Website van Cees Hagenbeek
Katrijn Heynric Stormzndr
Katrijn Heynric Stormzndr (Jongste1), geb. circa 1458, ovl. (hoogstens 62 jaar oud) voor 4 aug 1520.

Katrijn Heynric Stormzndr.
beleend met de helft van 15 morgen te Vrijenban 26 januari 1495.

tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 18 jaar oud) circa 1488
met

Huijch Cornelisz Storm van 's-Gravenzande2,3, geb. circa 1470 pachter van de waag te 's-Gravenzande, overl. 's-Gravenzande tussen 31 mei 1538 en 24 sept. 1540, 1494 schepen, in 1502-1514 burgemeester van 's-Gravenzande, ovl. (minstens 67 jaar oud) tussen 31 mei 1538 en 24 sep 1540 , Hij krijgt geen kinderen.

 


Huijch Cornelisz Storm van 's-Gravenzande.
De stamreeks begint met Huyg Cornelisz die in 1494 schepen en in 1502 burgemeester van 's-Gravenzande was. Zijn zoon, die voor 15 januari 1544 overleed, noemde zich Hendrick Hugensz Storm en vestigde zich te Delft. Een zoon van de laatste, Dirk Hendricksz (†1579) wordt soms aangeduid met de toenaam van 's Gravesande en werd veertigraad en schepen van Delft. Nageslacht van die laatste noemden zich steeds van 's Gravesande, en vanaf de 18e eeuw voerden nazaten de naam Storm van 's Gravesande. Bij Koninklijk Besluit van 7 juni 1831 werd het eerste lid van de familie verheven in de Nederlandse adel; verheffingen vonden plaats tot en met 28 november 1843 maar enkele vervielen wegens niet lichten.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrick*1490  †1544 Delft 54
Maritgen*1490  †1540 de Lier 50



Bronnen:
1.Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, bijlagen bij de Dingboeken (ORA 043), Type: Notariele akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Inventarisnr.: 87, Akteplaats: Kethel, periode: van 1575 tot 2 feb 1619  (9 feb 1580)
2.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883
3.Genealogie Storm, waaruit stammende een geslacht Storm van 's Gravensande (B 242), Type: boek, Schrijver: Hans K. Nagtegaal (blz. 6)

Cornelis Cats
Cornelis Cats (Kats, Kas, Katsz), geb. te Vadstena [Zweden] of Stolholm circa 1755.

tr. (ongeveer 30 jaar oud) te Haarlem op 25 jun 1786
met

Joanna Helena (Lena) Kerkhoven.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1787 Haarlem †1850 Santpoort 63
Geertruij~1800 Haarlem †1890 Haarlem 89
Lauwerina~1793 Haarlem †1822 Rotterdam 29


Maritgen Dircksdr
Maritgen Dircksdr (Jorijsdr1), geb. circa 1553.

tr.
met

Adrieaen Jorisz (Aryen) Jongste (Houwaert2, Jonckste), zn. van Jorijs Corneliszn Jongste en Katrijn Jorijsdr, geb. te Schiedam circa 1555, ovl. (hoogstens 55 jaar oud) voor 18 feb 1611.

Adrieaen Jorisz Jongste.
Nr. 101 d.d. 09-02-1580.
Jan Doessen schout van Kethel, Pieter Cornelisz. Verhoel en Gherijt Jansz. van der Moelen schepenen in Kethel, oorkonden dat gecompareerd zijn de gemene buren en inwoners van Kethel welke daar althans woonachtig zijn, te weten; Adriaen Jorijsz. genaamd Jonckste oud omtrent 25 jaar, Marritgen Dirricxdochter zijn huisvrouw oud omtrent 27 jaar, Dammes Jansz. timmerman oud omtrent 29 jaar, Krientgen Jorijsdochter zijn huisvrouw oud omtrent 27 jaar, Jorijs Florijsz. oud omtrent 39 jaar, Krientgen Anthoenisdochter zijn huisvrouw oud omtrent 34 jaar, Jop Gherijtsz. waard in het dorp oud omtrent 35 jaar, Ariaentgen Woutersdochter zijn huisvrouw oud omtrent 32 jaar, Meijnsgen Pietersdochter huisvrouw van Huijch Cornelisz. oud omtrent 23 jaar, Cornelis Adriaensz. wonende tot Dammes Jansz. timmerman oud omtrent 27 jaar, Cornelis Jansz. bode van Kethel en mede waard in het dorp Kethel oud omtrent 43 jaar, Marritgen Jansdochter zijn huisvrouw oud omtrent 36 jaar,.
Jannitgen Lenertsdochter het jongwijf van de voorsz. Cornelis Jansz. oud omtrent 21 jaar, AnthoenisClaarijsz. timmerknecht oud omtrent 21 jaar, Cornelis Pietersz. mede timmerknecht oud omtrent 19 jaar, beiden thans wonende tot Maertijn Bartolmeesz. timmerman, hebben allen getuigd en gedeposeerd ten verzoeke van Cornelis Claesz. zijnde een zoon van Claes Cornelisz. rietdekker, burger en inwoner van Schiedam, mitsgaders ten verzoeke van Neeltgen Willemsdr. huisvrouw van dezelve Claes Cornelisz. en ook ten verzoeke van Cornelis Bastiaensz. zijn buurman, mede burger van Schiedam.
Ten 1° getuigt Adriaen Jorijsz. Jonckste en Marritgen Dircxdochter zijn huisvrouw, dat zij deposanten op woensdag 3-2-1580 stilo corie geweest zijn tot hun deposantens woning en woonplaats in het dorp Kethel, alwaar zij gezien hebben ene Claes Cornelisz. rietdekker voorsz, welke daar bracht vorstpannen op de woning en hofstede van ene Elant Ariaensz. oud burgemeester van Schiedam, staande in het dorp Kethel, om ze aldaar op dezelfde woning te verwerken, alzo Claes Cornelisz. in het jaar '79 de gehele woning en hofstede gedekt had.
En alzo de voorsz. Claes Cornelisz. nagegeven en nagezegd was door "clap" van ene Ariaen Lenertsz. van Zoetermeer, hun deposantens dienstknecht, die deze Claes Cornelisz. belast heeft en nagezegd dat hij op de voorsz. woensdag 3 Februari, door raad of ingeving van de boze vijand van de hellen, dat Claes Cornelisz. zich ontgaan zou hebben en dat hij te doen gehad zou mogen hebben met haar deposantens koe, staande tot hun woonplaats, alwelk tendeert tot grote schande en blamage van dezelve Claes Cornelisz. en niet betamelijk is voor God en voor alle Christenmensen te verhalen of vertellen en gerekend wordt voor de mensen van deze wereld voor boggerije (=hekserij).
De deposanten verklaren dat zij hiervan niets weten of gezien hebben, hoewel zij wel thuis waren en dat dezelve Claes Cornelisz. zolang als zij hem kennen, gehouden hebben voor een schoon eerlijk man die altijd zijn brood met arbeiden voor zijn huisvrouwen kinderen gewonnen heeft.
Dammes Jansz. timmerman en Krientgen Jorisdr. zijn huisvrouw getuigen dat zij woonachtig zijn in het dorp Kethel naast de voorn. Ariaen Jorijsz. en dat zij deposanten op de voorn. woensdag ook thuis geweest waren. Zij hebben dezelfde Claes Cornelisz. bezig gezien met de vorstpannen op de woning van Elandt Ariaens aan te brengen en niets oneerlijk van Claes Cornelisz. gezien nog bemerkt van wat Adriaen Lenertsz. knecht van Ariaen Jorijsz. Jonckste, heeft beweerd. Zij kennen Claes Cornelisz. voor een schoon eerlijk man.
Cornelis Ariaensz. woonachtig ten huize van Dammes Jansz. timmerman in het dorp Kethel heeft op dezelve woensdagmiddag zitten eten met zijn huisvrouw toen Adriaen Lenertsz. wilde hebben dat hij deposant naar hem zou gaan tot Ariaen Jorijsz. Jonckste zijn meester, maar hij deposant wist niet wat te doen. Hij is opgestaan en naar Ariaen Jorijsz. Jonckste gegaan en zag daar dat Adriaen Lenertsz. van Zoetermeer kwestie had met Claes Cornelisz. en Adriaen Lenertsz. smeet en sloeg Claes Cornelisz, niet wetende waarom de kwestie ging. De deposant zegt niets gezien te hebben van wat Adriaen Lenertsz. beweerd, maar houdt Claes Cornelisz. voor een eerlijk man.
Jorijs Florijsz. en Krientgen Anthonisdr. zijn huisvrouw wonende in het dorp Kethel getuigen dat op woensdag voorn. beiden thuis geweest zijn en hebben Claes Cornelisz. met de orstpannen op de woning van Eelant Ariaensz. bezig gezien, om ze aldaar te verwerken. Zij hebben van Claes Cornelisz. niets ombehoorlijks gezien en kennen hem als een eerlijk man die met arbeid voor zijn huisvrouwen kinderen de kost verdiend. Ook hun kinderen hebben niets gemerkt. Zij hebben wel gezien dat Arien Lenertsz. van Zoetermeer met Claes Cornelisz. kwestie had, niet wetende waarom.
Cornelis Jansz. bode en waard en Marritgen Jansdr. zijn huisvrouw waardin in het dorp Kethel, getuigen dat zij beiden thuis geweest waren en hebben Claes Cornelisz. met de vorstpannen bezig gezien op de woning van Eelandt Ariaensz. Zij hebben van de beschuldiging van Arien Lenertsz. niets.
gezien.
Meijnsgen Pietersdr. huisvrouw van Huijch Cornelisz. wonende op de woning en hofstede van Eelandt Ariaensz. getuigt dat Claes Cornelisz. op woensdag voorn. vorstpannen boven op het huis heeft verwerkt. Zij heeft niets bemerkt van de beschuldigingen van Arien Lenertsz.
Jannetgen Lenertsdr. het jongwijf van Cornelis Jansz. waard persisteert bij haar meester en getuigt dat zij mede van Zoetermeer is, en dat zij dikwijls heeft horen zeggen dat Adriaen Lenertsz. een weduwe te Bleiswijk gehuwd heeft en daar vanaf is. Meer weet zij niet te getuigen.
Anthoenis Claurijsz. en Cornelis Pietersz. beiden timmerknechten van Maertijn Bartelmeesz. timmerman, wonende in het dorp Kethel, getuigen dat zij op woensdag 3 Februari in het dorp geweest zijn tot hun meesters woonplaats en dat zij Claes Cornelisz. gezien hebben in het dorp Kethel bezig met pannen te brengen op de woning van Elant Ariaensz. te Schiedam. Verder hebben zij niets gezien.
Jop Gherijtsz. en Ariaentgen Woutersdr. zijn huisvrouw getuigen dat zij woonachtig zijn in het dorp Kethel en dat zij op woensdag 3 Februari in Schiedam geweest zijn en niets van het feit gehoord en gezien hebben, maar kennen Claes Cornelisz. al zeer lang en hebben hem altijd voor een goed en eerlijk man gehouden.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck*1597 Schiedam †1666  68



Bronnen:
1.Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, bijlagen bij de Dingboeken (ORA 043), Type: Notariele akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Inventarisnr.: 87, Akteplaats: Kethel, periode: van 1575 tot 2 feb 1619  (9 feb 1580)
2.Doopboek en Trouwboek Het Woud (D 390), Type: doopboek, Archiefnaam: GA Delft, Archief: DTB Het Woud, Inventarisnr.: FS Film 423456, Gezindte: NH, doopplaats: 't Woud, periode: 1609 (sep 1662 blz. 87)

Jorijs Corneliszn Jongste
Jorijs Corneliszn Jongste1, ovl. te Kethel vanaf 23 nov 1575.

Jorijs Corneliszn Jongste.
Nr. 101 d.d. 09-02-1580.
Jan Doessen schout van Kethel, Pieter Cornelisz. Verhoel en Gherijt Jansz. van der Moelen schepenen in Kethel, oorkonden dat gecompareerd zijn de gemene buren en inwoners van Kethel welke daar althans woonachtig zijn, te weten; Adriaen Jorijsz. genaamd Jonckste oud omtrent 25 jaar, Marritgen Dirricxdochter zijn huisvrouw oud omtrent 27 jaar, Dammes Jansz. timmerman oud omtrent 29 jaar, Krientgen Jorijsdochter zijn huisvrouw oud omtrent 27 jaar, Jorijs Florijsz. oud omtrent 39 jaar, Krientgen Anthoenisdochter zijn huisvrouw oud omtrent 34 jaar, Jop Gherijtsz. waard in het dorp oud omtrent 35 jaar, Ariaentgen Woutersdochter zijn huisvrouw oud omtrent 32 jaar, Meijnsgen Pietersdochter huisvrouw van Huijch Cornelisz. oud omtrent 23 jaar, Cornelis Adriaensz. wonende tot Dammes Jansz. timmerman oud omtrent 27 jaar, Cornelis Jansz. bode van Kethel en mede waard in het dorp Kethel oud omtrent 43 jaar, Marritgen Jansdochter zijn huisvrouw oud omtrent 36 jaar,.
Jannitgen Lenertsdochter het jongwijf van de voorsz. Cornelis Jansz. oud omtrent 21 jaar, AnthoenisClaarijsz. timmerknecht oud omtrent 21 jaar, Cornelis Pietersz. mede timmerknecht oud omtrent 19 jaar, beiden thans wonende tot Maertijn Bartolmeesz. timmerman, hebben allen getuigd en gedeposeerd ten verzoeke van Cornelis Claesz. zijnde een zoon van Claes Cornelisz. rietdekker, burger en inwoner van Schiedam, mitsgaders ten verzoeke van Neeltgen Willemsdr. huisvrouw van dezelve Claes Cornelisz. en ook ten verzoeke van Cornelis Bastiaensz. zijn buurman, mede burger van Schiedam.
Ten 1° getuigt Adriaen Jorijsz. Jonckste en Marritgen Dircxdochter zijn huisvrouw, dat zij deposanten op woensdag 3-2-1580 stilo corie geweest zijn tot hun deposantens woning en woonplaats in het dorp Kethel, alwaar zij gezien hebben ene Claes Cornelisz. rietdekker voorsz, welke daar bracht vorstpannen op de woning en hofstede van ene Elant Ariaensz. oud burgemeester van Schiedam, staande in het dorp Kethel, om ze aldaar op dezelfde woning te verwerken, alzo Claes Cornelisz. in het jaar '79 de gehele woning en hofstede gedekt had.
En alzo de voorsz. Claes Cornelisz. nagegeven en nagezegd was door "clap" van ene Ariaen Lenertsz. van Zoetermeer, hun deposantens dienstknecht, die deze Claes Cornelisz. belast heeft en nagezegd dat hij op de voorsz. woensdag 3 Februari, door raad of ingeving van de boze vijand van de hellen, dat Claes Cornelisz. zich ontgaan zou hebben en dat hij te doen gehad zou mogen hebben met haar deposantens koe, staande tot hun woonplaats, alwelk tendeert tot grote schande en blamage van dezelve Claes Cornelisz. en niet betamelijk is voor God en voor alle Christenmensen te verhalen of vertellen en gerekend wordt voor de mensen van deze wereld voor boggerije (=hekserij).
De deposanten verklaren dat zij hiervan niets weten of gezien hebben, hoewel zij wel thuis waren en dat dezelve Claes Cornelisz. zolang als zij hem kennen, gehouden hebben voor een schoon eerlijk man die altijd zijn brood met arbeiden voor zijn huisvrouwen kinderen gewonnen heeft.
Dammes Jansz. timmerman en Krientgen Jorisdr. zijn huisvrouw getuigen dat zij woonachtig zijn in het dorp Kethel naast de voorn. Ariaen Jorijsz. en dat zij deposanten op de voorn. woensdag ook thuis geweest waren. Zij hebben dezelfde Claes Cornelisz. bezig gezien met de vorstpannen op de woning van Elandt Ariaens aan te brengen en niets oneerlijk van Claes Cornelisz. gezien nog bemerkt van wat Adriaen Lenertsz. knecht van Ariaen Jorijsz. Jonckste, heeft beweerd. Zij kennen Claes Cornelisz. voor een schoon eerlijk man.
Cornelis Ariaensz. woonachtig ten huize van Dammes Jansz. timmerman in het dorp Kethel heeft op dezelve woensdagmiddag zitten eten met zijn huisvrouw toen Adriaen Lenertsz. wilde hebben dat hij deposant naar hem zou gaan tot Ariaen Jorijsz. Jonckste zijn meester, maar hij deposant wist niet wat te doen. Hij is opgestaan en naar Ariaen Jorijsz. Jonckste gegaan en zag daar dat Adriaen Lenertsz. van Zoetermeer kwestie had met Claes Cornelisz. en Adriaen Lenertsz. smeet en sloeg Claes Cornelisz, niet wetende waarom de kwestie ging. De deposant zegt niets gezien te hebben van wat Adriaen Lenertsz. beweerd, maar houdt Claes Cornelisz. voor een eerlijk man.
Jorijs Florijsz. en Krientgen Anthonisdr. zijn huisvrouw wonende in het dorp Kethel getuigen dat op.
woensdag voorn. beiden thuis geweest zijn en hebben Claes Cornelisz. met de vorstpannen op de.
woning van Eelant Ariaensz. bezig gezien, om ze aldaar te verwerken. Zij hebben van Claes.
Cornelisz. niets ombehoorlijks gezien en kennen hem als een eerlijk man die met arbeid voor zijn.
huisvrouwen kinderen de kost verdiend. Ook hun kinderen hebben niets gemerkt. Zij hebben wel.
gezien dat Arien Lenertsz. van Zoetermeer met Claes Cornelisz. kwestie had, niet wetende waarom.
Cornelis Jansz. bode en waard en Marritgen Jansdr. zijn huisvrouw waardin in het dorp Kethel,.
getuigen dat zij beiden thuis geweest waren en hebben Claes Cornelisz. met de vorstpannen bezig.
gezien op de woning van Eelandt Ariaensz. Zij hebben van de beschuldiging van Arien Lenertsz. niets.
gezien.
Meijnsgen Pietersdr. huisvrouw van Huijch Cornelisz. wonende op de woning en hofstede van Eelandt.
Ariaensz. getuigt dat Claes Cornelisz. op woensdag voorn. vorstpannen boven op het huis heeft.
verwerkt. Zij heeft niets bemerkt van de beschuldigingen van Arien Lenertsz.
Jannetgen Lenertsdr. het jongwijf van Cornelis Jansz. waard pesisteert bij haar meester en getuigt dat.
zij mede van Zoetermeer is, en dat zij dikwijls heeft horen zeggen dat Adriaen Lenertsz. een weduwe.
te Bleiswijk gehuwd heeft en daar vanaf is. Meer weet zij niet te getuigen.
Anthoenis Claurijsz. en Cornelis Pietersz. beiden timmerknechten van Maertijn Bartelmeesz.
timmerman, wonende in het dorp Kethel, getuigen dat zij op woensdag 3 Februari in het dorp geweest.
zijn tot hun meesters woonplaats en dat zij Claes Cornelisz. gezien hebben in het dorp Kethel bezig.
met pannen te brengen op de woning van Elant Ariaensz. te Schiedam. Verder hebben zij niets.
gezien.
Jop Gherijtsz. en Ariaentgen Woutersdr. zijn huisvrouw getuigen dat zij woonachtig zijn in het dorp.
Kethel en dat zij op woensdag 3 Februari in Schiedam geweest zijn en niets van het feit gehoord en.
gezien hebben, maar kennen Claes Cornelisz. al zeer lang en hebben hem altijd voor een goed en.
eerlijk man gehouden.

tr.
met

Katrijn Jorijsdr (van Bronckhorst en Borculo2), ovl. te Kethel na 7 dec 1575.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adrieaen*1555 Schiedam †1611  55
Katrijn*1552 Kethel    



Bronnen:
1.Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, bijlagen bij de Dingboeken (ORA 043), Type: Notariele akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Inventarisnr.: 87, Akteplaats: Kethel, periode: van 1575 tot 2 feb 1619  (9 feb 1580)
2.Gens Nostra (GN), veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging, plaats: Amsterdam, datum: van 1946 tot 1995

Katrijn Jorijsdr
Katrijn Jorijsdr (van Bronckhorst en Borculo1), ovl. te Kethel na 7 dec 1575.

tr.
met

Jorijs Corneliszn Jongste2, zn. van Cornelis Jongste, ovl. te Kethel vanaf 23 nov 1575.

Jorijs Corneliszn Jongste.
Nr. 101 d.d. 09-02-1580.
Jan Doessen schout van Kethel, Pieter Cornelisz. Verhoel en Gherijt Jansz. van der Moelen schepenen in Kethel, oorkonden dat gecompareerd zijn de gemene buren en inwoners van Kethel welke daar althans woonachtig zijn, te weten; Adriaen Jorijsz. genaamd Jonckste oud omtrent 25 jaar, Marritgen Dirricxdochter zijn huisvrouw oud omtrent 27 jaar, Dammes Jansz. timmerman oud omtrent 29 jaar, Krientgen Jorijsdochter zijn huisvrouw oud omtrent 27 jaar, Jorijs Florijsz. oud omtrent 39 jaar, Krientgen Anthoenisdochter zijn huisvrouw oud omtrent 34 jaar, Jop Gherijtsz. waard in het dorp oud omtrent 35 jaar, Ariaentgen Woutersdochter zijn huisvrouw oud omtrent 32 jaar, Meijnsgen Pietersdochter huisvrouw van Huijch Cornelisz. oud omtrent 23 jaar, Cornelis Adriaensz. wonende tot Dammes Jansz. timmerman oud omtrent 27 jaar, Cornelis Jansz. bode van Kethel en mede waard in het dorp Kethel oud omtrent 43 jaar, Marritgen Jansdochter zijn huisvrouw oud omtrent 36 jaar,.
Jannitgen Lenertsdochter het jongwijf van de voorsz. Cornelis Jansz. oud omtrent 21 jaar, AnthoenisClaarijsz. timmerknecht oud omtrent 21 jaar, Cornelis Pietersz. mede timmerknecht oud omtrent 19 jaar, beiden thans wonende tot Maertijn Bartolmeesz. timmerman, hebben allen getuigd en gedeposeerd ten verzoeke van Cornelis Claesz. zijnde een zoon van Claes Cornelisz. rietdekker, burger en inwoner van Schiedam, mitsgaders ten verzoeke van Neeltgen Willemsdr. huisvrouw van dezelve Claes Cornelisz. en ook ten verzoeke van Cornelis Bastiaensz. zijn buurman, mede burger van Schiedam.
Ten 1° getuigt Adriaen Jorijsz. Jonckste en Marritgen Dircxdochter zijn huisvrouw, dat zij deposanten op woensdag 3-2-1580 stilo corie geweest zijn tot hun deposantens woning en woonplaats in het dorp Kethel, alwaar zij gezien hebben ene Claes Cornelisz. rietdekker voorsz, welke daar bracht vorstpannen op de woning en hofstede van ene Elant Ariaensz. oud burgemeester van Schiedam, staande in het dorp Kethel, om ze aldaar op dezelfde woning te verwerken, alzo Claes Cornelisz. in het jaar '79 de gehele woning en hofstede gedekt had.
En alzo de voorsz. Claes Cornelisz. nagegeven en nagezegd was door "clap" van ene Ariaen Lenertsz. van Zoetermeer, hun deposantens dienstknecht, die deze Claes Cornelisz. belast heeft en nagezegd dat hij op de voorsz. woensdag 3 Februari, door raad of ingeving van de boze vijand van de hellen, dat Claes Cornelisz. zich ontgaan zou hebben en dat hij te doen gehad zou mogen hebben met haar deposantens koe, staande tot hun woonplaats, alwelk tendeert tot grote schande en blamage van dezelve Claes Cornelisz. en niet betamelijk is voor God en voor alle Christenmensen te verhalen of vertellen en gerekend wordt voor de mensen van deze wereld voor boggerije (=hekserij).
De deposanten verklaren dat zij hiervan niets weten of gezien hebben, hoewel zij wel thuis waren en dat dezelve Claes Cornelisz. zolang als zij hem kennen, gehouden hebben voor een schoon eerlijk man die altijd zijn brood met arbeiden voor zijn huisvrouwen kinderen gewonnen heeft.
Dammes Jansz. timmerman en Krientgen Jorisdr. zijn huisvrouw getuigen dat zij woonachtig zijn in het dorp Kethel naast de voorn. Ariaen Jorijsz. en dat zij deposanten op de voorn. woensdag ook thuis geweest waren. Zij hebben dezelfde Claes Cornelisz. bezig gezien met de vorstpannen op de woning van Elandt Ariaens aan te brengen en niets oneerlijk van Claes Cornelisz. gezien nog bemerkt van wat Adriaen Lenertsz. knecht van Ariaen Jorijsz. Jonckste, heeft beweerd. Zij kennen Claes Cornelisz. voor een schoon eerlijk man.
Cornelis Ariaensz. woonachtig ten huize van Dammes Jansz. timmerman in het dorp Kethel heeft op dezelve woensdagmiddag zitten eten met zijn huisvrouw toen Adriaen Lenertsz. wilde hebben dat hij deposant naar hem zou gaan tot Ariaen Jorijsz. Jonckste zijn meester, maar hij deposant wist niet wat te doen. Hij is opgestaan en naar Ariaen Jorijsz. Jonckste gegaan en zag daar dat Adriaen Lenertsz. van Zoetermeer kwestie had met Claes Cornelisz. en Adriaen Lenertsz. smeet en sloeg Claes Cornelisz, niet wetende waarom de kwestie ging. De deposant zegt niets gezien te hebben van wat Adriaen Lenertsz. beweerd, maar houdt Claes Cornelisz. voor een eerlijk man.
Jorijs Florijsz. en Krientgen Anthonisdr. zijn huisvrouw wonende in het dorp Kethel getuigen dat op.
woensdag voorn. beiden thuis geweest zijn en hebben Claes Cornelisz. met de vorstpannen op de.
woning van Eelant Ariaensz. bezig gezien, om ze aldaar te verwerken. Zij hebben van Claes.
Cornelisz. niets ombehoorlijks gezien en kennen hem als een eerlijk man die met arbeid voor zijn.
huisvrouwen kinderen de kost verdiend. Ook hun kinderen hebben niets gemerkt. Zij hebben wel.
gezien dat Arien Lenertsz. van Zoetermeer met Claes Cornelisz. kwestie had, niet wetende waarom.
Cornelis Jansz. bode en waard en Marritgen Jansdr. zijn huisvrouw waardin in het dorp Kethel,.
getuigen dat zij beiden thuis geweest waren en hebben Claes Cornelisz. met de vorstpannen bezig.
gezien op de woning van Eelandt Ariaensz. Zij hebben van de beschuldiging van Arien Lenertsz. niets.
gezien.
Meijnsgen Pietersdr. huisvrouw van Huijch Cornelisz. wonende op de woning en hofstede van Eelandt.
Ariaensz. getuigt dat Claes Cornelisz. op woensdag voorn. vorstpannen boven op het huis heeft.
verwerkt. Zij heeft niets bemerkt van de beschuldigingen van Arien Lenertsz.
Jannetgen Lenertsdr. het jongwijf van Cornelis Jansz. waard pesisteert bij haar meester en getuigt dat.
zij mede van Zoetermeer is, en dat zij dikwijls heeft horen zeggen dat Adriaen Lenertsz. een weduwe.
te Bleiswijk gehuwd heeft en daar vanaf is. Meer weet zij niet te getuigen.
Anthoenis Claurijsz. en Cornelis Pietersz. beiden timmerknechten van Maertijn Bartelmeesz.
timmerman, wonende in het dorp Kethel, getuigen dat zij op woensdag 3 Februari in het dorp geweest.
zijn tot hun meesters woonplaats en dat zij Claes Cornelisz. gezien hebben in het dorp Kethel bezig.
met pannen te brengen op de woning van Elant Ariaensz. te Schiedam. Verder hebben zij niets.
gezien.
Jop Gherijtsz. en Ariaentgen Woutersdr. zijn huisvrouw getuigen dat zij woonachtig zijn in het dorp.
Kethel en dat zij op woensdag 3 Februari in Schiedam geweest zijn en niets van het feit gehoord en.
gezien hebben, maar kennen Claes Cornelisz. al zeer lang en hebben hem altijd voor een goed en.
eerlijk man gehouden.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adrieaen*1555 Schiedam †1611  55
Katrijn*1552 Kethel    



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging, plaats: Amsterdam, datum: van 1946 tot 1995
2.Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, bijlagen bij de Dingboeken (ORA 043), Type: Notariele akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Inventarisnr.: 87, Akteplaats: Kethel, periode: van 1575 tot 2 feb 1619  (9 feb 1580)

Katrijn (Krientgen) Jorijsdr Jongste
Katrijn (Krientgen) Jorijsdr Jongste (van Egmond1), geb. te Kethel in 1552.

tr.
met

Dammis Janszn (van 's-Gravenzande3), geb. circa 1551, schout van Spaland.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan     



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging, plaats: Amsterdam, datum: van 1946 tot 1995
2.Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, bijlagen bij de Dingboeken (ORA 043), Type: Notariele akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Inventarisnr.: 87, Akteplaats: Kethel, periode: van 1575 tot 2 feb 1619  (9 feb 1580)
3.Algemeen Nederlandsch Familieblad (ANF 001), datum: van 1883 tot 1905

Cornelis Jongste
Cornelis Jongste.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jorijs  †1575 Kethel  


Annetje Pietersdr Houwaert
Annetje Pietersdr Houwaert.

  • Vader:
    Pieter Dircksz (Pieter Dirx) Houwaert1, zn. van Dirck Cornelissen Hauwaert (diaken in de kerk van 't Woudt) en Dieuwer Jansdr, ged. te Delft op 21 nov 1593 is niet te verifiëren, begr. te 't Woud bijgezet in het graf beneden op 13 mei 1679, Hij krijgt geen kinderen, tr. (resp. 28 uitgaande van doop en ongeveer 20 jaar oud) op 22 mei 1622 met

tr. (Leendert ongeveer 42 jaar oud) circa 1657
met

Leendert Diepenburgh, geb. circa 1615.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maartje*1658 Vlaardingen    
Leendert*1660 de Lier †1730 Maasland 69
Bastiaan*1658  †1730 Maasland 72



Bronnen:
1.Begraafboek 't Woud (B 243), Type: begraafboek, Archiefnaam: N.A. Archief: DTB 't Woud, begraafplaats: 't Woud, periode: van 1667 tot 1725 (13 mei 1679)

Anneke Pietersdr van der Oest
Anneke Pietersdr van der Oest (van der Roest), geb. circa 1601, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) te 't Woud op 18 dec 1667 niet gevonden.

tr. (resp. ongeveer 20 en 28 jaar oud uitgaande van doop) op 22 mei 1622
met

Pieter Dircksz (Pieter Dirx) Houwaert1, zn. van Dirck Cornelissen Hauwaert (diaken in de kerk van 't Woudt) en Dieuwer Jansdr, ged. te Delft op 21 nov 1593 is niet te verifiëren, begr. te 't Woud bijgezet in het graf beneden op 13 mei 1679, Hij krijgt geen kinderen.

Pieter Dircksz Houwaert.
Arentge Robbrechtsdr, weduwe van Cornelis Arentsz de Bruijn, wonend te Rotterdam, geassisteerd door notaris Jan van der Heuvel ter ener zijde, en Pieter Dircksz Hauwaert en Jacob Dircksz Hauwaert, wonende op het Wout onder Delft, beiden als voogden over de kinderen van IJsack Houwaert en Niclaes Houwaert, namens Abraham Dircxsz Houwaert, allen kinderen en kleinkinderen van Dirck Cornelisz Hauwaert, die gewoond heeft te Schipluij, ter andere zijde hebben overeenstemming inzake een legaat van 1.000 gulden, van Aeftgen Jansdr, de weduwe van Arent Pietersz de Bruijn, gewoond hebbende in Wateringen, welke akte gepasseerd is bij notaris Pieter Sebastiaensz Kettingh op 4-09-1642.
Arentge Robbrechts zal binnen 3 maanden hieruit gelden vermaken aan Pieter en Jacob Houwaert, de erfgenamen van Dirck Cornelisz Hauwaert, de weeskinderen van Isack Houwert, en de dochter van Claes Hauwaert.

Abraham Dirxsz Houwert, als legataris van Aeffge Jansdr, weduwe van Arent Pietersz [de Bruijn] die gewoond heeft te Wateringe, zijn oudtante, verklaart dat hij door het overlijden van zijn neef Cornelis Arentsz de Bruijn die geen wettige kinderen naliet, nu recht heeft op 1/5 deel van de erfenis. Arentge Robbrechtsdr, die per testament van Aeffge erfgenaam is, moet binnen 3 maanden 500 gulden betalen aan Abraham welke zij zijn overeengekomen op 12 april j.l. bij deze notaris.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Annetje     
Pieter  †1663   



Bronnen:
1.Begraafboek 't Woud (B 243), Type: begraafboek, Archiefnaam: N.A. Archief: DTB 't Woud, begraafplaats: 't Woud, periode: van 1667 tot 1725 (13 mei 1679)

Pieter Ariensz van der Oest
Pieter Ariensz van der Oest (Oughst, van der Roest), geb. circa 1575.

tr. (ongeveer 25 jaar oud) te Vlaardinger-Ambacht op 1 mei 1601
met

Marytge Jansdr.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anneke*1601  †1667 't Woud 66


Marytge Jansdr
Marytge Jansdr.

tr. (Pieter ongeveer 25 jaar oud) te Vlaardinger-Ambacht op 1 mei 1601
met

Pieter Ariensz van der Oest (Oughst, van der Roest), geb. circa 1575.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anneke*1601  †1667 't Woud 66


Pieter Huijbrechtsz van Adrichem
Pieter Huijbrechtsz van Adrichem, geb. te Vlaardingen circa 1549.



Bronnen:

1.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883

NN Hubrechtsdr van Adrichem
NN Hubrechtsdr van Adrichem.



Bronnen:

1.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883

Annetge Huibrechtsdr van Adrichem
Annetge Huibrechtsdr (Annetge Huijbrechtsdr) van Adrichem [https://gw.geneanet.org/wamferro?lang=nl&pz=willem+jan&nz=ijzerman&p=annethe+huijbrechts&n=van+adrichem]], geb. circa 1560, ovl. (ongeveer 98 jaar oud) op 8 sep 1658.

tr.
met

Gerrit Adriaens Grol alias Molenaar, geb. te Charlois, jachtschuitvoerder.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria~1649 Rotterdam †1719 Nieuw-Beijerland 70



Bronnen:
1.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883

Gerrit Dircksz Peurman
Gerrit Dircksz Peurman, geb. circa 1585, bouwman Zuidbuurt te Maasland, ovl. (ongeveer 67 jaar oud) in 1652.

  • Vader:
    Dirk Peurman, tr. (Lijsbeth hoogstens 18 jaar oud) voor 1573 met



Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 193)
2.Dingboek Kethel en Spaland (A 157), Type: Algemene akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Archief: Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, Deel/Akte: Toegang.nr. 31, Inventarisnr.: 84, Plaats van akte: Kethel, Aktedatum: van nov 1603 tot 7 mrt 1646  (2 jun 1611)
3.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883
4.Genealogie Storm, waaruit stammende een geslacht Storm van 's Gravensande (B 242), Type: boek, Schrijver: Hans K. Nagtegaal (blz. 7)

Maertge Dircksdr Peurman
Maertge Dircksdr Peurman, geb. circa 1587.

  • Vader:
    Dirk Peurman, tr. (Lijsbeth hoogstens 18 jaar oud) voor 1573 met



Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 193)
2.Dingboek Kethel en Spaland (A 157), Type: Algemene akte, Archiefnaam: GA Schiedam, Archief: Rechterlijk Archief Kethel en Spaland, Deel/Akte: Toegang.nr. 31, Inventarisnr.: 84, Plaats van akte: Kethel, Aktedatum: van nov 1603 tot 7 mrt 1646  (2 jun 1611)
3.De Nederlandsche Leeuw (NL), veld 1: Periodiek, veld 2: Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, plaats: ‘s-Gravenhage, datum: vanaf 1883
4.Genealogie Storm, waaruit stammende een geslacht Storm van 's Gravensande (B 242), Type: boek, Schrijver: Hans K. Nagtegaal (blz. 7)

Lenart Lenertsz Weuijster
Lenart Lenertsz Weuijster, geb. te Schiedam in 1555, ovl. (hoogstens 55 jaar oud) te Schiedam voor 1 dec 1610.

tr. (resp. ongeveer 29 en ongeveer 24 jaar oud) te Schiedam op 11 sep 1584
met

Maritgen Wolphertsdr, geb. circa 1560, ovl. (hoogstens 65 jaar oud) voor 23 nov 1625, tr. (ongeveer 20 jaar oud) (2) circa 1580 met Gerrit Jorijsz. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis*1600 Schiedam †1659 Schiedam 59
Pieter*1600 Schiedam †1627 Oost Indië 27


Maritgen Wolphertsdr
Maritgen Wolphertsdr, geb. circa 1560, ovl. (hoogstens 65 jaar oud) voor 23 nov 1625.

tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 29 jaar oud) (1) te Schiedam op 11 sep 1584
met

Lenart Lenertsz Weuijster, zn. van Leendert Cornelis Weuster, geb. te Schiedam in 1555, ovl. (hoogstens 55 jaar oud) te Schiedam voor 1 dec 1610.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis*1600 Schiedam †1659 Schiedam 59
Pieter*1600 Schiedam †1627 Oost Indië 27

tr. (ongeveer 20 jaar oud) (2) circa 1580
met

Gerrit Jorijsz, geb. te Ieperen [België].


Gerrit Jorijsz
Gerrit Jorijsz, geb. te Ieperen [België].

tr. (Maritgen ongeveer 20 jaar oud) circa 1580
met

Maritgen Wolphertsdr, geb. circa 1560, ovl. (hoogstens 65 jaar oud) voor 23 nov 1625, tr. (1) met Lenart Lenertsz Weuijster. Uit dit huwelijk 2 zonen.


Cornelis Weuster
Cornelis Weuster.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Leendert*1525  †1554  29