Website van Cees Hagenbeek
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing, geb. te Gent [België] circa 1050, baro terre, voogd van de abdij van Cysoing, ovl. (minstens 85 jaar oud) na 1135.

Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing.
Vermeld 1080-1135. .

Ingelbert IV heer van Petegem, Cysoing/ Sison[33] en Koekelare[34] (vermeld tussen 1082 en 1135) was “baro terre (= ber)” (1128)[35]en voogd van de abdij te Cysoing/ Sison [36]. Deze abdij werd gesticht op het einde van de 9de eeuw door Sint-Evrard, graaf van Friuli, op het land dat zijn vrouw Gisela als bruidschat gekregen had [37]. Zij was de zuster van koning Karel de Kale van Frankrijk, . In 1132 hervormde men het kapittel en verving men de oude kanunniken door regulieren van de Orde van Sint-Augustinus, die gekenmerkt werd door strikte gehoorzaamheid en een. Ingelbert IV huwde met de dochter van Boudewijn I van Aalst, alias van Gent , ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen, Ruiselede en voogd van de Gentse St.-Pietersabdij[40]. Ingelbert was omstreeks 1082 één van de vier “Beren” van Vlaanderen[41]. De term 'ber' is een verbastering van het Franse 'pair' of 'gelijke'. Deze pairs stamden af van machtige lokale grondadel, die oorspronkelijk instonden voor de verdediging van de grenzen van het graafschap, in ruil voor een maatschappelijke positie in de hoogste kringen van het graafschap. In 1096 nam Ingelbert IV als vaandrig van de graaf van Vlaanderen deel aan de eerste kruistocht. Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen[42]. De kruisvaarders stichtten het Koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. In 1111 was Ingelbert één van de ondertekenaars van het charter van Robrecht II, graaf van Vlaanderen.

Vaandrig van de graaf van Vlaanderen, neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht (1095-1099).
Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen. De kruisvaarders stichtten het koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. Hun heerschappij in de Orient werd pas na bijna 200 jaar in 1291 met de val van Tripoli en Akko definitief beëindigd.

 
 

tr. (resp. ongeveer 45 en ongeveer 21 jaar oud) (1) circa 1095
met

Ide (Elisabeth) van Aalst (Ath de Gand, d'), dr. van Boudewijn II "de Dikke" burggraaf van Aalst van Gent en Regnilde Mathilde de Cassel, geb. circa 1074, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) circa 1120.

Ide (Elisabeth) van Aalst.
Gehuwd met sosa Elisabeth van Aals (Ouders : sosa Boudewijn II de Dikke van Gent †1097 &  Reinewilf van KasselL †ca 1097) en hun kinderen Goswin I van Vichte ca 1100 Gehuwd met  NN Fifta V Gisle van Peteghem ca 1103-ca 1168 Gehuwd met  Gerard II van Ninove ca 1100-ca 1167  Jan I van Peteghem  Cysoing ca 1115 Gehuwd met sosa Petronella d'Avesner /1120 Jan I van peteghem Cysoing ca 1115 gehuwd met  Ermangarde van Ninove ca 1120.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan I*1115  †1154  39
Gisela*1115  †1137  22

tr. (2)
met

Gertrude van Gent, dr. van Boudewijn II "de Dikke" burggraaf van Aalst van Gent en Oda 'd Avesnes, geb. in 1072.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Elisabeth van Aalst
Ide (Elisabeth) van Aalst (Ath de Gand, d'), geb. circa 1074, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) circa 1120.

Ide (Elisabeth) van Aalst.
Gehuwd met sosa Elisabeth van Aals (Ouders : sosa Boudewijn II de Dikke van Gent †1097 &  Reinewilf van KasselL †ca 1097) en hun kinderen Goswin I van Vichte ca 1100 Gehuwd met  NN Fifta V Gisle van Peteghem ca 1103-ca 1168 Gehuwd met  Gerard II van Ninove ca 1100-ca 1167  Jan I van Peteghem  Cysoing ca 1115 Gehuwd met sosa Petronella d'Avesner /1120 Jan I van peteghem Cysoing ca 1115 gehuwd met  Ermangarde van Ninove ca 1120.

tr. (resp. ongeveer 21 en ongeveer 45 jaar oud) circa 1095
met

Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing, zn. van Ingelbrecht III van Petegem (Heer van Petegem) en Mathilde de Crespin, geb. te Gent [België] circa 1050, baro terre, voogd van de abdij van Cysoing, ovl. (minstens 85 jaar oud) na 1135, tr. (2) met zijn schoonzuster Gertrude van Gent. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing.
Vermeld 1080-1135. .

Ingelbert IV heer van Petegem, Cysoing/ Sison[33] en Koekelare[34] (vermeld tussen 1082 en 1135) was “baro terre (= ber)” (1128)[35]en voogd van de abdij te Cysoing/ Sison [36]. Deze abdij werd gesticht op het einde van de 9de eeuw door Sint-Evrard, graaf van Friuli, op het land dat zijn vrouw Gisela als bruidschat gekregen had [37]. Zij was de zuster van koning Karel de Kale van Frankrijk, . In 1132 hervormde men het kapittel en verving men de oude kanunniken door regulieren van de Orde van Sint-Augustinus, die gekenmerkt werd door strikte gehoorzaamheid en een. Ingelbert IV huwde met de dochter van Boudewijn I van Aalst, alias van Gent , ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen, Ruiselede en voogd van de Gentse St.-Pietersabdij[40]. Ingelbert was omstreeks 1082 één van de vier “Beren” van Vlaanderen[41]. De term 'ber' is een verbastering van het Franse 'pair' of 'gelijke'. Deze pairs stamden af van machtige lokale grondadel, die oorspronkelijk instonden voor de verdediging van de grenzen van het graafschap, in ruil voor een maatschappelijke positie in de hoogste kringen van het graafschap. In 1096 nam Ingelbert IV als vaandrig van de graaf van Vlaanderen deel aan de eerste kruistocht. Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen[42]. De kruisvaarders stichtten het Koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. In 1111 was Ingelbert één van de ondertekenaars van het charter van Robrecht II, graaf van Vlaanderen.

Vaandrig van de graaf van Vlaanderen, neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht (1095-1099).
Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen. De kruisvaarders stichtten het koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. Hun heerschappij in de Orient werd pas na bijna 200 jaar in 1291 met de val van Tripoli en Akko definitief beëindigd.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan I*1115  †1154  39
Gisela*1115  †1137  22


Ingelbrecht III van Petegem
 
Ingelbrecht III van Petegem, geb. circa 1030, Heer van Petegem, ovl. (hoogstens 52 jaar oud) voor 1082.


Ingelbrecht III van Petegem.
Vermeld 1036 tot 1046/52, ingenuus.

tr.
met

Mathilde de Crespin, geb. circa 1047, ovl. (ongeveer 35 jaar oud) circa 1082.

 


Mathilde de Crespin.
Wilde als weduwe een klooster stichten in Petegem in 1082.

Ingelbert III van Peteghem (vermeld tussen 1036 en 1052[27], + voor 1082), fs. Ingelbert II (cf.3) was gehuwd met Mathilda, die op het einde van haar leven de intentie had om te Petegem een klooster te stichten[28]. In 1061 ondertekende "...Engelberti de Petengien… " een charter waarin de donaties van de abdij van St.-Amands-aan-de-Skarpe (St.-Amand-les-Eaux) opgetekend waren door de abt Malbod.

Na de dood van haar man - in een oorkonde van 13 maart 1081, n.s. 1082- verzocht zij bisschop Radulf van Noyon-Doornik, een aangehuwd familielid (cf. 11), om het altaar dat hem toebehoorde vrij te maken om er een abbatia op te richten. Enkele goederen die ze van haar familie had geërfd en de volledige tienden van de St.-Martinuskerk werden ter beschikking gesteld voor de canonici, die er zou opgericht worden[29]. Als voorbeeld van deze fundatie stond mogelijks het kapittel te Haaltert, dat waarschijnlijk door Ingelbert III was had opgericht[30]. Een ander voorbeeld was ook het kapittel te Cysoing / Sison, dat reeds vermeld wordt in de 9de eeuw[31]. De oudste zoon van Mathilda was immers heer van Cysoing / Sison geworden. Bisschop Radulf (Radbodus) II schonk daarbij de parochiale rechten van de kerk van Petegem aan deze nieuwe abdij. Deze bisschop was zeer ingenomen met zijn Vlaamse familie en zorgde er tevens voor dat de kinderen van Ingelbert II gronden in leen van de Graaf van Vlaanderen in het Brugse Vrije kregen, op de rand van het poldergebied gelegen tussen de Ijzer en Brugge[32]. Waarschijnlijk door problemen werden de kanunniken in 1444 vervangen door Benedictijnermonniken van Sint-Diederick nabij Reims.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingelbrecht IV*1050 Gent [België] †1135  85
Catherine*1062 Ieperen [België]    


Mathilde de Crespin
 
Mathilde de Crespin, geb. circa 1047, ovl. (ongeveer 35 jaar oud) circa 1082.


Mathilde de Crespin.
Wilde als weduwe een klooster stichten in Petegem in 1082.

Ingelbert III van Peteghem (vermeld tussen 1036 en 1052[27], + voor 1082), fs. Ingelbert II (cf.3) was gehuwd met Mathilda, die op het einde van haar leven de intentie had om te Petegem een klooster te stichten[28]. In 1061 ondertekende "...Engelberti de Petengien… " een charter waarin de donaties van de abdij van St.-Amands-aan-de-Skarpe (St.-Amand-les-Eaux) opgetekend waren door de abt Malbod.

Na de dood van haar man - in een oorkonde van 13 maart 1081, n.s. 1082- verzocht zij bisschop Radulf van Noyon-Doornik, een aangehuwd familielid (cf. 11), om het altaar dat hem toebehoorde vrij te maken om er een abbatia op te richten. Enkele goederen die ze van haar familie had geërfd en de volledige tienden van de St.-Martinuskerk werden ter beschikking gesteld voor de canonici, die er zou opgericht worden[29]. Als voorbeeld van deze fundatie stond mogelijks het kapittel te Haaltert, dat waarschijnlijk door Ingelbert III was had opgericht[30]. Een ander voorbeeld was ook het kapittel te Cysoing / Sison, dat reeds vermeld wordt in de 9de eeuw[31]. De oudste zoon van Mathilda was immers heer van Cysoing / Sison geworden. Bisschop Radulf (Radbodus) II schonk daarbij de parochiale rechten van de kerk van Petegem aan deze nieuwe abdij. Deze bisschop was zeer ingenomen met zijn Vlaamse familie en zorgde er tevens voor dat de kinderen van Ingelbert II gronden in leen van de Graaf van Vlaanderen in het Brugse Vrije kregen, op de rand van het poldergebied gelegen tussen de Ijzer en Brugge[32]. Waarschijnlijk door problemen werden de kanunniken in 1444 vervangen door Benedictijnermonniken van Sint-Diederick nabij Reims.

tr.
met

Ingelbrecht III van Petegem, zn. van Ingelbert II van Petegem en Glismondis de Mortagne, geb. circa 1030, Heer van Petegem, ovl. (hoogstens 52 jaar oud) voor 1082.

 


Ingelbrecht III van Petegem.
Vermeld 1036 tot 1046/52, ingenuus.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingelbrecht IV*1050 Gent [België] †1135  85
Catherine*1062 Ieperen [België]    


Boudewijn I van Aalst van Gent
Boudewijn I heer van Aalst van Gent (Ritter Balduin I. v. Alost) ridder, geb. circa 1020, ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede, ovl. (minstens 61 jaar oud) tussen 23 apr 1082 en 24 apr 1082 .

Boudewijn I heer van Aalst van Gent ridder.
vermeld 1046-1080, primor vir, ridder, voogd van de Sint Pietersabdij te Gent, Heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede van 1046 tot 1080: primor vir, ridder.

  • Vader:
    Radulf (Rudolf) graaf van Aalst +i&n=de+boulogne+van+gent+van+aalst, zn. van Radulf ? van Aalst, geb. te Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] circa 995, Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) te Gent [België] in 1052, tr. met
 
 

tr.
met

Oda Gent van Vlaanderen, dr. van Boudewijn V graaf van Rijssel en Aelis (Adelheid) prinses van Frankrijk, geb. circa 1035, ovl. (minstens 47 jaar oud) na 1082.

 

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gertrud  †1138   
Boudewijn II*1045  †1097 Nikea [Griekenland] 51
Beatrix*1059  †1086 Bleiswijk 27


Oda Gent van Vlaanderen
 
Oda Gent van Vlaanderen, geb. circa 1035, ovl. (minstens 47 jaar oud) na 1082.

 

tr.
met

Boudewijn I heer van Aalst van Gent (Ritter Balduin I. v. Alost) ridder, zn. van Radulf graaf van Aalst (Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent) en Gisela van Luxemburg, geb. circa 1020, ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede, ovl. (minstens 61 jaar oud) tussen 23 apr 1082 en 24 apr 1082 .

Boudewijn I heer van Aalst van Gent ridder.
vermeld 1046-1080, primor vir, ridder, voogd van de Sint Pietersabdij te Gent, Heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede van 1046 tot 1080: primor vir, ridder.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gertrud  †1138   
Boudewijn II*1045  †1097 Nikea [Griekenland] 51
Beatrix*1059  †1086 Bleiswijk 27


Radulf van Aalst
 
Radulf (Rudolf) graaf van Aalst +i&n=de+boulogne+van+gent+van+aalst, geb. te Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] circa 995, Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) te Gent [België] in 1052.


Radulf graaf van Aalst.
Vermeld 1031/34-1052, seigneur d'Alost en de Tenremonde.

Het land of land van Aalst, dat deel uitmaakte van het voormalige graafschap Vlaanderen, had lange tijd bepaalde heren. We zullen de belangrijkste noemen die het verdienen om in de Nationale Biografie te worden opgenomen. Raoul, graaf van Aalst, is de eerste van deze heren wiens bestaan ??wordt bewezen door diploma's. Hij leefde in de tijd van Hendrik II, koning van Frankrijk, en Boudewijn van Lille, graaf van Vlaanderen. Afkomstig uit het adellijke huis van Gent en, naar het schijnt, getrouwd met de zuster van Boudewijn, bekleedde hij een voorname rang onder de grote heren van het hof van deze prins. Soms wordt hij gekwalificeerd als biechtvader, omdat hij in feite in zijn land de biecht had van goederen die toebehoorden aan de abdijen van Sint-Baafs en Sint-Pieter in Gent. Hij was ook heer van Tourcoing, laatste graaf van Boulogne van zijn ras. Hij was een van de advocaten van St. Peter de Support Blandin tussen 1026 en in Gent. Hij woonde een plechtige rechtbank bij die Bauduin, graaf van Vlaanderen, hield in Arras en hij ondertekende het charter dat aan de abdij van Marchiennes was verleend.

tr.
met

Gisela van Luxemburg, dr. van Friedrich Graf van Luxemburg en Irmtrud van Gleiberg (Wettergau), geb. circa 1006.

 


Gisela van Luxemburg.
Begraven Klooster van St. Bavon te Gent ca. 1009 (nabij haar zuster Otgiva), vrouwe van Aalst.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Boudewijn I*1020  †1082  61
Isabelle*1037     


Gisela van Luxemburg
 
Gisela van Luxemburg, geb. circa 1006.


Gisela van Luxemburg.
Begraven Klooster van St. Bavon te Gent ca. 1009 (nabij haar zuster Otgiva), vrouwe van Aalst.

 
 

tr.
met

Radulf (Rudolf) graaf van Aalst +i&n=de+boulogne+van+gent+van+aalst, zn. van Radulf ? van Aalst, geb. te Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] circa 995, Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) te Gent [België] in 1052.

 


Radulf graaf van Aalst.
Vermeld 1031/34-1052, seigneur d'Alost en de Tenremonde.

Het land of land van Aalst, dat deel uitmaakte van het voormalige graafschap Vlaanderen, had lange tijd bepaalde heren. We zullen de belangrijkste noemen die het verdienen om in de Nationale Biografie te worden opgenomen. Raoul, graaf van Aalst, is de eerste van deze heren wiens bestaan ??wordt bewezen door diploma's. Hij leefde in de tijd van Hendrik II, koning van Frankrijk, en Boudewijn van Lille, graaf van Vlaanderen. Afkomstig uit het adellijke huis van Gent en, naar het schijnt, getrouwd met de zuster van Boudewijn, bekleedde hij een voorname rang onder de grote heren van het hof van deze prins. Soms wordt hij gekwalificeerd als biechtvader, omdat hij in feite in zijn land de biecht had van goederen die toebehoorden aan de abdijen van Sint-Baafs en Sint-Pieter in Gent. Hij was ook heer van Tourcoing, laatste graaf van Boulogne van zijn ras. Hij was een van de advocaten van St. Peter de Support Blandin tussen 1026 en in Gent. Hij woonde een plechtige rechtbank bij die Bauduin, graaf van Vlaanderen, hield in Arras en hij ondertekende het charter dat aan de abdij van Marchiennes was verleend.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Boudewijn I*1020  †1082  61
Isabelle*1037     


Fastre II d'Oisy
Fastre II d'Oisy, ovl. na 5 aug 1111.

Fastre II d'Oisy.
voogd van Doornik, later monnik in de St. Maartensabdij te Doornik. De voogdij van Doornik, aan hem ontnomen in verband met een moord, werd waarschijnlijk voor 1100 aan hem teruggegeven.

tr.
met

Richilde of Mathilde .

Richilde of Mathilde .
werd als weduwe non in de St. Maartensabdij te Doornik.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wouter  †1149   


Richilde of Mathilde
Richilde of Mathilde .

Richilde of Mathilde .
werd als weduwe non in de St. Maartensabdij te Doornik.

tr.
met

Fastre II d'Oisy, zn. van Fastre I heer van Avesnes en Ada of Ida van Avesnes, ovl. na 5 aug 1111.

Fastre II d'Oisy.
voogd van Doornik, later monnik in de St. Maartensabdij te Doornik. De voogdij van Doornik, aan hem ontnomen in verband met een moord, werd waarschijnlijk voor 1100 aan hem teruggegeven.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wouter  †1149   


Fastre I van Avesnes
Fastre I heer van Avesnes, ovl. circa 8 jun 1092.

Fastre I heer van Avesnes.
voogd van Doornik, vermeld 1065 tot 1093.

tr.
met

Ada of Ida van Avesnes.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fastre II  †1111   


Ada of Ida van Avesnes
Ada of Ida van Avesnes.

tr.
met

Fastre I heer van Avesnes, ovl. circa 8 jun 1092.

Fastre I heer van Avesnes.
voogd van Doornik, vermeld 1065 tot 1093.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fastre II  †1111   


Ingelbert II van Petegem
Ingelbert II van Petegem, geb. te Petegem-Aan-De-Leie, [België] circa 1005, ovl. (minstens 32 jaar oud) te Cysoing [Frankrijk] tussen 1037 en 1058, begr. Petegem, centraal gelegen tussen twee belangrijke centra Gent en Doornik kreeg in de 9de eeuw een belangrijke functie in verband met de defensie van de steeds oprukkende Noormannen, die het binnenland verder en verder onveilig maakten. Petegem was echter geen eindstop van de veroveringen van deze Vikingen. In 879-880 verwoesten de Noormannen, die in Gent gelegerd waren, Doornik.

Ingelbert II van Petegem.
vermeld 1002 tot 1034/58.
In 1032 werd "Engelbert de Peteghem" vermeld als beschermer van de Gentse St.-Pietersabdij.
Deze voogd van de Gentse St.-Pietersabdij stierf voor 1058. Hij was heer van Petegem. Hij huwde met Glismonde.

tr.
met

Glismondis de Mortagne, geb. te Mortagne-Au-Perche [Frankrijk] in 1010, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) te Wortegem-Petegem [België] circa 1060.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingelbrecht III*1030  †1082  52
Hugo  †1064   
Alard I  †1067   


Glismondis de Mortagne
Glismondis de Mortagne, geb. te Mortagne-Au-Perche [Frankrijk] in 1010, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) te Wortegem-Petegem [België] circa 1060.

tr.
met

Ingelbert II van Petegem, zn. van Engelbert I van Petegem, geb. te Petegem-Aan-De-Leie, [België] circa 1005, ovl. (minstens 32 jaar oud) te Cysoing [Frankrijk] tussen 1037 en 1058, begr. Petegem, centraal gelegen tussen twee belangrijke centra Gent en Doornik kreeg in de 9de eeuw een belangrijke functie in verband met de defensie van de steeds oprukkende Noormannen, die het binnenland verder en verder onveilig maakten. Petegem was echter geen eindstop van de veroveringen van deze Vikingen. In 879-880 verwoesten de Noormannen, die in Gent gelegerd waren, Doornik.

Ingelbert II van Petegem.
vermeld 1002 tot 1034/58.
In 1032 werd "Engelbert de Peteghem" vermeld als beschermer van de Gentse St.-Pietersabdij.
Deze voogd van de Gentse St.-Pietersabdij stierf voor 1058. Hij was heer van Petegem. Hij huwde met Glismonde.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingelbrecht III*1030  †1082  52
Hugo  †1064   
Alard I  †1067   


Engelbert I van Petegem
Engelbert I van Petegem, ovl. na 982.

Engelbert I van Petegem.
vermeld 964 tot 981, nobilis, vir illuster, voogd van de St. Pietersabdij te Gent.


Hij krijgt een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ingelbert II*1005 Petegem-Aan-De-Leie, [België] †1037 Cysoing [Frankrijk] 32


Radulf ? van Aalst
Radulf ? van Aalst (Rudolf v. Alost).

Radulf ? van Aalst.
voogd van de St. Pietersabdij te Gent, vermeld 994 tot 996/1029.


Hij krijgt een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Radulf*995 Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] †1052 Gent [België] 57


Catharine Berthout van Duffel
Catharine Berthout van Duffel, geb. circa 1330, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) in 1380.

Catharine Berthout van Duffel.
erfdochter van Duffel, Gheel, Herlaer en Oosterloo.

De Berthouts van Duffel en Geel waren heren van de landelijke heerlijkheden Duffel en het Land van Geel. Het patrimonium van deze tak kwam rond 1365 aan Dirk van Hoorn, echtgenoot van de enige dochter van Hendrik V Berthout. De Berthouts van Duffel en Geel waren heren van de landelijke heerlijkheden Duffel en het Land van Geel Het patrimonium van deze tak kwam rond 1365 aan Dirk van Hoorn, echtgenoot van de enige dochter van Hendrik V Berthout. Het land van Duffel omvatte de vrijheid Walem, het dorp Sint-Katelijne-Waver en een deel van ‘het vlek’ Duffel. Het Land van Geel omvatte naast Geel zelf, Lommel, Einthout, Veerle en andere dorpen. Hoewel een Gerardus wordt vermeld als de eerste heer van Duffel, mogelijks van de familie van Grimbergen, was op het einde van de 12e eeuw Duffel onder het gezag van Wouter III Berthout, heer van Mechelen. Bij zijn overlijden in 1220 werd het patrimonium verdeeld waarbij Hendrik I de heerlijkheden Duffel en Geel toegewezen kreeg. Zijn zoon Hendrik II volgt hem op in 1251, en in 1292 zijn kleinzoon Hendrik III, gehuwd met Beatrijs van Rotselaar. Zoon Hendrik V huwt met Margareta van Wezemael en sluit zo eveneens aan met de hogere Brabantse adel. Hij heeft een dochter als erfgename, Katharina, die zal huwen met Dirk van Hoorn, zodat Duffel en Geel zullen overgaan naar het prestigieus huis van Hoorn. Dirk van Hoorn was één der veldheren in de slag van Basweiler (1371). Vanaf 1254 waren de heren van Wezemael in het bezit - door usurpatie - van de ‘Nijvelse goederen’ te Duffel. Jan I van Wezemael stond deze dan af aan zijn zuster Johanna. Via haar dochter ging het in 1428 over aan schuldeiser Nicolaas Malle, van wie Richard II de Merode deze overkocht.

Dirk en Katharina van Hoorn hadden twee zonen. Willem erfde Duffel, Geel en andere domeinen. Mits een rente stond hij Perwijs af aan zijn broer Hendrik (1380). Willem liet een dochter na, Maria, die zijn bezittingen erfde. Tweemaal gehuwd had zij geen kinderen en werd dan voor Duffel-Geel opgevolgd door haar neef Jan van Hoorn, heer van Perwijs, de tweede zoon van Hendrik. Deze laatste was gesneuveld in de slag van Othée (1408). Een zoon Hendrik volgt hem dan op, maar wanneeer hij overlijdt in 1483 gaat het domein over naar zijn zuster Elisabeth van Hoorn, gehuwd met Jan van Rotselaar. In dat jaar wordt de heerlijkheid Geel verkocht aan prins Jan I de Merode. In 1409 moet gravin Maria van Hoorn Duffel-Walem verkopen om uit de schulden te geraken aan hertog Antoon van Bourgondië. Deze verpandde het aan Quinten Claemsone. Toch kon de gravin enkele jaren later het goed terug bekomen van hertog Jan IV.

tr. (1)
met

Dirk van Horne (Diederic van Hoorne, Theodorus van Horne, Dirk van Cranenborch), zn. van Gerard I ridder van Horne (heer van Horne, Altena en Weert 1306) en Irmgard gravin van Kleef (Erbin von Kranenburg), geb. te Horn in 1315, Ridder, Heer van Herlaar en Cranenburg, Heer van Altena (1345-1352), ovl. (ongeveer 62 jaar oud) op 3 apr 1378.

 


Dirk van Horne.
Dirk en Katharina van Hoorn hadden twee zonen. Willem erfde Duffel, Geel en andere domeinen. Mits een rente stond hij Perwijs af aan zijn broer Hendrik (1380). Willem liet een dochter na, Maria, die zijn bezittingen erfde. Tweemaal gehuwd had zij geen kinderen en werd dan voor Duffel-Geel opgevolgd door haar neef Jan van Hoorn, heer van Perwijs, de tweede zoon van Hendrik. Deze laatste was gesneuveld in de slag van Othée (1408). Een zoon Hendrik volgt hem dan op, maar wanneeer hij overlijdt in 1483 gaat het domein over naar zijn zuster Elisabeth van Hoorn, gehuwd met Jan van Rotselaar. In dat jaar wordt de heerlijkheid Geel verkocht aan prins Jan I de Merode. In 1409 moet gravin Maria van Hoorn Duffel-Walem verkopen om uit de schulden te geraken aan hertog Antoon van Bourgondië. Deze verpandde het aan Quinten Claemsone. Toch kon de gravin enkele jaren later het goed terug bekomen van hertog Jan IV.

Ridder; Heer van Cranenborch bij Kleef. 7.9.1350 zu Perweys, Cranenburg, Herlaer und Gestel, vermeld 2.2.1377 in een regest (charter) van Den Bosch i.v.m. een acte uit 1346. De acte heeft betrekking op Bertholdus de Hoesden en Petrus de Waderle, schepenen in Den Bosch.
Vermeld 5.3.1440 in de Bosche Protocollen (429.1210/46-3) i.v.m. oude pachtkwestie in Moergestel:  dominum Theodoricum de Horne dictus de Cranenborch militem ... ofwel de heer Theodorus van Horne genaamd van Cranenborch ridder ....
Alias: Dirk van Horne, Diederic van Hoorne, Theodorus van Horne, etc.
1348 April 25 (op sunte Marcus dach des ewangelisten), Diderich van Hoerne, herr van Parweys und Cranenborg (Horn, Parwis, Cranenburg) verkauft mit Zustimmung seines Oheims Johans Grafen von Cleve und seiner Mutter dem Gysbrecht van Groesbeke das Gut Zeelem in Duyffel, Kspl. Meer und Nyel, mit der Fischerei in dem sogenannten Zeelemmer Meer und allem sonstigen Zubehör, so wie es sein verstorbener Vater von seinem † Oheim, dem Grafen Diderich van Cleve, bekommen hat und er es von seinem Oheim, dem Grafen Johan von Cleve jetst hat. Gysbrecht soll es als Zütphensches Lehen besitzen, myt enen pont the verheergeweden. Ferner ist ausgemacht, dass wenn der Graf von Cleve das Land von Cranenborg zurückerhalte, so soll Gysbrecht das vorg. Gut von dem Grafen zu Lehen bekommen. Jede spätere Belehnung soll mit Urkunde und Siegel erfolgen über diese Bestimmungen. Zeugen die Lehnsmannen: Gysbrecht herr van Haeps, Eylbrecht von Eyle Ritter, Everart van Oerschaet und Henrich Schardenberg van Heyden. Mitsiegler: Johan Graf van Cleve, seine Mutter Ermgart van Cleve, ehemals Frau van Hurne, und die vorg. Zeugen. Kopie des 15. Jhdts. Handschrift 67 fol. 9. . Dr. L. Schmitz-Kallenberg, Inventare der nichtstaatlichen Archive der Provinz Westfalen, Beiband I: Regierungsbezirk Münster, Heft I: Kreis Borken: fürstliches Archiv in Anholt (1902), nr. 17, pag 33. en bijna identiek regest bij: Inventar der Urkunden des Archivs von Schloss Diersfordt bei Wesel (INA 5), nr. 39, Carl Wilkes und Rudolf Brandts.
Dirk van Horne hr van Kanenburg en Perwez (oudste zn van Gerard I v Horne en Altena ex matre Irmgard van KLEEF) "stamt van moederzijde uit geslacht van de ZWANERIDDER"; "heeft van vaderszijde belangen in het gebied van TEISTERBANT"; "maakte 1368 aanspraken op graventitel van Kleef maar vergeefs".

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1348 Kleef [Duitsland] †1409  61

tr. (2)
met

NN de Roover.


Arnold IV van Wesemael
Arnold IV heer van Wesemael (de Roever).


Floris van Mechelen
Floris van Mechelen.

tr.
met

Catharina van Redichem.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Henri     
Ide     
Floris     


Catharina van Redichem
Catharina van Redichem.

tr.
met

Floris van Mechelen, zn. van Floris van Berthout van Mechelen (heer van Mechelen en heer van Berlaar.).

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Henri     
Ide     
Floris