, ovl. (81 jaar oud uitgaande van doop) te Monster op 9 dec 1411.

Lutgaert van Wulvenhorst.
vrouwe van Wulvenhorst.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rixa*1356 Monster †1402 Monster 46


Lutgaert van Wulvenhorst
Lutgaert van Wulvenhorst, ged. te Utrecht op 10 jul 1330, ovl. (81 jaar oud uitgaande van doop) te Monster op 9 dec 1411.

Lutgaert van Wulvenhorst.
vrouwe van Wulvenhorst.

  • Vader:
    Ernst van Wulven, ged. te Utrecht op 10 okt 1304, ovl. (73 jaar oud uitgaande van doop) te Utrecht op 25 sep 1378, tr. met

tr.
met

Gerard van Polanen, zn. van Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen (heer van Polanen en van der Lecke) en Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck, geb. te Monster op 14 jan 1324, ovl. (56 jaar oud) te Monster op 3 mei 1380.

Gerard van Polanen.
was heer van Berkel, door huwelijk met Luutgarde van der Horst, heer van Wulvenhors.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rixa*1356 Monster †1402 Monster 46


Ernst van Wulven
Ernst van Wulven, ged. te Utrecht op 10 okt 1304, ovl. (73 jaar oud uitgaande van doop) te Utrecht op 25 sep 1378.

tr.
met

Margriet van Zuylen van Nijevelt, dr. van Zweder van Zuylen van Nijevelt en Rexa van Stoutenburg.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lutgaert~1330 Utrecht †1411 Monster 81
Machteld     


Margriet van Zuylen van Nijevelt
Margriet van Zuylen van Nijevelt.

tr.
met

Ernst van Wulven, ged. te Utrecht op 10 okt 1304, ovl. (73 jaar oud uitgaande van doop) te Utrecht op 25 sep 1378.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lutgaert~1330 Utrecht †1411 Monster 81
Machteld     


Zweder van Zuylen van Nijevelt
Zweder van Zuylen van Nijevelt, geb. circa 1285.

tr.
met

Rexa van Stoutenburg, dr. van Everardus I van Stoutenburg, geb. circa 1290.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margriet     


Rexa van Stoutenburg
Rexa van Stoutenburg, geb. circa 1290.

tr.
met

Zweder van Zuylen van Nijevelt, zn. van Dirck van Zuijlen van Nijveveld (ridder) en Clementia van Stoutenburg, geb. circa 1285.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margriet     


Frederick I Soudenbalch van Damasche
Frederick I Soudenbalch van Damasche, schepen van Utrecht 1277-1308, ovl. op 20 okt 1308.

Frederick I Soudenbalch van Damasche.
Frederik I Zoudenbalch Schepen van Utrecht 1277-1308, overleden op 20-10-1308, begraven te St. Marie Utrecht, zoon van N.N. Zoudenbalch en N.N. .
Gehuwd (1) voor 1270 met Aleid van Lokhorst, 1e echtgenote, dochter van Adam III van Lokhorst en Beatrix Meyen.
Gehuwd (2) voor 1271 met N.N. van Goye.
Gehuwd (3) met Aleid Witte, 3e echtegenote.
Uit het eerste huwelijk:.
  1. Frederik II, eigenaar van Oudaen, schepen van Utrecht, knape (zonder tot ridder geslagen), geboren voor 1269.
Gehuwd met Elbergis.
  2. Adam Fredericksz, schepen, schout van Utrecht, knape (zonder tot ridder geslagen), geboren voor 1270, overleden 1348/1349.
Gehuwd met Gloria N.N.
Uit het tweede huwelijk:.
  3. Tydeman I.
Uit het derde huwelijk:.
  4. Gerrit I 'de Witte', Domdeken, Kanunnik, in 1310 proost van het kapittel van St.Marie, kanunnik van St.Pieter, overleden op 23-04-1312 te St.Joris, begraven te St.Marie Utrecht.
  5. Haese 1310, overleden op 03-04-1310.
  6. Margareta, in 1343 abdis van de Servaasabdij te Utrecht, zuster van Gerard de Wit (domdeken), overleden na 1343.
500225    N.N. van Goye, 2e echtgenote, dochter van N.N. van Goye en N.N. van Merwede.
Uit dit huwelijk: 1 kind.

tr.
met

Aleijd van Lockhorst, dr. van Adam III van Lockhorst en Aleid Soudenbalch.

Aleijd van Lockhorst.
zij en haar kinderen werden door den Graaf van Holland Donderdag na Paaschen 1322 gesteld in al de goederen die haar vader Adam van Lockhorst van Holland hield.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gloria     


Aleijd van Lockhorst
Aleijd van Lockhorst.

Aleijd van Lockhorst.
zij en haar kinderen werden door den Graaf van Holland Donderdag na Paaschen 1322 gesteld in al de goederen die haar vader Adam van Lockhorst van Holland hield.

tr.
met

Frederick I Soudenbalch van Damasche, schepen van Utrecht 1277-1308, ovl. op 20 okt 1308.

Frederick I Soudenbalch van Damasche.
Frederik I Zoudenbalch Schepen van Utrecht 1277-1308, overleden op 20-10-1308, begraven te St. Marie Utrecht, zoon van N.N. Zoudenbalch en N.N. .
Gehuwd (1) voor 1270 met Aleid van Lokhorst, 1e echtgenote, dochter van Adam III van Lokhorst en Beatrix Meyen.
Gehuwd (2) voor 1271 met N.N. van Goye.
Gehuwd (3) met Aleid Witte, 3e echtegenote.
Uit het eerste huwelijk:.
  1. Frederik II, eigenaar van Oudaen, schepen van Utrecht, knape (zonder tot ridder geslagen), geboren voor 1269.
Gehuwd met Elbergis.
  2. Adam Fredericksz, schepen, schout van Utrecht, knape (zonder tot ridder geslagen), geboren voor 1270, overleden 1348/1349.
Gehuwd met Gloria N.N.
Uit het tweede huwelijk:.
  3. Tydeman I.
Uit het derde huwelijk:.
  4. Gerrit I 'de Witte', Domdeken, Kanunnik, in 1310 proost van het kapittel van St.Marie, kanunnik van St.Pieter, overleden op 23-04-1312 te St.Joris, begraven te St.Marie Utrecht.
  5. Haese 1310, overleden op 03-04-1310.
  6. Margareta, in 1343 abdis van de Servaasabdij te Utrecht, zuster van Gerard de Wit (domdeken), overleden na 1343.
500225    N.N. van Goye, 2e echtgenote, dochter van N.N. van Goye en N.N. van Merwede.
Uit dit huwelijk: 1 kind.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gloria     


Margaretha van Woudenberg
Margaretha van Woudenberg, geb. te Utrecht in 1380, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) op 5 apr 1423.

tr.
met

Willem van Colverschoten, zn. van Elyas van Colverschoten, geb. te Utrecht in 1378, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) in 1435.

Willem van Colverschoten.
Heer van Woudenberg, raad van de bisschop,lid van de hoogste rechtbank.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margriet*1398 Utrecht †1426  27


Elias van Woudenberg
Elias van Woudenberg, geb. te Monster op 16 dec 1345, ovl. (53 jaar oud) op 13 dec 1399.

Elias van Woudenberg.
Knape onder leenmannen van Guyote vrouwe van Egmond,bouwt het huis Woude.

  • Vader:
    Jan van Woudenberg, zn. van Elias van Woudenberg (heer van Hoevelaken) en Agniese van de Berghe (vermeld 1328-1339), geb. te Woerden op 13 mrt 1310, ovl. (57 jaar oud) te Woerden op 28 nov 1367, tr. (resp. 26 en 25 jaar oud uitgaande van doop) te Woerden op 14 apr 1336 met
  • Moeder:
    Willemette van Diest, dr. van Jan van Diest (bisschop van Utrecht), ged. te Woerden op 25 sep 1310, ovl. (87 jaar oud uitgaande van doop) te Woerden op 30 okt 1397.

tr.
met

Rixa van Polanen, dr. van Gerard van Polanen en Lutgaert van Wulvenhorst, geb. te Monster op 7 jul 1356, ovl. (46 jaar oud) te Monster op 11 aug 1402.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1380 Utrecht †1423  42


Adam III van Lockhorst
Adam III van Lockhorst, ovl. in 1327.

Adam III van Lockhorst.
Ridder. Verleid met de goederen zijns vaders en Ruitenbeeck en Wateringhe 1300, verkoopt Heeze en Soest 15 Nov 1325, testeert 2 Apr 1327. Een afschift van zijn testament vindt men bij Mattheus. Bron: De Nederlandse Adel (1915, pag 165).

Na het overlijden van zijn oudste zoon, vreezende verschillen onder zijn kinderen en kindskinderen, maakt hij een testament bij forme van magescheid, waarbij Lockhorst na zijn dood komen moet op zijn overleden oudste zoon Adam van Lockhorst, 1327 donderdag voor Palm Sondag. Bron: CBG, Collectie Regt.

Genealogische en Heraldische Bladen 1909 - Emiclaer -.
1300.Extract uyt het Leenregister van Abdye van St. Pauwels inhoudende de goederen daer die van Lockhorst met beleent sijn geweest:.
Eerst dat goet tot Lockhorst.
Item dat goet tot Lockhorst ende ter Wateringe met alles dat daer toebehoort, dat gerecht ende die thienden wilt ende tam, also dat van outs gelegen is tusschen Leusden ende Hamersfelt.
Voort die thienden op het Veen, dat gelegen is aen de Westziide van der Eme ende Goylant, tusschen Baerne ende Thomas Thienden van Cattenbroeck.
Voert dat gerecht van Zoest, ende van Heese,. van Blan­celf tot op aen kerckoerder Wateringe, daer Everts gerecht van Stoutenburch keert. Voert aen Soesde Stapel, daer Heren Sweders gerecht van Abcoude keert. Voert aen Stoete­keberg daer des Bischops gerecht keert. Voert tusschen de Hoernekamp ende den ouden wech, daer de Heerschap van Leusden ende van Heese scheyt. Voert om Warenburg tot aen de groene wech, die bij Rustelberg nedergaet, ende van Overheese tot aen de groote meeren. Voert van de nieuwe graft aen de Ridderveenen tot aen des Proosten gerecht van St. Johannes bii der Vuyrsche, ende tot aen die sloote daer die scheydinge gaet tusschen Soestlant ende Soestremaeth tot Barnevelt.
Voert dat gerecht Eminclaer also als dat van outs gelegen heeft tusschen die Maelschap van Colhorst ende dat gerecht van Hoefflaecken, ende tusschen Amersfoorder Meente ende Seldrechter waerschap, uytgenomen  tienden ende gerecht dat Heer Wouter van Stoutenburch van den Godshuyse heeft, ende Tideman de Coningh in huere nu besit, ende twee spint mouts koorns, ende twee havick hoenderen, die sij bij haren seggen wanen dat haer eygen sijn, en dienen hem oft hoeren Boden schuldich is te brengen in den Hoff tot Eminclaere op St. Willebroerts dach, als uyt den tween hoeven, die geheeten sijn Lienlare.
Voert dat gerecht tot Scherpenzeel metten broeck tot Rijn­schoten, ende met alle die goeden, die hem die seven ? onderwinden, also verre als den Godshuyse aengaet van St. Pauwels, ende die thienden in den Oest tusschen de nieuwe graft, en de scheydinge van Soest en Baern.
Ende alle dese voorsz. goederen met allen dat daer toe­behoort heeft Heer Adam van Lockhorst Ridder en de Heer Gerrit sijn soon met gesamender hant ontfangen van heer Jan de Klein Abt tot St. Pauls, daer Godt de siel of hebben moet, ende van Henrick van Rijkele die noch le­vet, in alle die rechten, daer heer Adam ende sijn ouderen van den Godshuyse haer toegebracht hebben.

Genealogische en Heraldische Bladen 1909 - Emiclaer - Magescheid.
Donderdag voor Palmzondag 1327.  Allen dengenen die desen brieff.
sullen sien of hooren lesen doe ick verstaen Adam van Lochhorst mit kennisse der waerheyt, dat ick met vrijen wille ende bij raede Gerards van Lochhorst, ende Gillis van Lochhorst mijne kinderen, ende andere mijne magen om ruste ende vrede, ende eendrachticheyt te hebben tusschen mijne kinderen voorsz. ende Adam van Lockhorst ende Aernout sijn broeder, geordonneert heb ende gemaeckt, ende wil dat Adam ende Aernout voornoemt gegoet sijn na mijnre doot van mijn goeden in deser maniere, als hun nae beschreven staet, ende wille, dat Adam ende Aernou voornoemt hier mede gescheyden sijn van mijne voorsz. kinderen, ende vertyen van allen goede dat hem aencomen mach na mijnre doot.
In 't eerste so wil ick dat Adam voorsz. hebbe ende heb­ben sal na mijnre doot dat goet tot Lockhorst, dat goet tot Rutenbeeck, dat goet tot Wateringe, dat goet op Hamers­felt ende te Leusden dat goet dat geheten is Emelaer, ende Drosselaer, ende Daetselaer, ende dat Gerechte van Scher­penzeel, ende den thienden van Westerwoudt, ende den tien­de ende gerechte van Seldrecht, also als dese voersz goede­ner gelegen sijn met allen den rechten, die mijn ouders ende ick in dese voorsz. goederen gebracht hebben. Voorts so sal Aernout hebben uyt dese voorsz. goederen, drie vierdel, also alse gelegen sijn op Hamersfeldt, daer Johan Botter op sit, ende vier vierdelen op Hamersfelt also alsse gelegen sijn aen d'een sijde des weegs te Broeckweert. Voerts dat goet dat geheten is Emelaer met water ende met weyde, met Bosch ende met heyde, also dat gelegen is, also dat Aernout voornoemt dit voorsz. goet houden sal in rechte broeder scheydinge, als tot een onversterffelijck leen, ende te verheergewaden met een sperwer.  Voort so sal ADAM voorsz. jaerlijcks geven Jonckvrou Clara sijn suster die nonne; 't haren lijve also lange als sij leeft drie pont swarte tornoysen, eene goede Hollantsche voor twee penningen gerekent, die hij haer uytreycken sal uyt eenre hoeve Lant gelegen in Leusder­broeck, ende betalen alse die ene helfte tot sinte Martinis ad Cathedram enz. Voerts so wil ick dat Adam ende Aernout voornoemt end geene van hem beyde dit voornoemde goet alst hier voorsz. staet vercoopen, oft wechgeven, versetten oft versellen mach, ten sij elck bij des anderen wille, bij sijnen consente, ende bij sijnen rade, also lange als heur een van hem beyde leeft. Ende om dat ick Adam van Lockhorst Ridder voornoemt wille dat alle dese stucken ende voor­waerden die hier voer beschreven staen vast ende stade blij­ven, ende trouwelick onderhonden worden van mijnen kinderen, ende kints kinderen voorsz. ende heuren rechten erf­genamen, zo heb ick rnijn segel voor aen desen brief gedaen. Ende wij Gerardt van Lockhorst ende Gillis sijn broeder, Adam van Lockhorst en de Aernout sijn broeder voornoemt, oerconden ende kennen dat alle dese .voorsz. stucken bij onsen vrij en wille ende bij rade ons Heeren ons Vaders ende onse Oude Vader voorsz. ende andere onse magen sijn gemaeckt om ruste ende om vrede ende eendrachtichheyt te hebben onder ons ende onse rechte erfgenamen, ende gelo­ven die trouwelyck t'onderhouden ende vol te doen, ende hebben des onse segelen an desen brief mede gedaen in oerconde der waerheyt. Voorts om die meerre vrientschap ende vestenisse deser dingen, soo hebben wij gebeden eersame luyden onse lieve magen Adam van Lockhorst, Ridder, Jacob van Lockhorst, Johan van Liesvelt, ende Adam Soudenbalch, dat sij desen brief hebben mede gesegelt. Ende wij Adam van Lockhorst, presbyter, Jacob van Lockhorst, Johan van Liesvelt, en Adam Soudenbalch hebben door bede willen Heeren Adams van Lockhorst Ridders ende sijnre kinderen onse segelen mee aen desen brief gedaen in oirconde der waerheyt. Gegeven in t jaer ons Heeren CIO.CCC seven ende twintich des Donredachs voor Palmen.

Heer van Lockhorst, Emelaer, Soest, Heeze, Scherpenzeel, Rutenbeeke, Wateringhe, enz. werd door Heer Jan de Cleyne van Colen, Abt van St. Paulus beleend met: "Eerst dat goed tot Lockhorst, item dat goet tot Lockhorst ende ter Weteringe met ales dat daer toebehoort, dat Gerecht ende die thienden wilt ende tam also dat van van outs is gelegen is tusschen Leuden ende Hamersfelt, voort die thienden op het veen, dat gelegen is aen de Westzijde van der Eeme ende Goylant tusschen Baerne ende Thomas van Cattenbroeck. Voert dat Gerecht van Zoest ende van Hees, van Blancelf tot op den Kerckoerder Wateringe daer Everts Gerecht van Stoutenburg keert, voert aen Soesde Stapel daer Heren Sweder Gerecht van Abcoude keert, voert aen Stoetekeberg daer des Bisschops Gerecht keert. Voert tusschen de Hoernekamp ende den ouden wech daer de Heerschap van Leusden ende van Hees scheyt, voert om Warenburg tot aen de groene wech die bij Rustelberg nedergaet ende van Overheese tot aen de groote meeren. Voert van de Nieuwe Graft aen de Ridder veenen tot aen die slooten daer die scheydinge gaet tusschen Soestlant ende Soestremaeth tot Barnevelt. Voert dat Gerecht Eminclaer also als daet van outs is gelegen heeft tusschen die maalschap van Colhorst ende dat Gerecht van Hoefflaecken ende tusschen Amersfoerder Meente ende Seldrechter waerschap uytgenomen tienden ende Gerechte dat heer Wouter van Stoutenburch van den Godshuyse waerschap ende Tideman de Coningh in huere nu besit ende twee spint mout koorns ende twee havick hoenderen die sij bij horen seggen waren dat haer eigen syn en die men hem ofte hoeren Boden schuldich is te brengen in den Hoff tot Eminclaere op St Willebroerts dach als uyt den twee hoeven die geheeten zijn Lienlare. Voert dat Gerecht tot Scherpenzeel metten broeck tot Rynschoten ende met alle die goederen die hem die seven onderwinden also verre als den Godshuyse aangaet van St Pauwels ende die thienden in den oest tusschen de Nieuwe Graft ende scheydinge van Soest en Baern.
Adam van Lockhorst maakte een magenscheid tusschen zijn kinderen en kleinkinderen Donderdag voor Palmzondag 1327 waarbij Adam van Lockhorst den zoon van zijn overleden zoon Adam: Lockhorst, Emiclaer enz. zou krijgen. Niettegenstaande dit werd de jeugdige Adam die zonder oir stierf en na hem zijn broeder Arnout beroofd van Lockhorst door hum oom Gerrit van Lockhorst en naderhand door diens zoon Wouter. Er had een schikking plaats door Hendrik van Bouchout Abt van St Paulus waarbij Wouter: Lockhorst aan den Abt moest opdragen en waarna deze er mede beleende Arnout van Pinxterdag 1352. Adam van Lockhorst verkocht het Gericht van Soest en van Heese aan Heer Sweder van Abcoude in 1325. Hij transporteerde het Gericht van Broedijk en Tienden aan zijn zoon Gilles in 1325. Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (uitgave 1909).

tr.
met

Aleid Soudenbalch (Beatrix Meyen).

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleijd     


Aleid Soudenbalch
Aleid Soudenbalch (Beatrix Meyen).

tr.
met

Adam III van Lockhorst, zn. van Adam van Lockhorst, ovl. in 1327.

Adam III van Lockhorst.
Ridder. Verleid met de goederen zijns vaders en Ruitenbeeck en Wateringhe 1300, verkoopt Heeze en Soest 15 Nov 1325, testeert 2 Apr 1327. Een afschift van zijn testament vindt men bij Mattheus. Bron: De Nederlandse Adel (1915, pag 165).

Na het overlijden van zijn oudste zoon, vreezende verschillen onder zijn kinderen en kindskinderen, maakt hij een testament bij forme van magescheid, waarbij Lockhorst na zijn dood komen moet op zijn overleden oudste zoon Adam van Lockhorst, 1327 donderdag voor Palm Sondag. Bron: CBG, Collectie Regt.

Genealogische en Heraldische Bladen 1909 - Emiclaer -.
1300.Extract uyt het Leenregister van Abdye van St. Pauwels inhoudende de goederen daer die van Lockhorst met beleent sijn geweest:.
Eerst dat goet tot Lockhorst.
Item dat goet tot Lockhorst ende ter Wateringe met alles dat daer toebehoort, dat gerecht ende die thienden wilt ende tam, also dat van outs gelegen is tusschen Leusden ende Hamersfelt.
Voort die thienden op het Veen, dat gelegen is aen de Westziide van der Eme ende Goylant, tusschen Baerne ende Thomas Thienden van Cattenbroeck.
Voert dat gerecht van Zoest, ende van Heese,. van Blan­celf tot op aen kerckoerder Wateringe, daer Everts gerecht van Stoutenburch keert. Voert aen Soesde Stapel, daer Heren Sweders gerecht van Abcoude keert. Voert aen Stoete­keberg daer des Bischops gerecht keert. Voert tusschen de Hoernekamp ende den ouden wech, daer de Heerschap van Leusden ende van Heese scheyt. Voert om Warenburg tot aen de groene wech, die bij Rustelberg nedergaet, ende van Overheese tot aen de groote meeren. Voert van de nieuwe graft aen de Ridderveenen tot aen des Proosten gerecht van St. Johannes bii der Vuyrsche, ende tot aen die sloote daer die scheydinge gaet tusschen Soestlant ende Soestremaeth tot Barnevelt.
Voert dat gerecht Eminclaer also als dat van outs gelegen heeft tusschen die Maelschap van Colhorst ende dat gerecht van Hoefflaecken, ende tusschen Amersfoorder Meente ende Seldrechter waerschap, uytgenomen  tienden ende gerecht dat Heer Wouter van Stoutenburch van den Godshuyse heeft, ende Tideman de Coningh in huere nu besit, ende twee spint mouts koorns, ende twee havick hoenderen, die sij bij haren seggen wanen dat haer eygen sijn, en dienen hem oft hoeren Boden schuldich is te brengen in den Hoff tot Eminclaere op St. Willebroerts dach, als uyt den tween hoeven, die geheeten sijn Lienlare.
Voert dat gerecht tot Scherpenzeel metten broeck tot Rijn­schoten, ende met alle die goeden, die hem die seven ? onderwinden, also verre als den Godshuyse aengaet van St. Pauwels, ende die thienden in den Oest tusschen de nieuwe graft, en de scheydinge van Soest en Baern.
Ende alle dese voorsz. goederen met allen dat daer toe­behoort heeft Heer Adam van Lockhorst Ridder en de Heer Gerrit sijn soon met gesamender hant ontfangen van heer Jan de Klein Abt tot St. Pauls, daer Godt de siel of hebben moet, ende van Henrick van Rijkele die noch le­vet, in alle die rechten, daer heer Adam ende sijn ouderen van den Godshuyse haer toegebracht hebben.

Genealogische en Heraldische Bladen 1909 - Emiclaer - Magescheid.
Donderdag voor Palmzondag 1327.  Allen dengenen die desen brieff.
sullen sien of hooren lesen doe ick verstaen Adam van Lochhorst mit kennisse der waerheyt, dat ick met vrijen wille ende bij raede Gerards van Lochhorst, ende Gillis van Lochhorst mijne kinderen, ende andere mijne magen om ruste ende vrede, ende eendrachticheyt te hebben tusschen mijne kinderen voorsz. ende Adam van Lockhorst ende Aernout sijn broeder, geordonneert heb ende gemaeckt, ende wil dat Adam ende Aernout voornoemt gegoet sijn na mijnre doot van mijn goeden in deser maniere, als hun nae beschreven staet, ende wille, dat Adam ende Aernou voornoemt hier mede gescheyden sijn van mijne voorsz. kinderen, ende vertyen van allen goede dat hem aencomen mach na mijnre doot.
In 't eerste so wil ick dat Adam voorsz. hebbe ende heb­ben sal na mijnre doot dat goet tot Lockhorst, dat goet tot Rutenbeeck, dat goet tot Wateringe, dat goet op Hamers­felt ende te Leusden dat goet dat geheten is Emelaer, ende Drosselaer, ende Daetselaer, ende dat Gerechte van Scher­penzeel, ende den thienden van Westerwoudt, ende den tien­de ende gerechte van Seldrecht, also als dese voersz goede­ner gelegen sijn met allen den rechten, die mijn ouders ende ick in dese voorsz. goederen gebracht hebben. Voorts so sal Aernout hebben uyt dese voorsz. goederen, drie vierdel, also alse gelegen sijn op Hamersfeldt, daer Johan Botter op sit, ende vier vierdelen op Hamersfelt also alsse gelegen sijn aen d'een sijde des weegs te Broeckweert. Voerts dat goet dat geheten is Emelaer met water ende met weyde, met Bosch ende met heyde, also dat gelegen is, also dat Aernout voornoemt dit voorsz. goet houden sal in rechte broeder scheydinge, als tot een onversterffelijck leen, ende te verheergewaden met een sperwer.  Voort so sal ADAM voorsz. jaerlijcks geven Jonckvrou Clara sijn suster die nonne; 't haren lijve also lange als sij leeft drie pont swarte tornoysen, eene goede Hollantsche voor twee penningen gerekent, die hij haer uytreycken sal uyt eenre hoeve Lant gelegen in Leusder­broeck, ende betalen alse die ene helfte tot sinte Martinis ad Cathedram enz. Voerts so wil ick dat Adam ende Aernout voornoemt end geene van hem beyde dit voornoemde goet alst hier voorsz. staet vercoopen, oft wechgeven, versetten oft versellen mach, ten sij elck bij des anderen wille, bij sijnen consente, ende bij sijnen rade, also lange als heur een van hem beyde leeft. Ende om dat ick Adam van Lockhorst Ridder voornoemt wille dat alle dese stucken ende voor­waerden die hier voer beschreven staen vast ende stade blij­ven, ende trouwelick onderhonden worden van mijnen kinderen, ende kints kinderen voorsz. ende heuren rechten erf­genamen, zo heb ick rnijn segel voor aen desen brief gedaen. Ende wij Gerardt van Lockhorst ende Gillis sijn broeder, Adam van Lockhorst en de Aernout sijn broeder voornoemt, oerconden ende kennen dat alle dese .voorsz. stucken bij onsen vrij en wille ende bij rade ons Heeren ons Vaders ende onse Oude Vader voorsz. ende andere onse magen sijn gemaeckt om ruste ende om vrede ende eendrachtichheyt te hebben onder ons ende onse rechte erfgenamen, ende gelo­ven die trouwelyck t'onderhouden ende vol te doen, ende hebben des onse segelen an desen brief mede gedaen in oerconde der waerheyt. Voorts om die meerre vrientschap ende vestenisse deser dingen, soo hebben wij gebeden eersame luyden onse lieve magen Adam van Lockhorst, Ridder, Jacob van Lockhorst, Johan van Liesvelt, ende Adam Soudenbalch, dat sij desen brief hebben mede gesegelt. Ende wij Adam van Lockhorst, presbyter, Jacob van Lockhorst, Johan van Liesvelt, en Adam Soudenbalch hebben door bede willen Heeren Adams van Lockhorst Ridders ende sijnre kinderen onse segelen mee aen desen brief gedaen in oirconde der waerheyt. Gegeven in t jaer ons Heeren CIO.CCC seven ende twintich des Donredachs voor Palmen.

Heer van Lockhorst, Emelaer, Soest, Heeze, Scherpenzeel, Rutenbeeke, Wateringhe, enz. werd door Heer Jan de Cleyne van Colen, Abt van St. Paulus beleend met: "Eerst dat goed tot Lockhorst, item dat goet tot Lockhorst ende ter Weteringe met ales dat daer toebehoort, dat Gerecht ende die thienden wilt ende tam also dat van van outs is gelegen is tusschen Leuden ende Hamersfelt, voort die thienden op het veen, dat gelegen is aen de Westzijde van der Eeme ende Goylant tusschen Baerne ende Thomas van Cattenbroeck. Voert dat Gerecht van Zoest ende van Hees, van Blancelf tot op den Kerckoerder Wateringe daer Everts Gerecht van Stoutenburg keert, voert aen Soesde Stapel daer Heren Sweder Gerecht van Abcoude keert, voert aen Stoetekeberg daer des Bisschops Gerecht keert. Voert tusschen de Hoernekamp ende den ouden wech daer de Heerschap van Leusden ende van Hees scheyt, voert om Warenburg tot aen de groene wech die bij Rustelberg nedergaet ende van Overheese tot aen de groote meeren. Voert van de Nieuwe Graft aen de Ridder veenen tot aen die slooten daer die scheydinge gaet tusschen Soestlant ende Soestremaeth tot Barnevelt. Voert dat Gerecht Eminclaer also als daet van outs is gelegen heeft tusschen die maalschap van Colhorst ende dat Gerecht van Hoefflaecken ende tusschen Amersfoerder Meente ende Seldrechter waerschap uytgenomen tienden ende Gerechte dat heer Wouter van Stoutenburch van den Godshuyse waerschap ende Tideman de Coningh in huere nu besit ende twee spint mout koorns ende twee havick hoenderen die sij bij horen seggen waren dat haer eigen syn en die men hem ofte hoeren Boden schuldich is te brengen in den Hoff tot Eminclaere op St Willebroerts dach als uyt den twee hoeven die geheeten zijn Lienlare. Voert dat Gerecht tot Scherpenzeel metten broeck tot Rynschoten ende met alle die goederen die hem die seven onderwinden also verre als den Godshuyse aangaet van St Pauwels ende die thienden in den oest tusschen de Nieuwe Graft ende scheydinge van Soest en Baern.
Adam van Lockhorst maakte een magenscheid tusschen zijn kinderen en kleinkinderen Donderdag voor Palmzondag 1327 waarbij Adam van Lockhorst den zoon van zijn overleden zoon Adam: Lockhorst, Emiclaer enz. zou krijgen. Niettegenstaande dit werd de jeugdige Adam die zonder oir stierf en na hem zijn broeder Arnout beroofd van Lockhorst door hum oom Gerrit van Lockhorst en naderhand door diens zoon Wouter. Er had een schikking plaats door Hendrik van Bouchout Abt van St Paulus waarbij Wouter: Lockhorst aan den Abt moest opdragen en waarna deze er mede beleende Arnout van Pinxterdag 1352. Adam van Lockhorst verkocht het Gericht van Soest en van Heese aan Heer Sweder van Abcoude in 1325. Hij transporteerde het Gericht van Broedijk en Tienden aan zijn zoon Gilles in 1325. Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (uitgave 1909).

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleijd     


Adam van Lockhorst
Adam van Lockhorst (van Lochorst).

Adam van Lockhorst.
Ridder, in 1247 gesteld onder voogdij van zijnen oom Jan, die zich de Lockhorster goederen toeeigent, doch 22 Feb 1253 wordt genoodzaakt het grootste deel dezer goederen terug te geven, bij uitspraak van bisschop Hendrik van Vianden te Utrecht, die in den scheidbrief Adam een zoon van Adamszoon van Lockhorst noemt en afstammeling van den fundator van het oorspronkelijk klooster op de Heiligenberg. Adam krijgt bij dien uitspraak toegewezen den tienden ten westen van de Eem, en de gerechten van Emelaer, Soest, 't Woud en Scherpenzeel. Zijn oom Jan, de tienden ten oosten van de Eem en he gerecht Coelhorst. Bron: De Nederlandse Adel (1, pag. 165).

Beleend met Lockhorst, Eminclaer enz. door Hendrik Abt van St. Paulus. Heer van Lockhorst. Emelaer (Eminclaer), Heeze, Soest, Scherpenzeel, enz. stond onder de voogd van zijn oom Johan van Lockhorst die hem zijn leengoederen betwistte, de strijd hierover werd bijgelegd door Bisschop Hendrik van Vianden 22 februari 1253 waarbij Adam van Lockhorst in het bezit werd gesteld van zijne erfgoederen: Lockhorst, Emelaer, Soest, Heeze, Scherpenzeel, ens. en de tienden ten Westen van de Eem. Zijn oom Jan van Lockhorst verkreeg de tienden ten Oosten van de Eem en het gerecht van Coelhorst. Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (uitgave 1909).


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adam III  †1327   


Adam van Lockhorst
Adam van Lockhorst, ovl. in 1247.

Adam van Lockhorst.
Verleid met de Lockhorster goederen door den ambt van St. Paulus 1235. Bron: De Nederlandse Adel (1, pag. 165). Door den Abt van St. Paulus en Bisschop Otto werd hij Miles genoemd, 1246. Hij overleed voor zijn vader (Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (uitgave 1909)).

tr. in 1239
met

Ida van Hammerstein.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adam     


Ida van Hammerstein
Ida van Hammerstein.

tr. in 1239
met

Adam van Lockhorst, zn. van Johan van Lockhorst, ovl. in 1247.

Adam van Lockhorst.
Verleid met de Lockhorster goederen door den ambt van St. Paulus 1235. Bron: De Nederlandse Adel (1, pag. 165). Door den Abt van St. Paulus en Bisschop Otto werd hij Miles genoemd, 1246. Hij overleed voor zijn vader (Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (uitgave 1909)).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adam