Website van Cees Hagenbeek
Mary Margaret Murnin
Maureen (Mary Margaret) Murnin, geb. te Larne [Groot Brittanië] op 24 okt 1938.

tr. (resp. 28 en 44 jaar oud) te Liverpool [Groot Brittanië] op 30 mrt 1967
met

Cees (Cornelis) Beuzenberg, zn. van Leendert Beuzenberg en Neeltje Cornelia Hagenbeek, geb. te Rotterdam op 8 sep 1922, ovl. (77 jaar oud) te Oud-Beijerland op 25 mrt 2000.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Coreen*1968 Larne [Groot Brittanië]    


Coreen Beuzenberg
Coreen Beuzenberg, geb. te Larne [Groot Brittanië] op 19 jan 1968.


Maerten Simonsz Horewegh
Maerten Simonsz Horewegh.

Maerten Simonsz Horewegh.
schepen van Hogeban 1597.

tr.
met

Jannetje Cornelisdr.


Jannetje Cornelisdr
Jannetje Cornelisdr.

tr.
met

Maerten Simonsz Horewegh.

Maerten Simonsz Horewegh.
schepen van Hogeban 1597.


Gerrit Willemsz Cruyer
Gerrit Willemsz (Gerrit Willems) Cruyer (), geb. te Spangen circa 1550, ged. (ongeveer 5 jaar oud) in 1555, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Overschie op 15 nov 1630.

Gerrit Willemsz Cruyer.
ambachtsbewaarder van de Spaanse Polder 1610 en 1611, schepen van Hogeban 1597/‘99, kerkmeester van Overschie 1595, woont op het huis te Spangen. woonde te Overschie.

tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 24 jaar oud) te Overschie in 1578
met

Marijtgen Pietersdr, geb. te Overschie circa 1554, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) te Overschie in 1622.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltje*1579 Overschie †1662 Overschie 83


Marijtgen Pietersdr
Marijtgen Pietersdr, geb. te Overschie circa 1554, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) te Overschie in 1622.

tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 28 jaar oud) te Overschie in 1578
met

Gerrit Willemsz (Gerrit Willems) Cruyer (), zn. van Willem Adriaensz Cruyer en IJda Jacobsdr, geb. te Spangen circa 1550, ged. (ongeveer 5 jaar oud) in 1555, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Overschie op 15 nov 1630.

Gerrit Willemsz Cruyer.
ambachtsbewaarder van de Spaanse Polder 1610 en 1611, schepen van Hogeban 1597/‘99, kerkmeester van Overschie 1595, woont op het huis te Spangen. woonde te Overschie.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltje*1579 Overschie †1662 Overschie 83


Willem Adriaensz Cruyer
Willem Adriaensz Cruyer, geb. te Spangen in 1515, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) te Overschie in 1574.

Willem Adriaensz Cruyer.
woonde in Spangen.

tr. (resp. ongeveer 34 en ongeveer 30 jaar oud) te Overschie in 1549
met

IJda (Ida, Yda) (Ida) Jacobsdr, geb. te Overschie circa 1519, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) in 1575 overleden na haar man.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1550 Spangen †1630 Overschie 80


IJda Jacobsdr
IJda (Ida, Yda) (Ida) Jacobsdr, geb. te Overschie circa 1519, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) in 1575 overleden na haar man.

tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 34 jaar oud) te Overschie in 1549
met

Willem Adriaensz Cruyer, zn. van Adriaen Bastiaensz Cruijer en Neeltje Teunisdr Koosen van Riede, geb. te Spangen in 1515, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) te Overschie in 1574.

Willem Adriaensz Cruyer.
woonde in Spangen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1550 Spangen †1630 Overschie 80


Gerrit Cornelisz van Clapwijck
Gerrit Cornelisz van Clapwijck1 (Clapwijck) (), geb. te Pijnacker circa 1582, gezworene te Pijnacker, bouwman te Clapwijk, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Overschie op 7 mei 1660.

Gerrit Cornelisz van Clapwijck.
In een aantal akten wordt hij vermeld als 'geswoorene te Pijnaker' (o.a. 1642, 1647, 1651,.
1652). Evenzo wordt hij in 1624 en 1625 genoemd als 'ambachtbewaarder' en in 1626.
'ambachtbewaarder te Pijnaker'. Akten van 1631 en 1638 beschrijven hem als 'achteman.
van Pijnaker'.
Voor 1621 trouwde hij met Geertgen Jans van BERCKEL want in 1621 wordt zijn zoon.
gedoopt.
Het schijnt dat er in de doopboeken een verschrijving heeft plaats gevonden, een enkele keer wordt Geertgen.
aangegeven als Geertgen Ariens, dit moet echter Geertgen Jans zijn.
25 juli 1621 wordt zijn zoon Jan Gerritsz. gedoopt. Bij deze gelegenheid wordt Gerrit Cornelisz. vermeld als.
'Geraert Cornelis tot Clapwijck'.
13 mei 1623 wordt vermeld in de kerkrekeningen 'noch ontfangen van een graff van Gerrit Cornelisz tot.
Clapwijck den XIIIen Meye 1623 ....'. Voor wie dat graf is is niet duidelijk.
3 september 1631 schuldbekentenis van Maerten Jorisz LINNEWEVER, dat hij geld schuldig is aan Gerrit.
Cornelis tot Clapwijck en Arijaen Arijaensz ZIJDEMAN "heilige geest armmeesters".
NB.
Maerten Jorisz was inderdaad linnenwever in Pijnacker, het kan zijn dat zijn nazaten een ander patronym.
kregen, het kan ook zijn dat zij als 'LINNEWEVER' aangeduid worden en dat deze aanduiding tot geslachtsen.
tot familienaam wordt.
Waarmee we mogen concluderen dat Gerrit Cornelis Clapwijck een belangrijke man is geweest in Pijnacker.
03.09.1636 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck vermeld als H. Geestmeester.
30 juni 1644 vermelden de kerkrekeningen een schenking van Gerrit Cornelisz Clappwijck, gedaan in 1641.
namens zijn overleden vrouw: 'ontfangen van Gerrit Cornelisz Clapwijck over 'tgeene sijn overleden huysvrou.
in de Kercke voors. hadde gemaect ofte besproocken'. Geertgen Jans BERCKEL is dus voor 1641 overleden.
In 1645 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck genoemd als gezworene van Pijnacker.
17 mei 1645 koopt hij een huis dat in het dorp bij de kerk ligt:.
De Kerckmeesters van Pijnacker verkopen aan Gerrit Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buurman seekere.
huisinge met een soomerhuijsge ende een turffschuijrtge daer aen, pootinge, plantinge... mitsgaders de gront.
daer alle 't selve op staet, groot omtrent tweehondert veertig a vijftig roeden, staende en gelegen tot Pijnaker.
aent dorp, alwaer de predicant aldaer iegenwoordig inwoont, streckende van de werf van Cornelis Claesge.
(verlaen) ten halve sloot ende van de eigendom van 't huijs ende erf van de weduwe van Cors Pieters za. in.
sijn leven watermoolenaar tot Pijnaker voorz. west op tot het erf ende ( ) tot het lant van Dirck van.
KERCKHOVE ten selver scheysloot toe, belent ten suyden de wegh, ende 't voorz. erff van de gemelte.
KERCKHOVE ten noorden Adam van ZIJL met bruijckwaer, gedaan bij de coop sonder maet, metter voet.
gestooten, soo groot ende cleyn als 't selve (t scheen) de voorz. belenden is gelegen zijn vrij van alle.
ongelden haverpachten...".
Dan vermeldt de akte nog dat Gerrit Cornelis Clapwijck dit alles kocht voor de somma van "een duysent vijff.
hondert twee gulden gereet gelt".
Ook andere akten geven aan hoe het land van Gerrit Cornelisz Clapwijck gelegen was:.
28 december 1646 rentebrief:.
Dirk van KERKHOVEN gaat over land 'staende en leggende in Kerckhoeff, in den ambagte van Pijnaker,.
voorz. streckende van de Kerkwegh, ende erff ende boomgaert, toebehorende Gerrit Cornelis Clapwijck west.
op tot in de Overgauwse water ( ) toe, belend ten suijden Crijn Dirk SUIJDERKERK ende ten Noorden.
Cornelis GRASWINKEL voorn. ende voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck (noort)"'Dirk van KERKHOVEN.
"streckende van de erve ende boomgaert van Crijn Dirks SUYDERKERK, Jacob Claesz, de comp. en Gerrit.
Cornelis Clapwijck west op tot aen den Overgauw toe, belent ten suyden Crijn Dirks SUYDERKERK voorn.
ende ten noorden juffrou Cornelia GRASWINKEL ende de comparant met sijn boomgaert".
17.04.1648 ging hij te Overschie in ondertrouw met Grietje Cornelis, weduwe in Overschie.
5 mei 1648 opdrachtbrieff (Pijnacker recht.arch. inv.nr.12 fol.49/6618 ):.
Wij Nicolaas VERBOOM, schout van de ambagte van Pijnaker, Dirk Sijmon VERMEER ende Cornelis.
Dircksoon van de HOOGH, geswoorene aldaer, oirconden dat op huyden voor ons gecompareerd is Gerrit.
Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buijrman dewelcke bekende vercoft en dien volgen getransporteerd,.
gecedeert en in volle eigendom opgedragen te hebben, gelijck sij doet bij desen aen en ten behouve van Jan.
Gerrits Clapwijck sijn soon, mede onse inwoonende buijrman, sijn comparant, een wooninge als huys, schuijr,.
barge, pootinge en plantinge aerde en nagelvast ende gront daer alle t'selve op staet.
Mitsgaders t'lant daer voor ende agter aengelegen, staende en leggende in Clapwijck, in den ambagte van.
Pijnaker voorn. ende dat bij de koop sonder maet metter voet gestoten, soo groot ende cleijn als t'selve gront.
ende landen in corpus tussen de naervolgende belenden gelegen, doch te verongelden voor vijff morgen.
vijer hont, belent ten oosten ende suijden den Strickade, ten westen de Clapwijckse wegh ende Gerrit.
Leenderts van der HOEFF met bruickwaer, sijnde belast met sijn havergelt ende erff huijr voorts soo vrij ende.
onvrij als buijr wooninge ende landen. Tot waringen transporteert hij comparant, aen den cooper over alle.
trecht van waringe hem competeerende tot oude opdracht brieven ofte anderen bescheiden daer van sijnde.
Inde tot vordere waringe namentlijck t'sedert date van sijne (donime) ofte possessen daer booven.
verbindende hij comparant sijn persoon ende goederen, roerende ende onroerende geen uijtgesondert,.
maeckende elck ende de ( em) van dien subject t'verbant van allen rechten ende rechteren metten costen.
(destijds) is geconditioneert dat den cooper in desen coope mede volgen moet de toegiften ofte.
beterschappelijken van de bruijckswaer landen, aenden voorzeide wooninge gebruickt werdende, sijnde naer.
de doot van hem comparant bij cavelinge jegens sijn coopers medeerfgenamen uijtten naer te laten.
onroerende goederen. (Zie 'De Drudenvoet' 1996 jaargang 5 nr 3: "de boerderij van Cornelis Dircksz" door G.
Beijer).
4 mei 1649 verkoopt een huis aan zijn schoonzoon:.
Gerrit Cornelis Clapwijck verkoopt aan Jan Jacobsz. TIMMERMAN (vermoedelijk geen familienaam, maar de.
aanduiding dat deze man timmerman was) 'sijn swager een erffgen met een soomerhuijsge en turfschuirtge.
daer op staende (nu) tot woonhuisge gemaeckt....tot Pijnaker aen 't dorp, belend te noorden ende oosten hij.
comparant ten suijden de wegh, ten westen de wooning van Dirck Adams van KERKHOVEN'.
17 april 1656 stelt hij zich borg voor een schuld van zijn zoon Arij Gerritsz aan juffrouw Jacobmina.
HARTMAN.
18.05.1656 compareerden voor Nicolaas HARTMAN notaris Adriaan Gerritsz Clapwijck, wonende in de.
Noortbuyrt in de Heerlijckheit van Souteveen buyten het dorp van Schipluy als pricipaal ende Gerrit Cornelisz.
Clapwijck desselfs vader mitsgader Cornelis Adriaens OVERGAUW den Ouden, woonende aent westgaech.
int Ambacht van Maeslandt beijde als Borgen schuldig aan Juffrouwe Jacobmina HARTMANS, weduwe van.
wijlen den Heer Anthony de HEYDE 4000 gulden.
Tussen 23 december 1658 en 20 mei 1659 is Gerrit Cornelisz gestorven, want op de eerste datum treedt hij nog.
op als doopgetuige voor Gerrit, zoon van Jacob Jansz van DIEST en Grietgen Jansdr. en op 20 mei 1659 wordt.
als belending van een perceel genoemd: 'de erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck sa.'.
7 mei 1660 verkoop (Pijnacker recht.arch. inv.nr.13 fol.35/36/37.18 ):.
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambachte van Pijnacker, Jacob Claesz WESTERKERK en Frans.
Jacobs CLUTS geswoorene aldaer, oirconden dat op huijden voor ons gecompareert sijn Adrijaen Gerrits.
Clapwijck woonende op Souteveen, Jan Gerrits Clapwijck woonende int Ambacht van Pijnacker, Aeltge.
Gerritsdogter Clapwijck woonende tot Pijnacker aende Laen weduwe van Jan Jacobs TIMMERMAN zaliger.
geassisteert met Jacob Jans van DIEST haar swager, als haar gecooren vooght in deses, alle voor haer selve,.
elk voor eenvijffde part, Jacob Jans van NOORDEN voor hem selven, Jan Cornelis van NOORDEN vader.
ende Asrijaen Pleunen coorenmolenaer op de Pijnackerse koornmoole koosijn, als gestelde voochden over de.
vier noch minderjarige weeskinderen van Maritge Gerrits Clapwijck, voor een gelijck vijffde paert mitsgaders.
Adryaen Gerritsz RIJWECH woonende op Hoogenban onder het Ambacht van Overschie stieffvader ende.
den voornoemde Jacob Jansz van DIEST coosijn als gestelde voochden over de vijff naergelaeten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor het resterende vijffde paert alle kinderen,.
kintskinderen ende dienvolgende erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck za gewoont hebbende ende.
overleden sijnde int Ambacht van Pijnacker, voorn. ende sij comparanten bekenden indijer qualite vercoft,.
getransporteert, gecedeert ende in dienvolgende in vrije eijgendom opgedragen te hebben, gelijk sij doen bij.
desen, aen ende ten behoeve van Jasper Dircxzoon onsen inwoonenden buijrman, een huijs, erff met een.
boomgaert ende een tuijn daer aen, t'saemen groot ontrent twee hondert veertich a vijftich roeden, doch bij.
den coop sonder maet, pootinge, en plantinge op staende aert ende nagelvast. Staende ende leggende opt.
Dorp alhier, gecoomen van de kercke van Pijnacker voorzeit, streckende van de werff van Gerrit van.
LEEUWEN, secretaris, ende vant erff van Cornelis Aemsz. West op tot het erff iegenwoordig toebehoorende.
Gillis Claesz van der BROECK ende voorts tot het lant iegenwoordig toebehoorend het Oude Gasthuijs.
binnen Delft ter halver scheijsloot toe, belent ten suijden de wegh ende de weduwe ende erffgenamen van.
Dirck Adamsz van KERCKHOOVEN za. ende ten noorden Juffrou Cornelia GRASWINKEL sijnde het.
voorsegde huijs erff ende boomgaert niet anders belast dan met vijff guldens s'jaers in de verpondingen,.
b....soot den voorz. Gerrit Cornelisz in sijn leven beseten heeft. Beloovende sij comparanten in qualite.
voornoemt, het voorzegde vercofte, soodanich te vrijen ende te waren nu ende ten eeuwigen dage als recht.
is, verbindende tot dijeneijnde, die voor haer selven compareren hare ende voochden de voorzegde.
weeskinders, persoonen ende goederen roerende ende onroerende geen uijtgesondert, maeckenden elck ende.
de keu. vandijn subject t'verbant van allen rechten ende rechteren speciaal den Ed. Hoove van Hollant aen.
den cooper over, mette costen ende tot vordere waringen transporteren sij comparanten in qualite voorzegd.
aale trecht van waringen haer competerende tot den ouden aen deses doorsteecken brieff in dat 17 e meij 1600.
vijf en veertich kennenden voor sij comparanten van de vercoopingen ende opdrachten deses ten volle.
voldaen ende betaelt te sijn, den eersten penning metten laesten, mette somme van twaalff hondert gulden.
gereet gelt, ende rentebrieff, ende boovendijen vijftijn guldens vijftijn stuivers tot speldegelt, alles sonder.
fraude.
Ten oirconden hebbe ick schout voorn. door begeeren ende verlijden van de comp. in qualite voorn. deses.
brieff met mijn segel in groenen was onder uijthangende besegelt, ende de selve benevens den geswoorene.
7 mei 1660 (dezelfde dag) wordt nog een 'opdrachtbrieff' gepasseerd en getekend waarbij zijn broer Jan.
Gerritsz de hele erfenis opkoopt:.
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambagt van Pijnacker, Gerrit Pietersz van der HOUFF ende Jan.
Pietersz OVERSIJDE geswoorenen aldaer, oirconden dat op huijden voor gecompareerd sijn Aeltge Gerritsdr.
Clapwijck weduwe van Jan Jacobsz TIMMERMAN za. woonende tot Pijnacker aende Laen geassisteert met.
Jacob Jansz van DIEST, TIMMERMAN haer swager als haer gecooren voocht voor een vijerdepaert,.
Adrijaen Gerritsz RIJWECH stiefvader ende Jacob Jansz van DIEST koosijn als gestelde voochden over de.
vijf naergelaten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor een gelijck vijerdepaert. Jacob.
Jans van NOORDEN voor hem selve, mitsgaders Jan Cornelis van NOORDEN vader ende Adrijaen PLEUNEN.
coornmoolenaer op de Pijnackerse koorenmolen als gestelde voochden over de vijer nog minderjarige.
weeskinderen van Maritge Gerritsdr Clapwijck za. t'samen voor een gelijcke vijerdepaert alle kint en.
kintskinderen, ende dienvolgens mede erffgenamen van Gerrit Cornelis Clapwijck za. gewoont hebbende ende.
overleden inden Ambachte van Pijnacker voorn. ende sij comparanten in de voorz. qualite vercoft ende.
dienvolgende getransporteert ende in vrije eijgendom te hebben gelijck sij doen bij desen aen ende ten.
behouve van Jan Gerritsz Clapwijck woonende in Clapwijck in den Ambachte van Pijnacker voorn. drije.
vijerdepaerts van de naervolgende pertijen van lands gelegen soo int ambacht van Berckel als int ambacht.
van Pijnacker respective daer van het resterende vijerdepaert den cooper als zoon ende medeerfgenaam van.
den voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck is toebehoorende als namelijk eerste van eerste een stucke lants gelegen.
int ambacht van Pijnacker genaemt den Acker, te verongelden voor dertijen hont streckende uijt de.
Clapwijckse Watering oost tot het lant van Mr. Sijmon GRASWINCKEL toe, belent ten suijden Mees Pieterse.
ende ten noorden den voorz. GRASWINCKEL, noch van een stucke lants geleghen op de Hoocht in den.
voorz. ambachte te verongeldem voor tijen hont, streckende vant lant van Mees Pieterse oost op over de.
Strickcade tot inden Strickcaden sloot toe, belent ten suijden den selve Mees Pieterse ende ten noorden Mr.
Sijmon GRASWINCKEL voorn. noch van een stucke lants gelegen int ambacht van Berckel, mede te.
verongelden voor tijen hont, belent ten oosten de Wateringe, ten suijden de armen van Berckel, ten westen.
de stadt Delft, ende ten noorden de naergenoemde drije mergen een hont ende de armen van Berckel voorn.
noch van drije mergen, een hont gelegen int Ambacht van Berckel voorzeit, gemeen met noch vijff hont,.
toebehoorende den armen aldaer streckende int geheel uijt de Watering west op tot het lant toebehoorende.
de stadt Delft, belent ten suijden de voorzegde tijen hont, ende ten noorden de naergenoemde tijen mergen.
ende noch van een stuck lants te verongelden voor vijer morgen genaempt de negentijen hont, gelegen int.
ambacht van Berckel voorz. belent ten oosten de Watering, ten suijden de voorzegde drije mergen een hont.
ende de voorz. armen, ten westen den cooper, ende ten noorden de volgende veertijen hont, ende den armen.
voorn. Item noch van een stuck lants te verongelden voor veertijen hont gelegen in den voorz. ambachte,.
belent ten oosten den armen aldaer, ten suijden de voorz. vijer mergen, ten westen den Strickcade sloot, ende ten noorden de volgende seventijen hont. Lestelijck noch van een stuck lants te verongelden voor seventijen.
hont, leggende insgelijcks int meergenoemde ambacht van Berckel streckende uijt de Strickcade sloot oost op.
tot in de Watering belent ten suijden de voorzeide veertijen hont ende de armen van Berckel voorz. ende ten.
noorden Leendert Cornelisz DROOG met eijgen of te bruijckwaer, ende Adrijaen Leenertsz PUTS, doch alles.
bij den hoop sonder maet met de voet gestoten soo groot ende cleijn als de voorz. pertijen van landen in de.
voornoemnde belenden respectivelijck gelegen sijn, sonder van overmaet ijets te moogen eijschen, ofte van.
ondermaet ijetwets te moogen corten niet iegenstaende het h...... off hae.... meerdere of mindere gedeelte.
souden moogen versch..., sijnde de voorz. pertijen van landen vrij, niet anders belast noch beswaert dan met.
den heer sijn regt van gemeene ongelden ende anders benevensbuijrlanen, beloovende den comparantien in.
qualite voornoempt de voorzegde crije vijerpaerts, nu ende altoos soodanigh te vrijen ende te waren als regt.
is onder verbant als naer recht is, ende verdere transporteren sij comparanten in qualite voornoemt, aen den.
cooper over all t recht van waringe begrepen, in de oude opdrachten ende waerbrieven daer van sijnde, aen.
den cooper overgelevert ende onder hen berustende, komende sij comparanten in qualite voornoemt, van den.
vercoopingen ende opdrachte deses ten volle voldaen ende betaelt te sijn met de somme van elff duijsent.
ende t'seventich guldens, volgens de brieff op huijden daer van gepasseert. Alles sonder fraude.
Ten oirconden hebben wij Schouten voornoemt, door begeeren ende verlijden van de comparanten in qualite.
voorzegd, elc. beroerende onse jurisdictie, desen brieff met onse segels is groenen wass onder uijthangende.
besegelt, ende de selve benevens den geswoorene, respectivelijck onder peij... ende ten prothocolle elck van.
sijn ambacht, geteijkent op te VII de Meij 1600 t'sestich.
En daarmee weten we dat het bezit van Gerrit Cornelisz een waarde had van 14 760.0.0.

  • Moeder:
    Maritgen Jansdr1,2, geb. in 1550, ovl. (minstens 66 jaar oud) te Pijnacker tussen 1616 en 1617 (16 jun 1647), begr. te Pijnacker.

tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 15 jaar oud) (1) te Pijnacker circa 1610
met

Geertgen Jansdr (Geertgen Jans) van Berckel, dr. van Jan Gerrits van Berckel en Maertge van Ruijven, geb. circa 1595, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 1640.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis~1618 Pijnacker †1654 Overschie 36
Arij*1610 Pijnacker (Catwijck) †1678 Zouteveen 68
Arij*1610 Pijnacker 1678 Zouteveen 68

tr. (2)
met

Grietgen Cornelisdr Buytenweg, dr. van Cornelis Michielsz Buytenweg (bouwman te Zegwaard).


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196
2.Notariele akte Delft (Notar 009), Type: Notariele akte, Archiefnaam: Gemeentearchief Delft, Archief: Not. Archief Delft, Inventarisnr.: 1542, Onderwerp: testament, Akteplaats: Delft, periode: 1614 (19 jul 1614 akte 44)

Geertgen Jansdr van Berckel
Geertgen Jansdr (Geertgen Jans) van Berckel, geb. circa 1595, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 1640.

tr. (resp. ongeveer 15 en ongeveer 28 jaar oud) te Pijnacker circa 1610
met

Gerrit Cornelisz van Clapwijck1 (Clapwijck) (), zn. van Cornelis Dircxz van der Eijck op de Clapwijck (bouwman in Clapwijck onder Pijnacker) en Maritgen Jansdr, geb. te Pijnacker circa 1582, gezworene te Pijnacker, bouwman te Clapwijk, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) te Overschie op 7 mei 1660, tr. (2) met Grietgen Cornelisdr Buytenweg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Gerrit Cornelisz van Clapwijck.
In een aantal akten wordt hij vermeld als 'geswoorene te Pijnaker' (o.a. 1642, 1647, 1651,.
1652). Evenzo wordt hij in 1624 en 1625 genoemd als 'ambachtbewaarder' en in 1626.
'ambachtbewaarder te Pijnaker'. Akten van 1631 en 1638 beschrijven hem als 'achteman.
van Pijnaker'.
Voor 1621 trouwde hij met Geertgen Jans van BERCKEL want in 1621 wordt zijn zoon.
gedoopt.
Het schijnt dat er in de doopboeken een verschrijving heeft plaats gevonden, een enkele keer wordt Geertgen.
aangegeven als Geertgen Ariens, dit moet echter Geertgen Jans zijn.
25 juli 1621 wordt zijn zoon Jan Gerritsz. gedoopt. Bij deze gelegenheid wordt Gerrit Cornelisz. vermeld als.
'Geraert Cornelis tot Clapwijck'.
13 mei 1623 wordt vermeld in de kerkrekeningen 'noch ontfangen van een graff van Gerrit Cornelisz tot.
Clapwijck den XIIIen Meye 1623 ....'. Voor wie dat graf is is niet duidelijk.
3 september 1631 schuldbekentenis van Maerten Jorisz LINNEWEVER, dat hij geld schuldig is aan Gerrit.
Cornelis tot Clapwijck en Arijaen Arijaensz ZIJDEMAN "heilige geest armmeesters".
NB.
Maerten Jorisz was inderdaad linnenwever in Pijnacker, het kan zijn dat zijn nazaten een ander patronym.
kregen, het kan ook zijn dat zij als 'LINNEWEVER' aangeduid worden en dat deze aanduiding tot geslachtsen.
tot familienaam wordt.
Waarmee we mogen concluderen dat Gerrit Cornelis Clapwijck een belangrijke man is geweest in Pijnacker.
03.09.1636 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck vermeld als H. Geestmeester.
30 juni 1644 vermelden de kerkrekeningen een schenking van Gerrit Cornelisz Clappwijck, gedaan in 1641.
namens zijn overleden vrouw: 'ontfangen van Gerrit Cornelisz Clapwijck over 'tgeene sijn overleden huysvrou.
in de Kercke voors. hadde gemaect ofte besproocken'. Geertgen Jans BERCKEL is dus voor 1641 overleden.
In 1645 wordt Gerrit Cornelisz Clapwijck genoemd als gezworene van Pijnacker.
17 mei 1645 koopt hij een huis dat in het dorp bij de kerk ligt:.
De Kerckmeesters van Pijnacker verkopen aan Gerrit Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buurman seekere.
huisinge met een soomerhuijsge ende een turffschuijrtge daer aen, pootinge, plantinge... mitsgaders de gront.
daer alle 't selve op staet, groot omtrent tweehondert veertig a vijftig roeden, staende en gelegen tot Pijnaker.
aent dorp, alwaer de predicant aldaer iegenwoordig inwoont, streckende van de werf van Cornelis Claesge.
(verlaen) ten halve sloot ende van de eigendom van 't huijs ende erf van de weduwe van Cors Pieters za. in.
sijn leven watermoolenaar tot Pijnaker voorz. west op tot het erf ende ( ) tot het lant van Dirck van.
KERCKHOVE ten selver scheysloot toe, belent ten suyden de wegh, ende 't voorz. erff van de gemelte.
KERCKHOVE ten noorden Adam van ZIJL met bruijckwaer, gedaan bij de coop sonder maet, metter voet.
gestooten, soo groot ende cleyn als 't selve (t scheen) de voorz. belenden is gelegen zijn vrij van alle.
ongelden haverpachten...".
Dan vermeldt de akte nog dat Gerrit Cornelis Clapwijck dit alles kocht voor de somma van "een duysent vijff.
hondert twee gulden gereet gelt".
Ook andere akten geven aan hoe het land van Gerrit Cornelisz Clapwijck gelegen was:.
28 december 1646 rentebrief:.
Dirk van KERKHOVEN gaat over land 'staende en leggende in Kerckhoeff, in den ambagte van Pijnaker,.
voorz. streckende van de Kerkwegh, ende erff ende boomgaert, toebehorende Gerrit Cornelis Clapwijck west.
op tot in de Overgauwse water ( ) toe, belend ten suijden Crijn Dirk SUIJDERKERK ende ten Noorden.
Cornelis GRASWINKEL voorn. ende voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck (noort)"'Dirk van KERKHOVEN.
"streckende van de erve ende boomgaert van Crijn Dirks SUYDERKERK, Jacob Claesz, de comp. en Gerrit.
Cornelis Clapwijck west op tot aen den Overgauw toe, belent ten suyden Crijn Dirks SUYDERKERK voorn.
ende ten noorden juffrou Cornelia GRASWINKEL ende de comparant met sijn boomgaert"..
17.04.1648 ging hij te Overschie in ondertrouw met Grietje Cornelis, weduwe in Overschie.
5 mei 1648 opdrachtbrieff (Pijnacker recht.arch. inv.nr.12 fol.49/6618 ):.
Wij Nicolaas VERBOOM, schout van de ambagte van Pijnaker, Dirk Sijmon VERMEER ende Cornelis.
Dircksoon van de HOOGH, geswoorene aldaer, oirconden dat op huyden voor ons gecompareerd is Gerrit.
Cornelis Clapwijck, onse inwoonende buijrman dewelcke bekende vercoft en dien volgen getransporteerd,.
gecedeert en in volle eigendom opgedragen te hebben, gelijck sij doet bij desen aen en ten behouve van Jan.
Gerrits Clapwijck sijn soon, mede onse inwoonende buijrman, sijn comparant, een wooninge als huys, schuijr,.
barge, pootinge en plantinge aerde en nagelvast ende gront daer alle t'selve op staet.
Mitsgaders t'lant daer voor ende agter aengelegen, staende en leggende in Clapwijck, in den ambagte van.
Pijnaker voorn. ende dat bij de koop sonder maet metter voet gestoten, soo groot ende cleijn als t'selve gront.
ende landen in corpus tussen de naervolgende belenden gelegen, doch te verongelden voor vijff morgen.
vijer hont, belent ten oosten ende suijden den Strickade, ten westen de Clapwijckse wegh ende Gerrit.
Leenderts van der HOEFF met bruickwaer, sijnde belast met sijn havergelt ende erff huijr voorts soo vrij ende.
onvrij als buijr wooninge ende landen. Tot waringen transporteert hij comparant, aen den cooper over alle.
trecht van waringe hem competeerende tot oude opdracht brieven ofte anderen bescheiden daer van sijnde.
Inde tot vordere waringe namentlijck t'sedert date van sijne (donime) ofte possessen daer booven.
verbindende hij comparant sijn persoon ende goederen, roerende ende onroerende geen uijtgesondert,.
maeckende elck ende de ( em) van dien subject t'verbant van allen rechten ende rechteren metten costen.
(destijds) is geconditioneert dat den cooper in desen coope mede volgen moet de toegiften ofte.
beterschappelijken van de bruijckswaer landen, aenden voorzeide wooninge gebruickt werdende, sijnde naer.
de doot van hem comparant bij cavelinge jegens sijn coopers medeerfgenamen uijtten naer te laten.
onroerende goederen. (Zie 'De Drudenvoet' 1996 jaargang 5 nr 3: "de boerderij van Cornelis Dircksz" door G.
Beijer).
4 mei 1649 verkoopt een huis aan zijn schoonzoon:.
Gerrit Cornelis Clapwijck verkoopt aan Jan Jacobsz. TIMMERMAN (vermoedelijk geen familienaam, maar de.
aanduiding dat deze man timmerman was) 'sijn swager een erffgen met een soomerhuijsge en turfschuirtge.
daer op staende (nu) tot woonhuisge gemaeckt....tot Pijnaker aen 't dorp, belend te noorden ende oosten hij.
comparant ten suijden de wegh, ten westen de wooning van Dirck Adams van KERKHOVEN'.
17 april 1656 stelt hij zich borg voor een schuld van zijn zoon Arij Gerritsz aan juffrouw Jacobmina.
HARTMAN.
18.05.1656 compareerden voor Nicolaas HARTMAN notaris Adriaan Gerritsz Clapwijck, wonende in de.
Noortbuyrt in de Heerlijckheit van Souteveen buyten het dorp van Schipluy als pricipaal ende Gerrit Cornelisz.
Clapwijck desselfs vader mitsgader Cornelis Adriaens OVERGAUW den Ouden, woonende aent westgaech.
int Ambacht van Maeslandt beijde als Borgen schuldig aan Juffrouwe Jacobmina HARTMANS, weduwe van.
wijlen den Heer Anthony de HEYDE 4000 gulden.
Tussen 23 december 1658 en 20 mei 1659 is Gerrit Cornelisz gestorven, want op de eerste datum treedt hij nog.
op als doopgetuige voor Gerrit, zoon van Jacob Jansz van DIEST en Grietgen Jansdr. en op 20 mei 1659 wordt.
als belending van een perceel genoemd: 'de erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck sa.'.
7 mei 1660 verkoop (Pijnacker recht.arch. inv.nr.13 fol.35/36/37.18 ):.
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambachte van Pijnacker, Jacob Claesz WESTERKERK en Frans.
Jacobs CLUTS geswoorene aldaer, oirconden dat op huijden voor ons gecompareert sijn Adrijaen Gerrits.
Clapwijck woonende op Souteveen, Jan Gerrits Clapwijck woonende int Ambacht van Pijnacker, Aeltge.
Gerritsdogter Clapwijck woonende tot Pijnacker aende Laen weduwe van Jan Jacobs TIMMERMAN zaliger.
geassisteert met Jacob Jans van DIEST haar swager, als haar gecooren vooght in deses, alle voor haer selve,.
elk voor eenvijffde part, Jacob Jans van NOORDEN voor hem selven, Jan Cornelis van NOORDEN vader.
ende Asrijaen Pleunen coorenmolenaer op de Pijnackerse koornmoole koosijn, als gestelde voochden over de.
vier noch minderjarige weeskinderen van Maritge Gerrits Clapwijck, voor een gelijck vijffde paert mitsgaders.
Adryaen Gerritsz RIJWECH woonende op Hoogenban onder het Ambacht van Overschie stieffvader ende.
den voornoemde Jacob Jansz van DIEST coosijn als gestelde voochden over de vijff naergelaeten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor het resterende vijffde paert alle kinderen,.
kintskinderen ende dienvolgende erfgenamen van Gerrit Cornelisz Clapwijck za gewoont hebbende ende.
overleden sijnde int Ambacht van Pijnacker, voorn. ende sij comparanten bekenden indijer qualite vercoft,.
getransporteert, gecedeert ende in dienvolgende in vrije eijgendom opgedragen te hebben, gelijk sij doen bij.
desen, aen ende ten behoeve van Jasper Dircxzoon onsen inwoonenden buijrman, een huijs, erff met een.
boomgaert ende een tuijn daer aen, t'saemen groot ontrent twee hondert veertich a vijftich roeden, doch bij.
den coop sonder maet, pootinge, en plantinge op staende aert ende nagelvast. Staende ende leggende opt.
Dorp alhier, gecoomen van de kercke van Pijnacker voorzeit, streckende van de werff van Gerrit van.
LEEUWEN, secretaris, ende vant erff van Cornelis Aemsz. West op tot het erff iegenwoordig toebehoorende.
Gillis Claesz van der BROECK ende voorts tot het lant iegenwoordig toebehoorend het Oude Gasthuijs.
binnen Delft ter halver scheijsloot toe, belent ten suijden de wegh ende de weduwe ende erffgenamen van.
Dirck Adamsz van KERCKHOOVEN za. ende ten noorden Juffrou Cornelia GRASWINKEL sijnde het.
voorsegde huijs erff ende boomgaert niet anders belast dan met vijff guldens s'jaers in de verpondingen,.
b....soot den voorz. Gerrit Cornelisz in sijn leven beseten heeft. Beloovende sij comparanten in qualite.
voornoemt, het voorzegde vercofte, soodanich te vrijen ende te waren nu ende ten eeuwigen dage als recht.
is, verbindende tot dijeneijnde, die voor haer selven compareren hare ende voochden de voorzegde.
weeskinders, persoonen ende goederen roerende ende onroerende geen uijtgesondert, maeckenden elck ende.
de keu. vandijn subject t'verbant van allen rechten ende rechteren speciaal den Ed. Hoove van Hollant aen.
den cooper over, mette costen ende tot vordere waringen transporteren sij comparanten in qualite voorzegd.
aale trecht van waringen haer competerende tot den ouden aen deses doorsteecken brieff in dat 17 e meij 1600.
vijf en veertich kennenden voor sij comparanten van de vercoopingen ende opdrachten deses ten volle.
voldaen ende betaelt te sijn, den eersten penning metten laesten, mette somme van twaalff hondert gulden.
gereet gelt, ende rentebrieff, ende boovendijen vijftijn guldens vijftijn stuivers tot speldegelt, alles sonder.
fraude.
Ten oirconden hebbe ick schout voorn. door begeeren ende verlijden van de comp. in qualite voorn. deses.
brieff met mijn segel in groenen was onder uijthangende besegelt, ende de selve benevens den geswoorene.
7 mei 1660 (dezelfde dag) wordt nog een 'opdrachtbrieff' gepasseerd en getekend waarbij zijn broer Jan.
Gerritsz de hele erfenis opkoopt:.
Wij Pieter Claesz BRANTS schout van den Ambagt van Pijnacker, Gerrit Pietersz van der HOUFF ende Jan.
Pietersz OVERSIJDE geswoorenen aldaer, oirconden dat op huijden voor gecompareerd sijn Aeltge Gerritsdr.
Clapwijck weduwe van Jan Jacobsz TIMMERMAN za. woonende tot Pijnacker aende Laen geassisteert met.
Jacob Jansz van DIEST, TIMMERMAN haer swager als haer gecooren voocht voor een vijerdepaert,.
Adrijaen Gerritsz RIJWECH stiefvader ende Jacob Jansz van DIEST koosijn als gestelde voochden over de.
vijf naergelaten weeskinderen van Cornelis Gerritsz HOORNWECH za. voor een gelijck vijerdepaert. Jacob.
Jans van NOORDEN voor hem selve, mitsgaders Jan Cornelis van NOORDEN vader ende Adrijaen PLEUNEN.
coornmoolenaer op de Pijnackerse koorenmolen als gestelde voochden over de vijer nog minderjarige.
weeskinderen van Maritge Gerritsdr Clapwijck za. t'samen voor een gelijcke vijerdepaert alle kint en.
kintskinderen, ende dienvolgens mede erffgenamen van Gerrit Cornelis Clapwijck za. gewoont hebbende ende.
overleden inden Ambachte van Pijnacker voorn. ende sij comparanten in de voorz. qualite vercoft ende.
dienvolgende getransporteert ende in vrije eijgendom te hebben gelijck sij doen bij desen aen ende ten.
behouve van Jan Gerritsz Clapwijck woonende in Clapwijck in den Ambachte van Pijnacker voorn. drije.
vijerdepaerts van de naervolgende pertijen van lands gelegen soo int ambacht van Berckel als int ambacht.
van Pijnacker respective daer van het resterende vijerdepaert den cooper als zoon ende medeerfgenaam van.
den voorz. Gerrit Cornelis Clapwijck is toebehoorende als namelijk eerste van eerste een stucke lants gelegen.
int ambacht van Pijnacker genaemt den Acker, te verongelden voor dertijen hont streckende uijt de.
Clapwijckse Watering oost tot het lant van Mr. Sijmon GRASWINCKEL toe, belent ten suijden Mees Pieterse.
ende ten noorden den voorz. GRASWINCKEL, noch van een stucke lants geleghen op de Hoocht in den.
voorz. ambachte te verongeldem voor tijen hont, streckende vant lant van Mees Pieterse oost op over de.
Strickcade tot inden Strickcaden sloot toe, belent ten suijden den selve Mees Pieterse ende ten noorden Mr.
Sijmon GRASWINCKEL voorn. noch van een stucke lants gelegen int ambacht van Berckel, mede te.
verongelden voor tijen hont, belent ten oosten de Wateringe, ten suijden de armen van Berckel, ten westen.
de stadt Delft, ende ten noorden de naergenoemde drije mergen een hont ende de armen van Berckel voorn.
noch van drije mergen, een hont gelegen int Ambacht van Berckel voorzeit, gemeen met noch vijff hont,.
toebehoorende den armen aldaer streckende int geheel uijt de Watering west op tot het lant toebehoorende.
de stadt Delft, belent ten suijden de voorzegde tijen hont, ende ten noorden de naergenoemde tijen mergen.
ende noch van een stuck lants te verongelden voor vijer morgen genaempt de negentijen hont, gelegen int.
ambacht van Berckel voorz. belent ten oosten de Watering, ten suijden de voorzegde drije mergen een hont.
ende de voorz. armen, ten westen den cooper, ende ten noorden de volgende veertijen hont, ende den armen.
voorn. Item noch van een stuck lants te verongelden voor veertijen hont gelegen in den voorz. ambachte,.
belent ten oosten den armen aldaer, ten suijden de voorz. vijer mergen, ten westen den Strickcade sloot, ende ten noorden de volgende seventijen hont. Lestelijck noch van een stuck lants te verongelden voor seventijen.
hont, leggende insgelijcks int meergenoemde ambacht van Berckel streckende uijt de Strickcade sloot oost op.
tot in de Watering belent ten suijden de voorzeide veertijen hont ende de armen van Berckel voorz. ende ten.
noorden Leendert Cornelisz DROOG met eijgen of te bruijckwaer, ende Adrijaen Leenertsz PUTS, doch alles.
bij den hoop sonder maet met de voet gestoten soo groot ende cleijn als de voorz. pertijen van landen in de.
voornoemnde belenden respectivelijck gelegen sijn, sonder van overmaet ijets te moogen eijschen, ofte van.
ondermaet ijetwets te moogen corten niet iegenstaende het h...... off hae.... meerdere of mindere gedeelte.
souden moogen versch..., sijnde de voorz. pertijen van landen vrij, niet anders belast noch beswaert dan met.
den heer sijn regt van gemeene ongelden ende anders benevensbuijrlanen, beloovende den comparantien in.
qualite voornoempt de voorzegde crije vijerpaerts, nu ende altoos soodanigh te vrijen ende te waren als regt.
is onder verbant als naer recht is, ende verdere transporteren sij comparanten in qualite voornoemt, aen den.
cooper over all t recht van waringe begrepen, in de oude opdrachten ende waerbrieven daer van sijnde, aen.
den cooper overgelevert ende onder hen berustende, komende sij comparanten in qualite voornoemt, van den.
vercoopingen ende opdrachte deses ten volle voldaen ende betaelt te sijn met de somme van elff duijsent.
ende t'seventich guldens, volgens de brieff op huijden daer van gepasseert. Alles sonder fraude.
Ten oirconden hebben wij Schouten voornoemt, door begeeren ende verlijden van de comparanten in qualite.
voorzegd, elc. beroerende onse jurisdictie, desen brieff met onse segels is groenen wass onder uijthangende.
besegelt, ende de selve benevens den geswoorene, respectivelijck onder peij... ende ten prothocolle elck van.
sijn ambacht, geteijkent op te VII de Meij 1600 t'sestich.
En daarmee weten we dat het bezit van Gerrit Cornelisz een waarde had van 14 760.0.0.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis~1618 Pijnacker †1654 Overschie 36
Arij*1610 Pijnacker (Catwijck) †1678 Zouteveen 68
Arij*1610 Pijnacker 1678 Zouteveen 68



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), Type: boek, Schrijver: 196

Gerrit Dirks Starrenburg
Gerrit Dirks Gerrit Dirksz Starrenburg, geb. te Overschie circa 1598, ambachtsbewaarder en molenmeester en schepen, ovl. (ongeveer 79 jaar oud) te Overschie circa 1677.

Gerrit Dirks Starrenburg.
ambachtsbewaarder, molenmeester van de Spaanse polder 1645-1657 en 1661.

tr. (resp. ongeveer 39 en ongeveer 35 jaar oud) te Overschie op 11 apr 1638
met

Maertje Sijmonsdr Hoorewegh, dr. van Symon Maertensz Hoorewech (schepen van Overschie en Hogenban 1617 en 1631) en Neeltje Gerrits Cruyer, geb. te Overschie circa 1602, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Overschie circa 1662.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maertie*1644  1701 Overschie 56


IJsbrand Philipsz Heemskerck
IJsbrand Philipsz Heemskerck2,1,3, geb. te Naaldwijk tussen 1534 en 1535, ovl. (hoogstens 33 jaar oud) te Naaldwijk op 4 jan 1568.

IJsbrand Philipsz Heemskerck.
Welgeboren man van Naaldwijk, gildemeester van het Sint Andriesgilde. Beleend met 4 morgen 1 hond land te Naaldwijk 20-2-1557 en met 2½ morgen 40 gaarden land te Wateringen 29-5-1559.

  • Vader:
    Philip Arentsz Heemskerck4, zn. van Arent Gerritsz van Dijck, geb. circa 1517, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) voor 20 feb 1557, tr. (resp. ongeveer 38 en ongeveer 42 jaar oud) (2) circa 1555 met Anna Isbrants4, geb. circa 1513, ovl. (minstens 55 jaar oud) na 4 jan 1569. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) met

tr.
met

Maritgen Pieters Cap2,1,3, dr. van Pieter Dircksz Cap, begr. te Naaldwijk op 18 nov 1602.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltgen*1565 Honselersdijk †1617 op 't Woud 51
Philip  †1633 Hondsholredijk  



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 81)
2.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Type: boek, (blz. 231)
3.Onze Voorouders Kwartierstaten en Stamreeksen deel III (OV Rijnland III), Type: boek, Uitgever: NGV, afdeling Rijnland, Plaats: Leiden, Uitgegeven: 1998 (blz. 326)
4.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 191)

Maritgen Pieters Cap
Maritgen Pieters Cap2,1,3, begr. te Naaldwijk op 18 nov 1602.

tr.
met

IJsbrand Philipsz Heemskerck2,1,3, zn. van Philip Arentsz Heemskerck en Anna IJsbrantsdr, geb. te Naaldwijk tussen 1534 en 1535, ovl. (hoogstens 33 jaar oud) te Naaldwijk op 4 jan 1568.

IJsbrand Philipsz Heemskerck.
Welgeboren man van Naaldwijk, gildemeester van het Sint Andriesgilde. Beleend met 4 morgen 1 hond land te Naaldwijk 20-2-1557 en met 2½ morgen 40 gaarden land te Wateringen 29-5-1559.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeltgen*1565 Honselersdijk †1617 op 't Woud 51
Philip  †1633 Hondsholredijk  



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 81)
2.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Type: boek, (blz. 231)
3.Onze Voorouders Kwartierstaten en Stamreeksen deel III (OV Rijnland III), Type: boek, Uitgever: NGV, afdeling Rijnland, Plaats: Leiden, Uitgegeven: 1998 (blz. 326)
4.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 191)

Philip Arentsz Heemskerck
Philip Arentsz Heemskerck1, geb. circa 1517, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) voor 20 feb 1557.

Philip Arentsz Heemskerck.
Beleend met 4 morgen 1 hond land te Naaldwijk. Heilige geestmeester te Naaldwijk 1542, 1543.

tr. (1)
met

Anna IJsbrantsdr.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
IJsbrand*1534 Naaldwijk †1568 Naaldwijk 33

tr. (resp. ongeveer 38 en ongeveer 42 jaar oud) (2) circa 1555
met

Anna Isbrants1, geb. circa 1513, ovl. (minstens 55 jaar oud) na 4 jan 1569.


Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 191)

Pieter Dircksz Cap
Pieter Dircksz Cap1, ovl. te Naaldwijkerbroek voor 29 nov 1583.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maritgen  1602 Naaldwijk  



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Type: boek, (blz. 191)

Arent Pietersz Duijvestein
Arent Pietersz Duijvestein, ovl. voor 28 aug 1650.

Arent Pietersz Duijvestein.
Arent Pietersz. Duijvesteijn, geb. naar schatting ca. 1570, bouwman in de polder Schieveen, leenman van Mathenesse (sedert 1628), ambachtsbewaarder van Schieveen (1616-1617) en van de 64 Hoeven (1615 (?), 1637) 9), schepen van Overschie (1642) woont ,,in den Droogenhouck” (1646) overl. Overschie tussen 21-l- en 7-8-1647, tr. naar schatting ca. 1590/95 (zijn nicht?) Sijtgen Gerritsdr. (Smijt?), overl. waars. in Schieveen tussen 25-1-1639 en 3-4-1646, waars. dr. van Gerrit Adriaensz. Smijt (Smit), schepen van Overschie (1597 -1599) 6), ambachtsbewaarder van de 64 Hoeven (1615). Verscheidene malen is er sprake van een relatie met de familie Smijt te Overschie. Op 5-2-1634 was hij getuige bij de doop van een kind van (zijn zwager?) Claes Gerritsz. Smijt te Overschie. Deze Claes Smijt was omstreeks 1588 geboren en tr. le Matjen Gerrits (geb. ca. 1588) , tr. 2e Matge Claes. In 1641 was Arent Duijvesteijn mede-voogd over diens kinderen uit het huwelijk met Matge Claes. Zowel Claes Smijt als Arent Duijvesteijn hadden een dochter Belitgen.
7-1-1613: Arent Pietersz. Duijvesteijn, in de polder Schieveen.
9-5-1628: Arent Pietersz. Duijvesteijn te Schieveen wordt na overdracht door Leendert Jansz. beleend met de helft van 13 hond leenland van Mathenesse in de Oost-Abspolder te Kethel, gemeen met Onze Lieve Vrouwe Kappelrye in de kerk te Kethel. De eventuele (doch waarschijnlijke) bloedverwantschap tussen Arent Duijvesteijn en Leendert Jansz. kon tot heden niet worden vastgesteld. Omstreeks 1635: Arent Pietersz. Duyvesteyn, woont in de polder Schieveen. 25-1-1639: Arent Pijeterss. Duijvesteijn en Sijtgen Gerrits, echtelieden wonende te Overschie op Schieveen - zij is ziek van lichaam - maken mutueel testament. De langstlevende is voogd over de na te laten minderjarige kinderen en moet deze opvoeden enz. Bij de leeftijd van 25 jaar - of eerder huwelijk - zullen de kinderen gezamenlijk 3600 gld. uitgekeerd krijgen. De langstlevende der echtgenoten zal 600 gld. behouden, gelijk aan de oudste dochter (niet bij name genoemd) in het huwelijk meegegeven is. Getuige is o.a. Jan Janss. Jongejan (Vader van hun schoonzoon?). 11-1-1642: Arent P(ieter)ss. Duijvesteijn, schepen van Overschie, wonende op Schieveen, legt met anderen een verklaring af op verzoek van Vechter Eusten, wonende op Schieveen, betreffende diens vrouw Aeltgen Jans. 3-4-1646: Arent Pieterss. Duijvesteijn, wonende te Overschie ,,in de droogenhoock”, ziek van lichaam, testeert. Aan het nagelaten.
weeskind van wijlen (zijn dochter) Arijaentgen Arentsdr. vermaakt hij 600 gld. Indien deze kleinzoon vóór zijn meerderjarigheid zal komen te overlijden, zal dit bedrag met interesten komen aan de naaste familieleden van moederszijde van het kind. Tot voogden over het kind stelt hij zijn zoon Gerrit Arentss. Duijvesteijn en zijn ,,zwager” (= schoonzoon) Jan lanss. Jongejan, ooms van het weeskind. Tot enige erfgenamen stelt hij zijn 4 kinderen: Gerrit, Belitgen, Barbertgen en Arijen Duijvesteijn, of hun kinderen in hun ouders plaats. De akte is verleden ten huize van.
de testateur. 21-1-1647: Arent P(iete)rss. Duijvesteijn, getuige bij het opmaken van het testament van Jan Janss. Jongejan en Grietgen Jans, echtelieden wonende in Schieveen.
7-8-1647: Inventaris van de nagelaten goederen van wijlen Arent Pijterss. Duijvesteijn, in leven gewoond hebbende te Overschie, ten behoeve van diens kinderen en erfgenamen: Gerrit Arijenss. Duiljvesteijn, Arijen Duijvesteijn, Jan Janss. Jongejan, gehuwd met Beletgen Arents, en Barbertgen Arijens. Er is sprake van het huis met inboedel te Overschie, alwaar Arent Duijvesteijn overleden is, een obligatie van 1000 gld. ten laste van het Gemene Land van Holland en 4 margen land in de Oost-Abspolder (= het leen van Mathenesse).
Blijkens de diverse akten was Arent Pietersz. Duijvesteijn de schrijfkunst niet machtig. Van zijn vrouw is dit niet bekend (het testament van 1639 is niet ondertekend, noch van merk voorzien). Zij bepaalden dat hun kinderen moesten leren lezen en schrijven.

tr.
met

Sijtje Gerrits.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1614     
Arijaentgen  †1646   


Sijtje Gerrits
Sijtje Gerrits.

tr.
met

Arent Pietersz Duijvestein, ovl. voor 28 aug 1650.

Arent Pietersz Duijvestein.
Arent Pietersz. Duijvesteijn, geb. naar schatting ca. 1570, bouwman in de polder Schieveen, leenman van Mathenesse (sedert 1628), ambachtsbewaarder van Schieveen (1616-1617) en van de 64 Hoeven (1615 (?), 1637) 9), schepen van Overschie (1642) woont ,,in den Droogenhouck” (1646) overl. Overschie tussen 21-l- en 7-8-1647, tr. naar schatting ca. 1590/95 (zijn nicht?) Sijtgen Gerritsdr. (Smijt?), overl. waars. in Schieveen tussen 25-1-1639 en 3-4-1646, waars. dr. van Gerrit Adriaensz. Smijt (Smit), schepen van Overschie (1597 -1599) 6), ambachtsbewaarder van de 64 Hoeven (1615). Verscheidene malen is er sprake van een relatie met de familie Smijt te Overschie. Op 5-2-1634 was hij getuige bij de doop van een kind van (zijn zwager?) Claes Gerritsz. Smijt te Overschie. Deze Claes Smijt was omstreeks 1588 geboren en tr. le Matjen Gerrits (geb. ca. 1588) , tr. 2e Matge Claes. In 1641 was Arent Duijvesteijn mede-voogd over diens kinderen uit het huwelijk met Matge Claes. Zowel Claes Smijt als Arent Duijvesteijn hadden een dochter Belitgen.
7-1-1613: Arent Pietersz. Duijvesteijn, in de polder Schieveen.
9-5-1628: Arent Pietersz. Duijvesteijn te Schieveen wordt na overdracht door Leendert Jansz. beleend met de helft van 13 hond leenland van Mathenesse in de Oost-Abspolder te Kethel, gemeen met Onze Lieve Vrouwe Kappelrye in de kerk te Kethel. De eventuele (doch waarschijnlijke) bloedverwantschap tussen Arent Duijvesteijn en Leendert Jansz. kon tot heden niet worden vastgesteld. Omstreeks 1635: Arent Pietersz. Duyvesteyn, woont in de polder Schieveen. 25-1-1639: Arent Pijeterss. Duijvesteijn en Sijtgen Gerrits, echtelieden wonende te Overschie op Schieveen - zij is ziek van lichaam - maken mutueel testament. De langstlevende is voogd over de na te laten minderjarige kinderen en moet deze opvoeden enz. Bij de leeftijd van 25 jaar - of eerder huwelijk - zullen de kinderen gezamenlijk 3600 gld. uitgekeerd krijgen. De langstlevende der echtgenoten zal 600 gld. behouden, gelijk aan de oudste dochter (niet bij name genoemd) in het huwelijk meegegeven is. Getuige is o.a. Jan Janss. Jongejan (Vader van hun schoonzoon?). 11-1-1642: Arent P(ieter)ss. Duijvesteijn, schepen van Overschie, wonende op Schieveen, legt met anderen een verklaring af op verzoek van Vechter Eusten, wonende op Schieveen, betreffende diens vrouw Aeltgen Jans. 3-4-1646: Arent Pieterss. Duijvesteijn, wonende te Overschie ,,in de droogenhoock”, ziek van lichaam, testeert. Aan het nagelaten.
weeskind van wijlen (zijn dochter) Arijaentgen Arentsdr. vermaakt hij 600 gld. Indien deze kleinzoon vóór zijn meerderjarigheid zal komen te overlijden, zal dit bedrag met interesten komen aan de naaste familieleden van moederszijde van het kind. Tot voogden over het kind stelt hij zijn zoon Gerrit Arentss. Duijvesteijn en zijn ,,zwager” (= schoonzoon) Jan lanss. Jongejan, ooms van het weeskind. Tot enige erfgenamen stelt hij zijn 4 kinderen: Gerrit, Belitgen, Barbertgen en Arijen Duijvesteijn, of hun kinderen in hun ouders plaats. De akte is verleden ten huize van.
de testateur. 21-1-1647: Arent P(iete)rss. Duijvesteijn, getuige bij het opmaken van het testament van Jan Janss. Jongejan en Grietgen Jans, echtelieden wonende in Schieveen.
7-8-1647: Inventaris van de nagelaten goederen van wijlen Arent Pijterss. Duijvesteijn, in leven gewoond hebbende te Overschie, ten behoeve van diens kinderen en erfgenamen: Gerrit Arijenss. Duiljvesteijn, Arijen Duijvesteijn, Jan Janss. Jongejan, gehuwd met Beletgen Arents, en Barbertgen Arijens. Er is sprake van het huis met inboedel te Overschie, alwaar Arent Duijvesteijn overleden is, een obligatie van 1000 gld. ten laste van het Gemene Land van Holland en 4 margen land in de Oost-Abspolder (= het leen van Mathenesse).
Blijkens de diverse akten was Arent Pietersz. Duijvesteijn de schrijfkunst niet machtig. Van zijn vrouw is dit niet bekend (het testament van 1639 is niet ondertekend, noch van merk voorzien). Zij bepaalden dat hun kinderen moesten leren lezen en schrijven.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit*1614     
Arijaentgen  †1646   


Gerrit Arentsz Duyvestein
Gerrit Arentsz Duyvestein, geb. circa 1614.

Gerrit Arentsz Duyvestein.
Gerrit Arentsz. Duijvesteijn, geb. ca. 161420), bouwman in.
de polder Schieveen, ambachtsbewaarder van de 64 Hoeven.
(1651) en van Schieveen (1652-1653), overl. tussen 1667 en.
1672, tr. (als J. M. van Overschie) Schipluiden (ondertr. Overschie 18-l0-1643 Marijtge Dircx Goutappel, J.D. van Schipluiden, geb. ca. 1620, overl. na 1672, dr. van Dirck Cornelisz. Goutappel en Mijnsgen Adriaensdr. Couwenhoven.
14-10-1643: Gerrit Arentss. Duijvesteijn, toekomende bruidegom, geassisteerd met zijn vader Arent Pijeterss. Duijvesteijn, Bartel Dircxss. van der Valck, zijn oom, en Corn. Sijmonss. van Schagen, zijn ,,kosijn”, en Marijtge Dircx, toekomende bruid, geassisteerd met Arent Dircx en Corn. Dircx, haar broers, en Corn. Harmens en Pijeter Corns, haar zwagers, en Leendert Wiggers Hodenpijl, schout van Hodenpijl, maken huwelijkse voorwaarden.
Gerrit Duijvesteijn brengt in het huwelijk de hofstede van zijn vader met toebehoren, 30 morgen land in de polder Schieveen, 20 ,,kalfdragende beesten”, 4 kalveren en een paard. Daarvoor moet hij zijn vader 2600 car.gld. betalen. De bruid brengt de goederen in die zij met haar broers en zusters in gemeenschappelijk bezit heeft. Gerrit ondertekent de akte. Zijn toekomende zet handtekening noch merkteken.
10-6-1654: Gerrit Arentss. Duijvesteijn en Jan Jans longejan ,,buijren en de ingelanders” van de polder Schieveen, leggen met anderen een verklaring af. 1654: Gerrit Duyvesteyn wordt in het quohier van de 1000ste penning over Overschie aangeslagen voor een vermogen van f 4000,-, gedoleert en vermindert met f 3000,-. 1667: Gerrit Arents Duijvesteijn wordt in het quohier van de 100ste penning over Overschie aangeslagen voor een vermogen van f 3000,-. 1672: De weduwe van Gerrit Duyvesteyn wordt in het quohier van.
de 2000ste penning over Overschie aangeslagen voor een vermogen f 1000,-.

otr. (resp. ongeveer 29 en ongeveer 23 jaar oud) te Overschie op 18 okt 1643, tr.
met

Maartje Dirks Goutappel, dr. van Dirck Cornelisz Goutappel en Meijnsgen Adriaensdr Couwenhoven Holy, geb. te Schipluiden in 1620, ovl. (minstens 52 jaar oud) na 1672.


Maartje Dirks Goutappel
Maartje Dirks Goutappel, geb. te Schipluiden in 1620, ovl. (minstens 52 jaar oud) na 1672.

otr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 29 jaar oud) te Overschie op 18 okt 1643, tr.
met

Gerrit Arentsz Duyvestein, zn. van Arent Pietersz Duijvestein en Sijtje Gerrits, geb. circa 1614.

Gerrit Arentsz Duyvestein.
Gerrit Arentsz. Duijvesteijn, geb. ca. 161420), bouwman in.
de polder Schieveen, ambachtsbewaarder van de 64 Hoeven.
(1651) en van Schieveen (1652-1653), overl. tussen 1667 en.
1672, tr. (als J. M. van Overschie) Schipluiden (ondertr. Overschie 18-l0-1643 Marijtge Dircx Goutappel, J.D. van Schipluiden, geb. ca. 1620, overl. na 1672, dr. van Dirck Cornelisz. Goutappel en Mijnsgen Adriaensdr. Couwenhoven.
14-10-1643: Gerrit Arentss. Duijvesteijn, toekomende bruidegom, geassisteerd met zijn vader Arent Pijeterss. Duijvesteijn, Bartel Dircxss. van der Valck, zijn oom, en Corn. Sijmonss. van Schagen, zijn ,,kosijn”, en Marijtge Dircx, toekomende bruid, geassisteerd met Arent Dircx en Corn. Dircx, haar broers, en Corn. Harmens en Pijeter Corns, haar zwagers, en Leendert Wiggers Hodenpijl, schout van Hodenpijl, maken huwelijkse voorwaarden.
Gerrit Duijvesteijn brengt in het huwelijk de hofstede van zijn vader met toebehoren, 30 morgen land in de polder Schieveen, 20 ,,kalfdragende beesten”, 4 kalveren en een paard. Daarvoor moet hij zijn vader 2600 car.gld. betalen. De bruid brengt de goederen in die zij met haar broers en zusters in gemeenschappelijk bezit heeft. Gerrit ondertekent de akte. Zijn toekomende zet handtekening noch merkteken.
10-6-1654: Gerrit Arentss. Duijvesteijn en Jan Jans longejan ,,buijren en de ingelanders” van de polder Schieveen, leggen met anderen een verklaring af. 1654: Gerrit Duyvesteyn wordt in het quohier van de 1000ste penning over Overschie aangeslagen voor een vermogen van f 4000,-, gedoleert en vermindert met f 3000,-. 1667: Gerrit Arents Duijvesteijn wordt in het quohier van de 100ste penning over Overschie aangeslagen voor een vermogen van f 3000,-. 1672: De weduwe van Gerrit Duyvesteyn wordt in het quohier van.
de 2000ste penning over Overschie aangeslagen voor een vermogen f 1000,-.


Pieter Blasius Dijkshoorn
Pieter Blasius Dijkshoorn, ged. te 't Woud op 7 feb 1588, bouwman, ovl. (ongeveer 71 jaar oud uitgaande van doop) te Vlaardinger-Ambacht circa 1659.

Pieter Blasius Dijkshoorn.
Ambachtsman en schepen Vlaardinger-Ambacht.
1A. De helft van 14 morgen land in ‘t Wout: 1652: vermeerderd met 1/4 van voorn. 14 morgen. 1656: 13 morgen 2 hond land, belend ten westen: Elisabeth Adriaense de Zeeuw en Pieter Blasius Dijcxhoorn den ouden, ten oosten: het ampt van Vrijenban en Pieter Blasiussen Dijcxhoorn den jongen.
29-3-1647: Arent Blasius, bij dode van zijn vader Blasius Pietersz. (inv.nr. 2 fo. 38). 6-3-1656: Elisabeth Adriaens de Zeeuw, bij dode van haar man Arent Blasius Dijcxhoorn, bouman, wonend op ‘t Wout buiten Delft, bij brieven van octroy van 14 sept. 1650 op grond van het testament van haar man van 24 dec. 1648 opgemaakt door notaris Johan van Steelander te Delft, bij erfdeling van 28 febr. 1652 van Pleuntgen Blasius Dijcxhoorn (inv.nr. 2 fo. 4Ov-43~).
4-8-1664: Pieter Arendtsz. Dijcxhoorn, oud 25 jaar, wonend op ‘t Wout, bij overdracht door zijn moeder Elisabeth Adriaense de Zeeuw (inv.nr. 2 fo. 45-0 -46-0).
1B. De helft van 14 morgen land in ‘t Wout: 1648 de helft van 13 morgen 2 hond of volgens leenregister 14 morgen land, gelegen in Wout Harnesse strekkende uit de wateringe, genaamd de Meer, noordwaarts tot in de Sweth, belend ten westen: Arent Blasius en de erfgenamen van Pleuntge en de voorn. Pieter Blasius. 1659: Elisabeth Adriaens de Zeeuw en Pieter Blasius Dijcxhoorn. 1686: Pieter Arentsz. Dijcxhoorn, ten oosten: het ambacht van Vrijenban en de voorn. comparant en zijn broer 1686: het ambacht van de Vrijenban en Pieter Blasius Dijcxhoorn, ten zuiden 1659: de Molensloot, genaamd de Meer, ten noorden 1659: de Weth. Op 28 febr. 1652 verminderd met 1/4 part in 14 morgen. 1686: 1/4 part in 14 morgen land op de Harnesse in de parochie van ‘t Wout.
29-3-1647: Pleuntgen Blasius, bij dode van haar vader Blasius Pietersz. (inv .nr. 2 fo. 28).
18-11-1648: Pieter Blasius, innocent, bij dode van Pleuntge Blasius, als oudste, broeder, hulde door notaris Gerridt van den Wel te Delft bij procuratie gemaakt voor notaris Cornelis Coeckebacker te Delft van 13 aug. 1648 door Pieter Blasius Dijcxhoorn wonende in de ambacht van de Vlaerdinge en Philips Blasius Dijcxhoorn voogden over Pieter Blasius den ouden hun innocenten broeder (inv.nr. 2 fo. 38-39~).
27-5-1659: Pieter Blasius Dijcxhoorn den ouden, wonend op ‘t Wout, bij brieven van investituur van 28 nov. 1648 en verkregen bij deling van 28 febr. 1652 van wijlen Pleuntgen Blasius Dijcxhoorn, zijn zuster , hulde door Mr. Hugo de Rijck bij procuratie van 19 mei 1659 voor notaris T. van Hasselt te Delft.
opgemaakt (inv.nr. 2 fo. 44-54~).
16-6-1666: Willem Pietersz. Dijcxhoorn wonende Vlaerdingen-ambacht, bij dode van Pieter Blasius Dijcxhoorn den ouden zijn neef (invnr. 2 fo. 46v-47).
7-3-1686: Pieter Willemsz. Dijcxhoorn, oud omtrent 26 jaar, wonende Vlaardingen-ambacht, bij dode van Pieter Willemsz. Dijcxhoorn zijn vader, hulde door Laurens van Dijcxsloot, baljuw en schout van de heerlijkheid Warmont, bij procuratie van 1 mrt. 1686 opgemaakt voor Jan van Leeuwen.
en Goris Baers schepenen van Warmond (inv.nr. 2 fo. 49v-50~).
(23)-11-1695: Pieter Arentsz. Dijcxhoorn, oud 56 jaar, wonende op ‘t Wout, bij overdracht van Pieter Willemsz. Dijcxhoorn wonende Vlaardingenambacht, voor de som van 1000 gld. (inv.nr. 2 fo. 51-53).

tr. (resp. ongeveer 29 uitgaande van doop en ongeveer 22 jaar oud) circa 1617
met

Annetje Jacobs de Zeeuw, dr. van Jacob Ariensz de Zeeuw (schout Vlaardingerambacht) en Maartje Crijnen Guldewagen, geb. circa 1595, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) te Vlaardinger-Ambacht in apr 1666.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1621  1685 Vlaardingen 63



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), veld 2: Nederlandse Genealogische Vereniging, plaats: Amsterdam, datum: van 1946 tot 1995